FEUILLETON-
I VERTELLINGEN.
mmmmMmium
Brabantsche brieven.
Sjtircsal-op^'"9
Gemengd Nieuws.
Scheepsramp in China.
Drama in de doesoen.
.Politieke woeiingen in Cuba.
Pokken ver schi jnsel en te Palemban».
BILLY BOO.
dig na de geboorte aan witte dlarrhee tan gronde
gaat. De uitwerpselen van roo'n besmet kuiken be
vatten pullorum-baclllen, die nu weer met voeder
of drank door niet besmette kuikens kunnen wor
den opgenomen en die dan in den regel ook ten
doode opgeschreven rijn. Kuikens, die het er boven
op halen, roogenaamd, groeien uit tot draagsters van
pullorum-ametstof en dere leggen later weer be
smette (broed-)eieren. Zoo blijft de riekte bestaan niet
alleen, doch breidt rich gewoonlijk ook uit.
Een geneesmiddel voor de ziekte kent men nop
niet en daarom doet men alamen reker weet, dat var
een troop kuikens meerdere aan pullorumriekte ge
storven rijn, het best de andere, werkelijk of schijn
baar nog gezond, af te maken. Daarna moet de ruim
te waarin do kuikens zich bevonden, grondig ont
smet worden. Laat men dit na, dan is men spoedip
uitgekipt. Vooral zij die hun pluimveestapel op be
trekkelijk kleine terreinen laten loopen, mogen dit
wel ln acht nemen.
Gelukkig bezit de veeartsenijkunde het middel or
uit te maken of hennen al dan niet pullorum-bacil-
len huisvesten. Dit middel bestaat in bloedonderzoc1
hetgeen natuurlijk aan een veearts of aan een daar
voor bestemde inrichting moet worden toevertrouwd
De besmette hennen worden dan ontdekt en kunner
geslacht worden. Zij deugen niet alleen niet voor he'
hveren van broedeieren, maar ook niet voor het leg
gen van consumptie-eieren, omdat zij den bodem
vnn hun hok of het loopterrein met pullorum bacil
len hesmetten en in dat hok of op dat loopterrei"
kuibena die zonder pullorum-bacillen geboren zijn
pullorum-hacillen kunnen doen opnerren.
Wie dua broedeieren of eonsdags kuikens koop*
stelle nla eiseh, dat de inrichting, vanwaar hij be-
tiel t. bij onderzoek gebleken is vrij van pullorum-
zMfte te zi'n en wie broedeieren onder een broe-»
kip le«t. moet weten dat deze geen pullorum-bacil
'en herbergt, en als hij ze al spoedig met de broert-
hen vril laat loopen. dient hij ook van zijn ander
boenders te weten, dat zij geen smetstofdraeers zijn
jrn Ht anders de kleine gezond geboren kuikens toe*
weer smetstof zouden kunnen opnemen. Al die nieu
we ziekten geven met elkaar een heele armoed, doc*
•'*>n omt ook de overwinning toe aan hem, die bi;
'en tijd is.
Ulvenhout, 26 Februari 1929.
Menier,
Trekkingen en
Spierkrampen
in ledematen en ge
wrichten zijn de voor
boden van rheumaiiek.
Niet zoolang talmen,
tot het lijden sleepena
is geworden.
Hei besie U direct inwrijven met
BH apc>th«K*i« drogisU* vwfcrilftiM»
En bij zo'n grlepke, amico, daar kunde nouw éénen
dokter halen of twintig, glnnen eenen, die oew één mi
nuut eerder beter mokt!
Al 'n kleine week lank, he'k van de wereld nie veul
neer gezien as mijn bedstee en van de menachen nie
nders aa Trui, zooda 'k nie veul nuuws eb om oew te
chryven.
't Eenigste wa'k gebeurd heb- ls van da splunter-
ïuuwe schandaaltje van de Belzen da ze weer teugen
•ns zouwen emmen klaargemokt. Die kérels schijnen
lee alle geweld mee ons overhoop te willen leggen.
Zouwen die mannekes mee d'r opgekrulde snorrekes,
n d'r menokkeltjes veur d'r oogen, en d'r schoone
>ekskes aan mee sabels zoo groot as ploegmessen, zou-
ven die mannekes, die wij toch nog zoo weinig Jaren
'elejen mee duuzenden de grenzen bij ons over zagen
luchten zouwen diezelfde oorlogshelden, die gin van
11e, maar ziedatte van oorlog emmen gezien, want ze
eejen net as sommige pllesieagenten doen, ze ware
ltij nèt weg as d'n oorlog aankwam zouwen die
wasten nouw denken as da wij ok gaan loopen as
ullie mee d'r groote bruur zóó geheim zitten te kon-
elen, du-d-eel- de wereld 't wit! 't Is 'n meneuveltje,
mico, 'n doodgewoon schijn-meneuveltje, heel da ver-
rag mee Frankrijk, wa-d-ik oew smoes, 't Is 'n kwa-
ongesstreek om ons bang te maken mee Frankrijk, as
/ij onze Schelde en Limburg nie kedoow geven aan die
.onkelende sloebers.
Diepelmassie ,waar nog ginnen boer inlopt, ziede wel.
Maar kom laat lk m'n eigen nouw nie over die Belse
judasserij op leggen winden, want dan lop m'nen koorts-
termemeter weer omhoog en da's wel niks veur dleën
termemeter, maar veur mijn is 't zooveel te vervelender.
En zoo ben 'k weer terechte op de griep. Van de
Belse-opschèpziekte, naar de Spaansche griep, is
TACHTIG PERSONEN OMGEKOMEN.
V.D. verneemt uit Londen:
Volgens te Hongkong ontvangen berichten is het
Chineesche s.s. „Shochan" 2b mijl ten Noorden van
Isjang met 80 personen aan boord gezonken. Beman
ning en passagiers zouden verdronken zijn.
TWEE SOLDATEN DOOR EEN TIJGER GEDOOD.
Het wild gedierte wordt in Lahat, in de Palem-
bangsche Bovenlanden op Oost-Sumatra, bij den dag
brutaler en overmoediger, zoodat het voor de doe-
soen-bewonera een waugstuk wordt zich 's avonds
uf s morgens buiten de bebouwde kom van hun
woonplaats te wagen, tenzij in grooten getale,
Vermoedelijk worden deze dltrtn door den hoogen
wateretand der rivieren, uit de vlakten verjaagd, ep
komen hoogerop hun voedsel zoeken; de „puattiJ.V*
schijnt ook huu oorzaak van hun brutaal optrad'*:*
te zijn.
SAMENZWERING TEGEN DEN PRESIDENT.
Reuter meldt uit Havanna:
Maandagavond zijn te Havanna 8 personen fn hech
tenis genomen; onder hen bevinden zich drie invloed
rijke politici.
Zij worden ervan boschuldigd aan een complot deel
genomen te hebben, dat ten doel had, president Ma
chado te vermoorden en de regeering ton val w. luen
gen door oen gewapenden opstand op geheel Cuba t(
ontketenen.
Er wordt beweerd, dat verscheidene organisaties o a
de communistische partij en de anti-imperialistische
vereeniging bij deze zaak betrokken zijn.
Interventie van de Vereenigde Staten ten
doel?
Nader wordt gemeld: In totaal werden tien perso-
n de doesoen Pertikal, gelegen tusschen Lahall non gearresteerd, terwij! 73 bevelschriften tot inhech-
en Tebin-linggi, waar men sinds menschonheugems tenisneming tegen andere bekende Cubanen werden
geen tijgers heeft gezien, werden den l^sten uju uitgevaardigd. Men vermoedt dat liet doel van h-t
niet mimler dan 3 personen door tljgera weggesleurd complot was> nH {len moord ,len prC3ident aoocta-
gedood, zonder dat men de onguie beesten o - n^e ongeregeldheden te verwekken, dat zij de in ter
schadelijk heeft kunnen maken.
Dezer dagen gebeurde het, zoo schrijft een A.I.D.-
corresponacnt, in de onmiddellijke nabijheid van
Lahat, nl. bij het militair schietterrein, dat een tij
ger werd gesignaleerd, waarop eenige militairen er
op uittrokken om het dier neer te leggen. U.schoon
wel aangeschoten, werd het dier echter niet ge
dood, en, daar ue duisternis inmiddels begon te val
len, werd afgseprol en om den volgenden ochtend te
trachten het ondier te vinden.
Zoo gezegd, zoo gedaan! Des morgens gingen de
drie soldaten-scherpschutters er op uit en doorzoch
ten de streek. Men ontdekte een tijger, waarvan het
drietal vermoedde dat deze de aangeschotene was,
op een afstand van ongeveer 25 meiers
vontie van de Vereenigde Staten zouden uitlokken.
Acht personen werden gearresteerd in het hoofdkwar
tier der nationalistische partij.
REEDS 6000 PESONEN INGEENT.
Aneta meldt uit Palembang:
Hier ter stede moesten heden negen personen geïso
leerd worden, verdacht lijdende te zijn aan pokken. Er
Eén sol- is reeds een geval met doodelljkcn afloop. Zesduizend
daal knielde en nam het~dier op den korrel, wachtte personen werden tngeent. Er is opdracht gegeven door
alleen nog even tot het wat nader zou komen, In de schoolcommissie, dat in de scholen de leerlingen en
die houding zijnde hoorde hij plotseling van nabij het personeel zullen worden ingeent. Alle kampongs
een geweldig gebrul en zag een anderen tijger, die staan onder controle van den dienst van gezondheid.
'n later bleek de aangeschotene te zijn, op zich af- tHoewel een telegram als dit altijd ietwat verontrus-
kwestie van 'n blaaike schrift en as 'k er nóg 'n blaal- springen, van terzijde. Door een neervallende bewe- tend klinkt, mogen wij niet vergeten dat het succes
ke-n-aanwaag. dan verzeker lk oew, da-d-allas uitliep ging- sprong het dier over hem heen en stortte zich met de huidige systematische pokkenbestrijding bereikt,
op... Engelsche ziekt©, amico. op den zich achter den eersten militair bevinden- groot is) voegt het Hsbl. hieraan toe. In de buitenge-
Maar ollee, deus week mot lk da zuiver meterke ln den collega, die, hierop niet voorbereid zijnde, ge-
de gaten houwen, anders raak lk dleë griep nie kwijt, weldig door den tijger werd toegetakeld, terwijl ook
Van de week, 'k was 'nen dag beroerd, wier ik wak- soldaat nummer drie er flink van langs kreeg. Zóó
ker en daar sting Trui mee 'nen wild-vrimden
kérel veur mijn bed.
„Ik kom 's naar je kijken, Dré," zee dleë kerel, „ik
ben de dokter."
„Zoo," zee ik, „bende gij „de" dokter?" Maar da'k
zo'n bietje op „de" douwde, da voelde-n-ie nie.
plotseling was de overval, dat zij geen gelegenheid
hadden van hun schietwapen gebruik te maken.
Soldaat nummer één heeft toen 10 schoten op den
tijger gelost, alvorens het dier dood neerviel, zoo
dat de huid doorzeefd was van kogels. Op de juiste
plaats ni. op den kop schieten was, met het oog op
Nouw de rest witte: tonk uitsteken, polsvoelen, aan de beide worstelende collega's niet mogelijk.
oewen boezem lusteren, ge ként de kunstjes. Trui sting De eerstgeziene tijger was, gelukkig, inmiddels
er zoo leergierig bij te kyken as 'nen ijverigen student verdwenen, van schrik aan den haal gegaan,
in de veeartsenij. Van de drie soldaten werden er twee zwaar ge-
Toen, alles klaar was, toen nam ie 'n boekske en keek wond. De dapperen zijn inmiddels overleden aan de
me eerst 's heel bedenkelijk aan. Toen krabte-n-ie z'n verwondingen; slechts één bracht er het leven af.
eigen mee z'n gouwen potlooike achter z'n oor en toen Het geschoten dier was gemeten van kop tot
zee le: „Da's niet zoo mooi, Dré! Weet jij wat jou staart, 2.25 M. lang, dus een volwassen tijger van
Kad nie gedocht g*ad, ami
co, dat et deus week van 'n
briefke zou zijn gekomen,
tusschen ons ge-tweeën.
Maar op den oogenblik leg
lk me zoo me rakels te ver
velen
Ja, dat snapte niks van,
ee, da'k midden in de
week, as elke futsoenlijko
rnensch werkt, lk m'n eigen
nie alleen verveel, maar
m'n eigen leggende verveel,
'k Zal 't oew dan maar In
eens zeggen: 'k eb de griep!
'k Leg te griepen. En nouw
vandaag vuul ik m'n eigen 'n bietje lekkerder en docht
lk zoo: ik kon veur m'nen amico van de kraant wel 's
'n eeplesteltje bij mekare potlooien!
Hedde ok wel 's griep gehad?
Ik veur 't eerst nouw, maar ze kan me afgestolen
worren, amico!
Witte wa-d-t ls?
Za'k oew zeggen.
't Ie gin lnflewensaa. Gin verkouwendheld. 't Is ok
heelemaal gin rlmmeletiek of zoo Iets da's 't gin van
alle nie.
Maar as ge nouw voelt da ge deur de inflewensaa
wordt -bezeten en as ge begint te hoesten da-d-oew lon
gen er van omhoogkrullen, as al oew botten en been
tjes rlmmeltiekerig voelen, en as ge dan flink wa pijn-
In-den-kop krijgt, aa oew gin botrammeke of pepke-te-
bak meer smokt, as ge veertig graden koorts krijgt,
dan kunde mee volle vertrouwen zeggen: 'k e/b de griep
Spaansche- of Arnhemsehe, - komt er nie op aan, dan
is 't 'n kwallteits-griepke.
En zoo eentje ben ik er nouw net aan 't afwerken.
Hij deed het; Avery opende het hek en liep lang
zaam het pad op.
Bij de deur bleef zij staan, om op hem te wachten,
en keek een oogenblik naar den donker wordenden he
mel. Doch de Ster der Hope was bedekt.
scheelt?" „Nouw?' vroeg ik.
„Griep," zee-t-ie, „Spaansche griep."
Ziezoo, docht ik, nouw is 't mijn beurt. Ik zee:
„eeeeee!?"
„Ja," zee-t-ie weer, en hij potloodde maar achter z'n
oor, „Spaansche griep."
J)a's kasjeweel, Trui!" riep lk
Maar Trui zee nie veul. Was na da-d-ernstig gezicht
van d'n dokter niks op 'r gemak, da vuulde-n-ik wel.
„Waarom is dat kasuweel?" vroeg ie toen. „Wel, dok-
ter," zee Ik, „lk docht vast da'k wa-d-anders mankeer
de m'n been gebroken of verblindheid aan m'n exter-
oogen of zoo iets, maar griep? Neeë, wie hee-t-er nouw
vandaag aah d'n dag griep, ee?"
„JU bent 'a brutaal boertje, Dré," zee-'t ie toen.
„Maar gij bin veul brutaler.' 'zee ik. „Gij perbeer iemand
te „nemen" in zijn eigen huis, ik doei 't tenminste nog
ln mijn huis. „En kalk nouw maar gin resepke," zee
lk verders, „want da lop toch uit op asperiene en die
haal ik bij 'nen kennis van me van mee korting, ziede."
my de hand kwam drukken, anders zou ik u niet zoo
gauw binnengelaten hebben. Maar nu
„Drommels nog toe, Piers! Houd geen preeken tegen
mU! Ga weer rechtop zitten! Versta je me? Ga recht
op zitten en laat ik naar je kijken!"
Maar Piers verroerde zich niet „Neen sir, dank u
„JU had dokter moeten worden, vriend," zuchtte-n-ls
toen, „want JU weet alles zoo goed, hè?" „Ik had ole
eerst dokter willen worren" zee ik, „maar m'n vader
wou nouw eenmaal persee emmen in m'n tijd, da'k I
wérken zou veur d'n kort, ziede!"
Weg was ie!
„Trui," zee ik. „d'n eersten keer da ge weer zoo'n
heksemplaar veur m'n neus zet as ik wakker wor,
dan neem ik m'nen dubbelloops hier van de beddeplaank j
en 'k laat er één vliegen dat ie z'n eigen de stuipen
schrikt. Ze kunnen me niks eerder beter maken as gij
en dokterde gU nouw maar op Jouw vèrkens-manler en,
gif me 'nen sterken ouwen klare, die Is reusachtig teugen j
j de griep, meld. da geluid, amico, van dieën klok- I
kende klare in "t gloske alleen ls al genogt om den
zieksten menlsch beter te maken...
I Veul groeten van Trui en as altU, maar nouw uit de
bedstee, gin horke minder van oewen
toet a voe
DRé.
kolossale afmetingen, met
ruim 1 Meter!
een schofthoogte van
westen doen thans 230 vaccinateurs en 26 candldaat-
vaccinateurs dienst
De uitgebreide epidemiën, die duizenden slachtoffers
maakten, behooren dan ook tot het verleden; de laat
ste hevige epidemie op Java en Ma/doera heerschte in
1913. In de groote steden van Java en Madoera, waar,
hoofdzakelijk door de sterk wisselende bevolking, een
goede vaccinatietoestand moeilijk te verkrijgen en te be
houden is, kwamen daarna nog acute verheffingen voor
Batavia 1918, Bandoeng 1919, Semarang 1922, Soerabaja
1924. Door streng doorgevoerde massa-inenting werden
deze echter in korten tijd geheel bedwongen.
In de Buitengewesten kwamen in 1916 en 1917 nog
epidemieën van eenige beteekenis yoor in de gewesten
Atjeh, Celebes, en Amboina, en in 1920 ln het thans we-
lerom genoemde gewest Paleinbang. Sedert is, hoe
wel kleinere epidemieën nog voor en na voorkomen (Z.
en O. Afd. van Borneo, Oostkust van Sumatra,) de toe
stand ook daar belangrijk verbeterd.
De dirigent boog beleefd,
En wuifde met zijn hand.
En uit den schoen kwam nu
Telkens weer een kleine muzikant.
Gekleed waren ze ln donkerrood.
Met goud en zilver afgezet.
Ook zij bogen heel beleefd.
En gedroegen zich zeer net.
Zij vormden samen een. kring,
Rondom den zilveren schoen.
Zij hadden! fraaie instrumenten.
Standaards van een raar fatsoen.
Op den neus van het schoentje
Stond de dirigent in rok,
Hij leidde de muzikanten,
AI zwaaiende met zijn stok.
Zouden er nog meer verrassingen in den schoen zijn?
HOOFDSTUK XTL
EEN PAAR HANDSCHOENEN.
„Piers! Waar voor. den drommel ben je, Piers?"
Er klonk verbittering in die vraag, terwijl Sir Bever-
ley in de deuropening van de slaapkamer van zijn klein
zoon bleef staan.
Er volgde een oogenblik stilte; dan kwam Victor, de
kamerdienaar, vlug naar hem toe.
„Maar „monsieur Pierre" zit in het bad," legde hij uit.
Sir Beverley bromde iets ongearticuleerds tegen hem
en ging weg.
F.en oogenblik later klopte hij een harden roffel op de
badkamerdeur. „Piers! Laat mij -binnen? Hoor je me?
Laat me binnen!"
Het plassen binnen hield plotseling op. „Ben u dat,
sir?" riep Piers.
„Natuurlijk ben ik het." schreeuwde Sir Beverley te
rug terwijl hij ongeduldig aan de deur rukte. „Verdui
veld, laat me binnen! Ik zal de deur forceeren, als je 't
niet doet!"
„Neen, doe dat niet, sir! Ik kom al!"
Het geluid van een piassenden sprong en bloote voe
ten,* die over den grond kletsten. De deur werd open-
geslingerd. Piers, heelemaal naakt, stond erachter en
boog diep.
Sir Beverley kwam naar binnen en keek hem woest
aan.
Piers sloot do deur en sprong vlug weer in het bad.
De kamer stond vol damp.
„U vindt het zeker wel goed, dat ik me verder
wasch?" ze 1de hij. „Anders beu ik te laat voor het di
ner."
„Waarom voor den drommel kook Je je uit?" vroeg
Sir Beverley.
Piers, die met zijn handen om zijn knieën zat, keek
op met den glimlach van een klad. „Dat is goed voor
een stuk onberispelijk beeldhouwwerk. Maar niet naar bent," bromde Sir Beverley. „Ik weet niet waarom ik
schoonheid van vorm keek Sir Beverley. (zooveel geduld met je heb, waarachtig ;k weet het ni
„Het was niet mijn bedoeling je zoo toe to takelen, onbeschaamde jongen."
jongen," zeide hij met iets als berouw in zijn stem. „Het pjers lachte. „Lafeen we één ding tegelijk doen in
was natuurlijk je eigen schuld. Je had je niet met mij ieder geval en ik snak naar het diner. En dat zult. u
moeten bemoeien. Maar ook wel. Kom, ga mede. Laten we gaan eten!"
.O, onzin!" zeide Piers, die begon te plassen. „Wat Hij kreeg zijn zin. Sir Beverley ging, zij het ook half
mijn gestel," zeide "hij. ,,'s Ochtends bevries ik me en
's avonds kook ik me uit dat doe ik altijd. Op zoo'n beteeken t één pak slaag meer of minder, als je er ge- onwillig met hem mede. Zij liepen°gearmd de eetkamt-
manier word ik onvatbaar voor alle atmospherisclie woon aan bent?" binnen en een vrouwegezicht glimlachte uit een lijst
temperatuurswisselingen." zijn donkere oogen zeiden den ouden man lachend, aan den muur met een half droevigen half spett enden
„Je bent een idioot, Piers." dat hij nu gaan moest Het was duidelijk, dat hy een glimlach een glimlach, zooais op datzelfde oogenblik
Piers lachte een vroolijken, zorgeloozen lach. „Is eind aan de zaak wilde maken en na enkele oogenblik- Piers' lippen deed krullen en ie roekelooze vroolijkbeid
dat alles?" vroeg hij luchthartig. jken ging Sir Beverley brommend weg. van zijn oogen logenstrafte.
„Neen, dat is niet alles." Sir Beverle/s stem had een Hij had de vraag, die hij had willen stellen, niet ge- zij dineerden heel gezellig. Piers had altijd veel te
vreemden, geforceerden klank, bijna alsof hij streng j daan, maar hij deed het toen enkele minuten later vertellen en hij bleek volkomen op zijn gemak te zijn.
was ondanks zichzelf. „Ik kwam vragen en ik wil Piers zich bij hem ln den hall voegde. Hij slaagde er zelfs nu en dan in een sarüonisnh»:\
weten Hij hield op. „Wat voor den drommel heb jij j „Wie is die wouw?" vroeg bij plotseling, terwijl hij glimlach aan zijn grootvader te oatJokkc-n, Z^n e:gn?:
met je schouders uitgevoerd?" j zijn kleinzoon by de schouders greep en hem doordrin- lach was jongensachtig spontaan.
Piers* handen lieten zijn knieën los als bij een aan- I gend aankeek. Maar aan het einde van den maaltijd, toen de wijn op
raking van een veer. Hij liet zich achterover in het bad j Diepe rimpels groefden zich dadelijk op Piers' voor- 1 tafel gezet werd, hield hij plotseling op met zijn ga-
glijden en lag met het water plassend om zijn zwarte hoofd. Hij stond er passief bij, maar toch had hij iets babbel, boog h;j zieil voorover en keek hij Sir Beverley
hoofd. Zijn oogen, ook zwart, keken vastberaden op in zijn uiterlijk, dat aan tegenstand denken deed. recht in de ocgen.
„Wat bedoelt u sir?" vroeg bij. „Welke vrouw?" „Nu, sir. u wilt den naam van de jonge vrouw we-
„Je weet heel goed wie ^k bedoel," bitste Sir Beverley ten, die vanmiddag niet bang voor u was. Ik heb u haar
„Scheid maar uit met je vervloekten onzin! Dien heb naam al meer genoemd. Zij heet Avery Denya. Zij ls
ik nooit geduld en zal ik nooit dulden. Wie was die weduwe en noemt zich hulp in de huishouding in de
bleeke kat, die me vanmiddag gehinderd en jou een pastorie."
Zijn toon was opgewekt, maar vastberaden. Hij keek pak slaag bezorgd heeft? Allo Piers, wie was het?" Hij zeide het op volkomen vasten toon. Zijn stem was
zyn grootvader strak in de oogen. Piers maakte een onwillekeurige beweging met zijn geheel vrij van iedere emoüe, maar klonk eenigszlns
Sir Beveriey hield echter voet bij stuk. „Sta op, handen en bedwong zich dadelijk weer. Hij keek zijn streng en zijn mond die gevoelige, scherp g.,^eken-
beval h« kortaf. „Ga rechtop zitten." En dan grootvader recht in de oogen. de mond had de grimmigheid van een onwankelbaar
voegde hij er met een zweem van humor aan toe: „Je „Vraag het me na het diner," zeide hij, met moeite besluit. Sir Beverley keek hem gemelijk aan over zijn
kan even goed dadelijk toegeven, jonge Btijfkop. Ten sprekend. „Dan zal ik alles, wat ik weet, zeggen." glas wijn.
slotte moet je het toch doen." „Je zal het me nu zeggen," riep Sir Beverley uit, ter- „De vrouw, die eens een emmer water over jc heen
,Ja zeide «ers. wijl hij den schouder, dien hij vasthield, ongeduldig gegooid heeft, is het niet?" Ze is naar aanleiding daar-
En dan werd plotseling ook zijn gevoel voor humor schudde. |van zeker een hee! speciale vriendin van j. geworden?
wakker en lachte hij jongensachtig. Maar Piers stak vlug zijn hand uit en hield hem te- „Ik betwijfel zeer of zy zich zoo noen»n zou."
We ziulen er geen ruzie over maken wat?" zeide gen. „Neen, sir, nu niet Kom eerst dineeren! Ik heb De mond van den ouden man kreeg een bitteren, har-
hy en hy stak eerr natte hand op. „Laten we het inci- geen zin om zonder diner naar bed te gaan. Kom, sir, den trek. „Je bent nog vrij jong ?;c je," zeide hij.
dent als gesloten beschouwen! Er is geen enkele re- plaag me nu niet langer. We hebben den heelen avond Piers sloeg zijn oogen plotse!mg noer.
naar Sir Beverley.
„Luister eens, sir, als u iets wilt weten, zal ik het u I
na het diner vertellen. Ik dacht dat u misschien
feestelijk! Ik wil niet bekeken worden. En wilt u nu
gaan? Ik ga plassen."
Piers."
den, om er zoo'n drukte over te maken." nog voor on3 en ik zal mijn belofte houden.
Sir Beverley'a lippen trilden een beetje. H{j trok aan HU nam de oude, beverige hand van zUn schouder en
de hand en langzaam gaf PJera mede. Het water droop trok die door zijn arm.
van *ijn schouders. Zij gUnvdan ia het heldere licht ahi .«Ik vermoed, dat Je denkt, dat je onweerstaanbaar
„Ja, dat weet
ik", zeide hy op een ttoon, die meer scheen te verber
gen, dan hij uitdrukte.
Wordt vervolgd.