Een interessante kwestie.
een twenter, afgekalfd
Timmermans-affaire.
Metselaars en negers
Smidsknecht
Het Ned. muziekleven ernstig bedreigd
Binnenlandsch Nieuws.
Uitbreiding spoorwegdiensten in N.-Holland.
Advertentiën.
N.V. Kaasfabriek „Schagsrwaard",
TE KOOP:
Gramaphoon
met platen
Als zoodanig kan zeer zeker wel worden aange
merkt het geval-WillemseLookman, dat zich Vrij
dagavond in do Raadsvergadering van Schagen heeft
voorgedaan.
Onze lezers kennen het geval en weten dat de
heer Willemse, als gevolg van de strubbelingen die
hij met zijn partijgenooten had gehad, genoodzaakt
was te bedanken als lid van den Raad, wat hij eeni-
gen tijd geleden dan ook heeft gedaan.
Onze burgemeester, als voorzitter van het centraal
stembureau, heeft Willemse's opvolger benoemd en
nadat er een paar personen hadden bedankt, werd
de heer Lookman benoemd en deze aanvaardde de
benoeming, zond zijn geloofsbrieven in en zouden
nu Vrijdagavond die geloofsbrieven worden onder
zocht en over zijn toelating worden beslist.
Maar één dag voor die raadszitting ontvangt onze
Burgemeester een tweede briefje van den heer Wil-
lemse, waarin: dat deze zijn bedanken intrekt.
En nu had men Vrijdagavond daarover de poppen
aan het dansen.
De heer Willemse en zijn medegenooten, de heeren
Van Nuland, Van Erp e.a., vermeenden dat de heer
Willemse alle recht had oin zijn bedanken weer in te
trekken, zoolang de geloofsbrieven van zijn opvol
ger, in dit geval de heer Lookman, nog niet waren
goedgekeurd door den Raad. Zij baseerden hun mee
ning op art. 18 der Gemeentewet, dat zegt:
De leden van den Raad kunnen ten allen
tijde 'hun ontslag nemen. Het wordt door hen in
gezonden aan den Raad. Zij, die hun ontslag
hebben ingezonden blijven lid van den Raad
totdat de geloofsbrieven hunner opvolgers zijn
goedgekeurd.
Deze leden poogden hun standpunt te versterken
door do mededeeling, dat tal van professoren in
staatsrecht, o.a. Van dor Pot, hoogloeraar aan do
Universiteit te Groningen, het met hun opvatting
eens waren.
Het is altijd zeer gemakkelijk zulke beweringen te
lanceeren en gevaarlijk ze maar te accepteeren als
juist, wanneer men niet woordelijk te hooren krijgt
wat die bewuste geleerde heeren dan toch wel heb
ben gezegd.
Ook andere geleerde namen werden genoemd,
maar wij houden ons 'het liefst aan bovengenoemden
professor, omdat deze hoogleeraar het Nederlandsche
Gemeenterecht Van Oppenheim geheel bewerkte en
dit dateert van 1928, en dus nog van jongen datum
is en zoodoende ook de laatste wijzigingen van do
Kieswet daarbij zijn overzien.
En wat zegt nu professor Van der Pot over het
terugnemen van een ingezonden ontslag?
Kan, zoo begint hij, op een genomen en Inge
zonden ontslag terug gekomen woxxlen?
Het komt mij voor, dat tegen een bevestigend
antwoord deze omstandigheid zich vorzet, dat de
wet, had zij dit willen toelaten, noodwendig oon
termijn had moeton aangoven, gedurende wel
ken hot terugnemen zoude vrij staan. Nu zij dit
niet deed, zal de ontslagneming, is zi) geschied,
onherroepelijk zijn, gelijk zij moet geacht wor
den te zijn voltooid zoodra het bericht er van is
ingezonden aan den Raad. Zoo beslisten ook
Gedop. Staten van Friesland. Is zoo over-
wogen zij in hunne beschikking van 1 December
1902, de brief van ontslag ln handen van den
burgemeester, die, volgens art. 67 Gemeentewet,
alle aan den raad gorichte stukken ontvangt,
dan moet het stuk geacht worden te zijn inge
zonden aan den raad en is het „voor de vol
tooiing van die inzonding in gocnon deole noo-
dig dat de brief in do raadsvergadering ter tafel
zij gebracht". En heeft do ontslagneming een
maal plaats gehad maakten zij verder uit
dan is ecne plaats in den raad open gevallen
en een bij de wet voorziene toestand ingetreden,
waarin noch door het raadslid, noch door den
raad wijziging kan worden gebracht en waarbij
het gemeentebestuur gehouden is de artikelen
8 on 9 der Gemeentewet in toepassing te bren
gen".
Een ander standpunt nam de minister Cort
van der Linden in, toen in den tijd van zijn be
wind wegens ongenoegen met don burgemeester
alle raadsleden van Geldermalsen op een na
waren afgetreden, doch vervolgens na een be
spreking met den Commissaris der Koningin
hierop weder waren teruggekomen. In de me
morie van antwoord op het, voorioopig verslag
der Eerste Kamer over hoofdstuk V der staats-
begrooting voor 1917, werden de in het voorioo
pig verslag op deze wijze van handelen ge
maakte aanmerkingen gerescontreerd met de
bewering, dat, al sprak de wet niet van terug
komen op een genomen ontslag, zij dit toch
evenmin verbood en de praktijk ook het in
trekken van raadsbesluiten kende, al liet de wet
zich daar nergens over uit. Het kostte den heer
De Vos van Steen wijk weinig moeite bij de
mondelinge behandeling der begrooting het on
houdbare van dit standpunt aan te toonen,
waarop de minister erkende, dat de kwestie
dubieus was en er voor het tegengestelde in
zicht „zeer veel" was te zeggen. Bleef hij de
zaak twijfelachtig vinden, het was omdat toch
iedereen, die een besluit neemt, bevoegd is
daarop terug te komen, tenzij het onherroepelijk
is geworden. Men zou geneigd kunnen zijn dit
een axioma te noemen dat het twistpunt niet
verder brengt, want de zaak, waarom het ging,
was juist, of de onherroepelijkheid niet reeds
was ingetreden, als de ontslagbrief ontvangen
was, maar de minister meende dan, dat daar
van eerst sprake was, als de verkiezing voor
den opvolger was nitgeschreven. Zijn daarbij ge
voegde erkenning, dat men ook andere tijdstip
pen als zoodanig zou kunnen aanwijzen, deed
intusschen duidelijker dan iets anders zien, hoe
veel aannemelijker do opvatting was, dat arti
kel 8 oud der Gemeentewet een gebiedend voor
schrift bevatte, werkende zoodra het ontslag ge
nomen, dJ. dus de ontslagbrief verzonden en
ontvangen was hetzelfde geldt voor het tegen
woordige artikel 18a. Weet do burgemeester,
dat het ontslag genomon en dus de plaats open
gcvallon is, dan geldt voor hem, in zijn hoe
danigheid van voorzitter van het als centraal
stembureau fungeerend hoofdstembureau, de
verplichting om binnen aoht dagen het besluit
te nemon, waarbij de opvolger wordt benoemd
verklaard en deze verplichting kan niet worden
opgeheven door oen nieuwe verklaring van het
demissionnaire lid.
Iets anders is natuurlijk of hot wenscholijk
is dit strenge standpunt, waartoe de wet thana
dwingt, te handhaven. Om praktische redonen
is er wel iets voor te zeggen, om torugnoming
van den ontslagbrief mogelijk te maken, totdat
hij bij den raad ter tafel is gébracht en in hot
ontwerp 1923 wordt dan ook voorgesteld dit uitr
drukkelijk te bepalen.
Het is ons onbegrijpelijk, en dat zal het den aan-
dachtigen lezer eveneons zijn, hoe men de opvatting
▼an professor v. d. Pot kan aanvoeren als een be
wijsgrond, dat de handeling waartoe de meerdeiheid
van onzen Raad Vrijdagavond is gekomen, juist was.
Uit de redeneering hierboven in extenso weergege
ven, is o.i. niet anders te putten dan deze conclusie,
dat wat Vrijdagavond is gebeurd, volgens professor
v. d. Pot absoluut aanvechtbaar is. Wij zien eerst
door hem de pertinente mecning neergeschreven (door
ons vet gedrukt) dat had de wet het intrekken van
een eenmaal gedaan ontslag willen mogelijk ma
ken, dat dan ook een termijn had moeten worden aan
gegeven, waarbinnen dat kon; een meening, die ook
door de Ged. Staten van Friesland is onderschreven.
Echter minister Cort van der Linden had een tegen
overgestelde meening, maar oordeelt toch, dat de
onherroepelijkheid van den ontslagbrief is ingetre
den: als de verkiezing van een opvolger was uitge
schreven. En waar in het onderhavige geval de ver
kiezing niet alleen is uitgeschreven, maar zelfs de op
volger reeds was benoemd, zou ook deze Staatsman in
dit geval geheel aan de zijde hebben moeten staan van
hen die het niet toelaten van den heer Lookman
onwettig noemen.
Maar waar dit alles nog dateert van voor de nieuwe
Kieswet, is het wellicht interessanter, wat professor
v. d. Pot verder verklaarde, en waar hij zich zeer be
slist uitspreekt over artikel 18a. Hier toch wordt, ge
zegd door professor v. -d. Pot, dat de burgemeester
als hij weet dat het ontslag genomen -is, en dat die
plaats is opengevalion, verplicht is in zijn hoedanig
heid van voorzitter van 't centraal stembureau fungee.
rend hoofdstemburoau, om binnen acht dagen het
besluit to nemen, waarbij de opvolgor wordt be
noemd verklaard.
En zoo voegt hij er aan toe: deze verplichting, dus
van hot benoemen van een nieuw lid, kan niet wor
den opgeheven door een nieuwe verklaring van het
demissionnaire (het ontslag-genomen-hebbend) lid.
Wij zien hier dus onomwonden verkondigd, dat
het intrekken van zijn bedanken docr den hoer Wil
lemse, burgemeester Cornolissen niet ontheffen kan
van de verplichting om den opvolger te be-
D Pro? v!*'d. Pot acht het niot wonschelijk blijkbaar
om dit strenge standpunt te handhaven, maar spreekt
toch daarbij scherp formuleerend: dat daartoe de
wet thans dwingt.
En nu zou een logische redeneering eischen, dat
wanneer er een opvolger is benoemd, zoodra dit
dus vaststaat, het demissionnaire lid daarvoor zal
plaats moeten maken en wel op het oogcnblik
zooals dit art. 18 Gemeentewet voorschrijft, zoodra
diens geloofsbrieven zijn goedgekeurd.
De eonige handeling waartoe dus volgens deze op
vatting do Raad nog bevoegd was, was deze: onder
zoekon of de geloofsbrieven goed waren en daarover
zijn oordeel uitspreken. En waar deze geloofsbrieven
in orde waren, hot niéuwe lid toe to laten,
In verband hiormoo Is zeker niot minder belang
wekkend het standpunt dat Prof. v. d. Pot inneemt
ten opzichte van do vraag: van het tijdstip voor aan
vang van het raadslidmaatschap.
Prof. v. d. Pot zegt hierover:
Zij, die hun ontslag hebben ingezonden, blij
ven leden van den raad totdat de geloofsbrie
ven hunner opvolgers zijn goedgekeurd. Moet
uit dit voorschrift van art. 18, 2e Ud worden
afgeleid, dat de wet het tijdstip der goedkeu-
ring van den geloofsbrief houdt voor dat van
den aanvung van het lidmaatschap van don
raad, van een vertegenwoordigend college in
het algemeen? De vraag is niet onverschillig.
De artikelen 85, 91,128 en 143 der Grondwet; 111
on 123 der Kieswet; 17 der Provinciale on 19
der Gemeentewet vorderen zonder onderscheid
de aanwezigheid der vereischten voor de ver
kiesbaarheid in d e leden, niet in de verkies
baren of do benoemden. Het is daarom van
groot belang, dat hot tijdstip vast sta vanaf
hetwelk gekozene als lid moet worden aange
merkt. Intusschen: niet ééne der 4 wetten, die
hieromtrent uitsluitsel zouden moeten geven,
heeft dit gedaan. Tenzij men in het tweede
lid van art. 18 der Gemeentewet de oplossing
heeft te vinden. Maar Mr. de Hartog heeft, op
m.i. afdoende gronden, in het licht gesteld, dat
dit voorschrift eene uitzondering is op den re
gel, die het lidmaatschap van de publiekrech
telijke vertegenwoordigende vergaderingen doet
verkrijgen door twee rechtshandelingen, met
welker voltooiing het perfect is: de benoeming
en hare aanneming. Op het oogcnblik dat de ge
kozene de kennisgeving doet, die, als het den
raad geldt, art. 13 der Gemeentewet van hem
eischt, is do wil der kiezers werkelijkheid ge
worden. Dit tijdstip is daf vanaf hetwelk hij
lid is. Aan deze opvatting wordt niet afbreuk
gedaan door de omstandigheid, dat bij perio
dieke verkiezingen de benoeming en aanne
ming worden gedaan met het oog op een be
paald tijdstip, te weten, dat waarop de aftreding
der, voor de loopende zittingsperiode gerech
tigde, leden door de wet is vastgesteld, noch
hierdoor, dat voor één speciaal geval, in
het tweede lid van art. 18 der Gemeentewet om
schreven, door de wet het intreden van het lid
maatschap is gebonden aan een anderen ter
mijn. Neemt men een ander, later, tijdstip, dan
dat der aanneming aan als dat van den aan
vang van het lidmaatschap bijvoorbeeld het
oogenblik der toelating, dat Buys voor beslis
send houdt en dat ook door Mr. Thooft, in de
vergadering der Eerste Kamer van 29 Decem
ber 1904, als het oogenblik is in bescherming
genomen, of dat van het zitting nemen na be-
eediging, voor hetwelk de Algemeene Reken
kamer, in haar verslag aan de Staten-Generaal
over 1906 partij koos dan zal het, bij het on
derzoek van den geloofsbrief dikwijls niet mo
gelijk wezen uit te maken, of de vereischten
voor het lidmaatschap aanwezig zijn. Maar ook
afgezien van deze praktische moeilijkheid, kan
het tijdstip waarop de gekozene wordt toegela
ten onmogelijk dat zijn, waarop hij lid is ge
worden. Van het „lid zijn" is de aanvraag om
na ook als zoodanig te worden toegelaten het
uitvloeisel. Men wordt niet omgekeerd lid,
doordien men wordt toegelaten. Dit standpunt
wordt ook niet omver geworpen door het geen
daartegen in de vergadering der Tweede Kamer
van 23 October 1903 is ingebracht door Dr. Kiiy-
per, die toen zich aansloot bij de leer van Bnys
en er op drukte, dat de Irenoemde, die de be
noeming heeft aangenomen, „raadslid is in era-
bryonistlschen toestand" cn dat hij esrst
„membrnm completam" Is wanneer zijne op
neming in den gemeenteraad heeft plaats ge
had. Zeker, dat Is zoo. Maar het belet niet, dat
hij reeds „Ud" is in den zin der wet van het
oogenblik af dat hij het mandaat heeft aange
nomen. Het college, waarin hij zal opgenomen
worden, do „derde partij" ln Dr. Knyper's
voorstelling, beslist niet of hij lid is, maar of
hij de aan het lidmaatschap verbonden rech
ten en pUchten kan uitoefenen; of het „mem-
bram" een „membram oompletum" kan
zijn.
En uit het door ons vetgedrukte deel ziet men dat
Prof, v. d. Pot deze meening uitspreekt: dat de Raad
van Schagen als „derde partij" niet ander» had te
bsoordssltn dan of dt heer Lookman, die reedt „Ud"
was (het Centraal Stembureau had hem benoemd en
hij had het mandaat aangenomen) de rechten en ver
plichtingen van het raadslidmaatschap kon uitoefe
nen. m.a.w. de Raad van Schagen had zich moeten
bepalen tot dat te onderzoeken en tot verdere hande
lingen had dit college geen recht.
Maar nu dan eenmaal het besluit i9 gevallen om
den heer Lookman niet toe te laten, wat moeten
daarvan dan nu de gevolgen zijn?
Artikel 31 der Gemeentewet zegt:
Van elke genomen beslissing wordt terstond
kennis gegeven aan Ged. Staten en aan den
benoemde.
De niet toegelatene wordt met de redenen
van 's Raads beslissing bekend gemaakt.
Art. 33 zegt: Gedurende acht dagen, te reke
nen van den dag waarop" de Raad heeft be
slist, staat het vrij aan den niet toegelatene,
aan elk lid van den Raad en zoo de Burge
meester geen lid is, ook aan dezen, tegen de
beslissing van den Raad bezwaren bij G9cL
Staten schriftelijk in te dienen.
Art. 34 zegt: Ged. Staten doen binnen veer
tien dagen na den in het voor-artikel bepaal
den tijd uitspraak, die met redenen omkleed,
terstond wordt meegedeeld aan den Raad, te
gen wiens beslissing bezwaren zijn ingebracht
en aan den niet-ioegelatene.
Hiervan is natuurlijk beroep op de Kroon mogelijk.
Het betrokken uitgesloten raadslid de heer Look
man, elk ander raadslid, of burgemeester Cornelis-
sen kunnen binnen 8 dagen dus bij Ged Staten in
beroep gaan en ook kan dit college ambtshalve ingrij
pen en kan daarom elke particulier aan dit college
zijn bezwaren kenbaar maken, met verzoek ambts-
halve in te grijpen.
Binnen 14 dagen komt dan de uitspraak van Ged.
Staten.
emplacement aldaar begonnen.
Door deze verbeteringen wordt bereikt, dat voortaan
tusschen Alkmaar, Hoorn en Enkhulzen en eveneens
tusschen Hoorn en Zaandam gemiddeld elk ur een. treil
zal rijden.
DR. WILLEM MENGELBERG VRAAGT ONTSLAG
ALS LEIDER VAN HET AM STERDAM 3 CME
CONCERTGEBOUW,
Al» gevolg van dubbele belastingbetaling.
i Niet alleen met, het oog op de kwestie zelf, maar
ook op de raadszitting en de daar gehomen besluiten,
j of tenminste enkele daarvan kan de beslissing van
Ged. Staten van zeer veel belang zijn.
Als mocht blijken dat het zitting-blij ven-nemen
des heeren Willemse door dat college onwettig
wordt geoordeeld, dan spreekt het ook vanzelf dat
I ook elk besluit, waarbij de stem van den heer Wil-
I lemse beslissend is geweest in de een of andere rich
ting ook onwettig is.
Wij doelen b.v. op het besluit met 6 tegen 4 stem-
j men genomen om den gasdirecteur van zijn geldelijke
straf vrij te schelden.
De mogelijkheid bestaat dat de heer Lookman daar
anders over, denkt#dan de heer Willemse deed. Als
I dus de heer Lookman was toegelaten hadden de
stemmen over het voorstel om de kwestie van den
gasdirecteur in deze zitting te behandelen, kunnen
staken, nl. 5 tegen 5 en was de beslissing daarover
uitgosteld tot de volgende zitting. Dan had do hoer
Bakker weer presont kunnen zijn on had de uitslag
over de vraug: hoe te handelen met do finantieole j
straf van den gasdirecteur, heel andora kunnen zijn j
dan nu het geval is geweest. Ook ten opzichte van
de stemmingen b.v. voor de afgevaardigden voor de
Verwerkingsinrichling had de uitslug anders kun- j
non zijn. Men voelt dus wol: komt de beslissing dat
de heer Willemse ten onrechte is blijven zitten in de
laatste raadsvergadering, dat dan ook verschillende
besluiten daar genomen, als onwettig zullen moeten
worden vernietigd.
Van interesse is ook niet ontbloot de vraag: aan
nemend eens dat het blijven van den heer Willemse
juist was, boe moet dan aanstonds gehandeld wor
den door het Centraal Stembureau, als de heer Wil
lemse, die onze gemeente gaat verlaten, opnieuw
bedankt of door vertrek zijn mandaat verliest.
Is dan alles wat thans door dat centraal stembureau
is gedaan, als niot gedaan to beschouwen? Moet dan
opnieuw eerst de heor Mulder weer benoemd ver
klaard worden, deze weer bedanken, daarna mevr.
KramerKeizer, enz.? iMen voelt wel als met den heer
Willemse terecht is gehandeld zooals het nu is ge
beurd, zich allerlei mogelijkheden weer openen en
b.v. om er een te benoemen, de heer Mulder thans
de benoeming zou kunnen aannemen, iets wat hij
corst geweigerd heeft.
K
bV
Het Algemeen. Handelsblad meldt:
Uit de Residentie vernemen wij van, ln regeerlngs.pi
kringen goed georiënteerde zijde, het volgende ontstal 8
lende bericht:
In de, dezer dagen, te Amsterdam gehoudiea, bestuur#
vergadering van het Concertgebouw kwam een schrij
ven ter tafel, waarin de dirigent dr. Willem Mengolbeq
tegen 1 September aanstaande zijn ontslag neemt i
leider van het Concertgebouw-orkest
De reden van dit Ingrijpende besluit moet enkel
alleen worden gezocht ln het feit, dat dr. Mengelberg
sinds jaren zijns inziens buitengewoon onbillijk dooi
den fiscus wordt behandeld, die ham dwingt tot hel
betalen van een dubbele belasting. Immors, hoewel dr
Mengelberg tijdens zijn jaarlijkach verblijf in Amerlk#
een zeker percentage van s jn drzr te Iar.de getovcJiver.
de gage ln de Amerlkaanache echatklzt moóit (p'.ort©^
wordt do Amerikaansohe gage hier ts lande ten tweedea
male verdisconteerd, in dier zin, dat ook de Nederland,
sche fiscus daarvan belasting heft. Hoewel ree«3 eer.ijng
keeren verhaal werd gezocht tot ln de hoogste ineUu#
tie, werd nog nimmer ©enige restitutie verleend
Thans den gang van zaken moede zijnde, heeft de
dirigent besloten. Nederland metterwoon te verla.ua i
geen vaste verbintenissen ala dirigent hier te
meer aan te gaan.
Zijn wij welingelicht, dan worden thans door het bi
stuur van 't Concertgebouw zeer ernstige pogingen aas
gewand om onze regoerlngsautoriteiten te bawegon
een middel te vinden, waardoor deze, voor het Aznstel
i damsche muziekleven ln het bijzonder, maar dan.» je
naast voor geheel Nederland waarlijk groot© ramp za
kunnen voorkomen.
Het Handelsblad heeft .getracht, nog ©enige bijzon
derheden te vernemen van het dagelijksch bestuur va
I de N.V. Het Concertgebouw. De voorzitter. Jhr. mr. dl
I A. Röell, toeft in Indlë. De waarnemende voorzitter, d
heer G. H. de Marez Oyena J.Czn., wenschte zich ov«
het bovenstaande niet uit te laten. Hij sprak het b#
rloht eohter niet tegen.
MUZIKAAL.
(Buen Huinor.)
Wij hebben niet te veel beweerd door deze aanhan
gige kwestie interessant te noemen en wij blijven dan
ook zeer-belangstellend hoe tenslotte hot standpunt
van hoogere autoriteiten In deze zal zijn, der moeite
waard als het is om het tot in hoogste instantie uit
te vechten.
INVOERING VAN BENZINE-MOTORTREINEN.
- Welk Instrumeni bespeel je bij voorkeur?
- De radio.
Allen die iets te vorderen hebben
van, of verschuldigd zijn aan, de in
likwidatie zijnde
worden verzocht daarvan opgaaf of
betaling te doen, vóór of op 30 April
a.s. bij den Penningmeester. P. BUR
GER te Dirkshorn.
TE HUUR: Een
Ook één tusschen Alkmaar en Schagen.
In aansluiting op hetgeen we reeds ln ons nummer
van Zaterdag meedeelden, over de electrificatle van de
spoorlijn AmsterdamAlkmaar, waartoe door de di
rectie van de Ned. Spoorwegen is besloten, kan nog
worden vermeld, dat in verband hiermede de stations-
emplacementen te Alkmaar uitgebreid zullen worden.
Waar deze verandering op dit baanvak mede beoogt
verbetering van hét locaal verkeer, zullen eveneens
verschillende stations in de Zaanstreek vergroot worden.
Met Ingang van de nieuwe dienstregeling zullen ln
Noordholland verschillende benzine-motortrelnen Inge- i
legd worden, die, omdat de wtagens op 15 Mei a.a. j
nog niet gereed kunnen zijn, waarschijnlijk eenige weken
later in exploitatie zullen komen.
Deze treinen zullen bestaan uit een of twee wagens
van een gewijzigd model zooals ze reeds in Overljsel en
In Gelderland dlonst doen. Ook wiorden ze reeds in Zee
land. gebruikt maar ze schijnen hier minder goed te
voldoen, zoodat er plannen/ bestaan ze daar uit de ex
ploitatie te nemen.
De reeds loopende stoomtreinen blijven gehandhaafd,
omdat de motortreinen betrekkelijk weinig plaats bla
den. Voorzoover de ruimte dat toelaat, zal in de nieuwe
treinen ook gelegenheid worden: gegeven voor goederenr
vervoer.
De sneltreinen, aansluitende op de boot van Enkhul
zen naar Stavoren blijven loopen.
Op de volgende lijnenl worden benzine-motortrelnen
ln gebruik genomen:
le van Alkmaar naar Hoorn» waar driemaal vloe ver
sa per dag een motortreln zal loopen.
2e van Hoorn naar Enkhuizen eveneens driemaal per
dag.
3o tusschen Hoorn en Zaandam (4 maal) tusschen.
Hoorn on Medemblik (2 maal) en tusechea Alkmaar en
Schagen (éénmaal).
Deze laatste la de trein, die 'a middags te 17.02 van
Alkmaar vertrekt
De practljk zal moeten uitwijzen: ln hoeverro deze
verandering van het spoorwogvorkeor ln dit deel dor
provincie voldoet en voor welke uitbreiding het vat
baar la
Hoorn wordt het uitgangspunt van deze nieuwe trei
nen en men is met het oog daarop reeds met den
bouw vaa een remise en uitbreiding ven het station*
J
aan den Stationsweg te Schagen. To
bevragen bij G. BLAAUBOER, Ven-
nik, Barsingerhorn.
2 jonge zeugen, een boet voor 4 koeien
met hooiberging, zoo goed als nieuw,
12 ton koemest en 5 zak Roodstar-
planters, gelegen aan vaarwater, bij
C. KORVER, Stolpe, Schagerbrug.
TE KOOP: Een
uitstekend in orde; een houten
SCHUURTJE, 2^3—2, uitneembaar
en tweepersoons Engelsch LEDI
KANT. To bevragen lett. O., Peere-
boom's Adv. Bureau, Wieringer-
waard.
TE KOOP:
bij F. A. MELCHIOR,
Winkel.
Groetpolder,
Te koop gevraagd een goed beklante
Brieven met opgaaf van koopprijs enz.
onder No. A 18857, Bureau Haagsche
Courant, Den Haag.
gevraagd, togen 1 Mei a.s. W. DEN
IIARTÖG, Electr. Smederij, St.
M,aartensbrUg.
gevraagd.
ER1KS ZOON, Burgerbrug,