Alpino Niton- Wjgêsg Mraitili!- L FRISO BAAI IJzeren Grendelen. Dinsdag 26 Februari 1929. Uitgevers: N.V. v.h. TRAPMAN Co., Schagcn. Eerste Blad. Plaatselijk Nieuws. 60-Jarig Jubileum Schagen's Harmoniekapel Groote brand op de Loet. EEN GOEDE PIJP TABAK 30-35-40-50cfc tA&> tyü&p dbwjtyb: SCHAG 72sto tPs\:^*"jPmhj( No. 8415. Dit blad verschijnt viermaal per week: Dinsdag, Woensdag, Donder dag en Zaterdag. Bij inzending tot 's morgens 8 uur, worden Adver- tentiën nog zooveel mogelijk in het eerstuitkomend nummer geplaatst. POSTIIEKEN1NG No. 23330. INT. TEI.EF. No. 20. Prijs per 3 maaixlrn t 1.(15. I usbh in. TIöN van 1 tot 5 i ngels 11.10. iedere inbegrepen). Grooiore letters worden ui.n: rs 0 cent. ADVERTEN- regei meer 20 cent ibewijsno. naar plaatsruimte berekend. DIT NUMMEJt BESTAAT UIT TWEE BLADEN. Zondagavond heeft onze Harmoniekapel in een feestelijke uitvoering het 60-jarig bestaan herdacht. Het spreekt vanzelf dat zulk een herdenkingsdag niet zonder eenige feestelijkheid mocht voorbijgaan. En al was het dan nu nog op bescheiden wijze (in Juli volgt een groot muziekfeest), vergeten mocht men| dessen dag niet. i De zaal van het Noordhollandsch Koffiehuis was voor een groot deel met genoodigden gevuld, met ver tegenwoordigers van gemeente en verschillende ver- eenigingen. We begonnen met een nummer van Schouten, Feest- i klanken, als voor een feestuitvoering geschreven. En toen trad de heer Starreveld naar voren, die als voor zitter van Harmonie de inleiding hield en daarbij in goed gekozen woorden herinnerde aan de oprichting van de Kapel voor 60 jaar terug. Hij bracht hulde aan de oprichters, aan de mannen die later al hun werk- kracht en liefde aan de Harmonie hadden gegeven en 't aldus voor de jongeren hadden mogelijk gemaakt om deze in stand te houden en nog tot meerderen bloei te brengen. Spr. bracht een woord van hulde aan den heer W. Vader, thans eerevoorzitter, die mede jubileerde, hij feliciteerde den heer G. Koning, die 25 jaar onafgebroken werkend lid was geweest en over handigde hem een souvenir, om daarna zich met een woord van felicitatie te richten tot het echtpaar Speenhof, dat 25 jaar getrouwd was geweest, en van avond met hun dochter hun medewerking ver leenden. De dames kregen bloemen. Voorzitter deelde ook nog mee, dat dit feestconcert Tno««- een onderdeel was van de herdinkingsfeesten, 28 Juli zou er een muziekfeest zijn, in samenwerking inet Lycurgus, die haar 50-jarig bestaan kon herden ken. De secretaris deelde vervolgens mee, dat van don heer W. Vader een felicitatiebrief was ingekomen, met een herdenkingsmedaille. Er waren nog verschillende brieven en telegram men met gelqkwenschen ingekomen, waaronder van wethouder Leguit, „Onder Ons" te Harenkarspel, Joh. Koning te Johannisburg. De meest hinderlijke kwaal voor meosahen op leeftijd U verstopping Posters Maagpillen geven baat vanaf de eerste dosis. Een ide aal laxeermiddel voor ouden van dagen Poiter'a Maagpillen Alom verkrijgbaar f 0.65 per flacon Van den heer M. Visser was gezonden de volgende gel-uk'wensch: Aan Schagen's Harmonie op haar 60 jarig feest. Zestig juurl Hoe menig oudje Op dien leeftijd zingt niet meer. Maar Gij, Harmonie van Schagen, Stelt in 't zingen juist Uw eer. Sterker Ge tracht voort te brengen Mooier, reiner klanken steeds, Hooger standpunt te bereiken Dan Ge hebt verwonnen reeds. Zestig jaarl Ge voelt U jeugdig, Zingt bij zon en wind en ijs, Concerteert, bezingt wie jubelt, En wint zingend prijs bij prijs. Trokken soms wat wolken samen, Op Uw stem had 't heel geen vat; Onverdroten bleeft Ge zingen Tot Ge weer de zon bezat. Blijv' de zon! Uw bloei verhooge Zoo in kunst als ledental, Schagen's gunst geld' in de toekomst Harmonie, U bovenal. Zestig jaar! De honderd haalt Ge En Uw stem 'blijft jeugdig, frisch, Minstens net zoo rein en klankvol Als ze nu met zestig is. Zing dan, Harmonie, en jubel, Zing Uw lied met blijden klank, 't Oogste welverdiend en immer Schagens liefde, hulde en dank. M. VISSER. Eerelid van Schagens Harmoniekapel. Schagen, 24 Febr. 1929. De heer Speenhof gaf vervolgens een op rijm gesteld overzicht ten beste, waarin de voornaamste feiten der 60 jaar van het bestaan der Harmonie waren opgetee- 'kend. Het volgende punt van het programma was het complimenteeren van de jubileerende vereeniging. Het eerst sprak de heer J. Schoorl Pz., wethouder, voor ons gemeentebestuur (de burgemeester was wel tegenwoordig, maar had blijkbaar niets op een pa piertje, dus sprong na wat gesmoes, de wethouder maar in). Spr. bracht alle -hulde aan de 60-jarige, betrekkelijk oud was deze reeds, maar die nog niet ten doode was opgeschreven, integendeel, nog vol vuur en leven. Spr. memoreerde de populariteit van de Har monie bij de burgerij en dat kwam omdat de Harmo nie steeds klaar, steeds paraat was. Met de beste wenschen voor Harmonie, directeur, bestuur en leden eindigde de wethouder. De heer Ch. Schmalz sprak voor onze Middenstands- vereeniging, ook hij feliciteerde de jubilaresse en be stuur, directeur en leden en bood een voorzittersha mer aan. De heer A. M. Kossen, sprak voor Algemeen Be lang en bood voor deze vereeniging en voor de IJs club, waarvoor de heer J. Keesman nog het woord voerde, een trombone aan. Toen volgde de heer K. Roggeveen, voor Lycurgus met bloemen en de oud-voorzitter, de heer Joh. W. Govers, thans eerelid, met een hartelijke speech en een herinneringsmedaiWe, een afgevaardigde van Winnubst van Den Helder, de heer C. Roggeveen voor onze Orchestvereeniging, Ds. Van Dijk voor het Herv- Kerkkoor, de heer Cor Schmalz voor V.V.V., de heer C. Grootes voor „In Eigen Kring", allemaal met har telijke felicitaties en bloemen. Ook Sparta, onze voet- balvereeniging, complimenteerde bij monde van den heer K. Leguit, die er zijn verontschuldiging voor aan- bood, dat hij met leege handen kwam: de kas was leeg. Dit was dan zeker ook het geval bij de gemeen te, onze wethouder kwam tenminste ook met leege handen. Het was een lange rij sprekers, die allen elk op zijn wijze hulde brachten aan onze Harmonie en de beste wenschen uitspraken voor de toekomst. De voorzijfer van de Harmonie dankte steeds van pas voor woord en eadeaux en de aanwezigen applau- diseerden telkens weer om hun instemming te be tuigen. En zoo waren vyij eindelijk gekomen aan de vol gende numjriers van het programma waar de Kapel ons vergastte op een Ouverture van Beissig, een Fantasie van Verdi en de „Seufzer Walzer", van Ivannovici. Nummers die een zeer verdienstelijke weergave kregen en een bewijs aflegden van het nog krachtig bestaan van de jubilaresse. De pauze volgde en daarna trad de familie Speen- hoff op. En zóówel de dochter als het echtpaar zelf, zoowel gezamenlijk als ieder op zichzelf, hadden groot succes. Zij werden telkens en telkens luide toe gejuicht en de feeststemming was er volop in. Tot slot nog een paar muzieknummers van de Ka pel en hiermee was het programma afgewerkt en kon er gedanst en gefuifd worden naar hartelust. DE BEWONERS NOG JUIST BIJTIJDS GEWEKT. Dank zij het stille weer kon een groote uitbreiding van den brand voorkomen worden. ringeling, een korte, krachtige ruk aan de deurbel, waardoor wij in den nacht van Zaterdag op Zondag, ongeveer twee uur, uit onzen slaap werden opgeschrikt. Reeds meenden wij te doen te hebben met de een of andere baldadige kwajongensstreek, toen onze aandacht getrokken werd door den eigen- aardigen gloed, die door het slaapkamerraam naar binnen viel. Op het gezicht hiervan waren we met één sprong over den rand van het ledikant en in minder dan geen tijd bij het raam, waardoor heen we den hemel bloedrood gekleurd zagen en het dus waar bleek te zijn, wat nog niet geheel tot ons was doorgedrongener was een groote brand, en wél in de richting van de Loet. Waar?? Het was moeilijk te schatten, maar buiten gekomen, na eerst de noodige kleedingstukken te hebben aangeschoten, vernamen we al heel spoedig van een voorbijsnellende spuit gast, dat het bij schipper Kaper op de Loet was. Eén vuurgloed. Aan den vuurgloed te oordeelen, die ons reeds op de -marktplaats tegenstraalde, moest het wel heel fel branden. Beangstigend deed de bloedrood gekleurde he mel aan in de vorigens diepe stilte, die op straat heerschte, daar op dat moment nog niet één sterve ling te zien was, behalve dan de spuitgast, die ons per re pond FEUILLETON h13 hlef zHn £ezlcht grimmig en onwillig naar haar 10. Naar het Engelsch van ETHEL M. DELL. Mr. Lorlmer bewoog zich eindelijk en vroeg: „Wie speelt dat?" „Plers Evesham," fluisterde zij .Zij huilde heel zacht en durfde zich niet verroeren, bang, dat hij het merken zou. „En wat doet Piers Evesham hier?" vroeg hij. „Hij komt dikwijls naar Jeanie kijken," prevelde zijn vrouw. Hij lachte onaangenaam. „Een groote eer voor Jea nie!" Twee tranen vielen uit Mrs Lorimer's oogen. Zij be gon heimelijk naar haar zakdoek te voelen. „En dr. Lennox Tudor komt zeker ook dik wijls om dezelfde reden?" „Hij hij ls gisteren naar mij komen kijken," pre velde zij. „Zoo!" Het woord was als water, dat van een Ijskegel druppelt. Zij droogde haar tranen en keek hem dapper aan. „Stephen, liefste, het spijt mü vreeselijk. Ik wilde je niet onnoodig kwellen. Ik hoopte tegen hoop ln Ze hield op, knielde voor hem neer en drukte zijn hand stijf tegen haar borst. „Stephen, liefste je hebt toen onze eerste komen moest gezegd, dat hij was een gave Gods" „En?" Weer dat ééne harde woord. Zijn oogen ke ken koud naar haar. Mrs. Lorlmer onderdrukte een snik. „Zal ook deze kleine niet hetzelfde zijn?" fluisterde zij. 1 Hij begon zijn hand van haar weg te trekken. „Lieve Adealide, we zullen niet dwaas sentimenteel worden. Wat gebeuren moet, moet gebeuren. En nu moet ik je heusc-h vragen te gaan. want ik moet de laatste hand aan mijn preek leggen. Misschien wil je wel zoo goed zijn den jongen Evesham te vragen om mijnentwil wat minder lawaai te maken." Hij wilde opstaan. Maar Mrs. Lorlmer was hem voor. Zij stond voor hem, eenigszina gebogen, met handen op zijn breede schouders. «Wil je me een «oen geven, Stephen T" vroeg rij. op. Zij bukte zich en sloeg haait armen om zijn hals. „Mijn eigen, lieve iman!" fluisterde zij. „Je moet Je niet zoo opwinden. Lieve genade, het wordt laat. Ik moet je nu heusch vragen te gaan." Moedeloos richtte zij zich op. „Vergeef het me o, vergeef het me!" prevelde zij jammerlijk. Hij ging naar zijn schrijftafel. „Ik wist niet, dat ik iets te vergeven had," zelde hij. „Maar als jij dat vindt," hij haalde zijn schouders op en begon reeds de bladzijden van zijn meesterstuk om te slaan „dan heb je mijn vergiffenis. Wil je soms je gedachten wat afleiden door te luisteren naar een gedeelte van mijn Advents-preek „Waar gaat die over?" vroeg zij aarzelend. „Het thema is de eeuwige verdoemenis, die den ver stokten zondaar wacht." Er volgde een korte stilte en dan deed Mrs. Lorlmer iets buitengewoons. Zij wendde zich van hem af en liep naar de deur. „Dank je zeer, Stephen," zeide zij op gedecideerden toon, hoewel haar stem eenlgszins zwak klonk. „Maar Ik geloof niet, dat een dergelijke afleiding me goed zou doen. Ik ga weer naar de kinderkamer om te zorgen dat baby zijn -bad krijgt." Zij was weg maar zoo stil ging zij, dat Mr. Lorlmer terwijl hij zich in zijn stoel omkeerde om haar voor haar frivoliteit te berispen, zag, dat hij tegen de ge sloten deur sprak. Hij keerde zich weer met een diepen zucht om. Er scheen een storend element aan het werk te zijn. Er was een tijd geweest, dat zij het een onschatbaar voor recht vond stil naar zijn preeken te zitten luisteren. Hy kon niet begrijpen, dat zij een voorstel afwees, dat haar ln verrukking had moeten komen. Hij hoopte, dat haar hart niet verhard werd. Had hij haar dat oogenblik (huilend de trap op zien kunnen loopen, dan zou hij beseft hebben, dat die vrees tenminste ongegrond was. HOOFDSTUK IX. DE AVERY-SYMPHONIE. Aan de schoolpiano was Piers volkomen ln zijn ele ment. Hij had een wonderlijke gave voor muziek en zijn gehoor luisterde als betooverd. Zijn eigen liefde ervoor was als het ware een hartstocht, naar men zeide, overgeërfd van zijn grootmoedr. Hij legde zijn ge- heele ziel ln het Instrument en speelde als geïnspireerd Jeanie dronk vanaf do eopha de muziek met stralen- den oogen ln. Zij had nooit Iets gehoord, dat daarmede I te vergelijken was, en 'het ontroerde haar tot in "het diepste van haar ziel I Het roerde Avery ook, maar op een andere manier. I De persoonlijkheid van den speler drong zich met een vreemden aandrang aan haaf op en zij had een typisch gevoel, dat hij het met opzet deed. Ieder accoord, dat hij aansloeg, scheen dikwijls tot haar te spreken, haar aandocht te trekken, haar wil te domlneeren. Hij speel de voor haar alleen en hoewel zij het feit niet erkende, besefte zij het toch. Door zijn muziek betooverde hij haar, liet hij haar de dingen zien, die hij zag, deed hij haar de onrust voelen die ln lederen hartslag van hem klopte. Gracie, die naast hem stond, was ook betooverd. doch slechts in oppervlakkigen zin. Zij stelde bijzonder be lang ln het spel van zijn vingers. En dan werd plotseling de betoovering gebroken. Zonder zichtbare reden viel hij uit de hoogten der in spiratie neer en begon hij een vrooly-ke wals, die Grar cie deed dansen als een elf. Hij lachte tegen haar en ging over in een dollen tarantella, die haar bijna deed vallen, en eindigde ten slotte met een dessonneerend accoord; dan draaide hij zich nog bijtijds op zijn piano kruk rond, om haar op te vangen, toen zij hijgend tegen hem aan viel. „Wat een vedergewicht ben jij!" lachte hij. „Een .beetje duizelig zeker?" Gracie lag ln zijn armen. „U u hebt het zoo ge maakt!" hijgde zij. „Dat spreekt vanzelf. Ik ben een toovenaar. Wist je dat niet? Ik kan iedereen alles laten doen." Er klonk triomf in zijn stem. Jeanie haalde diep adem en knikte vanaf haar sopha. „Het wordt hyp hyp genoemd hoe is het woord ook alweer, tante Avery?" „Tante Avery weet het niet,' zeide Plers. ,En waar om tante Avery? Je zal mij den volgenden keer oom Plers noemen." Beide kinderen lachten. „Ik heb een specialen naam voor u," zeide Jeanie. Maar Piers ging daar niet op in. Hij wierp een ver- metelen blik naar Avery, die onder de lamp kousen zat te stoppen. „Noemen ze u tante, omdat u zoo oud bent?" vroeg hij. Zij glimlachte even. „Ik denk het wel,' zeide zij. „O neen," zeide Jeanie beleefd. „Alleen omdat wij kinderen zijn en zij volwassen is.' Piers maakte een diepe buiging voor haar. „Ik Uwe Majesteit, Ik richt me tot u als koningin van even van te voren was gepasseerd, en wiens inlich tingen wel juist bleken te zijn, toen wij den hoek van de Heerenstraat omsloegen. Nu niet alleen een vuur gloed aan den hemel, maar af en toe een wolk van rook en vonken die uit den brand opsteeg. Toen wij even daarna op de plaats van het onheil aankwamen, lag het grootste gedeelte van het hui» al tegen den grond, en naar we later hoorden, had de brand met een niet te beschrijven snelheid om zich heen gegrepen. Met twee slangen op de motorspuit, wier doffe zui gerslagen nauwelijks het knetteren van de vuurzee overstemden, werd water gegeven, vooral aan den kant waar het brandende perceel grensde aan den rijwielwinkel van den heer Prins en enkele kleine woningen er achter, die groot gevaar liepen door het vuur te worden aangetast. En verschillende bewoners hadden hun perceelen verlaten en waren zij of hun kinderen en ook het voornaamste van hun hebben en houden, gastvrij bij de heeren Van Erp en Oudejans opgenomen. In den kop hierboven reeds schreven wij, dat dank zij het stille weer, een uitbreiding van den brand kon worden voorkomen. Inderdaad zou de ramp vermoe delijk of we mogen wel zeggen, zeer zeker, grooter geweest zijn, indien er bijvoorbeeld een stevige Wes tenwind gestaan had. Omringd als het brandende per ceel was door andere woningen, zou het dan niet bij dit eene gebleven zijn. Vooral wanneer we beden ken, dat het huis reeds zeer oud was, en als zoodanig flink brandbaar en bovendien een rieten dak had. Dit laatste was dan ook oorzaak, dat het vuur zich met een niet te stuiten snelheid ontwikkelde en in een minimum van tijd alleen het vierkant nog over eind stond. Hoe de brand ontdekt werd. Van den heer Wardenaar, die het eerst den brand ontdekte, vernamen we, dat hij, op weg naar zijn huis, zag, dat er in de woning van het -gezin Kos, die ook in dit perceel was gehuisvest, de gordijnen voor het raam in brand stonden. Zijn eerste gedachte was toen natuurlijk, de bewoners te wekken. Bezig deze kamer; -ben lk als volwassene gerechtigd den titel van tante weg te laten, als lk het woord tot deze genadige dame richt?' I Weer keek hij naar Avery, doch csij sloeg haar oogen niet op. Zij stopte verder steeds nog met dien flau- wen, raadselachtigen glimlach op haar lippen. Jeanie keek eenigszins twijfelend. „Ik geloof niet, dat u haar ooit tante zou kunnen noemen, wel?" vroeg zij. Piers draaide zich weer op de kruk om en begon met een van Gracie's vingers een impromptu te spelen, die een Ietwat brutalen klank had. „Hoe mooi," zelde Gracie verrukt. „Ja, leuk niet?" lachte hij. „Het is Avery zonder de tante Hij begon de melodie uit te werken en die tot groote verrukking van Gracie met zijn linkerhand te accom- pagneeren. „Hier komen we in een mineur-toon", zelde 1 hij, schijnbaar uitsluitend tegen Gracie sprekend, „dit ls Avery, wanneer zij boos is en op Iemand wil neer zien; dit is Avery in een woedende bul, terwijl zij al maar boozer wordt" Hij hamerde de brutale melodie met koortsachtige energie, ondanks Gracie's protest „Neen, je -hebt haar natuurlijk nooit ln zoo'n woedende bui gezien. Dank daar je gelukkig gesternte voor! Het is een vreeselijk gezicht, geloof dat maar van mij! Zij I noemt je dan een bruut en slaat je bijna tegen den grond met een rijzweep." De muziek werd op dat punt zeer beschrijvend en keerde ddn geleidelijk terug tot het oorspronkelijke, maar ietwat uitgewerkte en ver- breede refrein. „Dit is Avery in haar gewoone stem- I ming lief en 'hartelijk en redelijk de Avery, die I we allemaal kennen en liefhebben met een zweempje - van wat de Franschen diablerie noemen, om haar tout I a fait adorable te maken." Hij sloeg zijn oogen op naar de zoldering, liet Gra- cie's hand los en besloot zijn improvisatie met een paar zachte accoorden. „Hier eindigt de Avery-symphonie!" zeide hij, weer omdraaiend op zijn kruk. „Ik zou je nog een andere I Avery kunnen laten zien, maar die is niet voor anderen zichtbaar. Het is heel goed mogelijk, dat zij die zelf nog nooit gezien heeft." i Ilij stond op, streek Gracie's haar glad, streelde dat van Jeanie en liep naar het vuur, waarnaast Avery zat te werken. „Het is vreeselijk lief van u, dat u mij zoo tolereert," zeide hij. „Ja, niet waar?" zeide zij zonder op te kijken. Hij keek op haar neer en ln zijn oogen was een vreemde glans, die kwam en ging als een springende vlam. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1929 | | pagina 1