SchagerCourant
WESTFRIESSE VERTELLINGEN
DE BROEKER VEILING.
Radioprogramma
Tweede Blad.
Binnenlandsch Nïeuws.
Niets nieuws onder de zon.
Schapenfokkerij.
BILLY BOO.
door
Dr. T. P. Merkrid van Eertswoude.
De „Teutjes-Zoeker".
Woensdag 20 Februari 1929
72ste Jaargang. No. 8412.
Door den strengen winter weinig aan
voer, daar verzending zeer moeilijk was.
Alles in de weer, om de kool vorstvrij te
houden. De prijzen van alle stapelgroen
ten aanmerkelijk hooger. Door de ab
normale omstandigheden geen maatstaf
voor het bepaien der marktpositie.
Op een winter als deze, in zijn langen duur en zijn
felheid, hadden de Langendijker tuinbouwers na
tuurlijk niet gerekend. Was dat wel het geval ge
weest, ongetwijfeld waren meer en betere voorzorgs
maatregelen genomen, om te voorkomen, dat de sta
pelgroenten zouden bevriezen in de boeten. Bij deze
strenge vorst waren intusschen wel geen voldoende
maatregelen genomen kunnen worden, en zou ook
dan de petroleumkachel dienst moeten doen, om de
kool, vorstvrij te houden. We hebben boeten gezien,
waar niet minder dan 4 van die kachels stonden
te branden en nog bleef de temperatuur op sommi
ge plaatsen aanmerkelijk beneden nul. Hoezeer dan
i,oiv de Lungeiiuijker tuinders, die stapelgroenten be
waren, telken jare naar echt winterweer verlangen,
nu was het hun toch ook wat te bar. De handel
stond ue helft van de week stil, omdat geen koop
man het aandurfde, kool te verzenden, daar deze
iminers onderweg, zeifs al bij het inladen, bevroor.
Is de reis niet te lang, en is ze voor dadelijk ge
bruik bestemd, dan zou dit misschien nog gaan,
docii het vroor te erg. Alle toegangswegen tot de
veiling waren met een dikke ijskorst bedekt en
daar er toch geen koopman kocht, liet men de
vaarten en slooten op sommige dagen dicht. De
schippers waren tot werkloosheid gedoemd, want
hun booten zaten rotsvast in het ijs gevroren. Zoodra
de vorst maar even afnam, werden vaargeulen ge
hakt, en werd met wagens hier en daar een par
tijtje kool vervoerd. Wie kans zag om te verkoopen,
me akte daar doorgaans gebruik van, omdat de aan
vraag als vanzelfsprekend het aanbod overtrof.
Deze winter werd alzoo den Langendijker tuin
bouwers te bar. We vernamen, dat ook de pootaard-
appels in vele boeten en op verschillende zolders
het zwaar te verantwoorden hadden. Het is nog een
groot verschil, hoe de boeten zijn gebouwd. Revolu-
tieoouw is voor dezen winter niet je ware. Hechte
en stevig gebouwde schuren beantwoordden nu be
ter aan hun doel.
Het Is te begrijpen, dat de bewaarders van stapel-
groonten nu in spanning leven, wat de winter nog
brengen zal on hoe daarbij het verloop van de
markt zal zijn. De vorige week, toen nog geregeldon
aanvoer kan plaats vinden, was er al gebrek aan
spoorwagens om het aangevoerde te verzenden. Bij
vrij streng winterweer is dit nog al een vaak voor
komend verschijnsel. Blijft de vorst afnemen, zooals
dit nu het geval is, dan zal de aanvoer ongetwijfeld
gioot worden, zoodat het dan te hopen is, dat vol
doende laadruimte aanwezig zal zijn. Als dan de
schippers ook maar kunnen varen, dan zal het ant
woord op den bekenden regel (die altijd zijn uit
zonderingen heeft), komen, of bij streng winterweer
beste prijzen voor de kool zullen worden gemaakt.
De laatste week, voorzoover er aanvoer was, gaf
al beste uitkomsten. Roode kool steeg met eep 50 a
60 Denen gingen met sprongen in de hoogte en
voor gele kool was de zoo lang verbeide vraag ge
komen. De aanvoer was gering; als gevolg van de
genoemde oorzaken, kon naar het buitenland wei
nig verzonden worden, zoodat de geldende prijzen
/liet als maatstaf konden dienen voor het bepalen
-an de marktpositie. Ongetwijfeld is door de felle
koude, ook" in het buitenland, veel gebrek aan
groente en naar het schijnt is in de kassen ook heel
wat bevroren. Hiertegenover heeft zich echter de
kascultuur aanmerkelijk uitgebreid, zoodat de voor
raden hiervan niet veel kleiner zullen zijn dan ver
leden jaar. Er worden nu heel wat voorspellingen
gedaan en de meesten verwachten hooge prijzen. Er
zijn er echter ook, die er van overtuigd zijn, dat
heel wat kool is bevroren, wat zich weldra zal wre
ken in den aanvoer van „bokken", kool van mindere
qualiteit, die bij dooiweer al spoedig opgeruimd zal
moeten worden.
lat deze week werd - aangevoerd, bracht inmid
dels goede prijzen op. De aanvoer was gering. Vorige
week werden 37 spoorwagens roode kool aange
voerd, nu slechts 10. Kleine roodt kool bracht tot
over de f 14 op, voor groote werd ongeveer f 8 )je-
hjc€. w* str«
Hit vorigi Jaar.
Gele kool, di» dm hielin wintir door zeir lag*
prijzen opbracht, bracht het nu voor het mooie
kleingoed al tot f 10. Groote gold reeds over de f 5,
zoodat de bewaarders van deze koolsoort weer hoop
krijgen. Geduronde de 3 dagen, dat aanvoer moge-
lijk was, werden nog 12# spoorwagens verkocht,
waarvan alleen Zaterdag meer dan 7!.
Deensche witte kool Bteeg aa.nzicnlijk. Op het
laatst der week werd zelf tot f 15 betaald. De vorige
lagen was dit f 12.50 en f 11. Groote Deensche witte
brachten Zaterdag zelfs meer dan f10 op. Voor de
ïonsumenton zal het dus al spoedig heeten: De
kool wordt duur betaald.
Voor uien werd f 14 per 100.K.G. besteed.
Op 15 Februari heeft weer een inventarisatie van
de stapelgroenten plaats gehad. Ongetwijfeld za! er
lit jaar in de laatste 2 maanden minder zijn afge
leverd dan in 10271928 over het tijdvak 15 .Dec.
tot 15 Febr. Men kan er dus op aan, dat nog groote
/oorraden aanwezig zijn. De volgende week zal wel
lijken, mocht dan een geregelde aanvoer eri verzen-
ling kunnen plaats vinden, of de markt na dit fel
vinterweer gunstiger is gedisponeerd dan voor de
intrede ervan.
IN 1852 REEDS EEN VONNIS OP RUM.
Voor Donderdag 21 Februari,
0.00 HIT/VERSUM (10T1) Tijdsein en morgenwijding.
.0.20 HAMBURG (382) Gramophoonplaten.
10.30 HILVERSUM (1071) Gramophoonplaten.
10.45 HILVERSUM Jaa-tebeursconcert door Kling
Trio.
11.00 HUIZEN (336) Koilte zlekendienst.
11.20 DAVENTRY (1563) Gramophoonplaten.
11.45 HILVERSUM (1071) Gramophoonplaten.
11.50 HAMBURG (392) Concert uit Hannover.
12.00 HILVERSUM (1071) Politieberichten.
12.15 HILVERSUM Lunchmuzlek.
12.20 DAVENTRY (1563) Concert.
12.25 LANGENBERG (462) Middagconcert.
12.30 HUIZEN (336) Middagconcert.
12.50 PARIJS (R. 1765) Concert
1.25 HAMBURG (392) Concert uit Bremen.
1.35 DAVENTRY (1563) Concert.
2.00 HILVERSUM (1071) Causerie door P. Hijdelaar.
2.00 HUIZEN (336) Sohooluitzending.
2.30 HILVERSUM (1071) Gramophoonplaten.
2.50 -KALUNDBORG (1153) Namiddagconcert
3.00 HILVERSUM (1071) Knipcursus.
3.20 ^DAVENTRY (482) Concert.
3.20 DAVENTRY (1563) Vesper ln Weetminster
Abbey.
3.50 BERLIN (475) Concert.
3.50 KONINGSBERGEN (280) Concert.
4.00 HILVERSUM (1071) Ziekenuurtje.
4.05 PARIJS (R. 1765) Concert
4.20 DAVENTRY (1563) Concert
4.20 MOTALA (1365) Gramophoonplaten.
4.50 DAVENTRY (482) Orgelooncert
5.00 HILVERSUM (1071) Sportprognose door H. Hol
lander.
5.05 LANGENBERG (462) Vesperconoert
5.20 BRUSSEL (509) Concert.
5.20 HAMBURG (392) Concert
5.30 HILVERSUM (1071) Rustpoos gereserveerd voor
N.S.F
6.00 HILVERSUM Tijdsein en vooravondconcert
door omroep-orkest o. 1. v. Nloo Treep.
6.00 HUIZEN (1852) Orgelconoert
6.50 DAVENTRY (482) Dansmuziek.
6.55 BRUSSEL (509) Concert
7.05 PARIJS (R. 1765) Gramophoonplaten.
7.15 HILVERSUM (1071) Engelsohe conversatieles.
7.20 BERLIN (475) „Die Maienkönigin, luisterspel.
Daarna „Versiegeit", opera. Daarna tijdsein,
berichten en dansmuziek.
7.20 LANGENBERG (462) Avondconcert
7.30 HUIZEN (1852) Muziekpraatje.
7.45 HILVERSUM (1071) Politieberichten.
8.00 HILVERSUM Tijdsein.
8.00 HUIZEN (1852) Stedenavond Doetinchem. Daar
na berichten Vaz Dias.
8.00 DAVENTRY (1563) Plano-recital.
8.15 HILVERSUM (1071) Abonnementsconcert uit
Concertgebouw te Amsterdam. Concertgebouwor
kest o. 1. v. Dr. W. Mengelberg. Solist W. Grosz,
piano. In de pauze: voordracht door W. Hun-
sche.
8.20 DAVENTRY (482) Concert
8.35 BRUSSEL (509) Concert
8.50 PARIJS (R. 1765) Concert
9.20 DAVENTRY (482) Veaudeville.
9.35 KALUNDBORG (1153) Dansmuziek.
9.50 KATTOWITZ (422) Dansmuziek.
10.30 HILVERSUM (1071) Persberichten Vaz Dias.
10.35 DAVENTRY (1563) Verrassingsnummer.
10.40 HILVERSUM (1071) De Bachelor, woordspel ln
één bedrijf met J. HunscheVerkade en W. Hun-
sche. Daarna Gramophoonplaten.
10.35 DAVENTRY (482) Concert
10.50 DAVENTRY (1563) Dansmuziek.
11.20 DAVENTRY (482) Balletmuziek.
GlBter hebben we kunnen lezen, dat de ambtenaar
van het O.M. b IJ het Kantongerecht te Schoonhoven
het vonnis tegen den „Zwarten Plet van Krimpen a. d,
Lek in versvorm heeft uitgesproken. Als een tegen
hanger hiervan moge hier volgen een berijmde verde
diging van een student, die door een kleermaker voor
het kantongerecht te Tiel gedagvaard was wegens een
schuld van f 21.25. Het rijm stond in een plaatselijk
blad van 1852, waarin niet gemeld werd, waar de his
torie zich heeft afgespeeld.
Op de zitting verscheen wel de eischer, maar niet de
gedagvaarde, die dus bij verstek tot 'betaling van de
hoofdsom en de kosten veroordeeld werd.
„Juist had", vervolgt het verhaal „de griffier het von
nis gelezen; toen den kantonrechter een .brief werd
overhandigd, waarop „Spoed, Eigenhandig"! geschreven
stond. De kantonrechter opende de brief haastig, las
den Inhoud, barstte in gelach uit en verzocht den grif
fier den kleermaker den Inhoud voor te lezen. Hij las:
Geachte beste mijnheer de kantonrechter,
Het gaat mij alle dagen slechter.
En de kleermaker die mij heeft gedagvaard.
Wist heel goed, ik ben geen orediot waard.
Toch wil hij nu hebben, dat Ik betaal,
'Vjsarom zou ik mij dan komen vervdlen,
Om mij voor niemendal te hooren veroordeelen?
En waarachtig ik was nog nooit zoo kaal,
Ik kan ook niet komen moet u weten,
Want mijn schoenon zijn versleten,
En bij den schoes, die ze lappen moet.
Ilc kan toch niet uitgaan zonder schoen aan
mijn voet?
Dat weet mijn kleermaker wel,
Maar die man is van een hardvochtig gestel.
Hij weet: er is niet van mij te halen,
En zeurt n u al twee jaren bij mij om betalen
En denkt nu, als hij mij met het gerecht dreigt,
Dat ik er beter op word en hij zijn duiten krijgt
Allemaal nonsens, edelachtbare Heer.
lik heb niets gehad en heb niets meer.
Veroordeel mij maar gerust bij verstek,
Ik ben platzak en mijn smijer is gek.
VEREERING VAN DEN EXKEIZER.
Die niet toegestaan werd.
Men meldt uit Berlijn:
Op bevel van den Brunswijckschen minister van on
derwijs is de Sophienschule, een particuliere meisjes
school te Brunswijk, tegen 31 Maart a.s. gesloten. De
leeraressen en leerlingen der school hadden onlangs
den volgenden brief naar Doorn gezonden:
Aan onzen hoogvereerden keizer bij zijn zeventigsten
verjaardag. Zalig zijn zij, die Jijden, ze zullen worden
getroost. Met de Innige gedukwenschen van de leera
ressen en leerlingen der Sophienschule te Brunswijk.
Onder leiding van den heer E. Dz. Govers te Alk
maar hield „Het Texelsch Schapenstamboek in
Noordholland" zijn algemeene vergadering in het
Landbouwhuie te Alkmaar.
In zijn openingswoord releveerde de voorzitter de
gunstige gezondheidstoestand der schapen, en de
goede prijzen, die er thans voor gemaakt wordon.
We hebben echter de laatste jaren ondervonden, dat
wanneer de winterprijzen goed zijn, dit in den zo-
ir.er geheel anders kan zijn.
Uit het jaarverslag bleek, dat zich 25 nieuwe fok
kers hadden aangesloten. De vereenlging telt thans
niet minder dan 154 fokkers. Dank zij on-zetwijfel i
de registratie gaat het geboortecijfer vooruit en was
in het afgeloopen jaar hooger dan ooit te voren, van
111e rammen werd de wol gecontroleerd. Dezu gege
vens zijn een krachtig middel om te selecteoren.
De a zet van 'okmateriaal was belangrijk. Uit alle
declen van het land kwamen koopers. i e procizen-
ding van Brnziliö was een buitengewoon groot suc
ces guwaest. Ook de belangstelling in Frankrijk
neemt toe. Zelfs de Jnpansche Hegeering zond een
afgevaardigde om de eigenschappen van het Texel-
sclie schaap te leeren kennen. Naar de provincie
Friesland gingen eonige honderden „wilde" scha
pen.
Op de. Haagsche Tentoonstelling werd beslag ge
legd op de hoogste onderscheidingen. Aan de Noord-
hollandsche inzendingen werden vijftien eerste prij
zen toegekend, liet succes was dus volkomen.
Ook de keuringen en tentoonstellingen to Amster
dam, Opmeer, Heiloo, Hoorn, Den Burg op Texel,
Modemblik, Schagerbrug, en Alkmaar waren voor
de vereenigirig een groote reclame.
De rekening sloot nadat eo.nige voorzieningen wa
ren getroffen om de rekening voor het volgend jaar
te consolideeren met een batig saldo van f 54.41#,
en werd goedgekeurd.
In de plaats van den heer Govers werd de heer
H. W. Kuhr» te Naarden tot bestuurslid gekozen en
in de plaats van den heer Wijdenes te Twisk de
heer K. Bregman Jz. te N. Beemster.
De financieele commissie werd samengesteld uit
de heeren J. Zijp te Wognum, L. v. Reeuwijk te
Hoofddorp, D. Hin te Texel en G. Glas te Hoogwoud.
Op afstammelingen was in 1928 bekroond ram
F544 van Jb. Eelman Gz. te Oosterend, Texel.
Het bestuursvoorstel om de heeren Ir. C. Nobel te
Haarlem en Prof. Dr. D. L. Bakker te Wageningen
te benoemen tot eereleden der Vereeniging werd met
algemeene stemmen aangenomen. In een gevoel
volle toespraak tot den heer Nobel herinnerde de
Voorzitter wat Z.Ed. in het belang der schapenfok
kerij had gedaan. Ook de oprichting van deze Ver
eeniging, die in Nederland en daarbuiten een goede
klank heeft, is aan den heer Nobel te danken.
De heer Ir. Nobel dankte voor de eer en nam de
benoeming gaarne aan. Wat het succes der Ver
eeniging betrof, meende spr. dat dit meer aan de
inspecteurs te danken was.
Over „Wolcontrole" werd door den voorzitter een
inleiding gehouden. Het is thans zoover, dat prak
tisch van alle stamboekrarnmen de wol gecontro
leerd wordt. Voor de beoordecling van de ver-
„O, o," riep het kleine volkje,
„Je bent een kleine, domme vent,
Je zet een gezicht en oogea.
Alsof je ons niet kent
Je hebt ons vaak gegeten,
Wjj smaken heusch niet slecht
Wij zijn „asperges" geheeten,
'n Heerlijk kostelijk gerecht"
„Kom, laat ons wat gaan zingen,
.Een liedje door ons gemaakt.
Bezingend hes! ons leven,
Wij hopen, dat 't U vermaakt"
Een wijden kring ze vormden,
Waarin de vriendjes gingen staan.
En op 'n gegeven te?ken,
Ving het lied der groenten aan.
Kijk uit naar de volgende plaatjes. Je moet je maar
verbeelden, dat je ook naar het liedje luistert
(Vervolg en slot van Zaterdag).
De dood van de Bloedtoet
Zuster Maria was weer öfroisd mit heur handkoffer
tje, want de Teutieszoekeir had ommers weer baitee-
kend, ök tot groote verwondering van de ouwe dokter.
Toe de zuster ofskoid naim, had de Zoeker de bwei zon-
noblomme meegeven: ien voor de dokter en iien voor
beurzelf. En de dokter was kome bedanke deervoor.
„Nou is moln rekening deermee betaald" had le zold,
„maar die aare groöte rekening niet, want je begralpe
toch wel dat onze Lieve Heer deer mee 'n bedoeling
heb. dat je weer genezen blnne, om je nag ien keer in
de gelogenhoid te stelle, dat je 't goed make kinne, want
in gien 60 jaar bin je in de kerk weest en je mag Zun-
dagssoohgens mit Groöteboer meerale, asse je weer hee-
lemaal beter blnne en niet rouke en niet ln de kouwe
elvendlucht; over een week korn ik naggeres terug, ers
hoore of je uithoest blnne en de/rs luistere mdt m'n
toetertje, hoe 't van binnen oteld is."
Tjonge, tjonge, wat was de boerehut mesrakels op
knapt in die toid, dat i)e ziek we-est was; van buiten
'n «tik of wat nuuwe planke an-brocht en opnuuw teerd
en van binnen: twee nuuwe houten leuningstoeltjes en
'n hanglamp en 'n ouwe kooi voor de aakster en 'n
heêle nuuwe beun was der komme; ze hadde zeker de
hoiide inien sloegen. Nei maar zeg, dlie dokter kon toch
toovere! En zuster Maria had 'n oud boek achter lei-
ton, 'n mengelwerk van 616 bladzaide, héél erg oud; 't
titelblad was der zeker uitskeurd. Deer stinge 'n houp
mooie verhaaltjes in, die zuster Maria allegaar voorle
zen had, want de Zoeker kon natuurlijk niet leze of
skralve en den most ie maar an de Bloedtoet vrage, of
die hem veerder seivens teugen 't Skemerdonker 'n
uurtje kwam voorlwe; 't rouke kon le wel leite, maar
asze je 60 jaar lang seivens teugen 't Skemerd'onker uit
gaan binne, den was 't 'n heêle toer om thuis te blaive;
maar die dokter had 't venboien. Deer lag 'n res'ceipte-
pampiertje bai, weer zuster Maria mit potlood wat op-
skreven had:
Vader en Zoon,
le h. bladz. 113—139 28
2e h. 161—189 28
3e h. 217—243 26
4e h. X 265—289 24
5e h. 853—372 19
6e h. X 898—422 24
7e h. 446—470 24
189
An de achterkant sting: Radboud, bladz. 679719.
Die twei verhaaltjes vond ie 't mooist; deur 't oftige
vóórleze kon ie al heele brokstilkke dervan uit x'a
houfd öpzegge.
Iemeseivende vroeg do Zoeker om wat voor te leze
uit Radboud (van F. W. v. Eeden); de aakster zat den
bal de Bloedtoet op z'n linkerhand, ök te luistere en mit
z'n ouge te knippe; niet 'n domenle mit 'n wit beffie
voor.
En de Bloedtoet begon weer van nuuws of an:
„Radboud, de onverzettelijke, stijfhoofdige, dappere
Radboud, miskend, vergeten, -belachelijk gemaakt, zelfs
als een kind des duivels verafschuwd! Maar hoe diep
vernederd, nooit verloor hij zijn standvastig en volhar
dend karakter. In het huwelijk van zijn dochter Theu-
desinde met den zoon zijns grooten vijands, ligt een
bewijs dat hij en zijn hof in beschaving en ontwkikeling
niet 'benedien de Franken stonden, en tevens zien we
ln zijne toestemming tot dat huwelijk zijn nooit uitge
doofde zucht naar wraak en bevrijding.
Grimwald werd vermoord, volgens de overlevering
door toedoen van Theudeelhde: 'n daad. in een karak
ter als dat van Radboud geheel begrijpelijk. Misschien
sluimert onder het stof der eeuwen Eter of daar nog
een beeld van die Theudesinde, 'n vrouw, in karaktei
grooter, heldhaftiger, ontzettender dan Judith! Rad
boud en Theudeslnde: twee edelen, die veel voor Fries
lands vrijheid hebben geleden en gestreden, die alleen
in Europa het vrije Noorden hebben verdedigd tegei.
het slaafsche en tirannieke Zuiden, en die, schoon zi
vielen, niet vruchteloos hebben geleefd. Want hun
geest heeft tot heden nog Friesland niet verlaten.
Eeuwen van slaverny hebben zwaar op de Friezen ge
drukt; nooit verloren zij den moed, nooit gaven ze der.
strijd tegen de Frankische vazallen op; zelfs toen de
Woedende zee hun land half verzwolg, en de West-Frie
zen als een wisse prooi den Hollandschen graven in
haniden gaf, toen de noordelijke Rijntak uitdroogde en
Kennemerland met West-Friesland werd vereenlgd,
toen zelfs verloor West-Friesland zijne ware onafhan
kelijkheid niet, maar 'bleef een land op zich zelf, scherp
gescheiden van zijne minder onafhankelijke naburen.
Zoo is het nog op den huidigen dag. Zoodra ge komt
ten Noorden en Oosten van Alkmaar, ziet 'ge een an
dere bouworde, een ander volk en hoort ge een anderen
tongval dan in de daaraan -ten Westen grenzende Ken-
nemer Zandstreken. Te weinig wordt tegenwoordig er
kend, dat, terwijl alle volken onmiskenbare -blijken var
verbastering en verlies van nationaliteit ln taal en ze
den vertoonen, de Friezen een der oudste volken van
Europa zijn, die taal en nationaliteit van udit den grij
zen voortijd het langst hebben behouden. Eere zij daar
om hun, die in onzen tijd door hunne onvermoeide na
sporingen die hoogst merkwaardige nationaliteit in
hunne werken hebben vereeuwigd!
Een vriendelijke morgen laohte over West-Friesland
en het zonlicht schitterde over de uitgestrekte bos-
schen van het oude Hoogewoud, de laatste wijkplaats
van den diep vernederden Vorst Een buitengewone
lang gewenschte plechtigheid zou geschieden. De on
verzettelijke heiden zou eindelijk het hoofd voor Rome
bukken, de vrije Fries zou het geloof zijner vaderer
verlaten. Zegevierend staart het priesterdom op der
wankelenden grijsaard, die daar de doopvont nadert en
op het gelaat van Wolfram bespeurt men een half on
derdirukten glimlach. Reeds is alles tot den doop ge
reed, reods staat de grijsaard met een voet in het ge
wijde bekken; daar ontwaakt opeens zijn karakter met
jeugdige kracht; hij denkt aan zijne vaderen, »»n zijn
geliefd Friesland, aan de vrije natuur, aan de dierbare
wouden, aan de geheimvolle overleveringen uit het
verre Azië. Hy keert zich om en vraagt .waar de
zieden zijner vaderen zijn. Voor eeuwig verloren, ant
woordt Wolfram. En Radboud trekt den voet terug.
De vrije Fries heeft gezegevierd; «te laatste overwln-
ïing door hem behaald was zijn «e-rsbe waardig; hij
/erkiest liever verloren te zijn met zijne vaderen, dan
zalig met zijne vijanden.
Tot in zijn dood bleef Radboud getrouw aan zijn volk
en zijn vaderland. Stellen wij ons Radboud voor, den
vorst van een heldhaftig werkzaam, welvarend Noorsch
volk, innig gehecht aan het geloof zijner vaderen, aan
het geloof in eene almachtige, liefderijke en zegenende
godheid, gehard in den oorlog, evenals zijn geheele volk,
Kuisch, eerlijk, waarheidlievend en grootmoedig, x- was
het dan zoo vreemd dat hij zich verzette tegen dwin
gelanden als Pipijn van Herstal en Karei Martel,
dat hij Willebrord en zijne monniken niet vertrouwde,
dat hij vreesde voor zedebederf en verbastering van
zijn volk, dat hij in die vreemdelingen de voorboden zag
van naderende ellende?
En die ellende is gekomen en heeft bijna tien eeuwen
op Friesland gedrukt, tot Willem van Oranje het Noor
den op -het Zuiden wreekte en voortzette, wat door Rad
boud heldhaftig, maar tevergeefs was beproefd.
Als gij te HJoogwoud komt, wijst men u in de kerk nog
dé doopvont aan, uit welke Radboud eenk den voet
terugtrok. In die daad ligt wellicht meer dan gij ver
moedt, een verband met de gebeurtenissen van later
••uwen.
Aansohouw die oude doopvont aandachtig; wellicht
komt gij tot de overtuiging, dat Neerland» nationaliteit
daar ten tweedenmale is gehandhaafd en dat Radbc 1
in onze Vaderlandsehe Historie als -eene ster van de
eerste grootte schittert tuaschen Claudius Civilis en
Willem van Oranje".
Toe 't uit was, glunderde de Zoeker der van.
„Jal komme in m'ri tefftement. hoor je, Bloedtoet en
je kraJge de aakster ók, as ik dood gane".
Maar Zoeker, je gane nag niet dood hoor, want je
zlene nei je ziekte der veul jonger uit; zoó netjes
skoren en Je heer knipt en 'n foin pak an en je lache
ok weer...
„Ja, dat zou je nou niet meer zegge, dat lk op de
Tientoön-Elfrib loik...
[Mit groöte ouge van skrik en ontsteltenis staarde de
Bloedtoet de Zoeker an, gong boven op de stoel staan
en vroeg:
„Bin jal den de ronddólende ziel van Koning Rad
boud?"
iüt mit 'n diepe grafstem vol ontzetting, hoor die:
„Ja, die bin ik!"
Onder angstig geskreeuw vloog lenbons de aakster
driemaal rond: Kwet, kwet, ret tot... verraad, ret tet»
tet en viel doöd neer achter de eto«l op de beun en ve®-