Schager Courant
Tutti Frutti.
„LYCURGUS"
Tweede Blad.
KAMER VAN KOOPHANDEL EN FABRIEKEN
VOOR HOLLANDS NOORDERKWARTIER.
Donderdag 7 Maart 1929.
72ste Jaargang. No. 8421
1879 - 1929
SCHAGEN.
„En zijn wij oud geworden, dan zullen wij
met vreugd
Nog aan de dagen denken, der vrije blije
jeugd."
Bovenstaande regelen van een onzer turnliederen
kwamen mij onwillekeurig in gedachte, toen ik op
verzoek van het Bestuur van „Lycurgus" de taak
op mij nam, zij het dan ook in het kort de geschie
denis der Vereeniging in de 50 jaren van haar be
staan neer te schrijven.
Het was dan op 16 Maart 1870 dat eenige jongelui,
hoofdzakelijk oud-leerlingen eener hier bestaande
gymnastiekschool, bij elkaar kwamen en besloten
tot oprichting van een gymnastiekvereniging, welke
zij na lange besprekingen den naam gaven van
„Lycurgus".
De oefeningen zouden worden gehouden in „Cérès"
alhier en trad de heer P. Groen, onderwijzer alhier,
als eerste leider op. Deze was tevens voorzitter en
volgens art. 12 van het Reglement belast met de
leiding der voor- of vrije oefeningen Aangezien
spoedig bleek, dat alle voorzitters nog lang geen
specialiteiten op dat gebied waren, werd dit arti
kel al heel gauw gewijzigd.
De Vereeniging kocht de noodige toestellen op
°rédiet en werd in de eerste maanden 80 cent con
tributie geheven, wat voor dien tijd al tamelijk hoog
was. Vol ijver ging men aan het werk en zooals
altijd met nieuwe vereenigingen, was de belangstel
ling groot. Al spoedig gingen er stemmen op, om,
ten einde wat ruimer in de kasmiddelen te geraken,
een uitvoering t9 geven. In Schagen durfde men het
nog niet aan en alweer na lang beraad, besloot men
het te wagen op St. Maarten. 23 November 1879 zou
de groote gebeurtenis plaats vinden en vol moed
trokken zij er op los. Htelaas, het publiek, dat rnen
zoo ruimschoots had verwacht, kwam niet opdagen
a het tverd een strop. Onze jongelui evenwel
hadden er evengoed een plezierigen avond en lezen
wij in de notulen van de op 26 November gehouden
vergadering, dat goedgevonden wordt het glaasje
wijn daar gedronken voor rekening der kas te ne
men. Ten bewijze dat de zaken toen steeds deugde
lijk werden besproken, diene dat er in het eerste
jaar 19 algemeene vergaderingen werden gehouden
en waren de notulen hiervan prima in orde. Men
was nu zoowat een jaar aan het werk en bleek dat
voor velen het nieuwtje er al af was. Door vertrek
en bedankjes verloor men heel wat leden en werd
het. clubje al kleiner.
Een zwaar verlies trof de vereeniging in den loop
van 1880 door het overlijden van den heer W.
Denijs, een der oprichters en ijverig voorwerker der
vereeniging. Men worstelde een winter door tot in
Januari 1881 de Alkmaarsche Turnclub „Kracht "en
Vlugheid" te hulp kwam en in „Cérès" een goed
geslaagde uitvoering gaf, waaraan een 3-tal leden
van „Lycurgus" met succes medewerkte. De hier
door gemaakte propaganda bewerkte een flinke toe
name van leden, en raakte de zaak weer aan het
rollen. De schermkunst werd nu ook beoefend en
gaf men in Februari 1882 de eerste uitvoering in het
N.-H. Koffiehuis, waarheen de vereeniging inmid
dels verhuisd was. En het was van dien tijd af dat
„Lycurgus" recht van bestaan kreeg en zich een
plaats veroverde naast de Schager vereenigingen.
In 1882 besloot men toe te treden tot het „N.G.V."
en is de vereeniging sedert dien tijd steeds lid van
deze organisatie gebleven.
18 Februari 1883 gaf „Lycurgus" een propaganda-
uitvoering te Winkel en mocht de voldoening sma-
ktfc 8e vVrwnlgtaf „Sperf* tlïefer ite* te teéfc
herleven. In dit jaar nam de vereeniging ook deel
aan de aroote Bondefeeeten te Amsterdam en het
daar geziene bracht ons op het idóe het a.s. 5-jarig
jubileum ook, zij het dan op kleine schaal, te ma-
i ken tot een goeden propaganda-dag voor de gym-
I nastiok. Den 16en Mlaart 1884 werd dit feest gevierd
on werkten daaraan mede „Oefening kweekt kunst"
i en „Uitspanning door Inspanning" van den Helder.
i„Oefoning" te Hoorn en „Aurora" van Heerhugo-
waard, terwijl ook onze Harmoniekapel haar on-
misbaren steun verleende.
i Deze feestdag slaagde uitstekend en droeg veel
bij tot de belangstelling in de gymnastiek, welke in
die dagen nog veel als kunstemakerij werd be
schouwd. Op dezen dag aanvaardde de heer C. Na
gelhout alhier het beschermheerschap der vereeni
ging en schonk dez eaan ons een fraaie banier, welke
men voor het eerst ontplooide te Hioorn, toen werd
deelgenomen aan, de feestelijkheden in Mei 1884, ter
gelegenheid van de opening der spoorlijn Hoorn-
Purrruerend. Aan een daar gehouden wedstrijd in
vrije oefeningen werd deelgenomen. De vereoniging
had wel veel succes, maar helaas geen prijs.
In Juni 1886 neemt de vereeniging deel aan de
feestelijke inwijding van het vereenigingslokaal van
„Oefening kweekt Kunst" te den Helder, welke ge
beurtenis veel bijdroeg tot de vriendschappelijke
verhouding tusschen deze beide vereenigingen, die
in den loop der jaren steeds zoo is gebleven.
Den 16 September 1886 werd een adspirantenaf-
deeling opgericht onder leiding van den heer Roep,
waaruit vele jonge leden voor „Lycurgus" zijn voort
gekomen. In December 1887 verkreeg de vereeniging
de Koninklijke goedkeuring op de Statuten.
In dit jaar werden door het Gewest N.-H. de les
sen voor voorturners in het leven geroepen en wer
den deze vooral in de eerste jaren trouw door onze
voorturners bezocht. Veel hebben deze lessen bij
gedragen om aan de vereenigingsleiders in deze
omgeving, die deze taak bijna zonder uitzondering
belangeloos vervulden, en niet in het bezit van een
diploma waren, oefenstof te geven en hen te hel
pen om de beoefening der gymnastiek in goede
banen te leiden.
In dit jaar neemt de vereeniging ook deel aan de
feestelijke inhaling van Schagens Harmoniekapel,
welke met een 2en prijs uit Nijmegen thuis kwam.
In 1888 eveneens bij de thuiskomst van' het he
laas ontbonden Mannenkoor „Euterpe", dat in Pur-
merend een len prijs behaalde.
Bij onze uitvoering in 1889 werkte al een meia-
jesklasse mee onder leiding van den heer Roep.
Medewerking werd in dat jaar ook verleend aan de
feesten bij gelegenheid van het 40-jarig regeerings-
jubileum van Z.M. Willem III Ook werd nog een
propaganda-uitvoering gegeven te Barsingerhorn.
En toen kwam de groote gebeurtenis van dat jaar,
de alhier gehouden uitvoering van het Gewest N.-H.,
welke plaats vond op 24—25 Augustus 1889. Dank
zij de medewerking van ons Gemeentebestuur en de
gansche burgerij slaagde deze "uitvoering schitte
rend en waren ook de deelnemende vereenigingen
opgetogen over de prettige en hartelijke ontvangst
hun hier ten deel gevallen.
Ten slotte werd in dit jaar, in October, ook nog
deelgenomen aan de feestelijke ontvangst van on
zen nieuwbeenoemden Burgemeester, d enE.A. Heer
Mr. C. H. Beels.
1890, den 16 Maart, neemt de heer C. Nagelhout
ontslag als beschermheer van „Lycurgus". Veel
heeft de heer Nagelhout voor de vereeniging gedaan
en zal zijn nagedachtenis vooral ook bij de leden
uit die jaren in dankbare herinnering blijven. Den
8sten November 1890 werd opgericht het vrijwillig
brandweercorps „Lycurgus", hetwelk op 1 Maart
1891 officieel in werking trad en in dat jaar 6 maal
bij verschillende branden heeft dienst gedaan. De
diensten door dit thans vrijwel vergeten corps aan
de gemeenschap bewezen in de jaren van zijn be
staan, en vooral toen er nog niet over een motor
spuit werd beschikt, zijn zoo vele, dat ik hierover
geen verdere bijzonderheden kan geven, te veel
plaatsruimte als dit zou vorderen.
Alleen wil ik hier even aanhalen uit ons veel ge
zongen brandweerlied:
„En waren wij soms ook erg vermoeid,
Had David ook zijn jas geschroeid,
Wij werken steeds weer even blij
Tot heil van Schagens burgerij".
Omstreeks dezen tijd was in Wieringerwaard
„Olympia" opgericht en in December 1891 bezochten
eenige onzer leden de eerste uitvoering dier ver
eeniging. Ook met deze vereeniging werkte „Ly
curgus" veel samen en ontstond ook hier weldra
een hechte vriendschapsband.
In 1892 aanvaardde onze Burgemeester, de E.A.
Heer Mr. C. H. Beels, het beschermheerschap der
Vereeniging en werden wij door dezen in staat ge
ste)* ü'ünmk
leiding van de heeren Th. Roep, I. Tjalken» en Jb.
Roggeveen.
In hetzelfde jaar hadden besprekingen plaate
over het'stichten van een eigen lokaal. Om finan-
tieele redenen en omdat men meende dat de ge
meente vroeg of laat een lokaal zou moeten bou
wen, werd van dit plan afgezien en besloten een af
wachtende houding aan te nemen. Hadden wij toen
maar doorgezet, dan was het lokaal er wel gekomen,
want wij wachten nog.
In Februari 1893, werd voor de tweede maal een
propaganda-uitvoering te Barsingerhorn gegeven en
werd daar in hetzelfde jaar „de Westfries" opge
richt. In April 1893 trof de vereeniging een gevoe
lige slag door het bedankon als Secretaris, wegens
vertrek, van den heer J, Bleek. Zonder te kort te
doen aan de werkzaamheid van vroegere en latere
secretarissen zij hier een woord van hulde aan den
heer Bleek op zijn plaats. De notulenboeken getui
gen van de nauwkeurige wijze waarmee hij deze
functie steeds heeft vervuld en was het hem aange
boden eerelidmaatschap ten volle verdiend. In het
zelfde jaar verloren wij onzen beschermheer, den
E.A. Heer Mir. C. A. Beels, eveneens wegens vertrek
en werd ook aan deze het eerelidmaatschap aan
geboden. Vooral voor de instandhouding van onze
volksklasse was dit van beteekenis. Evenwel wisten
wij met eenige opoffering deze in het leven te hou
den. Wij verhuisden nu weer eens naar „Cérès" en
het was in dat lokaal, dat in 1894 het 15-jarig be
staan werd herdacht met een uitvoering waaraan
behalve de Heldersche vereenigingen ook mede
werkten „Olympia" te Wieringerwaard, „Sparta"
te Winkel en „de Wtestfries" te Barsingerhorn. Ook
deze betooging had een zeer goed verloop.
Tl MN»! im ieeftt ie* 9. "*egg*een,
Jarenlang voorzitter en leider der vereeniging, als
zoodanig ontslag en wordt ook aan deze het eere
lidmaatschap opgedragen. Den 19 Maart 1895 geeft
de vereeniging een propaganda-uitvoering te Oud
karspel, welke, hoewel niet druk bezocht, toch wel
vruchten heeft afgeworpon. In Augustus verleende
'ons brandweercorps krachtdadige hulp bij den
kerkbrand en mede daardoor werden de om
liggende perceelen voor het vuur gespaard. Ons
vaandel echter, dat daar door den vaandrig werd
bewaard, kwam in de vlammen om. Gelukkig was
het verzekerd en konden wij op 28 December 1895
onze nieuwe banier miet de noodige plechtigheid in
wijden. In dit jaar kwam ook tot stand een combi
natie van gymnastiekvereenigingen in Hollands
Noorderkwartier, welke gemeenschappelijke oefe-
ningsdagen hield en ook hier en daar uitvoeringen
gaf. In de notulenboeken vind ik als zoodanig ver
meld uitvoeringen te Nieuwe Niedorp en Barsinger
horn.
In 1896, April, trekt „Lycurgus" naar Petten en
geeft daar een welgeslaagde uitvoering. Onze toen
malige voorzitter, de heer Jb. Koster, die in die da
gen nogal graag naar Petten ging, was hiervan wel
de hoofdaanlegger.
31 Juli, 1 Augustu» 1897, wérd hier voor de tweede
maal de uitvoering van het Gewest N.-H. gehouden.
Ook deze uitvoering had eeir zeer goed verloop en
werkte alles weer mee om deze betooging te doen
slagen. Dank zij de feestcommissie was de Gracht
schitterend geïllumineerd en vierde men weer een
heel gezellig feest.
In dit jaar werd ook nog een propaganda-uitvoe
ring gegeven te Schagerbrug.
Wordt vervolgd.
Openbare vergadering op Woensdagavond 6 Maart
1929, in het Stadhuis te Alkmaar.
Voorzitter de Iheer S. W. Arntz, Secretaris de heer
D. J. Scheffel.
Afwezig zijn de heeren Ringers en Hoogland.
Na opening volgt vaststelling der notulen.
Ingekomen «tukken.
Het ontwerp van wet tot herziening van de finan-
tieele verhouding tusschen het Rij'k en de Gemeente
zal in verband met het groote belang voor den mid
denstand, een aparte studie uitmaken bij de Commis
sie van Verordeningen.
Van het gemeentebestuur van Alkmaar was bericht
Ingekomen, dat de raad afwijzend heeft beschikt op
een verzoek om op den Goeden Vrijdag de kaasmarkt
niet te houden.
Verschillende gemeenten aan de Zaan, die belang
hebben bij de verbetering van den scheepvaartweg van
de Achterman naar het Noordhollandsch Kanaal, wil
len geen aandeel In de kosten van vaartverbetering
dragen, zoodat derhalve van de voorgenomen werken
zal moeten worden afgezien.
De heer G. Nobel geeft in overweging zich omtrent
deze zaak in verbinding te stellen met de Kamer te
Zaandam.
Zal gebeuren.
In antwoord op een telegram van de Kamer, berichtte
de Directeur der Directe Belastingen te Amsterdam, dat
de noodzakelijkheid voor aanwijzing van een tijdelijk
publiek entrepot te Den Helder, voor de teruggave van
accijns op gedistilleerd, nog niet is gebleken, doch dat hij
tot overleg bereid is.
Uit de mededeelingen ter vergadering bleek, dat
een entrepot te Den Helder niet noodig bleek.
,Van den Commissaris der Koningin van Noordhol
land kwam bericht in, dat het Ontvangkantoor der re
gistratie en) domeinen te Schagen, voorshands niet zal
worden opgeheven.
De heer Schmalz dankt voor de medewerking en
feliciteert de Kamer met het behaalde succes.
Door den heer Kuiper wordt in overweging gegeven,
geen adhaesie te betuigen aan een adres van de Ka
mer te Tilburg, gericht aan de Directie der Ned.
Spoorwegen inzake de reizigerstarieven, doch een af
zonderlijk adres tot de Ned. Spoorwegen te richten.
In de betrokken kringen sdhijnt er nogal verschil
van meening te zijn over de vraag of de abonnemen
ten 8 of wel 5 dagen geldig dienen te zijn.
Het resultaat van de discussiën is, dat aan de Ned.
Spoorwegen gevraagd zal worden 5-daagsch abonne
menten in te voeren.
Verschillende adressen worden voor kennisgeving
aangenomen.
De verlichting: van de halte Koegras.
Door den heer Kolster, die tevens lid van den spoor-
wegraad is, was aangedrongen op verbetering van de
verlichting van d>e spoorweghalta Koegras.
Door het Rijkstoezicht werd medegedeeld dat de
kosten van het aanbrengen van electrisch licht begroot
werden op f 2500, wat veel te hoog werd geacht tegen»-
over het geringe belang, dat ermee gediend zou worden.
De heer Kolster schatte de kosten niet hooger dan
f 300 en in een latere vergadering van den spoorweg-
raad werd door hem medegedeeld, dat volgens een na
dere becijfering van een deBkundlge der gemeente Don
Helder de kosten van het aanbrengen van electrisch
lioht aan de halte Koegres op niet meer dan t 700 wor
den geraamd.
Den heer Kolster werd toen geantwoord, dat de spoor
wegdeskundigen bij hunne begrootimg tot een) aanzien
lijk hooger cijfer zijn gekomen. De vraag bestaat echter,
of de adviseur van den heer Kolster op zich zoude nemen
het werk te zijner tijd voor het door hem genoemde
bedrag naar behooren uit te voeren. Intusschen zou
die vraag eerst aan de orde kunnen komen, wanneer
tot het aanbrengen' van eleotrlsche verlichting te Koe-
gras zal worden overgegaan.
Door den heer Kolster wordt nog medegedeeld, dat
een officieuse mededeeling is ingekomen, dat voor
Noorderkwartier weer een trein is ingelascht. De
trein van 16.56 uit Amsterdam zal nJ. voortaan naar
Den Helder doorgaan en daar aankomen om 18.31.
De heer Grunwald wijst op de goede resultaten die
de heer Kolster heeft weten te bereiken, maar zou
graag zien dat ook in de treinen naar Den Helder
nu eens behoorlijke wagens reden.
Het is onmogelijk zijn courant in den trein te lezen.
De heer Kolster zegt, hier'reeds op te hebben ge
wezen, maar nog zonder resultaat Er is een tekort
aan materiaal.
Nog enkele andere wenschen worden naar voren ge
bracht
De Voorzitter wijst ook nog eens op het ijverig wer
ken van den heer Kolster in den Spoorwegraad en
brengt hem daar gaarne hulde voor.
Door den Voorzitter wordt verslag uitgebracht om
trent de vergadering, inzake de centrale standplaats
voor vrachtrijders te Alkmaar en het eventueel be
noemen van commissieleden.
DE DOOD AAN DE SPEELTAFEL. Onlangs heeft
zich reeds eerder een dergelijk geval afgespeeld,
dat een speler tijdens het spel aan de draaiende,
roulette door In zijn stoel bleef zitten, zonder dat
dit de eerste oogenblikken werd opgemerkt. Ook 1
nu weer is in een der uitgaans-steden aan de
Fransche rivièra de belangstelling voor zoo'n sen
sationeel bericht gewekt
In het casino van die stad kwam namelijk op j
zekeren dag een nogal „omvangrijk" heer binnen
die het zeer warm scheen te hebben (o, ironie
voor ons, noordelijke bewoners van Europa, die
zich op het oogenblik al verheugen op 1 graad
dool) en die zich aan één der speeltafels neer
zette. Als inzet wierp hij een duizend-franc-biljet
op het groene laken. De man was zwaar lin zijn
stoel neergevallen en zat nu stom voor zich uit
te staren, het hoofd in beide zijn handen, ge
steund. De winst, die hij met het eerste spel be
haalde, liet hij liggen, en het spel ging kalm ver
der. Tienmaal achter elkaar won de dikke heer
het maximum, zonder dat hij ook maar de min
ste beweging maakte. Een heel vermogen lag
vóór hem, maar hij sloeg daar blijkbaar geen
acht op. De geschminkte dame naast hem zat er
mpt de hebzucht in de oogen naar te kijken.
„CHer monsieur" fluisterde zij, terwijl ze heel
even zijn arm aanraaktemaar dan sprong
ze plotseling verschrikt overeind. Ds arm zonk
zwaar op de tafel neer, terwijl het hoofd van den
dikken man met een slag voorover op het groene
laken viel. De man was dood. Een beroerte had
hem getroffen. Misschien had hij een beetje te
veel gedronken; misschien ook, dat door andere
oorzaken zijn gemoedstoestand sterk in beroering
gekomen was. Zorgen of ergernis of wellicht za
kelijke beslommeringen, en nu was hij dood. Nu,
op dit oogenblik, dat hem als 't ware een heel
vermogen in de schoot geworpen werd, doch
waarvan hij nu geen profijt meer zou hebben.
Eerst ia zijn laatste levensuur was het geluk tot
hem gekomen. Het spel... het groote levensspel
was nu uit... het lijk werd uit de zaal gedragen
en de stapel bankbiljetten, die voor den doode
op de speeltafel had gelegen, werd zoolang door
de directie in bewaring genomen. Zij had ge
wonnen, als altijd
Maar dan bleek het, dat het spel toch nog niet
geheel en al was uitgespeeld, De doode, evenals
vrijwel alle dooden, had erfgenamen achtergela
ten een schoone jonge vrouw en een klein
kindje. Een schrandere advocaat wil het bewijs
leveren, dat de gewonnen som, die precies een
half millioen francs bedroeg, aan de erfgenamen
toebehoorde, doch de bank was deze meening
geenszins toegedaan (wat wonder!) weshalve de
advocaat een aanklacht tegen de directie van het
casino Indiende. Deze beweerde namelijk, dat in
den zin van de wet alleen de eerste keer, dat ge
wonnen werd, geldend kon zijn, omdat deze door
den inzet van een levende behaald geworden was.
De latere winsten waren door een doode gemaakt,
die niet spelen, dus ook niet winnen kon. De ad»-
vocaat van de weduwe, brengt daar eohter tegen
in, dat niemand bewijzen kan, op welk oogenblik
de speler gestorven is, na den eersten inzet, dan
wal na den laatsten. Misschien dat de vreugde
over dit plotselinge fortuin een te groote hartslag
heeft veroorzaakt, die de aden des levens heeft
doen springen.
Binnen enkele dagen zal de rechter een waar
salomons-oordeel in deze zaak vellen. De Bank
zal een harden noot te kraken krijgen, want op
de bank van den aanklager zit de weduween
die weduwe is zeer schoon.
o
VAN TE WATERTANDEN. Welke gastronoom
(een meer geleerde naam, waarvoor wij gewoon
lekkerbek zeggen) watertandt niet bij de ge
dachte aan echte schildpadsoep, waar geen grein
tje „mock-turtle" (dat is de onechte) ia voor
komt? Fijnproevers weten bovendien het vleesch
van de zeeschildpad, ook buiten de soep te waar-
deeren. Deze groote schildpaden komen voor in
de eub-tropieche zeeën, en om hu» enutóeeltikete
deelen anders dan in blik te kunnen uitvoeren, is
men in Australië overgegaan er de bevriezings
methode op toe te passen. Vooral in Engeland is
deze nieuws spijs erg in trek; er gaan maande
lijks heele scheepsladingen heen. Het bevriezen
van schildpaden gaat precies zoo iin zijn werk
als dat van rundvleesch.
o
POEDER EN SCHMINK IN HET GYMNASIUM-
In het Belgradosche blad „Politlka" verscheen
voor eenigen tijd terug een open brief, welke door
een vrouwelijke leerling van een gymnasium aan
haar directeur was gericht De directeur had nar
melijk verboden, dat de meisjes gepoederd en
geschminkt in de klas verschenen. Ook de lippen
stift werd in den ban gedaan. Op deze maatrege
len verscheen dan de volgende brief.
WelEd. Heer,
Mijn moeder zegt wel ia waar, dat U met Uw
levensinzichten ongeveer honderd jaar op achter
bent, maar daarvan wil ik er slechts tien laten
gelden, want andera zoudt U naast schmink en
poeder ook nog het korte haar ln den ban moe
ten doen. Nu schijnt U zich echter daarmee ver
zoend te hebben, en kunt U zelfs, zooals ik ver
moed, het kopje „4 la gargon" geknipt onder
schelden van één „4 la Ninon" Alleen het schmin
ken eni het uitplukken der wenkbrauwen kunnen
blijkbaar Uw hooge goedkeuring nog geenszins
wegdragen. Ik moet U daarom ronduit zeggen,
dat U Uw opgaven met die van mijn kapster ver
wisselt Ik bezoek de schoonheidssalon om mijn
wenkbrauwen te laten uitplukken en mijn
wangen te laten maaseeren, en het gymna
sium, om te leeren wat sinus en wat cosinus is,
wie Hannibal was en wanneer Julius Caesar leef
de. Het zou mij bijvoorbeeld nooit in mijn hoofd
opkomen om mijn friseur over den Punischen
oorlog te ondervragen of van hem een voordracht
over den ablativus absolutus aan te hooren. Hij
verstaat het woord zeer zeker niet eens, en ik
zou geen woord van hem kunnen gelooven. Daar
om zij het mij echter ook geoorloofd, zeer ge-
aehte keer directeur, ere&eens uw bevoegdheid ai
te wijzen, zoodra U verklaart, dat een meisje
echooner is, wanneer zij er van afziet poeder en
schmink te gebruiken of zich de wenkbrauwen
laat uitplukken. Met de meeste hoogachting.
Een Uwer leerlingen.
Om dezen brief heeft heel Belgrado natuurlijk
hartelijk gelachen. Men kan inmiddels uit hetgeen
door de jeugdige klant van het schoonheidsinsti
tuut, die zonder schmink, en mèt wenkbrauwen
haar uiterlijk niet schoon genoeg vond, is ge
schreven, wel opmaken, dat haar mèt het oordeel
van haar directeur de meening van alle mannen
onverschillig laat, die geen friseurs zijn.
o
DE MOEDER DER OUDEN. „La mère aux vieux
de la Bufcte" dat is de eeretitel voor madame
lmchoiselle die voor de arme, oude lieden van het
Parijsche Montmartre de vereeniging „Warme
Soep" heeft opgericht. Het Is de meest vredelie
vende vereeniging wat bij de aangenomen naam
moeilijk anders zou kunnen die in de gansche
wereld bestaat, zonder statuten en bestuur, alge-
0 meene vergaderingen en al dergelijke kleinigheden
meer. Elk lid van deze vereeniging betaalt vtjf
frano, waarvoor hij het recht verkrijgt, zich te
verheugen ln de medewerking van het mooie
doel, om elke maand aan driehonderd oude men-
schen wekelijks een bord warme soep te ver
schaffen. Éénmaal per week warme soep is wel
niet veel, maar madame Ducholselle neemt het
niet zoo nauw, want wanneer één van haar be
schermelingen eerüs heel ergen honger heeft, kan
hij ook meerdere molen per week komen, en aan
geld voor weldaden van anderen aard mankeert
het al evenmin.
Voormiddags doet de goede vrouw met een
groote hengselmand de ronde bij bakkers en sla
gers, om oud brood en vleesch te verzamelen. En
namiddags begint zij haar wandeling door de ver
schillende café's van Montmartre; zij bedelt voor
de bedelaars, en daar zij geestig ls en een groote
bekendheid bezit en het bij niemand zal opkomen,
dat zij zelf eenig voordeel van haar ^oep"-v©r-
eeniglng geniet, stxoocue» haas 4e glftenj ea gure»