BENJAMIN DISRAELI. Tutti Frutti. V. Toen Disraëll leider van zijn partij in het Lagerhuis geworden was, kreeg hij meer en meer behoeft om een eigen buiten/ te bezitten en daar in zijn vacanties en week-ends naar hartelust zijn liefde voor boomen, plan ten en bloemen te kunnen botvieren. Niet ver van het vaderlijke buiten Biadenham kwam Hughenden te koop. Maar het geld ervoor ontbrak ten eenenmale, vooral doordat de schulden van Disraëll, als jonge man deels door eigen schuld, deels door borgstaan voor anderen, twintig duizend pond beliepen] en het vaderlijk erfdeel slechts de helft daarvan bedroeg. Wel was broer Isaac bereid hem met zijn helft bij te springen, doch de koop som bedroeg vijf en dertig duizend pond. Waar kon hij die vinden? Zijn vader kocht Hughenden voor zijn zoon, maar na diens dood moest toch een groot gedeelte terug betaald worden. Lord Qeorge Bentinck had de belofte gedaan bij te springen, maar was overleden, doch gelukkig bleken zijn broeders bereid diens belofte ge stand te doen. Dizzy voelde zich heel. gelukkig als Engelsch land edelman en noemde zijn Mary Ann de chatelaine van Hughenden. Beiden genoten er van om steeds verbe teringen en verfraaiingen, vooral in het park, aan te brengen. Ofschoon Lord Melbourne verwacht had, dat Dis raëli thans Premier zou worden, werd ook deze ambitie van Dlsraëli, zooals al de anderen voorheen, geremd. Lord John Russell, bood kort nadat Sir Robert Peel tengevolge van een val van zijn paard gestorven was, het ontslag van het Whlg-Kabinet aan en dus zou de gewoonte bijna geëlscht hebben, dat de Koningin den leider der oppositie deed ontbieden, met name Benjamin Dlsraëli. Dit geschiedde echter niet, omdat de Koningin en vooral prins Albert, wij weten het reeds, weinig gesteld waren op Dizzy. Zij ontbood Lord Stanley en deze slaagde er niet in een kabinet te formeeren, omdat Oladstone en de andere aanhangers van wijlen Peel weigerden zich bij de kleine groep van Stanley, Manners, Smythe, Cocfarame en Dlsraëli aan te sluiten. Maar niet lang daarop werd Stanley, inmiddels na den dood van zijn vader Lord Derby geworden, wederom bij de Koningin geroepen. Dlsraëli had intusschen de partij goed georganiseerd en het gevolg was, dat er een Ka binet-Derby tot stand kwam met Disraëll als Chancel- lor of the Exchequer en slechts drie ministers, die reeds tevoren een portefeuille hadden gehad. Het waren zulke nieuwe namen, dat toen men ze aan den ouden, dooven hertog van Wellington noemde, deze steeds vroeg: who, who? Men noemde het kabinet toen spottend het Kabi net Who, who! Wat was die Dizzy trotsch op zijn positie en op de prachtige bebroldeerde toga, die hem door een der rech ters omgehangen werd. Die toga was Indertijd voor Pitt gemaakt en vrij zwaar. De rechter meende, dat Dizzy er onder zou bezwijken en zei: de toga is wel heel zwaar! Dadelijk riep Dizzy, maar ik vind hem juist ongelooflijk licht. Dat was echt Dlsraëli, hij kende geen vrees, noch overgroote bescheidenheid. Hij bleef steeds zich zelf gelijk, zoo kleedde hij zich nog altijd met bij zonderen zorg, maar met minder opschik, hij had nog steeds zijn nerveuse, vurige temperament, maar hij hield het in gesprekken on vooral in de Kamer meer in toom. Zijn rapporten aan de Koningin schreef hij precies zoo als hij zijn boeken goschreven had en de Koningin amuseerde zich daarmee kostelijk an begon behagen te scheppen in den kanselier, mr. Disraëll (alias Dizzy) zooals zij in een brief schreef Een der personen, waarmede het ministerie rekening had te houden, was Gladstone, die het Dlsraëli moeilijk kon vergeven, dat hij hem tusschen de beenen was ge- loopen. Sir Robert Peel toch had Gladstone als zijn opvolger en/ toekomstig Premier genoemd en dat was nu door Disraël en zijn vrienden verijdeld geworden. Gladstone en Dlsraëli waren quasi goede vrienden, in werkelijkheid rivalen, hetgeen spoedig bleek toen Dls raëli als Chancellor of the Exchequer (Minister van Financiën) zijn begrooting moest verdedigen. Het moet hier gezegd worden, Disraëll was een dilettant in finan cier-wezen en toen Gladstone. de leider der Peellisten, hem dan ook in een zeer sobere, uitstekend gedocu menteerde rede aanviel was het lot der begrooting be slist Met 305 tegen 286 stemmen werd het kabinet- Derby-Disraëli naar huis gestuurd. Gladstone liep daarop met eenige andere Peelllsten conservatieven naar de Liberalen over en een kabinet met bij uitstek bekwame lieden kwam tot stand. Derby en Dlsraëli waren jaren lang tot politieke werk loosheid gedoemd en de leden hunner partij verweten dat aan de leiding dezer beiden, die zij spotteno den Jockey en den Jood noemden. De Jookey gold natuurlijk het feit, dat Derby een groot paardenliefhebber en renStal-eigenaar was. Disraëll en Mary Ann reisden weer eens op het Vas teland en waren nu weer de gast op de Tuileriën, vroe ger waren zij dat van Louis Phlllppe geweest, thans waren zij het van keizer Napoleon III en keizerin Euge- nie. Zij gingen trouwens veel uit en natuurlijk maakte Mary Ann hier en daar kostelijke opmerkingen. Toen Dizzy en zij bij de Koningin te Wlndsor logeer den, zei Mary Ann in het vuur van de conversatie te gen een Koninklijke prinses: „maar dan weet U niet wat het zeggen wil, een toegewijden echtgenoot te be zitten". Zijn vriend Smythe vroeg hem eens of hij het niet onaangenaam vondt, dat zijn vrouw zulke dwaze op merkingen kon maken? Dizzy antwoordde: heelemaal niet! Nu, zei Smythe, dan zyt gij een man met buiten gewone hoedanigheden. Maar, absoluut niet, ik ben, ant woordde Dizzy, alleen maar een der heel weinige man nen, die weten erkentelijk te zijn eni erkentelijk te blij ven. Ik heb aan mijn vrouw bijna alles te danken, zij heeft in mij geloofd toen geen mensch dat deed". (Mary Ann en Dizzy waren heel gelukkig samen, on danks het verschil in leeftijd, want zij was 72, toen Dizzy zijn 60en verjaardag vierde. Zestig Jaar en nog geen Premier. Zou hy het ooit worden? Hij dacht aan zijn devies in zijn jonge Jaren: „Forti nihil dlfficile", dat inmiddels plaats gemaakt had voor: „Never explaln, never complaln". Inmiddels waren vele oude vriendinnen en vrienden hem door den dood ontvallen, doch hij had anderen ge maakt. Zoo had zich een schatrijke dame te Torguai als zijn bewonderaarster ontpopt en bij haar dood bleek Dizzy haar universeele erfgenaam te zijn en wel van een vermogen van dertig duizend pond sterling. Daar een andere bewonderaar alle schulden had opgekocht, opdat Disraëll niet meer door woekeraars zou worden ge plaagd, kon hy een gedeelte van zyn schulden, die te zamen zeven-en-vyftlg duizend pond bedroegen, afdoen. Disraëll was inderdaad altyd een wanhopig slecht financier en dus ook een belacheiyk minister van fi nanciën geweest. Zoodra kon hy een veer van den mond blazen of hy ging Hughenden verfraaien. De oude vriendin uit Tor guai had den wensch te kennen gegeven, om op Hugh enden te worden, begraven en aldus was geschied, ter- wyi Mary Ann en Dizzy zich afvroegen, wanneer zy naast de lieve vriendin zouden worden bijgezet. Dizzy genoot in die dagen van zyn mooie buiten, dat weer geheel in den styi der Stuarts was teruggebracht. Mary Ann was dol op het planten van boomen, zy liet den vyver uitdiepen en er twee zwanen inzetten. Dizzy noemde hen: Hero en Leander; Mary Ann vroeg zich verbaasd af wat dat beteekende en evenmin begreep zy waarom haar man zoo op de uilen gesteld was, die hij de vogels van Minerva noemde. Zoo kwam het jaar 1859. Derby en Dlsraëli deden een aanval op het ministerle-Russell-Gladstone. Het ging om de bepalingen van het kiesrecht. De Whigs wilden iedereen, die 7 Pond huur betaalde stemrecht geven, de Torles wilden dat op 10 Pond zetten. Verscheidene Whigs luisterden na&r de schitterende rede van Disraël!, die de houding van de ministers de zuiverste demagogie noemde en met een kleine meerderheid won de opposi tie. Een paar dagen later was Derby weer Premier en Dlsraëli minister. Men voorspelde weer een kort leven aan dit ministerie, dat geen meerderheid achter zich had, maar het zou anders loopeiu en wel dank zy de kun de van Dlsraëli. Deze hield rekening met de steeds meer in het land tot uiting komende wensch om meer uitgebreid kies recht te hebben en stelde nu aan Derby een huismons- kiesrecht voor. HJet werd een stryd die tusschen Disraëll en Glad stone werd uitgevochten. Verscheidene liberalen bleken niet bereid om tegen een verbetering van het kiesrecht te stemmen, daar hun party immers voor elke verbetering was en het nieuwe Kabinet kreeg een meerderheid van 21 stemmen. Gladstone voelde het écheo geweldig. Voor Disraëll was het een schitterende overwinning. De conservatie ven brachten hem eenj ovatie, verscheidene leden gingen in de Carlton-Club soupeeren, maar Dizzy ging naar huls, hy wist dat Mary Ann daar op hem zou wachten. Inderdaad had zy een heeriyk soupertje met champag ne gereed en hy wist de attentie van zyn 77-jarige vrouw te waardeeren. De zon van Disraëll was opgaande. Het waa laat, want hy was 65 jaar, maar nu zou hy dan toch ook dat •hoogste ambt, hetwelk hy steeds geambieerd had, be reiken. Derby leed nameiyk zoodanig aan jicht en podagra, dat hy zyn demissie Indiende en daarby zyn vertrouwen in Dlsraëli uitsprak. De Koningin riep Disraëll naar Osborne en zei even later tegen hem: „you must kiss hands", dat is het oude gebruik om als Premier door een handkus zyn loyauteit tegenover den vorst of de vorstin te uiten. Zoo keerde Disraëll als Eerste-Minister van Groot- Britannië en Ierland naar Londen terug. Enkele dagen late£. gaven, Mary Ann en Dizzy een groot feest op het hun door Lord Stanley voor die gele genheid geleende Ministerie Van Bultenlandsohe Zaken. De Prins van Wales bood zyn arm aan Mary Ann en Disraëll zyn arm aan de Prinses van Wales aan, toen deze het feest met hun tegenwoordigheid vereerden. Het was een grootsch moment. Later zei dan ook de oude vriend Philipp Rose, hoe Jammer dat je zuster Sarah dit niet heeft mogen beleven. Inderdaad hoe trotsch zou Sarah op haar broeder Ben goweest zyn Als Premier kwam Disraëli natuuriyk herhaaldeiyk in aanraking met koningin Victoria. Gelukkig voor hem waa de Prins Generaal overleden. Het ware zeer te betwyfelen geweest of prins Albert. die nu eenmaal voorheen een antipathie tegen Disraëll had opgevat, die tegenzin zou hebben kunnen overwinnen. By de Koningin was dit anders. Gedurende zyn geheele leven had Disraëll veelal de antipathie van mannen en de sympathie van vrouwen opgewekt. Hy had aan de voorspraak der dames en aan de liefde van zyn Mary Ann heel wat te danken. Mrs. Austen had hem een uitgever voor zyn Vivlan Grey bezorgd, de dames Sheridan, Cork, Londonderry hadden hem in de uitgaande wereld geïntroduceerd; Mary Ann had hem zyn parlementszetel en wat verder al niet meer bezorgd. Ook de Koningin kreeg al spoedig sympathie voor haar Eersten Minister. Zy was niet vergeten, dat nie mand haar zulk een mooien brief geschreven had, nie mand zoo mooi in het Parlement gesproken had na den dood van haar beminden echtgenoot, dan Boniamin Dlsraëli. Daarby kwam dat én Koningin én Premier ongeveer dezelfde idealen koesterden omtrent het groote Brltsche Ryk. Beiden zagen steeds de machtige Indische bezit tingen als een stabiel deel van Engeland. In den om gang met de Koningin bleek Disraëli een gladde vogel, hy wist steeds te ssorgen dat hy in kleine zaken tegen sprak ,doch toegaf, en in groote zaken deed alsof zyn wensch die der Koningin was. Op een goeden keer kreeg Mary Ann uit Wlndsor door de Prinses Chrisi- aan viooltjes gebracht met de complimenten, dat de Ko ningin bemerkt had dat dit een lievelingsbloem van haar man was. Disraëll bood aan Hare Majesteit zyn roman aan en ontving van haar het boek: Dagboek van ons leven in Schotland. Langs zyn neus weg sprak Dlsraëli tegen de Koningin van: Wy schrijvenen de Koningin kon niet nalaten te glimlachen.. Begon het er Sn Ierland leeiyk uit te zien, dan wist hy een reis van den Prins van Wales te bf verken en wel voor kosten van het Ryk. De zuinige Ko -.gin vond dat best! Gladstone. die heelemaal niet met de Koningin kon opschieten benijdde zyn rivaal diens succes aan het Hof, maar was overtuigd dat ook zijn tijd zou komen, het geen geschiedde. De verkiezingen brachten Disraëli oen échec, en Gladstone werd Eerste Minister. Eerst had Disraëll zich uit de politiek willen terug trekken, doch hy' bezon zich en bleef leider der Con servatieven in het Lagerhuis. De Koningin bood hem een Peerstitel aan, doch Dlsraëli prefereerde lid van het Lagerhuis te biyven en stolde de Koningin voor om Mary Ann tot burggravin van Beaoensfield te verhef fen. hetgeen geschiedde. Helaas zou Mary Ann niet lang haar hoogen titel voeren, zy begon te sukkelen en den 15 December 1872 stierf zij. i Daar haar vermogen haar slechts in vruchtgebruik toebehoorde, was Disraëli arm achter gebleven. Het huls aan Grosvenor Fate, waar-het paar 33 jaar geluk kig geleefd had, ging In het bezit van haar familie over en Dlsraëli nam intrek in een hotel. Intusschen werd de Regeering van Gladstone met den dag minder populair. In buJtenlandsche aangelegenhe den had Gladstone een zeer ongelukkige hand en ln een revue werd daar den draak mee gestoken. Men zag hoe Gladstone een Chineesche missie ontving, die hem verzocht Schotland aan China af te staan. Daarby kwam, dat de koningin het absoluut niet eens was met Gladstone's Iersche politiek en vond, dat hij de Katho lieken voortrok en de Protestanten benadeelde, waarte gen zU als goede Protestante in opstand kwam. Zij hoopte zeer, dat het ministerie Gladstone zou vallen. Disraëli werkte daar behoorlUk aan. Hij had de or ganisatie der conservatieve party herzien en hi1 eP'e buitengewone verkiezing hadden deze de meerderheid behaald. Gladstone schreef nieuwe algemeone verkie zingen uit. De conservatieve victorie was zeer beslist, Plsraëli beschikte over een absolute meerderheid van 50 zetels. Enkele dagen later waa Dlsraëli opnieuw Premier. Hy had in de dagen na den dood van Mary Ann veel troost gevonden by Lady Chesterfield en Lady Brad- ford. De eerste, 62 jaar, was zeer belezen en ernstig, de tweede. 55 jaar. was coquet en levenslustig. Er ging geen dag voorby of Dizzy schroef aan een van beiden, de omgang met vrouwen was voor hem even noodzake- ïyk als het dageiyksch brood. Zyn eerste stap na zyn Premierschap, was om Lady Bradford, die zulk een uitmuntend vriendin in moelUj- ke dagen gebleken was, een positie ln de omgeving der koningin te bezorgen. Disraëli waa geen ondankbare. Gladstone waa woest. De conservatieven hadden eer meerderheid van 100 zetels boven de liberalen en van 50 zetels, wanneer men andere partyen er bij rekende. Gladstone. als Peellist, overgeloopen uit het Conser vatieven Kamp naar het Liberale, zag nu hoe zijn me dedinger ln dat Conservatieve Kamp een bijzonder machtige positie verkregen had. Er was In ollt geval nu een zuivere politieke atmosphqer geschapen; behal ve dan een vyftig wilden stonden een grooto Conser vatieve Party onder Benjamin Dlsraëli, cn een groote Liborule Party onder Wllllam Gladstone, tegenover el kaar en zouden jaren en jaren achteroen tegenover el kaar staan, ook lang nog na don dood der belde emi nente leiders. Wy zullen zien, hoe de zaken zich nu verder ontwik kelen en wy zullen, wanneer nu van den zomer ln En geland de groote verkiezingen plaats hebben, beter da actie der Conservatieven begrypen. Wordt vervolgd. DE POORTEN VAN HET PALAZZO LANCELOTTL Nu dezer dagen in Rome de groote verzoe ning tusschen Staat en Vaticaan tpt stand geko men is, heeft ook het paleis Lancelotti zijn poorten weer geopend, nadat zij bijna een zestig tal jaren gesloten zijn geweest. Voor 59 jaar te rug namelijk gaf prins Filippo Lancelotti bevel, ze voor altijd te sluiten, als teeken van diepste trouw aan den Hoiligen Stoel en het meest heftig protest tegen den Staat. Nooit meer zou den ze geopend worden. Niemand werd van dat oogenbli'k af meer in het paleis toegelaten, en wat voor velen zeker het droevigste ge volg was niemand zou ooit meer de daar bewaarde schitterende copie van den beroemden discuswerper zien, welke de beste in haar soort heet te zijn, de eenige, waaraan het hoofd niet mankeerde. Tevergeefs smeekten de talrijke archeologen en kunstenaars er om, dit meester werk van Grieksche beeldhouwkunst een oogen- blik te mogen zien. Niet eens op voorspraak van den tegenwoordigen ex-keizer Wilhelm II, die toch in dien tijd voor zeer invloedrijk gold, gehikte het, den Italiaanschen vorst daartoe te bewegen, voor een Duitsch geleerde een uitzon dering te maken. Don Filippo bleef onverbid delijk. Na zijn Idood kwam de vorstin getrouw alle genomen schikkingen van haar gestorven ge maal natot voor eenige dagen terug. Toen liet zij een mooie rood-wit-groene vlag koopen met het wapen van het Huis Savoia er op, een tweede wit-gele met de tiara (de drievoudige pauselijke kroon) liet ze van den zolder te voor schijn halen, waarna zij bevel gaf, de deur van het paleis te openen. En wanneer tot op het oogenblik een paar bijzonder hardnekkige twijfelaar misschien nog steeds niet mochten gelooven aan 'het won der van de groote verzoening, dan zal ook deze twijfel nu wel zijn gebroken, want elke Ro- mein weet, wat het beteekent de poorten van het Palazzo Lancellotte staan weer open. o DE ZINDELIJKE ZOON. Faverio de Biasse, bewo ner van Argentinië's hoofdstad, Buenos-Aires, is om zijn zucht voor zindelijkheid in het gek kenhuis terecht gekomen. En dat kwam zóó: Faverio de Biasse de naam klinkt als van ouden adel afkomstig ver-halve-zoolde schoe- j nen, verkocht veters en schoensmeer en verdien- de trots dit eenvoudige ambacht geld. Zooveel geld, dat hij aehtduixend peso» op da bank had staan. Op deze bankrekening was hij met recht trots, en hij liet zich geenszins wijs maken, dat het geld hem van zijn verstand beroofd had, was het dan ook, dat zijn gevoel van eigen waarde er niet weinig door toegenomen was. Dat hij vanaf den 13den December 1024 tot den Oden April 1926 wegens geringe onregelmatig heden in zijn denkvermogen eenige rust heeft genoten, wist nauwelijks iemand. Bovendien deed het niets ter zake, want hij was daaruit als volkomen genezen ontslagen. Hij begon zijn vroegere leven van nieuw af aan, verdiende geld, spaarde, en er was niets op zijn gedrag aan te merken, behalve dat hij nog ar eens met zijn oude moeder overhoop lag. Van tijd en wijle kwam er zoo'n jammerlijk ge- j schreeuw uit het huisje, dat moeder en zoon bewoonden, dat de buren er van schrokken en nieuwsgierig te hoop liepen. Maar het was nog altijd met een sisser afgeloopen, totdat onlangs in zijn woning Faverio met ettelijke messteken in een bloedplas werd gevonden. Hij was niet bepaald zwaar gewond en in een toestand, dat hij gemakkelijk over zijn daad tot het plegen van „hara-kiri" ondervraagd kon worden. De oorzaak van het voortdurende gekibbel1 was eenvoudig deze, dat de 72-jarige, eerwaar de moeder van Faverio, een bijna panischen schrik voor water had. Vijf jaren waren er ver- loopen, sedert zij voor de laatste maal haar lichaam met water in oppervlakkige beroering had gebracht. Zij was er toen volslagen ziek van geworden, hetgeen ze dan ook niet anders verwacht had. Of Faverio al met zachte woord jes probeerde, het hielp niets, de eerwaarde Mari Antonia had van een verschoonings-kuur niets terug. Begrijpelijk, dat Faverio bij een van zijn gerechtvaardigde zindelijkheidsbevliegin gen zich wel eens niet langer in kon houden. Hoe meer het tegen het einde van den zomer liep, hoe meer werden zijn reukorganen op de proef gesteld door de geuren, die het oudje dan begon uit te stralen. Toen hij het tenslotte niet langer kon uithouden, nam hij haar met zich mee naar het klooster, waar hij den prior bad, haar daar op te nemen. Maar de prior kneep zijn neus dicht en stelde voor, „dat ze maar eens „bij de volgende deur" zouden probeeren. Ten einde raad besloot Taverio nu zijn moeder dan desnoods met geweld en eigenhandig te wasschen. Het oudje schreeuwde echter, alsof ze aan het spit boven het vuur hing. De bewoners van de heele straat schoolde tezamen, de politie kwam er bij te pas, en Paverio, die toch achtduizend pesos op de bank had staan, zag de schande zoo reuzengroot voor oogen, dat hij een keuken mes nam, en er zichzelf verscheidene malen mee in den buik stak. De politie er bij! Zooiets kea hij niet dulden. Hij wist, wat hij aan da eer van zijn vaderland verschuldigd was: „De Argentijnen zouden weten, hoe een Italiaan stierf". De politie bracht Faverit) naar het ziekenhuis, waar men zijn wonden verbond en tot de con clusie kwam, dat hij toch nog te vroeg als „vol komen genezen" was ontslagen, weshalve hij om zijn streven naar zindelijkheid opnieuw in het krankzinnigengesticht terecht kwam. Ondanks zijn achtduizend pesos op de bank. Zijn moeder, BE die, zooals uit het bovenstaande is gebleken, met betrekking tot zindelijkheid een ander inzicht had dan haar zoon, onderging hetzelfde lot en is nu van staatswege sedert vijf jaren voor de eerste maal eens grondig aan een behandeling met boender en zeep onderworpen. o I HET OPHANGEN VAN DEN „SCHEUVEL". De ouderwetsche, lange winter, heeft in de Drent- sche dorpen een eigenaardig oud gebruik, ge tuigende van sportieven zin, weer algemeen toe passing doen vinden, wordt aan de N.R.Ct. ge schreven. Wij bedoelen het ophangen van den „scheuvel" of schaats in een naburig dorp, wat een uitdaging inhoudt tot een wedstrijd van dorp tegen dorp. Aan een brug of in een herberg in het eene wordt door een „scheuvellooper" uit een ander dorp een oude schaats opgehangen en daarbij wordt afgekondigd, dat men op nader te bepa len dag en uur bereid is te komen kampen met tien of vijftien dorpsgenooten tegen een gelijk aantal van de tegenpartij. Soms geschiedt deze uitdaging mondeling, is er niemand aanwezig, dan wordt een briefje aan de schaats gebonden. Wordt de uitdaging aanvaard, dan snijdt een rijder uit de uitgedaagde plaats de schaats af en plaats en tijdstip worden nader bepaald. Het laten hangen van den scheuvel gold als be wijs, dat men niet „duurst" (durft) en is een schande voor het dorp. De wedstrijd zelf is een gebeurtenis van de eerste orde en heeft groote belangstelling. Win naar is het dorp, dat het grootste aantal series wint, strcekkampioen wordt het dorp, dat de meeste andere dorpen verslaat. Verliest de jongelingschap, dan trachten veelal de ouderen de dorpseer te redden door gehuw de „loopers" uit het dorp der winnende jonge lingschap uit te dagen. En ook heeft zich het geval voorgedaan, dat een groep hardrijders uit Zuid-Barge verloor van de Noord Bargers, waarop Zuid Barge een „zwierscheuvel" (kunstschaats) in Noord Barge ophing. De kunstrijders van Zuid Barge wonnen en zoo was de dorpseer gered! Er zijn groepen rijders die nu al een dag of veertien dagelijks van huis waren om wedstrij den te houden, met geen andere winst dan de m I Met geen anderen inzet dan die eer hobèen doze wedstrijden, waarvoor do animo, ondanks den langen duur van den winter, niet vermin dert, iets zeer sympathieks. En men zij er van verzekerd, dat hierbij niet tevoren de uitslag wordt bepaald, zooals helaas bij de groote gold-wedstrijden nogal eens het geval schijnt te zijn. o RIDDER MET DE ROODE BLOEM. Onlangs kreeg in Havanna de Spaansche zangeres, Pilar Asnaz, bij het verlaten van haar auto een dolk steek in de linker schouder. Dit pijnlijke voorval zou nóch merkwaardig, nóch ongewoon zijn in Havanna zeer zeker niet was het niet, dat deze gebeurtenis een zonderlinge vóórgeschiede nis had. De schoone Pilar Aznar werd namelijk sedert de laatste twee jaren als door een tweede scha duw vervolgd. Waar zij ook was, in Madrid of Barcelona, in Bogota of Mexico, en ten laatste in Havanna overal dook in haar nabijheid een stille man op, die haar met hartstochtelijk be wonderende blikken aanzag, die genadiglijk boog, wanneer zij voorbijging, geen concert ver zuimde, waarin zij optrad, en steeds een roode bloem in het knoopsgat droeg. Overigens was hij altijd zeer 'bescheiden en terughoudend, en Pilar Aznar zou hem waarschijnlijk nooit opge merkt hebben, wanneer haar niet dagelijks bloe men, bonbons of iets dergelijks werden gestuurd, altijd met een begeleidend briefje, waarin ie mand, die zich geheimzinnig „El Caballero con la flor roja", „Do ridder met de roode bloem", noemde, haar zijn liefde in vurige woorden be tuigde. Maar altijd zeer hoffelijk, zoodat er niets op aan te -merken viel. Pilar Aznar verheugde zich over de bloemen, genoot naar waarde van de 'heerlijke zoetigheden, las de briefjes, welke zij misschien daarna in de papiermand wierp. Allengs echter begonnen de liefdesbetuigingen steeds meer hartstochtel ij kte worden, en ten slotte zoo stormachtig, dat de zangeres vond, dat het begeleidend schrijven voortaan wel ach terwege kon blijven. En daar zij niet wensch- te, den Caballero persoonlijk te ontmoeten, gaf zij hem duidelijk te verstaan, dat hij zich verdere moeite wel kon sparen. Waarop hij besloot, haar te dooden Dat zulks hem niet gelukte, was een ware ver heugenis. Maar dat hij zich on-heroïsch een poezie-loos door de politie liet gevangen nemon en een jammerend klaaglied aanhief, nam men hem zeer kwalijk. Van een romantischen „Rid der -met de roocle bloem" had men -meer ver wacht. Dat hij zichzelf na zijn daad direct had doorstoken, of minstens in het klooster gegaan was.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1929 | | pagina 6