aaer boorani
v. ROSSE M's ZEEPAARD IS» liCpATEW^l|^KK?MC
Tweede Blad.
Ingezonden Stukken.
DE S.D.A.P.
EN HET STAATSPENSIOEN
Het gebouwen-complex dat aan de Menisbrug te Schagen zal worden gebouwd.
-Ihbis
Zaterdag 2 Maart 1929.
72ste Jaargang. No. 8418
Het Ingezonden stuk van den heer C. Thomassen, in
Uw blad van 21 Februari noopt mij ook mijnerzijds bij
Uw redactie gastvrijheid te vragen. De beschuldiging,
die de heer Thomassen mij In dat atuk voor de voeten
werpt, ls tooh niet gering.
Zij omvat niets minder dan dat Ik sprekende ln do
vergadering der vrijzinnig-democratische kiesvereenl-
ging te Schagen op 11 Februari over het staatspensioen
een valsch getuigenis van de sociaal-democraten zou
hebben gegeven. De heer Thomassen zou wel heel vast
ln zijn schoenen moeten staan ,om een dergelijke be
schuldiging zoo maar te mogen neerschrijven. Jammer
genoeg voor hem, staat de heer Thomassen heelemaal
niet vast.
Allerminst weerlegt hij met hetgeen hij dn Uw blad
schrijft mijn stelling, dat de sociaal-democraten den
strijd voor het zuivere staatspensioen in den steek laten
en daarmede aan de beweging voor het staatspensioen
een zwaren slag toebrengen.
Ten bewijze van het tegendeel beroept de heer Tho
massen zich op de motie van den heer Sannes om aan
do 30.000 uitgesloten ouden van dagen een rente van
f 3 en f 5 toe te kennen. Hij vergeet echter, dat deze
maatregel met het staatspensioen ndets heeft te maken.
Het is een noodmaatregel, die slechts gedurende enkele
jaren zal helpen. Wordt echter niet op andere wijze In
gegrepen, dan staan wij ook al mocht deze motie-
Sannes worden aangenomen en uitgevoerd, over eeni-
ge jaren weer voor precies denzelfden toestand als
thans. Deze motie-Sannes is slechts een lapmiddel, dat
men kan aanvaarden, wanneer iets beters niet bereik
baar is, doch dat met den beginselstrijd, die den heer
Sannes en mij verdeeld houdt, niets te maken heeft.
Het
is, dat ik volledig vasthoud aan den eisch: verzorging
der ouden van dagen door middel van een premie-vrije
ouderdomsrente en ndet door middel van verzekering,
terwijl de heer Sannes dien elsch ten minste voor de
helft loslaat. Hij wil wel een staatspensioen van f 8,
doch wil daarboven het stelsel van verzekering behou
den. Immers, voor de loonarbeiders wil hij het stelsel
der Invaliditeitswet met zijn rentezegels handhaven, ter
wijl hij daarnaast, zoo voor loonarbeiders als voor an
deren, het stelsel der vrijwillige verzekering wil behou
den,. De redeneering van den heer Sannes is toch deze:
de loonarbeider zal straks, als hij 65 jaar ls met zijn
vrouw te zamen ontvangen f 6 staatspensioen, en Indien
hij Invalide ls, bovendien f 3 uit de invaliditeitsverzeke
ring. Hebben hij en zijn vrouw zich bovendien vrijwillig
verzekerd, dan komt daor voor leder hunner nog f 3
bij.
Tenslote moet de Staat op ledera ultkeerlng uit do
vrijwillige verzekering f 1 bijslag geven, hetgeen voor
man en vrouw samen weder f 2 wordt, zoodat een to
taal ultkeerlng van f 17 wordt bereikt.
Wat ls nu mijn groote bezwaar als staatspenslonneer-
der tegen dit stelsel? In de eerste plaats de bevoorrech
ting van den loonarbeider boven den kleinen zelfstan
digen werker. De loonarbeider kan f 3 uit de invalidi
teitswet verwerven, de kleine zelfstandige werker kan
dit niet
De kleine baas moet voor zijn knecht blijven plakken
om diens pensioen te verhoogen, doch zelf ontvangt hij
de hoogere rente niet. Het staatspensioen is veel rede
lijker, omdat het allen helpt, die het noodlg hebben,
zonder zich af te vragen, of zijn loonarbeiders zijn of
niet. De regeling-Sannes is te meer onbillijk, omdat er
gedurende het overgangstijdperk, hetgeen beteeikent -ge
durende nog tientallen jaren, ln het stelsel van den
heer Sannes jaarlijks een kleine 20 millioen ln de inva
liditeitsverzekering zal moeten worden gestort. Indien
die mlllioenen voor dit doel beschikbaar zijn, dan vor
dert de billijkheid het algemeens staatspensioen daar
mede te verhoogen.
Thans de vrijwillige verzekering. De sociaal-democra
ten stellen het voor, alsof uit vrijwillige verzekering uitr
keeringen van f 8 per echtpaar kunnen worden verkre
gen. Daarvoor ls echter noodig, dat gedurende ten min
ste een dertigtal jaren, week ln week uit, voor man en
vrouw 39 cent premie wordt betaald, of een bedrag van
van ongeveer f 40 per jaar. Hoevelen zullen er in staat
zijp dit op den duur vol te houden? Thans zijn er reeds
30.000 ouden van dagen die geen pensioen krijgen, om
dat zij deze premie gedurende 8 4 9 jaren niet hebben
kunnen voldoen. Men begrijpe dus wel, wat er van
deze verzekering volgens het stelsel-Sannes terecht
komt. De ergste onbillijkheid is daaihij echter, dat men
nen volhouden, nu nog bovendien een bijslag uit de
staatskas gaat geven. Een arbeider, die volgens het
stelsel-Sannes aan staatspensioen, invaliditeitsrente en
vrijwillige ouderdomsrente f 15 ontvangt, wil men er
bovendien f 2 bijgeven, terwijl men tot een armen stak
kerd, die met zijn oude vrouw niets anders heeft dan
zijn f 6 staatspensioen zegt, dat voor hem geen cent
meer beschikbaar is. Ik acht dit een schreeuwende on
rechtvaardigheid.
De heer Thomassen citeert het woord gebezigd in
mijn redevoering voor de algemeene vergadering van
den Vrijzinnig-Democratlschen Bond. „Men zegge niet,
dat het bedrag van het staatspensioen te laag ls."
Hij veroorlooft zich daarbij dit woord uit zijn ver
band te rukken, en het voor te stellen, alsof daarmede
was bedoeld, dat l-k het bedrag hoog genoeg vind 25oo
was het verband echter niet. Deze woorden werden ge
richt aan het adres van den hoor Sannes, wien ik
hot recht ontzegde om zich ter verdediging van zijn
Btelsel er op te beroepen, dat het staatspensioen te laag
te. Immers zoo zeide Ik, het stelsel van den heer Sannes
zal aanvankelijk aan de niet-loonarbelders ook niet
meer geven dan dit bedrag en als het meer gaat geven,
dan zal dit pas zijn op den langen duur en uitsluitend
ten bate van een klein deel der Nederlandsohe bevol
king. Het geheele streven van den heer Sannes gaat
lijnrecht in tegbn wat de staatspensionneerd'ers in Ne
derland steeds hebben verlangd, gelijkheid voor allen,
die in dezelfde flnantieele omstandigheden verkeeren,
onverschillig of zij loonarbeider waren of niet. Voor dit
beginsel hebben de sociaal-democraten nooit veel gevoeld
Met hart en ziel overtuigde staatspenslonneerders zijn
zij nooit geweest, Dat kon ook wel niet anders. Hun
standpunt van uitsluitend arbeiderspartij te zijn bracht
mede, dat steeds eenzijdig op de belangen der arbeiders
werd gelet. Daarom vroeg dan ook het sociaal-democra-
tdsch program ln 1897 uitsluitend staatspensionneering
voor loonarbeiders. De bond voor staatspensionneering
is daartegen in verzet gekomen. Hij heeft de politieke
partijen der linkerzijde langzamerhand voor het staats
pensioen gewonnen. Als de heer Thomassen zegt, dat
het moeite gekost heeft om de vrijzinnig-democratische
partij op het standpunt van het staatspensioen te bren
gen, heeft hij gelijk.
Er is over dit punt in mijn partij een twintigtal jaren
geleden veel strijd gevoerd. Wat doet dit er echter toe?
Het einde van den strijd te Immers geweest, dat de par
tij zeer overtuigd op het standpunt van het staatspen
sioen Is gekomen, zoodat ik gerust durf zeggen, dat er
thans geen tweede politieke partij in Nederland ls, die
zoo principieel de staatspensionneering voert. Veel er
ger ls het gesteld met de sociaal-democraten, die zich
nadat zij eerst van het arbeiders-pensioen tot het staats-
bekeering ondergaan, die hen voor tenminste vijftig
percent terug voert in de richting der arbeiderspensi-
onneering, Wat zich op het gebied der ouderdomsver
zorging thans bij de S.D.A.P, voltrekt, te e«a zuivere
reactie. Het moge van sociaaJ-democratisch standpunt
een gezonde reactie zijn, voor wie geen sociaal-demo
craat is, heeft deze reactie niets bekoorlijks.
Het staatspensioen ls thans te laag. Het zal hooger
moeten worden, naar mate de flnantieele en economi
sche omstandigheden dit mogelMk maken. Het geld te
er niet voor, zegt de heer Thomassen. Volgens den
heer Sannes ls echter w 1 een :leine 20 millioen be
schikbaar voor een verzekering ten bate der arbeider*
alleen. Waarom wenscht men dan dit geld niet te ge
bruiken om het algemeen staatspensioen te verhoogen.
Weet men wel, dat, Indien de mlllioenen die de heer
Sannes voor de verzekering opelscht, aanwezig zijn
en als ze niet aanwezig zijn kan. ook de heer Sannes ze
ndet uitgeven men daarmede het staatspensioen kan
brengen op f 4 voor een ongehuwde en f 6A0 t 7 voor
een echtpaar? Zou dit niet honderdmaal beter zijn dan
dit geld te bestemmen voor een verzekeringswetgeving,
waarvan de onrechtvaardigheid nu toch wed duidelijk
gebleken Is.
De houding van de S.D.A.P. op het stuk van het staat*
pensioen betreur Ik daarom ten zeerste. Zij zal ons den
strijd voor een rechtvaardige verzorging der ouden van
dagen zeer verzwaren.
Die strijd stond er zoo mooi voor. De ervaring van
bijna tien jaar verzekeringswetgeving had geleerd, dat
men langs dezen weg het vraagstuk van de verzorging
der ouden van dagen niet kon oplossen.
Ook aan vele kiezers beginnen de oogen open te gaan.
Wij naderden het keerpunt Op dat beslissende oogen-
bldk gaat de Sociaal-Democratische Arbeiders Partij
ons nu in den steek laten. Ik kan het niet anders zeg
gen en dat ik niet de eenige ben, die er zoo over denkt,
is reeds bij herhaling gebleken. Een onverdacht strij
der voor het staatspensioen als Perio riep het op de al
gemeene vergadering van den Bond voor Staaatpension-
neering te Groningen terecht uit: „Herstel, Sanne* is
(de dood voor het staatspensioen!"
Ik moge geachte redactie, dit alles den heer Thomas
sen ter overdenking aanbieden en hem toewenschen, dat
hij zich in het vervolg eerst beter van de zaak, waarom
het gaat, op de hoogte zal stellen, alvorens hij wederom
een politieke tegenstander gaat beschuldigen van het
geven van een valsch getuigenis. Anders zou hij heusch
de kans kunnen loopen, dat anderen, die den heer Tho
massen niet zoo goed kennen als ik, zouden gaan vree
zen, dat hij zelf van het geven van valsche getuigenis
sen niet vies is.
Mr. P. J. OUD.
%.1<^ini<^
éK gfooK,.
AwcHWIrwn-M