Een interessante kwestie. een twenter, afgekalfd Timmermans-affaire. Metselaars en negers Smidsknecht Het Ned. muziekleven ernstig bedreigd Binnenlandsch Nieuws. Uitbreiding spoorwegdiensten in N.-Holland. Advertentiën. N.V. Kaasfabriek „Schagsrwaard", TE KOOP: Gramaphoon met platen Als zoodanig kan zeer zeker wel worden aange merkt het geval-WillemseLookman, dat zich Vrij dagavond in do Raadsvergadering van Schagen heeft voorgedaan. Onze lezers kennen het geval en weten dat de heer Willemse, als gevolg van de strubbelingen die hij met zijn partijgenooten had gehad, genoodzaakt was te bedanken als lid van den Raad, wat hij eeni- gen tijd geleden dan ook heeft gedaan. Onze burgemeester, als voorzitter van het centraal stembureau, heeft Willemse's opvolger benoemd en nadat er een paar personen hadden bedankt, werd de heer Lookman benoemd en deze aanvaardde de benoeming, zond zijn geloofsbrieven in en zouden nu Vrijdagavond die geloofsbrieven worden onder zocht en over zijn toelating worden beslist. Maar één dag voor die raadszitting ontvangt onze Burgemeester een tweede briefje van den heer Wil- lemse, waarin: dat deze zijn bedanken intrekt. En nu had men Vrijdagavond daarover de poppen aan het dansen. De heer Willemse en zijn medegenooten, de heeren Van Nuland, Van Erp e.a., vermeenden dat de heer Willemse alle recht had oin zijn bedanken weer in te trekken, zoolang de geloofsbrieven van zijn opvol ger, in dit geval de heer Lookman, nog niet waren goedgekeurd door den Raad. Zij baseerden hun mee ning op art. 18 der Gemeentewet, dat zegt: De leden van den Raad kunnen ten allen tijde 'hun ontslag nemen. Het wordt door hen in gezonden aan den Raad. Zij, die hun ontslag hebben ingezonden blijven lid van den Raad totdat de geloofsbrieven hunner opvolgers zijn goedgekeurd. Deze leden poogden hun standpunt te versterken door do mededeeling, dat tal van professoren in staatsrecht, o.a. Van dor Pot, hoogloeraar aan do Universiteit te Groningen, het met hun opvatting eens waren. Het is altijd zeer gemakkelijk zulke beweringen te lanceeren en gevaarlijk ze maar te accepteeren als juist, wanneer men niet woordelijk te hooren krijgt wat die bewuste geleerde heeren dan toch wel heb ben gezegd. Ook andere geleerde namen werden genoemd, maar wij houden ons 'het liefst aan bovengenoemden professor, omdat deze hoogleeraar het Nederlandsche Gemeenterecht Van Oppenheim geheel bewerkte en dit dateert van 1928, en dus nog van jongen datum is en zoodoende ook de laatste wijzigingen van do Kieswet daarbij zijn overzien. En wat zegt nu professor Van der Pot over het terugnemen van een ingezonden ontslag? Kan, zoo begint hij, op een genomen en Inge zonden ontslag terug gekomen woxxlen? Het komt mij voor, dat tegen een bevestigend antwoord deze omstandigheid zich vorzet, dat de wet, had zij dit willen toelaten, noodwendig oon termijn had moeton aangoven, gedurende wel ken hot terugnemen zoude vrij staan. Nu zij dit niet deed, zal de ontslagneming, is zi) geschied, onherroepelijk zijn, gelijk zij moet geacht wor den te zijn voltooid zoodra het bericht er van is ingezonden aan den Raad. Zoo beslisten ook Gedop. Staten van Friesland. Is zoo over- wogen zij in hunne beschikking van 1 December 1902, de brief van ontslag ln handen van den burgemeester, die, volgens art. 67 Gemeentewet, alle aan den raad gorichte stukken ontvangt, dan moet het stuk geacht worden te zijn inge zonden aan den raad en is het „voor de vol tooiing van die inzonding in gocnon deole noo- dig dat de brief in do raadsvergadering ter tafel zij gebracht". En heeft do ontslagneming een maal plaats gehad maakten zij verder uit dan is ecne plaats in den raad open gevallen en een bij de wet voorziene toestand ingetreden, waarin noch door het raadslid, noch door den raad wijziging kan worden gebracht en waarbij het gemeentebestuur gehouden is de artikelen 8 on 9 der Gemeentewet in toepassing te bren gen". Een ander standpunt nam de minister Cort van der Linden in, toen in den tijd van zijn be wind wegens ongenoegen met don burgemeester alle raadsleden van Geldermalsen op een na waren afgetreden, doch vervolgens na een be spreking met den Commissaris der Koningin hierop weder waren teruggekomen. In de me morie van antwoord op het, voorioopig verslag der Eerste Kamer over hoofdstuk V der staats- begrooting voor 1917, werden de in het voorioo pig verslag op deze wijze van handelen ge maakte aanmerkingen gerescontreerd met de bewering, dat, al sprak de wet niet van terug komen op een genomen ontslag, zij dit toch evenmin verbood en de praktijk ook het in trekken van raadsbesluiten kende, al liet de wet zich daar nergens over uit. Het kostte den heer De Vos van Steen wijk weinig moeite bij de mondelinge behandeling der begrooting het on houdbare van dit standpunt aan te toonen, waarop de minister erkende, dat de kwestie dubieus was en er voor het tegengestelde in zicht „zeer veel" was te zeggen. Bleef hij de zaak twijfelachtig vinden, het was omdat toch iedereen, die een besluit neemt, bevoegd is daarop terug te komen, tenzij het onherroepelijk is geworden. Men zou geneigd kunnen zijn dit een axioma te noemen dat het twistpunt niet verder brengt, want de zaak, waarom het ging, was juist, of de onherroepelijkheid niet reeds was ingetreden, als de ontslagbrief ontvangen was, maar de minister meende dan, dat daar van eerst sprake was, als de verkiezing voor den opvolger was nitgeschreven. Zijn daarbij ge voegde erkenning, dat men ook andere tijdstip pen als zoodanig zou kunnen aanwijzen, deed intusschen duidelijker dan iets anders zien, hoe veel aannemelijker do opvatting was, dat arti kel 8 oud der Gemeentewet een gebiedend voor schrift bevatte, werkende zoodra het ontslag ge nomen, dJ. dus de ontslagbrief verzonden en ontvangen was hetzelfde geldt voor het tegen woordige artikel 18a. Weet do burgemeester, dat het ontslag genomon en dus de plaats open gcvallon is, dan geldt voor hem, in zijn hoe danigheid van voorzitter van het als centraal stembureau fungeerend hoofdstembureau, de verplichting om binnen aoht dagen het besluit te nemon, waarbij de opvolger wordt benoemd verklaard en deze verplichting kan niet worden opgeheven door oen nieuwe verklaring van het demissionnaire lid. Iets anders is natuurlijk of hot wenscholijk is dit strenge standpunt, waartoe de wet thana dwingt, te handhaven. Om praktische redonen is er wel iets voor te zeggen, om torugnoming van den ontslagbrief mogelijk te maken, totdat hij bij den raad ter tafel is gébracht en in hot ontwerp 1923 wordt dan ook voorgesteld dit uitr drukkelijk te bepalen. Het is ons onbegrijpelijk, en dat zal het den aan- dachtigen lezer eveneons zijn, hoe men de opvatting ▼an professor v. d. Pot kan aanvoeren als een be wijsgrond, dat de handeling waartoe de meerdeiheid van onzen Raad Vrijdagavond is gekomen, juist was. Uit de redeneering hierboven in extenso weergege ven, is o.i. niet anders te putten dan deze conclusie, dat wat Vrijdagavond is gebeurd, volgens professor v. d. Pot absoluut aanvechtbaar is. Wij zien eerst door hem de pertinente mecning neergeschreven (door ons vet gedrukt) dat had de wet het intrekken van een eenmaal gedaan ontslag willen mogelijk ma ken, dat dan ook een termijn had moeten worden aan gegeven, waarbinnen dat kon; een meening, die ook door de Ged. Staten van Friesland is onderschreven. Echter minister Cort van der Linden had een tegen overgestelde meening, maar oordeelt toch, dat de onherroepelijkheid van den ontslagbrief is ingetre den: als de verkiezing van een opvolger was uitge schreven. En waar in het onderhavige geval de ver kiezing niet alleen is uitgeschreven, maar zelfs de op volger reeds was benoemd, zou ook deze Staatsman in dit geval geheel aan de zijde hebben moeten staan van hen die het niet toelaten van den heer Lookman onwettig noemen. Maar waar dit alles nog dateert van voor de nieuwe Kieswet, is het wellicht interessanter, wat professor v. d. Pot verder verklaarde, en waar hij zich zeer be slist uitspreekt over artikel 18a. Hier toch wordt, ge zegd door professor v. -d. Pot, dat de burgemeester als hij weet dat het ontslag genomen -is, en dat die plaats is opengevalion, verplicht is in zijn hoedanig heid van voorzitter van 't centraal stembureau fungee. rend hoofdstemburoau, om binnen acht dagen het besluit to nemen, waarbij de opvolgor wordt be noemd verklaard. En zoo voegt hij er aan toe: deze verplichting, dus van hot benoemen van een nieuw lid, kan niet wor den opgeheven door een nieuwe verklaring van het demissionnaire (het ontslag-genomen-hebbend) lid. Wij zien hier dus onomwonden verkondigd, dat het intrekken van zijn bedanken docr den hoer Wil lemse, burgemeester Cornolissen niet ontheffen kan van de verplichting om den opvolger te be- D Pro? v!*'d. Pot acht het niot wonschelijk blijkbaar om dit strenge standpunt te handhaven, maar spreekt toch daarbij scherp formuleerend: dat daartoe de wet thans dwingt. En nu zou een logische redeneering eischen, dat wanneer er een opvolger is benoemd, zoodra dit dus vaststaat, het demissionnaire lid daarvoor zal plaats moeten maken en wel op het oogcnblik zooals dit art. 18 Gemeentewet voorschrijft, zoodra diens geloofsbrieven zijn goedgekeurd. De eonige handeling waartoe dus volgens deze op vatting do Raad nog bevoegd was, was deze: onder zoekon of de geloofsbrieven goed waren en daarover zijn oordeel uitspreken. En waar deze geloofsbrieven in orde waren, hot niéuwe lid toe to laten, In verband hiormoo Is zeker niot minder belang wekkend het standpunt dat Prof. v. d. Pot inneemt ten opzichte van do vraag: van het tijdstip voor aan vang van het raadslidmaatschap. Prof. v. d. Pot zegt hierover: Zij, die hun ontslag hebben ingezonden, blij ven leden van den raad totdat de geloofsbrie ven hunner opvolgers zijn goedgekeurd. Moet uit dit voorschrift van art. 18, 2e Ud worden afgeleid, dat de wet het tijdstip der goedkeu- ring van den geloofsbrief houdt voor dat van den aanvung van het lidmaatschap van don raad, van een vertegenwoordigend college in het algemeen? De vraag is niet onverschillig. De artikelen 85, 91,128 en 143 der Grondwet; 111 on 123 der Kieswet; 17 der Provinciale on 19 der Gemeentewet vorderen zonder onderscheid de aanwezigheid der vereischten voor de ver kiesbaarheid in d e leden, niet in de verkies baren of do benoemden. Het is daarom van groot belang, dat hot tijdstip vast sta vanaf hetwelk gekozene als lid moet worden aange merkt. Intusschen: niet ééne der 4 wetten, die hieromtrent uitsluitsel zouden moeten geven, heeft dit gedaan. Tenzij men in het tweede lid van art. 18 der Gemeentewet de oplossing heeft te vinden. Maar Mr. de Hartog heeft, op m.i. afdoende gronden, in het licht gesteld, dat dit voorschrift eene uitzondering is op den re gel, die het lidmaatschap van de publiekrech telijke vertegenwoordigende vergaderingen doet verkrijgen door twee rechtshandelingen, met welker voltooiing het perfect is: de benoeming en hare aanneming. Op het oogcnblik dat de ge kozene de kennisgeving doet, die, als het den raad geldt, art. 13 der Gemeentewet van hem eischt, is do wil der kiezers werkelijkheid ge worden. Dit tijdstip is daf vanaf hetwelk hij lid is. Aan deze opvatting wordt niet afbreuk gedaan door de omstandigheid, dat bij perio dieke verkiezingen de benoeming en aanne ming worden gedaan met het oog op een be paald tijdstip, te weten, dat waarop de aftreding der, voor de loopende zittingsperiode gerech tigde, leden door de wet is vastgesteld, noch hierdoor, dat voor één speciaal geval, in het tweede lid van art. 18 der Gemeentewet om schreven, door de wet het intreden van het lid maatschap is gebonden aan een anderen ter mijn. Neemt men een ander, later, tijdstip, dan dat der aanneming aan als dat van den aan vang van het lidmaatschap bijvoorbeeld het oogenblik der toelating, dat Buys voor beslis send houdt en dat ook door Mr. Thooft, in de vergadering der Eerste Kamer van 29 Decem ber 1904, als het oogenblik is in bescherming genomen, of dat van het zitting nemen na be- eediging, voor hetwelk de Algemeene Reken kamer, in haar verslag aan de Staten-Generaal over 1906 partij koos dan zal het, bij het on derzoek van den geloofsbrief dikwijls niet mo gelijk wezen uit te maken, of de vereischten voor het lidmaatschap aanwezig zijn. Maar ook afgezien van deze praktische moeilijkheid, kan het tijdstip waarop de gekozene wordt toegela ten onmogelijk dat zijn, waarop hij lid is ge worden. Van het „lid zijn" is de aanvraag om na ook als zoodanig te worden toegelaten het uitvloeisel. Men wordt niet omgekeerd lid, doordien men wordt toegelaten. Dit standpunt wordt ook niet omver geworpen door het geen daartegen in de vergadering der Tweede Kamer van 23 October 1903 is ingebracht door Dr. Kiiy- per, die toen zich aansloot bij de leer van Bnys en er op drukte, dat de Irenoemde, die de be noeming heeft aangenomen, „raadslid is in era- bryonistlschen toestand" cn dat hij esrst „membrnm completam" Is wanneer zijne op neming in den gemeenteraad heeft plaats ge had. Zeker, dat Is zoo. Maar het belet niet, dat hij reeds „Ud" is in den zin der wet van het oogenblik af dat hij het mandaat heeft aange nomen. Het college, waarin hij zal opgenomen worden, do „derde partij" ln Dr. Knyper's voorstelling, beslist niet of hij lid is, maar of hij de aan het lidmaatschap verbonden rech ten en pUchten kan uitoefenen; of het „mem- bram" een „membram oompletum" kan zijn. En uit het door ons vetgedrukte deel ziet men dat Prof, v. d. Pot deze meening uitspreekt: dat de Raad van Schagen als „derde partij" niet ander» had te bsoordssltn dan of dt heer Lookman, die reedt „Ud" was (het Centraal Stembureau had hem benoemd en hij had het mandaat aangenomen) de rechten en ver plichtingen van het raadslidmaatschap kon uitoefe nen. m.a.w. de Raad van Schagen had zich moeten bepalen tot dat te onderzoeken en tot verdere hande lingen had dit college geen recht. Maar nu dan eenmaal het besluit i9 gevallen om den heer Lookman niet toe te laten, wat moeten daarvan dan nu de gevolgen zijn? Artikel 31 der Gemeentewet zegt: Van elke genomen beslissing wordt terstond kennis gegeven aan Ged. Staten en aan den benoemde. De niet toegelatene wordt met de redenen van 's Raads beslissing bekend gemaakt. Art. 33 zegt: Gedurende acht dagen, te reke nen van den dag waarop" de Raad heeft be slist, staat het vrij aan den niet toegelatene, aan elk lid van den Raad en zoo de Burge meester geen lid is, ook aan dezen, tegen de beslissing van den Raad bezwaren bij G9cL Staten schriftelijk in te dienen. Art. 34 zegt: Ged. Staten doen binnen veer tien dagen na den in het voor-artikel bepaal den tijd uitspraak, die met redenen omkleed, terstond wordt meegedeeld aan den Raad, te gen wiens beslissing bezwaren zijn ingebracht en aan den niet-ioegelatene. Hiervan is natuurlijk beroep op de Kroon mogelijk. Het betrokken uitgesloten raadslid de heer Look man, elk ander raadslid, of burgemeester Cornelis- sen kunnen binnen 8 dagen dus bij Ged Staten in beroep gaan en ook kan dit college ambtshalve ingrij pen en kan daarom elke particulier aan dit college zijn bezwaren kenbaar maken, met verzoek ambts- halve in te grijpen. Binnen 14 dagen komt dan de uitspraak van Ged. Staten. emplacement aldaar begonnen. Door deze verbeteringen wordt bereikt, dat voortaan tusschen Alkmaar, Hoorn en Enkhulzen en eveneens tusschen Hoorn en Zaandam gemiddeld elk ur een. treil zal rijden. DR. WILLEM MENGELBERG VRAAGT ONTSLAG ALS LEIDER VAN HET AM STERDAM 3 CME CONCERTGEBOUW, Al» gevolg van dubbele belastingbetaling. i Niet alleen met, het oog op de kwestie zelf, maar ook op de raadszitting en de daar gehomen besluiten, j of tenminste enkele daarvan kan de beslissing van Ged. Staten van zeer veel belang zijn. Als mocht blijken dat het zitting-blij ven-nemen des heeren Willemse door dat college onwettig wordt geoordeeld, dan spreekt het ook vanzelf dat I ook elk besluit, waarbij de stem van den heer Wil- I lemse beslissend is geweest in de een of andere rich ting ook onwettig is. Wij doelen b.v. op het besluit met 6 tegen 4 stem- j men genomen om den gasdirecteur van zijn geldelijke straf vrij te schelden. De mogelijkheid bestaat dat de heer Lookman daar anders over, denkt#dan de heer Willemse deed. Als I dus de heer Lookman was toegelaten hadden de stemmen over het voorstel om de kwestie van den gasdirecteur in deze zitting te behandelen, kunnen staken, nl. 5 tegen 5 en was de beslissing daarover uitgosteld tot de volgende zitting. Dan had do hoer Bakker weer presont kunnen zijn on had de uitslag over de vraug: hoe te handelen met do finantieole j straf van den gasdirecteur, heel andora kunnen zijn j dan nu het geval is geweest. Ook ten opzichte van de stemmingen b.v. voor de afgevaardigden voor de Verwerkingsinrichling had de uitslug anders kun- j non zijn. Men voelt dus wol: komt de beslissing dat de heer Willemse ten onrechte is blijven zitten in de laatste raadsvergadering, dat dan ook verschillende besluiten daar genomen, als onwettig zullen moeten worden vernietigd. Van interesse is ook niet ontbloot de vraag: aan nemend eens dat het blijven van den heer Willemse juist was, boe moet dan aanstonds gehandeld wor den door het Centraal Stembureau, als de heer Wil lemse, die onze gemeente gaat verlaten, opnieuw bedankt of door vertrek zijn mandaat verliest. Is dan alles wat thans door dat centraal stembureau is gedaan, als niot gedaan to beschouwen? Moet dan opnieuw eerst de heor Mulder weer benoemd ver klaard worden, deze weer bedanken, daarna mevr. KramerKeizer, enz.? iMen voelt wel als met den heer Willemse terecht is gehandeld zooals het nu is ge beurd, zich allerlei mogelijkheden weer openen en b.v. om er een te benoemen, de heer Mulder thans de benoeming zou kunnen aannemen, iets wat hij corst geweigerd heeft. K bV Het Algemeen. Handelsblad meldt: Uit de Residentie vernemen wij van, ln regeerlngs.pi kringen goed georiënteerde zijde, het volgende ontstal 8 lende bericht: In de, dezer dagen, te Amsterdam gehoudiea, bestuur# vergadering van het Concertgebouw kwam een schrij ven ter tafel, waarin de dirigent dr. Willem Mengolbeq tegen 1 September aanstaande zijn ontslag neemt i leider van het Concertgebouw-orkest De reden van dit Ingrijpende besluit moet enkel alleen worden gezocht ln het feit, dat dr. Mengelberg sinds jaren zijns inziens buitengewoon onbillijk dooi den fiscus wordt behandeld, die ham dwingt tot hel betalen van een dubbele belasting. Immors, hoewel dr Mengelberg tijdens zijn jaarlijkach verblijf in Amerlk# een zeker percentage van s jn drzr te Iar.de getovcJiver. de gage ln de Amerlkaanache echatklzt moóit (p'.ort©^ wordt do Amerikaansohe gage hier ts lande ten tweedea male verdisconteerd, in dier zin, dat ook de Nederland, sche fiscus daarvan belasting heft. Hoewel ree«3 eer.ijng keeren verhaal werd gezocht tot ln de hoogste ineUu# tie, werd nog nimmer ©enige restitutie verleend Thans den gang van zaken moede zijnde, heeft de dirigent besloten. Nederland metterwoon te verla.ua i geen vaste verbintenissen ala dirigent hier te meer aan te gaan. Zijn wij welingelicht, dan worden thans door het bi stuur van 't Concertgebouw zeer ernstige pogingen aas gewand om onze regoerlngsautoriteiten te bawegon een middel te vinden, waardoor deze, voor het Aznstel i damsche muziekleven ln het bijzonder, maar dan.» je naast voor geheel Nederland waarlijk groot© ramp za kunnen voorkomen. Het Handelsblad heeft .getracht, nog ©enige bijzon derheden te vernemen van het dagelijksch bestuur va I de N.V. Het Concertgebouw. De voorzitter. Jhr. mr. dl I A. Röell, toeft in Indlë. De waarnemende voorzitter, d heer G. H. de Marez Oyena J.Czn., wenschte zich ov« het bovenstaande niet uit te laten. Hij sprak het b# rloht eohter niet tegen. MUZIKAAL. (Buen Huinor.) Wij hebben niet te veel beweerd door deze aanhan gige kwestie interessant te noemen en wij blijven dan ook zeer-belangstellend hoe tenslotte hot standpunt van hoogere autoriteiten In deze zal zijn, der moeite waard als het is om het tot in hoogste instantie uit te vechten. INVOERING VAN BENZINE-MOTORTREINEN. - Welk Instrumeni bespeel je bij voorkeur? - De radio. Allen die iets te vorderen hebben van, of verschuldigd zijn aan, de in likwidatie zijnde worden verzocht daarvan opgaaf of betaling te doen, vóór of op 30 April a.s. bij den Penningmeester. P. BUR GER te Dirkshorn. TE HUUR: Een Ook één tusschen Alkmaar en Schagen. In aansluiting op hetgeen we reeds ln ons nummer van Zaterdag meedeelden, over de electrificatle van de spoorlijn AmsterdamAlkmaar, waartoe door de di rectie van de Ned. Spoorwegen is besloten, kan nog worden vermeld, dat in verband hiermede de stations- emplacementen te Alkmaar uitgebreid zullen worden. Waar deze verandering op dit baanvak mede beoogt verbetering van hét locaal verkeer, zullen eveneens verschillende stations in de Zaanstreek vergroot worden. Met Ingang van de nieuwe dienstregeling zullen ln Noordholland verschillende benzine-motortrelnen Inge- i legd worden, die, omdat de wtagens op 15 Mei a.a. j nog niet gereed kunnen zijn, waarschijnlijk eenige weken later in exploitatie zullen komen. Deze treinen zullen bestaan uit een of twee wagens van een gewijzigd model zooals ze reeds in Overljsel en In Gelderland dlonst doen. Ook wiorden ze reeds in Zee land. gebruikt maar ze schijnen hier minder goed te voldoen, zoodat er plannen/ bestaan ze daar uit de ex ploitatie te nemen. De reeds loopende stoomtreinen blijven gehandhaafd, omdat de motortreinen betrekkelijk weinig plaats bla den. Voorzoover de ruimte dat toelaat, zal in de nieuwe treinen ook gelegenheid worden: gegeven voor goederenr vervoer. De sneltreinen, aansluitende op de boot van Enkhul zen naar Stavoren blijven loopen. Op de volgende lijnenl worden benzine-motortrelnen ln gebruik genomen: le van Alkmaar naar Hoorn» waar driemaal vloe ver sa per dag een motortreln zal loopen. 2e van Hoorn naar Enkhuizen eveneens driemaal per dag. 3o tusschen Hoorn en Zaandam (4 maal) tusschen. Hoorn on Medemblik (2 maal) en tusechea Alkmaar en Schagen (éénmaal). Deze laatste la de trein, die 'a middags te 17.02 van Alkmaar vertrekt De practljk zal moeten uitwijzen: ln hoeverro deze verandering van het spoorwogvorkeor ln dit deel dor provincie voldoet en voor welke uitbreiding het vat baar la Hoorn wordt het uitgangspunt van deze nieuwe trei nen en men is met het oog daarop reeds met den bouw vaa een remise en uitbreiding ven het station* J aan den Stationsweg te Schagen. To bevragen bij G. BLAAUBOER, Ven- nik, Barsingerhorn. 2 jonge zeugen, een boet voor 4 koeien met hooiberging, zoo goed als nieuw, 12 ton koemest en 5 zak Roodstar- planters, gelegen aan vaarwater, bij C. KORVER, Stolpe, Schagerbrug. TE KOOP: Een uitstekend in orde; een houten SCHUURTJE, 2^3—2, uitneembaar en tweepersoons Engelsch LEDI KANT. To bevragen lett. O., Peere- boom's Adv. Bureau, Wieringer- waard. TE KOOP: bij F. A. MELCHIOR, Winkel. Groetpolder, Te koop gevraagd een goed beklante Brieven met opgaaf van koopprijs enz. onder No. A 18857, Bureau Haagsche Courant, Den Haag. gevraagd, togen 1 Mei a.s. W. DEN IIARTÖG, Electr. Smederij, St. M,aartensbrUg. gevraagd. ER1KS ZOON, Burgerbrug,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1929 | | pagina 2