Ah men de wasch met Henco in de week zet!
JONGENS
voor/iet m cfe week
zetten den wosck
Reclames.
WAARSCHUWINGSSIGNALEN.
Se "tegenwoordige toestand in Rusland.
PUROL
BILLY BOO.
dan had mijn onbekende vriend gelijk.
Maar wij mogen dit niet aannemen. Omdat dit in
strijd Is met de historische werkelijkheid,
Immers: de 'historische werkelijkheid toont ons, dat
de menschenmaatschappij voortdurend zich wijzigt
en dat dit plaats heeft gelijktijdig met en onder den
sterken invloed van de wijziging, die zich voltrekt
in de ideeën.
Of anders gezegd: wij zien in de historie der mensch-
heid de werking van den Geest. Ik heb juist de laat
ste aflevering ontvangen van het tijdschrift „Het
Nieuwe Laven", onder redactie van Kees Meijer en
even er in bladerend valt mijn oog op een zinnetje
aan het slot van een artikel van den modernen filo
soof Antoon Vloemans. „Het woord", zoo schrijft hij,
„de geest, bouwt het leven en de g r o o t e geesten
vormen het leven van de menschheid."
Voelt ge nu wel, mijn onbekende vriend, dat er geen
reden is om van wanhopig en strijd te spre
ken?
Gij zegt dat een arbeider al» gij, niet gelooft in
God enz. Ik vind dit verklaarbaar, wanneer ik daar
bij denk aan den God der kerken, denk aan de nu
eens kinderlijke en dan weer kinderachtige, nu eens
dwaze en zotte en dan weer diepzinnige dingen, welke
men van dien God verkondigt, denk aan het goedige
Vadertje of aan den grimmigen hemeltyran of den
•Jjdeleu heerscher, dien men van Hem maakt.
Maar denk eens na en vooral: denk eens diep dóór
over deze vraag: „Is het wereldgebeuren een spel van
blinde krachten of is in het wereldgebeuren een rich
ting en wel in 't bijzonder, een redelijke richting te
bespeuren?"
Komt gij tot de meening, dat er moet worden ge
sproken van blinde krachten, ja dan hebt ge recht
tot wanhoop, dan kunt ge aan geen uitkomst geloo-
ven.
Maar mijn innige overtuiging is dat do dóórdenken
de mensch tot deze meening niet k&n komen.
Het is dan ook wel een zéér, zéér opmerkelijk ver
schijnsel, dat juist de wetenschappelijke denkers van
heden met het oude materialisme volkomen hebben
gebroken.
Indien gij evenwel komt tot do erkenning, dat in
het wereldgebeuren een richting, een r e d e 1 ij k e
richting is te bespeuren, dan zult ge daarin vinden
uw kracht! Want dan hebt gij uw God gevonden.
Begrijp me nu goed. Ik bedoel hiermede niet,
dat go dan terugvalt in eenig antiek geloof of een
kerkleer gaat belijden. Ik wil hiermede slechts zeg
gen, dat ge dan houvast hebt, dat ge dan ver
trouwen kunt, dat ge dan, ook bij al wat u hindert,
nog iets van blijmoedighoid kunt bezitten. En deze
blijmoedigheid zal haar oorsprong vindon in hot
innerlijke weten, dat ook gij, strijdend togen alles wat
bolemmerend werkt op uw mbnsch-zijn, niot te ver
geefs arbeidt, wannoer gij gaat in die rodelijke rich
ting.
Mocn nu niet, dat ik geen rekening zou houden met
de moeilijke omstandigheden, waaronder gij (en ve
len met u) leeft. Het tegendeel is waar. Zeker, ik ver
keer in andere positie dan gij. Gij zoudt mij ongetwij-
v feld indeelcn bij de maatschappelijk-bevoorrechten.
Toch voel ik evenals u den druk der omstandigheden,
welke deze maatschappij schept.
Maar daarbij ben ik er zeer sterk van doordron
gen, dat deze omstandigheden zich zullen moeten wij
zigen zoodra de immoreole, de het-hoogste-in-den-
mensch-vennoordende werking daarvan in zich ver
breed ende kringen van menschen wordt bosefd.
Om deze reden verheug ik er mij over, dat er men
schen zijn zóó als gij er een blijkt te wezen. Want
als ik u goed heb begrepen, dan is het juist uw ge
voel voor rechtvaardigheid, dat u opstandig maakt
En dan zou ik het zoo heerlijk vinden dat U naast
die opstandigheid ook hadt dat geloof on vertrouwen,
waarvan ik zoooven sprak. Dan zou do wanhoop in
u plaats maken voor do rustige verzekerdheid dat
ook in de menschelijke samenleving de eeuwige
evolutie zich voltrekt en dat daarin dus een voort
durende stijging is van lager naar hooger, van
duisternis naar licht, van strijd en verwarring naar
vrede en eenheid'.
Gij vraagt mij U den weg te wijzen naar dat
licht?
Daar zijn, zegt een oud spreekwoord, vele wegen,
die leiden naar Rome. Welnu zoo zijn er vele wogen
die leiden naar dat licht. Eén weg is de bestudeering
der wereldgeschiedenis; een andere is bet ernstig,
maar zwaar onderzoek van zich-zelf in zijn diepste
wezen, het raadplegen van het gevoel; een derde weg
ook moeilijk is ter schoole te gaan bij de groote
denkers. Ieder kieze den weg, die het meest past bij
zijn aanleg en aard en neiging.
Maar vóór alle dingen zeg ik u: vertrouwt op de
Stem van uw hart! Zij is de Godsstem, die onbedriege-
lijk is, want daarin uit zich de Geest, de Eeuwige.
telijk welkom geheoten hebben. HU was een vriend,
wiens komst slechts geluk brengen kon.
Zij vroeg zich onder het loopen af welken dag hij kie
zen zou. Zij was blij, dat hU geen bepaalden datum ge
noemd had. Het was een prettig gevoel, dat iedere dag
hem bij haar brengen kon.
Toen zij dicht bij het plekje was, merkto zij, dat
lichte 8tappen achter tiaar kwamen. Zij kook over haar
schouder, maar do non scheen 'haar recht in do oogon
en zij kon slechts vaag een mannengeataltö zien nade
ren. Zij kon niet gevolgd worden, daciht zij, on zij liep
verder voort, denkend aan Crowther don vriend, die
haar geholpen en bijgestaan had in een tijd, dat «dj fei
telijk zonder vrienden was.
Maar de voetstappen klonken steeds dichterbij. Plot
seling boeefte zij, dat hot zijn bedoeling was haar in te
halen en mot dat besef maakte de oude vrees zich van
haar hart meester. Zij keerde zich plotseling om en
bleef staan.
Hij was daar, geen dozijn yards van baar af. HIJ riep
haar, toea zij zich omkeerde.
Zij balde haar vuisten en ging hora tegemoet
„Plora," xeide *iJ en tn haar stem klonken verwijt en
strengheid vreemd dooreen.
Maar Piera liet zich niet uit het vold slaan, HU Hop
vlug naar haar toe, nam haar handen ln do zijne on
overstelpte haar met een stortvloed van woordon: „Bon
Je daar eindelijk? Ik heb ui*en op Je gewacht. Maar ik
was in het water, toen ik je zag, en ik had goen onke
len handdoek, anders zou ik je al eerder ingehaald heb
ben."
Hij lachte, terwijl hij sprak, maar het schoon Avery
toe. dat hij niet heelemaal normaal waA. Zijn zwarte
hojM- plakte nat op zijn voorhoofd en daaronder sohit-
terdea, ssjjn oogelj, vreemd alsof hö zich geweld oplegde
„Boe ter wereld kom je hiorT" vroeg zij,
Wordt t wasschen gemakkelijker
Zet *8 avonds voor den waschdag de wasch in de week in
een koude Henco oplossing. Henco lost 's nachts alle vuil op
Hcnco
Éeoig impoctew E. Ostermaan Co s Handel Mij.. Amsterdam Fabrikante: HeïnteT'arcIe^Tkr^r^üsaeïdp^
En wanneer gij deze Stem beluistert, dan zult ge
niet meer u voelen als een wanhopige, maar ge zult
u voelen als één die een bewust medewerker wordt
aan het groote geestelijke evolutieproces, dat de maat
schappelijke evolutie beheerscht. En zeg nu niet dat
ge mddr een arbeider zijt. Want 'onder 'uw kamera
den hebt gij een prachtig arbeidsveld. Wek iu hen
het goede, het rein-menschelijkël Beziel hen met
geestdrift voor de groote beginselen van waarheid,
van recht en... van liefde bovenal!
En ge zult ervaren dat dan in uw zorgenvolle leven
iets komt van dat onzegbaar heerlijke, dat het doel
is van hen, die niet alleen willen denken aan zich
zelf en eigen geluk, maar die gedreven worden door
de begeerte do menschheid to dienen. Go zult iets
'hebben begrepen van het geheim dier grooten en no-
belen, die zich 'hebben gegeven aan de menschheid,
die nochtans baar smaad hebben gedragen en die
de wereld hebben aangezien met een «achten glim
lach vol van begrijpen en van vergeven.
ASTOR.
Als uw organisme zelf u door pijn en ikwalen, een
duizelig gevoel, oorsuizingen en andere stoornissen
waarschuwt, dat de nieren! het urinezuur en andere ver*
giftige stoffen niet behoorlijk uit het bloed filtreeren,
dient gij u in acht te nemen; Gij kunt het spoedig ge
noeg zelf uitmaken:
!Let er op of gij laat hebt van rugpijn, rheumatische
pijnen, Ischias of spit, een prikkelbaar, zenuwachtig,
afgemat gevoel, oen govool of uw ooron Huizon of gon
zen; te vaak of t.o weinig aandrang tot urlneeren, troe
bel, te donker of te licht gekleurd water. Brandend en
pijnlijk bij de loozing. Zanderig, gruisaohtig of draderig
bezinksel.
Elk dezer verschijnselen kan botoekenen, dat uw
nieren hulp behoeven. Gebruik dan onmiddellijk Pos
ter" s Rugpijn Nieren Pillen. Zij worden aanbevolen als
het middel, dat d'e verzwakte nieren opwekt, de urine-
loozlng regelt eni u bevrijdt van rugpijn, rheuimatiek,
en die andere ellendige verschijnselen van nleraandoe-
ning.
Verkrijgbaar (ln glasverpakking met geel etiket
let hier vooral op) bij apotheken en drogisten f JL75
per flacon.
UIT EEN BRIEF VAN EEN ARBEIDER.
„Je ziet dat het verkeerd gaat, maar Je kont er niets
aan doen."
'Sinds onheuglijke tijden is het in Rusland gewoonte
dat bepaalde streken een bepaald soort vaklieden op
leveren. Hlet gouvernement Kaloega levert aan Mos
kou en de andere groote steden van Centraal-Rusland
timmerlieden. In het voorjaar trekken deze timmer
lieden naar Moskou om er werk te zoeken bij de
bouwvakken (er worden in Rusland tot nu toe veöl
houten huizen gebouwd), In het najaar, wannoer het
werk in de bouwvakken stopgezet wordt (in Rusland
wordt des winters niet gabouwd), keeren zij naar hun
dorpen, waar hun gezinnen blijven, terug. Een derge
lijke timmerman uit het gouvernement Kaloega heeft
aan de „Dni" een 'brief geschreven over den tegen-
woordigen toestand in Moskou. Deze brief geeft de
stemming van de arbeiders van het platteland goed
weer. Het H'sbl. ontleent aan den brief de volgende
bijzonderheden.
Op het platteland is alles bij het oude gebleven,
maar te Moskou zijn er groote veranderingen. Goed
gekleede menschen ziet men tegenwoordig te Moskou
zelden. De meeste stedelingen zijn gekleed op dezelf
de wijze als wij plattelanders. Onze boeren-kleeren
zijn bovendien van betere qualiteit en warmer dan
die van de stedelingen. Wij loopen dan ook overal
rond zonder ons te geneeren over onze plunje. Het
verschil tusschen do stedelingen on de plattelanders
is op dit gebied dus verdwenen.
Ook de woningen der stedeïingon zijn nu niet beter
dan de onze. Nu woont te Moskou in elke kamer een
geheel gezin, soms wonen zelfs twee gezinnen in één
kamer. De een slaapt in een bed, de ander op den
vloor, de derde op een bank, de vierde op stoelen.
Dus precies als bij ons in de dorpen. Alleen is er in
een boeronhuisje meer ruimto. Vroeger schaamde jo
je in jo doprsplunje een woning te Moskou binnen to
komen, maar nu hoof je jo niot meer te genoeron, al
stoeien en ravotten graag, maar
vallen en bezeeren zich dan ook
•dikwijls. Zorg daarom altijd in huis
voor een doos
Doos 30 cent.
Toea hij ln de afdeel lng kwam,
De zilveren voering hadibekeken;
En alle» ln ©ogenschouw nam.
Dwergen waren aan het •nw.^An,
Met oen groote naalmachlen,
Anderen zaten mot gokruisde beenen,
Zooals hij van kleermakers had geziezt
Met een strook zilveren voering,
Werd Iedere wolk afgezet
Alles ging hier even keurig,
Allea ging hier even net
Was een wolk, na passen en meten;
Eindelijk geheel gereed gemaakt,
Werd de wolk door andere dwergen.
Netjes aan den zolder vastgehaakt.
Ik ben benieuwd, of er nog meer interessante dingen
te zien zijn, in deze fabriek, maar we moeten wachten.
HU lachte. „Ik zeg je, dat Ik al uren hier ben. Ik Iben
vannacht gekomen. Maar lk kan je moeilijk 's ochtends
ora twee uur wakker kloppen. Dus moest lk wachten.
Hoe maken jij en Jeanle hot?"
Avery trok langzaam haar handen los en liep verder
naar haar rotuachtlg plekje. „Jeanle is veel beter", zeide
zij op weinig aanmoedigenden toon.
Piera liep naast haar met oen zekere stijfheid ln zijn
gang. De lach was van zijn gezicht weg. HU zag er bleek
en ernstig uit.
.Waarom heb Je ons niet gomeld, dat we je verwach
ten konden?" vroeg Avery eindelijk.
„Verwachtte Jo mo -dan niet?" antwoordde hfl en rijn
stem was scherp als een uitdaging.
„Neen, natuurlUk niot"
„En toch was Jo niot zoo heel erg verwonderd
mij to «Ion," antwoordde hU met Iets hoononda ln rij»
stom.
A/vory liep door tot zij bU haar beschut plokje was.
Daar legdo «Ij haar werktascto neer, keerde zich reso
luut om on «oldo:
„Vortol mo waarom Je hier bont!"
HU kook haar oon oogonbllk woest van ondor rijn
Kwarto wonkbrnuwon aan on groep hanr onvor-
wacht bU honr polsen.
•rik wti hot jo Koggen," zoldo hU koortsachtig vlug.
„Ik ben gokomon, omdat bU don homol lk niet wog
blljvon kan. Avory, luister naar mo. Ja, Je moet luloto-
ren. Ik bon gekomen, omdat lk moest, omdat JU alles
op do worold voor mU bont. Ik geloof niot lk kon
niot goloovon dat lk niets voor jou bon. Dat kan Je
niot y«rIUk zoggen. Ik heb jo lief mot mUn gohoolo ziel,
mot alles, wat lk bon, goed of sleoht Avory Avery,
zog, dat Jo mU ook llofhobt!"
Een ©ogenblik ww het arrogante uit zijn «tem wog
«n veranderde ln .iets «meekond». Maar Avery bleef
zwUgend, doodsbleek, wanhopig kalm voor hem staan.
Zij deed niet de minste poging, om zich los te maken,
maar haar vuisten waren gebald. Er was Iets passiefs
in haar houding.
HU was zich den krachtlgen tegenstand bewust, doch
dit prikkelde hem slechts des te meer. HU hief haar ge
balde vuisten op en drukte ze stijf tegen zijn hart
„Jo behoeft niet te probeeren mU van jo te stooten,
want ik zou toch niet gaan. Ik weet dat jo van me
houdt, anders zou Je de moeite niet genomen hebben
mU dien brief te schrijven. Luister. Ik ben hier gekomen
om met je te trouwen. We kunnen vandaag naar de
stad gaan Jeanle ook, als je dat wilt En morgen
morgon zullen we met een speciale licence trouwen. Ik
heb allea overdacht. Je kan niet weigeren. Ik heb geld
van mezelf geld genoeg. En je behoort mU reeds toe.
Het dient nergens voor dat te ontkennen. Je bent mUn
vrouw mlja vrouw; en ik wil niet langer probeeren
zonder Jou te leven."
Wild en woest kwamen de woorden «ruit; Aver/a
handen waren niet langer gebald. Zij lagen open tegen
zUn borst on hot hameren van zijn hart doortrilde haar.
HU boog zioh hartstochtelUk naar haar toe. „Avery!
Avery!" fluisterde hU dringend.
Haar oogon waren strak en onbevreesd naar hem op
geslagen. Niet door het geringste gebaar trachtte «U
hom to ontsnappen. Zij duldde «Un handen op haan
schouders. ZU duldde zUn wlld-hartstochtelUken blik.
ElndelUk echter zeldo zU heel duidelijk en heel vast
beraden: „Piera neon!"
•ZUn gezicht was dicht bij het hare, „Ik «eg: „Ja",
zoldo hU op beslisten toon.
Avery bleef zwijgen. ZUn handen trokken haar naar
hora toe en nog bood zU geen tegenstand; doch ln deze
oogonbllkken van stille passiviteit was zU sterker dam
hij. Haar persoonlijkheid etrasd met de zijne en «1 won
heb je lapti (soort basten klompen) aan. Ook hieria
zijn de stedelingen dus onze gelijken geworden.
Het vroegere goede eten is ook te Moskou niet
meer te vinden. De Moskouers eten zelfs minder goed
dan op het pulatteland. De vrouwen te Maskou moe
ten nu evenals de vrouwen op het platteland elk?
boterham tellen en er voor zorgen, dat geen enkels
kruimel verloren gaat. De goede tijden zijn voorbij,
De Moskouers zijn ontevreden, maar wij vinden het
zoo best: laten de stedelingen ook leeren, wat brood
is en hoe men elk stukje brood in eere moet houden.
In plaats van de vroegere faraon's (scheldnaam
voor politieagenten onder het oude regime, zoo iets
als „klabak" hier te lande), hebben wij nu railton'a
(scheldnaam van de tegenwoordige politieagenten),
De faraon's zagen er beter uit, je zag nooit een dron
ken faraon op straat, hetgeen nu wel het geval ia.
Overigens is er weinig verschil; de tegenwoordige
milton pakt je net zoo bU je kraag als vroeger de
faraon.
Engros bij J. F. v. LIESHOUT en O. KUYPER,
Alkmaar,
Pakte Jo echter een faracon bij jo kraag, dan hield
jo jo mond, imaar een milton kun je ook op zijn kop
kop geven. Zijn cr kennissen of vrienden in do buurt,
dan hoof je niets te vreezen. Je moet alleen maar
zooveel kabaal maken als je maar kunt en een van
je vrienden moet do vakvereeniglng opbellen, dan
doet do milton jo niets. Hot is nu eon zeer slechte
tijd voor zachte menschen, maar wie van zich af kan
'bijten, voor dien voelt de overheid respect.
Wat er wel te Moskou goed is dat is het goed
koop© brood. Op het platteland kan men nu meel
niet onder do zeven ©n eon half roebel per poed krij
gen (roggemeel) en te Moskou betaal je voor brood'
vijf kopeken per pond. Het brood is slecht gebakken,;
maar wat wil je voor een stuiver (hebben? De rege
ring zal aan de broodvoorziening van Moskou, veel
geld verliezen, maar ons gaat dat niet aan. Wie kans
ziet, smokkelt 'brood uit Moskou naar het platteland.
Wij zullen dat later alles moeten bezuren, maar voor
loopig profiteer je er van.
De arbeid is nu oninteressant, je kunt niets leeren.
De tegenwoordige architecten weten niets; zij leeren
ons niet, maar komen ons om raad vragen. Gebouwd j
wordt er zonder ecnig plan en zoo slecht, dat wat j
jo vandaag bouwt, morgen afgebroken moet worden.
Natuurlijk doet niemand zijn best. Jo ziet, dat het
vorkoord gaat, maar jo kunt er niets aan doen.
DE REDEN.
(Everybody's Weekly.)
Vrouw: Alle mannen, die ik een blauwtje heb
laten loopen, zijn nu veel rijker- dan jij.
De Man: Natuurlijk dat is de reden.
zij misschien geen terrein, zij verloor het ook niet-
„Avery!" zeide hij plotseling en scherp. „Wat heb jeT
Waarom zeg je niets?"
„Ik wacht," zeide zij.
„Wacht," echode hij. „Waarop?"
„Ik wacht tot je tot Je zelf komt, Plera.
Hij laohte een vluggen, onbeschaamden lach. „uenz
je dan, dat lk niet weet wat ik doe?"
„Ik ben er zeker van, dat je Je, als je dat weet, meer
zult schamen dan een fatsoenlijk man ooit reden zaï
hebben, om te doen."
Hij kromp Ineen bij die woorden. ZU zag het bioea
ln eon groote golf naar zUn voorhoofd stroomen en in
wendig kreunde hU- ZUn greep werd ieder oogenbU*
dwingender. Z\j wist, dat hU rich inspande voor een
groote poging, die de kracht, welke hem weeratond,
moest vernietigen. ZUn lippen waren zóó dicht bU ao
hare, dat zU zUn heeten adem op haar gezicht voelefl
kon. En toch traohtte zij niet zich los te rukken, daar
zU instinctief wist, dat de strUd verloren was zoodra
haar zelfbehoersohlng bezweek.
Langzaam stierf de brandende bloa onder haar oogen
weg. ZUn gezicht veranderde, werd harder, minder
hartstochtelUk- „Dtis", zeide hU met een vreemde kalm
te, „moet lk Je niot kussen. Het zou oneervol rijn
wat?"
„Het zou verachtelUk rijn dat weet je heol goed -
een vrouw tegen haar wil to kussen."
„Zou het tegen Je wil zUn?"
„Ja, dat zou het", antwoordde rij op vasten toon»
hoewel haar een trilling doorhuiverde. ZU voelde, dft
vastberadenheid begon te wankelen
Wordt wtrvolgd.