Geestes-Sport en Uersen-Gymnastiek EVENTJES DENKEN. VOOR ONZE SCHAKERS. VOOR ONZE DAMMERS. Vraagstuk No. 306. Vraagstuk No. 307. Vraagstuk No. 308. Vraagstuk No. 309, Hl n !§J n B ut 11 11 iü iü X 181 ÜP 1P IS M pi WARE WOORDEN. ECONOMISCHE OVERPEINZING. Waar „Het Rheinische Madchen" vandaan komt DE WIJSGEER. Bijvoegsel der Schager Courant van Zaterdag 23 Maart 1929. No. 8430. onder leiding van "GEO VAN DAM. a: BA, KA, WAT IS DAT? Als 3 katten 3 ratten in 3 minuten 'kunnen vangen, hoeveel katten vangen dan. 100 ratten! in 100 minuten? DE KOOPVROUW EN DE EIEKEN. Een koopvrouw, die naar de stad ging met een mand met eieren, werd door een wielrijder aangereden. Zij viel en brak al de eieren. Gaarne wilde de wielrijder aan zijn plicht voldoen en de schade herstellen. Hij vroeg hoeveel eieren ze had meegebracht en ze ant woordde: „Dat weet ik zelf niet, maar wel dat als Ik er één, twee, drie, vier, vijf of zes tegelijk telde er »te6ds éen overbleef, nam ik er echter 7 tegelijk, dan bleef er geen over." De wielrijder had gauw uitgerekend.' hoeveel eieren er dan waren geweest. Kunt U dat ook? OPLOSSINGEN DER PUZZLES uit ons vorig nummer. No. 302. „EEN SCHAAKBOBD-PTTZZLÏ?. Men plaatst de vier witte stukken op de velden a2, b7 e8 en f5 cm de zwarte op de ruiten: c3, d6, gl en h4, waarmede aan alle voorwaarden van deze opgave is voldaan. b c d e f g h No. 303. „EEN SENSATIONEELS TOER". Met de linkerhand pakt men 't overhangende deel van den zakdoek beet en heft dit op, totdat 't nagenoeg horizontaal in rechte lijn is geplaatst. Dan geeft men i vet de rechterhand een vluggen slag tegen deni zakdoek naar beneden (ongeveer 15 c.M, van tafel af). De zak doek is dan weggetrokken, maar 't glas is niet ver boord geworden. Degene, die den truc niet kent, pro beert den zakdoek heel voorzichtig weg te trekken, maar dan gaat 't glas onvermijdelijk mee. ivan Henri RImok. Zwart: 2. De diagramstand in cijfers behoort to lulden: Wit Kf2, Da2 cm een P. op f3. Zwart Kf4 en Dd3. Wit speelt en forceert op fraaie wijze de winst. van G. L. Gortmans, Zandvoort. Zwart: 11. i .v* m W/ m 'MM OPLOSSING PROBLEEM No. 805, van Ph. L. Battefeld, Amsterdam. De diagramstand ln cijfers was: Zwart 18 schijven op 3, 5, 6—10, 12—14, 16—20, 21, 23 en 26. Wit 18 schijven op 25, 27—29, 8239, 4244 en 4749. Wit speelt hier als volgt: 27—22, 29X18, 33—29, 35—30, 37—31, 33—32 en 42X13! Als zwart hij den tweeden zet 12X23 slaat dan heeft wjt dam door 37—31 (26X37), 42X2, waarna de partij bij; goed spel eveneens voor wit gewonnen 18. Een zeer fraaie combinatie. ZAKEN ZIJN ZAKEN. U krijgt mijn dochter niet, en had u de moeite kunnen sparen om haar te komen vragen. O, ik moest toch hier zijn voor zaken. De liefelijkste muziek hoort men niet in een oratori um, maar in de menschelijke stem, die zonder voorbe reidingen woorden van teederheld, waarheid of bemoe diging spreekt. o Wanneer de opvoeding als ln de jeugd allerlei /behoef ten leert kennen, die ln het latere leven niet bevredigd kunnen worden, dan ontstaat een gevoel van onvoldaan heid en ontevredenheid. o Tegenover do waarheid kan men wel gelijk krijgen, maar geen gelijk hebben. o Zet uw lióht niet onder de korenmaat, maar laat hot schijnen voor de menschen, opdat ook hun pad worde verlicht. OPLOSSING PROBLEEM No. 304, van Prof. J. R. Neukomm, De diagramstand was: Wit Kb5, Ld4, Pd3, Te5 en zeven pionnen, op a4, a5, b3, c6, f2, f3 en g4. Zwart Kd6, en acht pionnen op ib4, b6, c7, d5, e6, e7, f4 en g5. Wit speelt als sleutelzet Ld4al. Op zwart 1. bao volgt 2. wit Pc2 enz. En op zwart 1. d4 volgt 2. wit Ld4x eveneens met mat op den derden zet. Dit probleem ie wat men noemt een pseudo-Indisclie pseudo-tweezet! De witte stukken bewegen noodgedwongen als ih een In disch thema, maar niet om een patstelling op te heffen, maar omdat het nu eenmaal niet anders kén! Het kruis, het teeken der schande, is geworden het zinnebeeld van een geloof, dat ondanks alle hinderpalen blijft vertrouwen op de zege van het goede, het, zinne beeld van een liefde ,die getrouw is tot den dood. o Werk is het groote geneesmiddel voor alle kwalen en ellende, die de menschheid ooit bezoeken, eerlijk werk, dat ge van plan zijt tot een eind te brengen. o Een diep gemoed, een hoog hart, het Is moeilijk ze te vinden. Zoo gij ze gevonden hebt, houd ze warm en laat ze niet van uw levenspad wijken. In het groote leven, koud en arm, is zulk een vondst de hoogste genade. DE PHILANTROOP. (Smith'a Weekly. Wat: 10. De diagramstand in cijfers moet zijn: Zwart 11 schijf ven/ op 810, 14, 1619, 21, 26 en 29. Wit 10 schijven op 25, 30, 28, 31, 35, 37—39, 41 en 46. Wit, {ïle een schijf achter is en er niet best voor staat, Is blij met remise. Hoe kan wit dit ln deze positie forceeren? *-> Wat ben je aan het doen, Fritsje? Ik ben broekjes aan het maken voor arme, kleine weesjongetjes. 'k Las ergens, 1c weet niet juist meer waar, Da.t we door 't afgeloopen jaar In Nederland best met elkaar Tevreden mogen wezen: De welvaart nam behoorlijk toe, 't Geheel was minder oorlogsmo9, En Holland met z'n .prima koe Had weinig meer te vreezen! We raakten economisoh bij, De schrijver was klaarblijk'lijk blij, Hij gaf bewijzen op een rij, Om dit te constateeren, De statistieken toonden 't aan, En wie daarvoor opzij wou gaan, Volhardend in zijn eigenwaan, Dien zou 't de toekomst leeron! Het was een hooggeleerde heer Met doctorstitels en zoo meer, Belijder van de duist're leer Der staten en tabellen, En moog'lija geeft hern de practljk Per enk'le spaarpot wel gelijk, Hoewel, als 'k in mijn spaarpot kijk Er weinig valt te tellen! Misschien ben 'k, hooggeleerde, dom, Als 'k economisch vraag waarom, 'k Hecht weinig waarde aan de som, 't Totaal van de totalen! Mij lijkt de kring wel wat beperkt, Die door zijn handigheid gesterkt, De winst naar binnen beeft gewerkt Der laatste vier kwartalen! Want, hooggeleerde, deze zaak Behoort misschien ook tot Uw taak, En dan is Uw becijf'ring raak, Dan geeft U heel iets sterkers, Wat is, geschoeid op Uwen leest, Gegrond op Uw getallen-feest. Per hoofd de meerd're winst geweest Van alle prlzna werkers?! Maart 1929. (Nadruk verboden.) EEN LIEDJE DAT EERST NIET „WILDE." andere melodie, al is die ook nog zoo onbeduidend en laat haar overal weerklinken, in ieder café, in iedere bioscoop, bij ieder vermaak. De componist, die zijn lied door de mode zoo begunstigd zag, lijkt te benijden. Men droomt er van, zelJ eens zoo'n vroolijk liedje, dat men ieder repertoire van strijkjes in .café's bioscopen en niet het minst als toegift van lederen 'straatzanger, aan treft en dat overal klinkt, het lied van het „Rheinisches Madchen beim rheinischen Wein." Ongetwijfeld voelen de „rheinische Madchen" zich daar zeer gevleid door, al is het niet de eerste maal, dat zij verheerlijkt werden. Maar ook de meisjes ln andere streken neuriën het refrein mee, dat ook op haar en haar bekoorlijkheden, zoo goed schijnt te passen. Wie is de dichter van dit algemeen bekende lied? j Paul Hoppe heet de veelbenijdè,' wien de mode zoo begunstigd heeft. Onwillekeurig schildert men zich hem in de fantasie af als iemand, die zich minder met ern- j stigen arbeid, als wel met de studie van wijn en het vrouwelijke wezen, dat hij verheerlijkt, bezig houdt. Maar hoe ziet de nuchtere werkelijkheid er uit? Paul Hoppe is een bijna vier en tachtig jarige man, die be scheiden in Munchen leeft. Uit zijn prilste peugd da teert zijn liefde voor de muziek. Door allerlei opoffe ringen kon hij zijn lievelingswensch verwezenlijken en i musicus worden. Ook trachtte hij te componeeren, maar zijn successen waren slechts be.scheiden. In 1882 noo- Idlgde een earnavalsgezelschap uit zijn vaderstad Xeu- len, den jongen musicus uit, zijn medewerking te ver- I leen en bij een van hun uitvoeringen. Hoppe stemde toe I er{ droeg het lied van het „Rheinisches Madchen" op I een avond voor. Het werd maar een beleefdheidssucces, men applaudiseerde, de vrienden spraken hun geluk- wenschen uit en daarmee was de aangelegenheid afge handeld. Hoppe ,die voor het onderhoud van zijn familie moest zorgen, trachtte nu het liedje te vorkoopen aan den Keu'lschen uitgever Tonger. Voor de som van 100 Mark werd deze eigenaar van hét lied en tevens van alle rechten. Het liedje scheen evenwel het noodlot van zijn componist te deelen. Zoo van tijd tot tijd speelde men het in Keulen, maar voor het overige sliep het een zachte slaap. Zoo vergingen bijna twintig jaren, tot dat... ja, hoe weet niemand, niet eens de componist zelf, plotseling iedereen het liedje neuriede of zong. Van den musicus, die bescheiden op den achtergrond van het leven stond wist niemand meer iets. Eén oorspronkelijk schets door SXROLP. (Nadruk verboden. Alle rechten voorbehouden!). De mode is niet alleen op het gebied van vrouwen- kleeding onbeperkt heerscheres. Zij drukt op onze le vensverschijnselen haar stempel en bepaalt hun voorko men en gestalte. Zij beslist over de bouwwijze van onze huizen, over den aanleg van parken en tuinen en niet het minst doet zij zich gelden bij de kleine scheppin gen van het volkslied en den schlager, die niet alleen elk jaar, maar zelfs wekelijks' en dagelijks hét volk overstroomen. In een of andere dolle luim grijpt de mode een of De man keek met een waterigen. blik den spoorweg coupé rond, zette een gezicht, of hij het maar zoo-zoo vond, dat hij Ln. zulk profaan gezelschap was verzeild geraakt, glimlachte dan neerbuigend tot een bescheiden heertje, dat in een hoekje weggedoken zat, een klein grijs heertje, dat toevallig net opkeek, en begon dan met een wijsgeer/gen toon te spreken: „Ja, meneer, U zit nou wel dn dat boekie te koeke loere, maar leert U dat van mjj, meneer, as je geen verstand héb, kun je het uit boekies niet leere. Je mot er om zoo te zeggen mee géboren! zijn, snap U? Een soort aangeboren geleerdigheid. Niet om mezelfs te prijze, méneer, maar ik heb aardig wat van de wereld gezien en er zoo empassant heel wat van opgestoke. Niet uit boekies, meneer! Nee, me oore en ooge goed de kost gegeve, het leven zelf bestudeerd, snap U? De praktijk! Niet dat ik niet voor de geleerdheid ben, dat mot U niet denke, maar het mot in je zit te, snap U? Zooals de dichter zegt: zooals de oude zong, zoo is ie gebekt! Snapt U wel? Elk vogeltje zingt zooals de jongen piepen. Dat is het. En nou ken je stapels boekies lezen, en twintig jaar op school gaan, dat geeft allemaal niks, as je geen verstand heb, het mot je aan- gebore zijn. Ik geef niks om al die boekenwijsheid, geef mij maar de praktijk. Ik heb ln die dertig ja re dat Ik ONOELUKKWE MJDDEUWAAT1 (Pwdag Sbow) Een gezonde en sterke man ais jij moest zich schamen om te bedelen. Wel mijnheer, ik ben van de ongelukkige middelmatige constitutie. Te zwaar gebouwd voor iteht werk en te licht voor zwaar werk.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1929 | | pagina 21