Muiterij in volle zee. EVENTJES DENKEN. VOOR ONZE SCHAKERS. VOOR ONZE DAMMERS. Bijvoegsel der Schager Courant van Zaterdag 13 April 1929. No. 8441. BÜRGERUJKE OVERWEGING. Het onbekende eiland Marken. Geestes-Sport en Ueisen-Gymnastiek Vraagstuk No. 318. Vraagstuk No. 319. Vraagstuk No. 320. Vraagstuk No. 321. m Hf M w m 11 g| m 1 n II i§ 1 IJ Bi H 8 fg Pj q 58 Onze militaire geestkracht stijgt met den modernen tijd Tot een goed en vriend'lijk streven, Om aan 't daag*lijksch burgerleven Meerder veiligheid te geven Tijdens onzen toekomsttijd. Eerst de zorg voor burgermaskers, Als de stille vijand komt, 't Gas, dat als on^lchtb're wade Voortsluipt langs onzlchtb're pade, En bij deze maskerade Menig 'kindermond verstomt! Toen het voorsdhrift voor de huizen: Stop vooral de kieren dicht, Zoek een veilig 1 onderkomen, Waar geen gas kan binnenstroomen Met zijn schroeiende atomen, Kent Uw duren kelder-plicht! Later mochten we ervaren, Dat in tijd van oorlogsnood 'n Breede strook van Neerland's landen Wordt verwoest door onze handen, Om den vijand neer te branden In de zone van den dood. Verder gingen nog de zorgen, De censuur in oorlogstijd Zal de bulletins verspreiden, Militair eerst voorbereiden, 't Goede van het mind're scheiden, Dus de waarheid met beleid! O, wij burgers zijn maar stumpers, Als de oorlog eenmaal woedt, Als we onze makkers dragen, Door de donk're doodendagen, Als we om berichten vragen, Opgejaagd en klein van moed! Maar nu alle3 nog in vree is, En bezonnenheid in tel, Vragen we, en ons betoog is, Waar dit blijkbaar de proloog is, Of de inzet niet te hbog is Voor het eens te spelen spel!! April 1929. (Nadruk verboden.) Uitere verU verknoeit te veel papiet moet aan twee kanten schrijven. Schrijver: Maar aan twee zijden be schreven copie neemt ti niet aan. UitereverTuist. Maar u spaart daar- finse pojtW" mi. (Bulletin.) als op het Kesbuurtje met het Fort, de echte onaange taste buurtsfeer van de bijna voor-historische werfne- derzettingen, die wij ook op de Noord-Friesche eilanden langs de Deensche kust en meer in het bijzonder op Hanswarft van Hallig Hooge en Warft „Hilllgen lei" op de Hallig Langenesz terugvinden. Daar op die stille werven leven de echte Markers in de rust en de saam- hoorigheid van hun buizen-kluftjes, en de stroom vreem delingen gaat ver langs hen heen wordt er nimmer an ders geleid dan van het Havenbuurtje, om het Kerkhof werfje naar het Kerkbuurtje, dat door de eilanders al tijd „Mekeuref" wordt genoemd en waarin nog een vage herinnering bewaard wordt aan den ouden Monniken werf. Op de werven langs de Zeereide, ls nog niets van den nieuwen tijd doorgedrongen! Daar leeft men nog in een sfeer, welke onze gedachten verplaatst naar den tijd van Plinius, die in zijn Historica naturalls 16.2 beschrijft hoe de bewoners onzer Noordzeekust leefden, een be schrijving, die feitelijk ook thans nog toepasselijk is voor de werfbewoners op Marken. Litteratuur over deze primitieve samenleving bezit ten we niet! Van de sociale verhoudingen der Marker werfbewoners weten we zoo goed als niets. En toch biedt een zoo klein eiland als Marken een studieveld vol onverwachte rijkdommen. De kleederdrachten zijn mogelijk nergens in West-Europa het ernstig bestudee- ren zoo waard als op dit 123 H.A. groote eiland met zijn 1300 bewoners, die er nauwelijks 25 families vormen. Een dorado voor eugenetische onderzoekingen, waar mede dan ook de jonge geneesheer dr. Hartman een be- gin gemaakt heeft. En ook op het gebied der anthro- pologie is Marken nog niet voldoende geexploreerd. Welk een schat van materlaa\ bied dit eiland te ver werken aan hem of haar, die voor de droogmaking nog eens een verhandeling wil schrijven over de Siedlungs- kund.e der Marker Warft-Bevölkerung, zooals een. Duitsch geleerde ongotwijfeld het eindresultaat zijner onderzoekingen zou betitelen, waarbij hij zeker ver geefs gezocht zal hebben naar Hollandsche litteratuur, maar tot zijn verrassing in het nieuwe boek van Ro- bert Mielke den plattegrond van Haus auf Insel Mar ken (Südersee) zal hebben gevonden en zal gelezen heb ben: Die Grundlage des friesischen Dorfes ist eine strenge Ordnung und das Hervorkehren des Giebels. Ursprüngllch Ist es mit den sachslschen verwandt viel leicht nur in dem Sinne, dass beide von einer nordischen Urforrn abstammen von der das Haus dor Insel Marken (Südersee) eine Verstellung gibtSpater aber bat slch da£ Erstere als Ergebnis der insularen Lage der alteren Dör fer gespalten, sodass jede Marsch selbts jedes Dorf! seine Besonderheit ausgebildet hat." Die „Scandina vische oervorm" van het Marker visschershuis is vol komen gelijk aan het drievertrekkenhuis uit Dalarne. Waar zijn de mannen, die voor het Moederland willen doen, wat anderen reeds voor de wingewesten gedaan hebben? Zonderling genoeg moet hier Indië Nederland ten voorbeeld gesteld worden! En wie ls er, die ook al is het hem niet mogelijk een Hubrecht, een Cremor te volgen gelden beschikbaar stelt om althans de herinnering aan de Marker volkscultuur, zich uitend In woninginrichting en kleederdracht te bewaren ln het Neöerlandsch Openlucht museum, waar ook het op Mar ken en elders langs de Zuiderzeekusten te verzamelen materiaal verwerkt dient te worden in rijk geïllustreer de uitgaven, die ons in latere tijden een beeld kunnen geven van veel, dat door de droogmaking onherroepe lijk in weinige jaren geheel verdwenen zal zijn? was. Temeer, daar niemand begreep, waarom de ouwe maar aldoor tegen den stormwind liet optornen. Zooals de tweede stuurman zei: „Waarom laat ie de schuit nou aldoor met gereefde zeilen dwars tegen den storm ingaan? Waarom? Of zou ie om de Falklandseilanden heen willen gaan? Maar dat ls idioot?! Waarom gaan we niet naar het WJesten? De ouwe ls stapelkrank zinnig!" Zelfs de bemanning begon er over te mopperen. Ze wisten natuurlijk heel weinig over de positie van het schip, maar ze wisten toch genoeg om te beseffen, dat het waanzin was, om tegen een Oostenwind op te tor nen, als je naar het Westen kunt gaan. De Ouwe Het niets merken, ofschoon hij toch zeker bespeurd moet hebben, dat er onder de bemanning wat gaande was. Pal Oost houden; was zijn. laatste bevel, als ie 's avonds naar kooi ging. En 's nachts kwam hij- er een keer of wat uit, om na te gaan, of zijn bevel wel w'erd nagekomen. Op een morgen, toen we onder de veertigste breedte graad waren, liep de wind om en werd Zuid-Oost. Kon den we beter verlangen, wij die om Kaap Hoorn moes ten komen? En wat deed de ouwe? Hij stuurde Oost! Een was er, die beweerde dat hij bang was voor Kaap Hoorn en om Kaap de Goede Hoop zou varen, maar dat was belachelijk! De Ouwe bleef zwijgen en gaf nle- .mand tekst of uitleg van zijn vreemde manoeuvre. Het was onbegrijpelijk; Toen de eerste stuurman aan dek kwam, om het roer van den tweeden over te nemen, en hoorde, welke koers gehouden werd, was hij stomver wonderd. „Bij God", mompelde hijs „hij haalt het toch niet in zijn kop om de Kaap om te gaan? De Tweede kon daarop geen antwoord geven en. ging naar beneden naar den schipper, om uitleg te vragen. Maar hij kwam onder leiding van GEO VAN DAM. WAT DE VREEMDELINGEN EN ZELFS DE EIGEN LANDGENOOTEN NEET ZIEN. En den. Amerlkaanders'in die handen gestopt wordt; D. v. d. Ven schrijft in Heemschut over Marken, dat door de droogmaking van de Zuiderzee zijn eilandkarak ter zal verliezen en „aan den vasten wal zitten." De meeste vreemdelingen zien feitelijk geen enkel echt Marker binnenhuisje! Zij worden door de gidsen ge bracht naar een half dozijn min of meer als „shop" in gerichte kamertjes, volgepropt met een mengelmoes van Oud-Marker, Tjecho-Slowaaksche en de hemel mag we ten met welke andere geprostitueerde volkskunstpro ducten meer, die met Zaansch zilver-smeedwerk, koperd en tinwaren een grif afzetgebied vinden bij de benden ..Amerikaanders" die nooit verder komen dan Haven en Kerkbuurt En juist aan- de Zeereide (uitgesproken ala „Ser&j") en onder welke samenvattende benaming de Markers eanduiden de Witte Werf, de Groote Werf, de Rozen- Werf en de afgelegen Moenis-Werf, heerscht er, even MODERNE REKENKUNDE. Stel dat een kwart van 20 drie was, wat zou dan 1/3 van 10 zijn? DE JONGEN EN DE EENDEN. Een jongen, die eenden naar huis dreef, werd ge vraagd hoeveel eenden hij had. Hij antwoordde: „als ze in één rijtje looperr, dan zijn er twee eenden, vóór een eend, twee eenden achter een eend en één ln 't midden. Hoeveel eenden had hij? Een zeeman ^geschiedenis, vrij naar het .EngoTaoK Naverteld door SIROLF. (Nadruk verboden. Alle rechten voorbehouden). Het gebeurde jaren geleden; toen lk nog stuurmans leerling was. In Rio de Janeiro werd ik, met de offi cieren en nog een paar leerlingen overgeplaatst van het goede schip Rosemary, op de sohoenerbark Sea- horse. En ik werd meteen benoemd tot derde stuurman. Zonder gage natuurlijk, maar ik kwam daardoor ln de kajuitsmenage en dat beteekende veel voor een Jonge- kerel, die nog in de groei ls. En bovendien; had ik nu het voorrecht, om te kunnen vernemen, wat de eerste en de tweede stuurman over den „ouwe" (den kapitein) allemaal te vertellen hadden. Hot was een rare bonk, die kapitein Nettle. Ik geloof dat hij geen tien woorden tegen iemand sprak op de heele reis, uitgezonderd zijn bevelen natuurlijk. Behalve dan tegen den zeilmaker. „Zeil", zooals we den ouden zeilenmaker noemden, was de eenige waarmee hij sprak en, waar hij de heele reis ruzie mee had. Over een bramsteng of een. topzelltje of een lap in het groote zeil. Hun gekrakeel leidde nooit tot eenig resultaat. Daar was het ook blijkbaar niet om te deen. EGet was feitelijk niets anders dan het getwist van twee oude kerels voor hun eigen plezier. Zeil was net zoo stil en zoo wispelturig als de „ouwe". Nee, kappie Nettle leek niet veel op den ouwe van mijn vorige schip, kappie Bunks, die geregeld den) roer ganger uitkafferde en ons allemaal voor landrotten en opvreters uitschold, als we tegenwind hadden, en die de goedmoedigste oude zeerob was, wanneer alles naar wensch ging. Dagenlang ging alles goed, tot we een heele reeks van stormen uit het Oosten kregen, wat nogal vreemd OPLOSSINGEN DER PUZZLES uit ons vorig nimmer. No. 814. „DE ERFGENAMEN EN DE SCHAPEN". Wel, men geeft de erfgenamen eerst nog één schaap er bij ter verdeeling onder voorwaarde, dat men het terug krijgt als het daarna overblijft. Er zijn dan dus 20 beesten en nu blijkt, dat verdeeling gemakkelijk is uit te voeren; de eerste zoon vkrijgt dan de helft of tien schapen, de tweede een kwart of vijf schapen en de derde een vijfde of vier schapen, te samen krijgen ze dus toch maar negentien schapen, waarna men het geleende schaap terugneemt en de kwestie opgelost is!! No. 815. DE GRIEKIN EN JTJPITER. De griekin had 3 drachmen bij zich. Nemen we de proef op de som dan blijkt dit Juist te zijn. van K, A. L. KubbeL Zwart: 2. ede Wit: T. De diagramstand in cijfers behoort te luiden: Wit Kb, Db4, Pfl, Pg7 en drie pionnen' op a4. d6, en e3. Zwart Kd5 en Lh.4. Wit speelt en geeft mat in drie zetten. OPLOSSING PROBLEEM No. 816, van Dr. J Schumer. De diagramstand in cijfers was: Wit Kb4, Db2, TgT, Le7, Pg6, Fh3 en drie pionnen op a3, c4 en e3. Zwart Kfö, Pe:4, Pf3 en twee pionnen op a4 en h4. Wit speelt als sleutelzet: 1. Db2e2!Zwart Pfg5. Wit 2. Ka5 enz. 1Zwart Pfd2. Wit 2. Th7 enz. 1Zwart Peg5. Wit 2. Pgf4 enz. 1Zwart Pe4, Wit 2. Ph4x enz. 1Zwart KeS. Wit 2. P?8 enz. 11 Zwart Kg4. W)t 2. Fgf4 enz. In dit fraai en moeilijk te construeeren vindt men een volledig tempo-tweezetje en winst-tweezetje verstopt. vraagstuk varianten- van J. Groenteman, Amsterdam. ÏZwart: 8. 1 5 i 10 11 0 w 15 16 0 20 21 25 26 0 30 31 35 36 m 40 41 w/A 45 46 50 Wit: 9. De diagramstand moet zijn: Zwart 7 schijven op 24, 11, 14, 15, 25 en een dam op 9. Wit 9 schijven op 12, 13, 18, 22, 28, 30. 37, 44 en 50. Wit speelt zn wint! OPLOSSING PROBLEEM No. 817, van J. Scheeree, Delfzijl. Do diagramstand in cijfera was: Zwart 5 schijven op 7. 8, 17, 20, 45 en een dam op 6. Wit 4 schijven op 26, 31, 39, 49 en twee dammen op 37 en 43. Wat speelt hier 26—21, 43—32, 6X 50 gedw, 32—14, 37—46, 46X1, 49—44, en 1—6 wint DE HEKSTELLING. Dat ook de hekstelling in het middenspel voor hem, die den tegenstander opgesloten houdt wel eens nadee- lig kan worden blijkt uit de volgende positie voorgeko men ln een partij van den heer D. H. Möllenkamp, van de damclub „Rotterdam", die hier met zwart op fraaie wijze won. Zwart.:. 14. w m WÊ yt- m m 0 m 0 \m m M M 111 «2 m m m m m if Wit: 15. Zwart speelde namelijk: 16—21, 15-420, 5—10, 14—20, 1819, 18X47, wit 4X27, 1721 enz.! Een bewijs, dat ook van de andere zijde vernietigende slagzetten kunnen dreigen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1929 | | pagina 19