CYRUS, JUNCKER J.C.R., PROBATUM, KATWIJK- Origineel-Rijwielen, de beste, goedkoopste. G. ANNEVELDT, Dorpen Schagen. Ingezonden Stukken. Een interessante kwestie. Predikbeurten. Gemengd Nieuws. Woeste storm teistert de Noord- Amerikaansche kust Door een lawine bedolven. den er gauw heelemaal geen slooten meer rijn. Spr. wijst op de dralneerende werking van de te maken geul door de woelmachlne. Vaak valt tegen wat er ln den ondergrond zit. Kalkbemesting, goed toegediend, kan ook gunstige werking hebben. De heer Prof. Visser wijst, er op, dat tegenwoordig de slooten wel machinaal uitgebaggerd worden, waarbij men met een Fordson langs de sloot gaat en waarbij te vens de bagger over het land wordt verspreid. De Voorzitter dankt daarna Prof. Visser voor zijn gedane mededeelingen. Het Bestuur stelt vervolgens voor om den bestaans- duur der vereenlglng te verlengen met 29 jaar en en kele wijzigingen ln de statuten aan te brengen. Ze wor den goedgekeurd en het Bestuur gemachtigd redactie wijzigingen aan te brengen en de Koninklijke goedkeu ring aan te vragen. Over de Pachtwet. Door den heer Ir. C. Nobel worden mededeelingen ge daan over het onderzoek naar het wetsontwerp van de Pachtwet. Het wetsontwerp bestaat feitelijk uit 2 voor ontwerpen. Het eerste ontstond door wijziging van hot Burgerlijk Wetboek. Het tweede geeft aan een nieuwe regeling, waarbij Ingesteld worden pachtcommlssies. In elke provincie 1 of 2 pachtcommlssies. De commissie te bestaan uit een voorzitter en 4 leden, waarbij de voor zitter zal moeten zijn jurist en de 4 leden, voor de helft uit pachters, voor de andere helft uit verpachters. De benoeming van de leden geschiedt door de Koningin. Inleider noemt vervolgens de voornaamste wijzigingen, die ln het ontwerp worden voorgesteld. De conclusie van de commissie is dat verbetering van het pachtvraagstuk door een wetsontwerp als deze nlot zal worden verkregen. Ook het Kon. Ned. Landbouwcomité oordeelt even eens dat dit voorontwerp geen verbetering brengt, ter wijl de Frlesche Maatschappij van Landbouw positieve voorstellen hoeft voorgesteld, die vrij ingrijpend ge noemd kunnen worden. De commissie geeft in overwe ging ln de a.s. najaarsvergadering van Noorderkwar tier hare houding te bepalen. Algemeen keurt de vergadering goed, dat dit zal ge schied on in ds Najaarsvergadering en te voren zal het door den heer Ir. O. Nobel uitgebrachte rapport in druk verschijnen. Mededeelingen van do commissie voor de kanalisatie van West-Friesland. De commissie, bestaande uit de heeren O. Nobel,, K. Koster Dz., en E. Dz. Govers, acht het zeer gewenscht, dat door onze vereenlglng wordt aangedrongen op ge deeltelijke uitvoering van de kanalisatie, vooral met het oog op de droogmaking van de Wierlngermeer, zoo- als in onz® vorige vergadering van leden werd goedge keurd. Alkmaar, Oudkarspel, Kolhorn en opneming van Schagen in het kanalenplan met het oog op do groote belangen die deze plaats hierbij heeft. Benevens zijn wij overtuigd dat het goed is dat wordt aangedrongen op de uitvoering van het kanaal Alk maar, Avenhorn, Lutje-Schardam, welk plan meer kans van slagen krijgt nu in Hoorn ook een krachtige actie komt voor het kanaal ten Zuiden van de stad, waarvoor door Burgemeester en Wethouders voorstellen bij den Rand zijn Ingediend, terwijl ook uit de burgerij van Hoorn goede steun komt voor het kanaal ten Zuiden van do stad. In de gisteravond gehouden raadsvergadering te Hoorn word besloten een krachtige actie voor de tot stand- koming van het kanaal te voeren .hetzij dan dat hot ton Zuiden dan wel ton Noorden van Hoorn komt Alhoewel do belangstelling van belanghebbenden voor con kanaal HoornMedembllk tot onzen spijt zeer ge ring is hopen wij toch dat mot (hulp van Zuiderzeewer ken ook voor dat deel onzer provincie een betere ver keersweg te water kan worden verkrogen. Het rapport geeft geen aanleiding tot bespreking. Door den heer Kramer Gltfnls worden mededeelin gen gedaan over do werkzaamheden tot bestrijding van de tuberculose onder het rundvee. Reeds eerder hebben wij merlodeeling gedaan over de samenstelling van de vereenlglng en hare werkzaamheden, benevens over de toetreding van leden, den provincialen steun enz. Er zijn thans 985 leden met 16742 koeien, en hoewel dit reeds een flink aantal is, het moet volgons inleider zóó zijn, dat het niet-lid zijn een uitzondering is. Voor dewerktulgencommissie brengt de heer Ir. C. Nobel verslag uit. De commissie is den goheelen winter bezig geweest met de grasdroging en is daarmede nog niet klaar gekomen. De heer Jm. Blaauboer Gz. te Kolhorn, deelt eenige ervaring met de grasdrogerij mede en spr. meent tot de conclusie te kunnen komen, dat het hood schlmmelvrij I®, er is reuk noch smaak aan, de .koeien eten 't traag en toch is de melkopbrengst eer meer dan minder. Het heeft dus blijkbaar een goede voedingswaarde. Op een desbetreffende vraag zegt de heer Nobel toe dat de commissie zich ook zal bezighudea met de mol- drain&ge. De destractor te Schagen. De heer Joh. de Veer doet mededeelingen over de plannen voor don destructor te Schagen. Na do herfstvergadering ln het vorige Jaar, waarin de wenschelijkheld werd uitgesproken van het stichten van kleinere verwerkingsinrichtingen, is in deze zaak de beslissing gevallen. Het beroep van de Thermo-öhemlsche Fabrieken bij Ged. Staten van Noordiholland en bij den Kroon werd verworpen, en is het tot standkomen van de inrichting te Schagen verzekerd. De aanbesteding zal spoedig plaats hebben en kan spr. reeds de teekening laten zien, zooals gebouwd zal worden aan den Menisweg tusschen Schagen en Sint Maarten. De noodslachtplaats bevat een slachtplaats voor groot vee en een voor klein vee, een aparte hang- ruimte en een koelruimte met een koelinrichting van voldoende capaciteit om met warme dagen de geheele hangruimte te koelen. Bij de slachtplaats is tevens een sterilisator en kon dus het materiaal alle bewerkingen ondergaan, noodig om in consumptie gebracht te wordon De verwerkingsinrichting heeft een capaciteit van 6000 Kg. per etmaal en is dat voor dit gebied ruim vol doende. Verder is aangebracht een ruime garage en .3 woningen voor de hulpkeurmeesters en machinist. Nu te Schagen een inrichting zal worden gesticht en men zich, vasthoudende aan het standpunt van Noorder kwartier voor kleinere inrichtingen, de kaart van Noord- Holland voor oogen stelt, dan behoort het gebied ten Oosten van Nieuwe Niedorp tot Midwoud, en zou voor Schagen behalve de kring Barsingeihorn In aanmerking komen het Noordelijk gebied, Anna Faulowna, Helder, Wie ringen, Texel en Zuidelijk tot Alkmaar, met de tus- schengelegen gemeenten. Indien men verder zou gaan, worden de afstanden te groot en dient men in het Zuiden te overwegen ook een Inrichting te stichten. Wat de Centrale noodslachtplaats betreft, men be- palo een vrij vervoer van gestorven dieren in het ge- de verwerkingslnrichtlng is aangesloten. Men is dan geheel vrij de dieren zonder verlies van tyd naar de centrale noodslachtplaats to zenden en kan aldaar, Indien goedkeuring volgt, een afzetgebied wor den gezocht en juist de ruime koelgolegenheid zal oen reden zijn, dat men hot vleesch boter on geleidelijker zal kunnen plaatsen. Moet gesteriliseerd worden of go- koeld, dan la daarvoor gelegenheid en bij totale afkeu ring kan onmiddellijk verwerking volgen. Moge in de toekomst blijken ,dat -deze nieuwe inrichting behalve hure hygiënische voordeelen, ook een flnantleel voor deel voor den boerenstand zal zijn, Het volgende punt van de agenda la da meerdere voorziening van het platteland1 door de waterleiding. Door den heer G. Nobel wordt medegedeeld, dat oen. conferentie met het Prov. Waterleidingbedrijf was asm- ««vraagd, dook waar de heer De Veer, zoowel «Ia «gr. op 21 Maart verhinderd waren, ia de conferentie uitge steld geworden tot Vrijdag a.s, en kon nu nog geen me- dedeeling worden gedaan. Ook nu weer wordt er vanuit de vergadering op ge wezen, dat geen rekening wordt gehouden met de hygi ënische voordeelen waar zoo dikwijls door het P.W. B. op wordt gewezen maar uitsluitend op de renta biliteit. Verschillende feiten, daar betrekking op heb bende, worden genoemd enj de heer K. Breebaart Jz. vindt de houding van de provincie een schandaal. De Voorzitter zegt, dat het standpunt van Ged. Staten is, dat het P.W.B. zichzelf moet bedruipen. Nu Is dat moment eerder bereikt, dan verwacht werd en de voor uitzichten dat de nlet-rendabele gedeelten zullen worden aangesloten, zijn niet ongunstig. Wel zal niet elk huisje worden aangesloten, maar wel waar ©enigszins moge lijk. Spr. heeft de beste verwachting. Men moet niet vergeten, dat in Prov. Staten worden vertegenwoor digd stad en platteland, doch spr. zal hier niet verder op Ingaan. Waar er bij spr. op aangedrongen wordt door te gaan, zegt deze dat hij stad en. platteland niet tegen elkaar zal uitspelen. De heer Prof. Visser meent dat het te ver gaat als irnen beweert, dat een ieder rcóht op aansluiting heeft, dan zou dat recht duur betaald moeten worden. De heer Jm. Blaauboer Kz. vindt een principieel© uitspraak wel gewenscht. De provincie behoort het alge meen belang dienen, maar de provincie neemt echter het standpunt in, dat de aansluiting rendabel moet zijn. In dat geval zal het platteland altijd het loodje leggen, terwijl het platteland dat ook moet als het op ibelastlng-betalen aankomt. De heer Prof. Visser zou geen verlaging van tarie ven willen^ alvorens het platteland ia aangesloten. De Voorzitter meent, dat Noorderkwartier op den in geslagen weg dient voort to gaan en wijst op de ver kregen resultaten. Over de melkcursussen. Door den heer Dr. L. T. C. Scheij Wordt medegedeeld, dat een) oproeping is geplaatst voor leerlingen van een cursus tot opleiding van voormelkers. Acht aangiften zijn reeds ingekomen. Spr. wijst er verder op, dat het met de verbetering van de melkwinning nog niet gaat zooals het gewenscht Is. Vanuit de vergadering wordt medegedeeld, dat in de Schermeer een plaatselijke cursus zal worden gehouden. De begrooting wordt vastgesteld op een bedrag van f 2981.57%, nadat toegezegd is dat met den Bond van op Coop. grondslag werkende Zuivelfabriek overleg zal worden gepleegd ten aanzien van de bijdrage in de kosten voor opleiding van voormelkers. De adviezen van de kunstmesthandelaren. Bij de rondvraag brengt de heer Velders ter spralce de adviezen van kunstmestbureaux. Stonden deze bu- roaux voorheen op goeden voet met den voorlichtings dienst on onderwijs, thans ontmoeten doze partijen zich op het terrein als vijanden, wat spr. niet in het belang van den boerenstand acht. Spr. betreurt do adviezen, die wel worden gegeven on die tot schade van den oogst en den landbouwers zijn en waarvan de bedoeling al te doorzichtig Is, n.1. om het stikstofgebrulk op te voeren, En spr. wijst er dan op dat als dergelijke maatschap pijen zelf proefvelden doen aanleggen zij zelf andere ge tallen nemen dan in hun adviezen worden genoemd. Spr. zegt dat de voorlichtingsdienst daarvan d.e moeilijk heden ondervindt en noemt als voorbeeld cijfers van een advies der firma Matthes en Van der Eist, en Btelt de vraag of het niet op den weg van Hollands Noorder kwartier ligt te verzoeken dergelijke advieizen niet meer in dezen vortm uit te geven. Voorzitter zegt toe dat het bestuur deze quaestie zal overwegen. De heer Harp bepleit de wenschelijkheld dat de Ver- eeniging zientot het P.E.N. wendt met het verzoek om een speciale tarief in te voeren voor machinaal melken. Door den Secretaris wordt medegedeeld dat de Com missie voor Landbouwcoöperatie uit den Bond van op Coop. grondslag werkende zuizelfabrleken zich met deze zaak bezig houdt. Een uitvoerig rapport over het machinaal melken is verschenen, de directie van het P.E.N. heeft daarvoor volle belangstelling en heeft zich bereid verklaard een speciaal tarief nader te ontwerpen Ook spr. oordeelt dat hier een groote toekomst open staat De afkeuringen van slachtvee. De heer Joh. de Veer, Schagen, brengt nog eens de reeds ln de herfstvergadering van 1927 aan de orde ge stelde kwestie ter sprake, n.1. die van het groot aantal afkeuringen van slachtvee en de groote verplichtingen waaraan de veefondsen, dus indirect de boeren moesten voldoen, door het betalen van verhoogde premies. Spr. noemt enkele cijfers van het Schager Veefonds, waar uit wel blijkt dat in deze verandering moet komen. In de jaren 19201921 en 1922 bedroeg het aantal af keuringen pl.m. 10 pet., in 1923 12.8 pet., in 1924 15 pet., in 1925 17 pet, ln 1926 21 pet., in 1927 39 pet., in 1928 42 pet, en in het eerste kwartaal van 1929 41.5 pet. Deze cijfers betreffen alle koeien; speciaal voor Am sterdam zijn die cijfers veel ongunstiger en bijv. de laat ste week, de markt van 4 April, werden van de 67 koeien die naar Amsterdam gingen, 50 levers afgekeurd. Daarbij komt nog dat vooral na de mislukte actie te Purmerend aan de eischen van de grossiers steeds moei lijker is te voldoen. De Bond van Slachtveefondsen, waarbij zijn aangeslo ten nagenoeg alle Onderlinge Slachtveefondsen, bene vens het Zwolsche fonds .hebben na langdurig onder zoek besloten met ingang van 1 Mei a.s. over te gaan tot niet-uitbetallng van kleinere afkeuringen. Zij zijn van oordeel, dat hier niet gesproken mag worden van verborgen gebreken en dat de bedragen te gering zijn om van invloed te zijn op den koop. Indien de grossier of slager den boer zou aanspreken om vergoeding van de schade en zouden eventueele processen hiervan het gevolg zijn. dan zullen deze door den Bond worden over genomen. Het welslagen van deze actlé hangt geheel af, of de boeren standvastig genoeg zijn om de fondsen te steu nen. Het mag wellicht eeni week strubbeling geven, maar nu over het geheele land wordt gevoeld, dat de boeren veel te veel betalen, zullen de grossiers toch koeien moeten koopen en zal de toestand zeer spoedig weer normaal zijn. Het gevolg zal zijn, dat voel minder zal worden uitge keerd on aanmerkelijk zal worden bespaard op admini stratiekosten. Het gevolg is dan ook geweest, dat het öctoagor Veefonds besloot de premie van f 4 voor koeien on f 2 voor pinken respectievelijk terug te brengen op f 2 on f 1. Spr. wekt eon ieder op ,die kan meewerken tot hot welslagen van dozo actie, om al het mogelijke ln het werk te stellen om deze to doen slagen. Het be- teokont voor do booren directe besparing op onbillijke uitgaven; wordt toegegeven, dan staan do fondsen voor een steeds moeilijker taak om aan de dan nog te stellen eisohon to voldoen. Spr. hoopt ten zeerste dat de boeren in dezen hun eigen belang begrijpen.. Uit het applaus meent de Voorzitter te mogen opma ken dat do vergadering ten volle met de gedachteng&ng van den hser De Veer kan meegaan, i Na de gewone plichtplegingen volt sluiting, MEIVUURBRANDEN. Geachte Redactie, Beleefd verzoek ik U eenige plaatsruimte voor het navolgende, waarvoor mijn hartelijken dank. In verschillende streken van onze provincie treft men elk jaar nog aan het z.g. „Meivuurbranden" op 1 Mei; vooral in Waterland is dit gebruik nog alge meen. De beteekenis van dit Meivuurbranden te be spreken ligt niet in mijn bedoeling en daarvoor vraag ik ook niet eenige plaatsruimte. Deze oude traditie in die deelcn van Noordholland wil ik hier trachten in te burgeren, met het doel onze huisvrouwen van de overtollige rommel af te helpen. Want wat is het geval? Om een vuur te kunnen ontsteken, moet men brandstof hebben en daarin voorziet de jeugd, door al wat brandbaar is en voor het huishouden van geen nut meer, op te halen, en op een bepaalde plaats, daarvoor door het gemeentebestuur aangewezen, bij een te garen. D,e geheele maand April is de jeugd met grooten ijver daarmede bezig en kan men de jon gens in optocht door het dorp zien trekken onder het zingen van het volgende versje: „Wie heeft er iets te missen voor het Meivuur, een boendertje, een bezempie, een schoof of riet, dan branden wij de heeie Meimaand niet". De huismoeders kennen het lied natuurlijk, immers hebben zij in haar jeugd daaraan medegedaan. Al wat gemist kan worden wordt ge offerd en al wat brandbaar is, is van de gading der jeugd, want hoe grooter brandstapel, hoe langer duurt de pret. Het tijdstip van het ophalen is wel juist gekozen, want de schoonmaak is (fan in vollen gang, zoodat de komst der jeugd miet instemming wordt begroet. In de steden behoeft men met de rom mel niet te zitten, men knapt er daar den vuilnis man mede op, maar ten platte lande is men nog niet zoo gelukkig en moet men zelf maar zien, dat de rom mel wegkomt. Dat dit dan nog wel meermalen ge schiedt op een manier, welke niet door den beugel kan, weet een ieder, die met de toestanden ten platte lande op de hoogte is. Het openbaar vaarwater dient nog dikwijls als plaats, waar men overtollige voor werpen deponeert. Dat men zich daarbij aan een strafbaar feit schuldig maakt is ook algemeen be kend. Als excuus voert men dan aan, dat men riet weet, waar men met de rommel heen moet. Zoo dreef het vorige jaar in de Achtergracht een stel matras sen. Nu ligt het in mijn bedoeling, mijnheer de redac teur, bij wijze van proef, 1 Mei a.s. in deze gemeente een Meivuur te branden, waartoe ik de volle mede werking der huisvrouwen inroep. Met de jeugd had ik de zaak natuurlijk al dadelijk voor elkander; stel je voor, vuurtje stoken, een brandje maken, wleke jongen is daar afkeerig van. Eiken middag, na schooltijd, zullen de jongens langs de huizen komen, om al wat brandbaar is en gemist kan worden, op te halen, zoodat niemand genoodzaakt zal zijn het openbaar water te verontreinigen. Indien ik zal mo gen kunnen rekenen op de volle medewerking van de huisvrouwen, en de proef slaagt naar wensch, dan stel ik mij voor elk jaar een Meivuur te doen ont steken. Dus huismoeders, allen medegewerkt. Hierop wordt door mij, ten stelligste gerekend. Oudkarspel, 15 April 1929. A. J. WIJNVELDT, burgemeester. al» onwettig moeten worden vernietigd." u ln dit verband moet art. 153 Gemeentewet wordei bezien. Het artikel bepaalt: „De plaatselijke vorordi ningen kunnen, zoover zij met de wetten of het alJ gemeen belang strijden, door Ons (d.i. de Kroon) wow den geschorst of vernietigd. Wat onder „plaatselijke verordeningen" moet wor den verstaan, zegt art. 150, n.1. ondermeer alie voor, schriften en beschikkingen van den Raad, in het al. gemeen difs alle besluiten van den Raad. Nu meen ik, dat wegens gemis aan eene uitdrukke lijke wetsbepaling, do in de jongste raadsvergadering genomen besluiten niet voor vernietiging wegens strijd met de wet in aanmerking kunnen komen, ook al wordt aangenomen, dat de Raad ten onrechte tot niet-toelating van den heer Lookman heeft besloten, Is mijn meening juist, dat de heer Willemse raadslid blijft tot dat Gedeputeerde Staten (event. de Kroon) beslissen dat de heer Lookman alsnog als raadslid moet worden toegelaten, dan is er van „onwettige bejD sluiten" in het geheel geen sprake. Wellicht is dus eene herhaling van eene beslis sing als bij Kon. Besluit van 7 Dec. 1857 (Stbl. 119) genomen ten aanzien van de gemeente Schagen, nie te vreezen. In September 1857 waren n.1. in den toej uit 7 leden bestaanden Raad van Schagen slecht! drie leden tegenwoordig. Deze minderheid deed uit spraak over de toelating van eenige nieuw gekozen leden. Daar die handelwijze zich niet verdraagt mol art. 48 der Gemeentewet (de Raad mag niet beraad1 slagen of besluiten, zoo niet de grootste helft van hel bij art. 4 bepaald getal leden tegenwoordig is) vernie tigde de Kroon bij vermeld Kon. Besluit alle beslui, ten die op 1 en 12 September 1857 in den Raad van Schagen waren genomen. (Boissevain—-Oostenrijk, dl, I, blz. 261.) Hier had de Raad dus gehandeld in strijd met eene uitdrukkelijke wetsbepaling. Dit is rn.i. thans niet het gevail Evenals Uwe Redactie ben ik zeer belangstellend naar de beslissing van Ged. Staten en wellicht velen met mij. B. J. F. MEIJER. Oude Niedorp, 13 April 1929. Wij kunnen de laatste conclusie van den geachten inzender niet best accepteeren. Is de heer Lookman ten onrechte, dus tegen de bepalingen van de wet in, buiten de vergadering van onzen Raad gehouden j.l Vrijdagavond, en de heer Meijer is van die meenin dan is het kunnen blijven van den heer Willems het gevolg van die onwettige daad van onzen Raai Ergo: zal toch moeten worden toegegeven, dat ei kele besluiten waarop de stem des heeren Willems een beslissenden invloed heeft uitgeoefend, wellicb niet genomen zouden zijn als de heer Lookman ii de vergadering had gezeten dus consequent door redeneerend, moeten dan ook die besluiten als gevolg van een onwettige handeling eveneens als onwettig worden aangemerkt. Maar ook hier zullen Ged. Staten de beslissing wel geven, waar ook dit punt onder hunne aandacht ia gebracht. Ieder verstandig rooker Heeft G0MARÜS in z'n kokerl Sigaren Seriemerk van 5-20 ets. Onder bovenstaand opschrift komt in uwe courant van 16 dezer, le blad een zeer lezenswaardig artikel voor omtrent een staatsrechtelijk vraagpunt, dat j.l. Vrijdag in den Raad van Schagen aan de orde was, n.1. of do ontslagname van het raadslid Willemse al dan niet onherroepelijk is geworden. Evenals iuwe Redactie heeft het mij bevreemd, dat enkele leden in den Raad tot staving van hun be toog zich blijken^ uw raadsverslag beriepen op den hoogleeraar Van der Pot, die terzake de onderha vige kwestie een standpunt inneemt, geheel tegen overgesteld aan die van bedoelde raadsleden. Eén spreker de heer Willemse beriep zich volgens het raadsverslag op Cremers. Dit beroep is slechts in zooverre juist, dat deze schrijver eenige beslissin gen aanhaalt, volgens welke de ontslagname als raadslid kan worden teruggenomen, zonder zich ten aanzien dier beslissingen te verklaren. (Cremers, blz. 22—23). Den oningewijden moet het niet onbekend zijn, dat prof. Van der Pot, de bewerker van de 5e druk van Oppenheim's standaardwerk „Het Nederlandsch Ge meenterecht", zich evenals Oppenheim zelf, op het standpunt plaatst, dat, zoodra eene ontslagname als raadslid is in handen van den 'Burgemeester, (die volgens art. 67 gemeentewet alle aan den Raad ge richte stukken ontvangt) die ontslagname onherroe pelijk is geworden, zoodat terstond nadien eene va cature is ontstaan, waarin slechts volgens de be staande voorschriften kan worden voorzien en niet door eene herroeping van de ontslagname, welke de wet niet kent. Het beroep op Oppenheim door één der raadsleden is dus evenzeer onjuist. Naar deopvatting van wijlen prof. Oppenheim, gehuldigd door den hoogleeraar Van der Pot, kan dus de herroeping van zijn ontslagname door het raadslid Willemse geen effect sorteeren, nu de ont slagname reeds aan den Raad was ingezonden. Die opvatting wordt niet door alle schrijvers ge deeld. Gesteld echter, het standpunt van Oppenheim en Van der Pot is juist, hetgeen ik geneigd ben aan te nemen, hoe staat het dan met art. 18, 2e lid der Ge meentewet, door een der raadsleden het cardinale punt genoemd? Dat wetsartikel toch bepaalt: „Zij, die hun ontslagname hebben ingezonden, blij ven leden van den Raad totdat de geloofsbrieven hunner opvolgers zijn goedgekeurd." Die geloofsbrieven zijn volgens het raadsverslag door de commissie belast met het onderzoek der ge loofsbrieven goedgekeurd, eöhter niet door den Raad. Deze besloot den opvolger van den heer Wil lemse niet als raadslid toe te laten. Nu rijst de vraag: Blijft nu op grond van art 18, 2e lid der Ge meentewet de heer Willemse lid van den Raad? Ik ben geneigd die vraag bevestigend te beantwoorden echter met deze restrictie: Indien Gedeputeerde Sta ten tengevolge van beroep op hun college of eigener beweging (art. 35) beslissen, dat de opvolger van den heer Willemse (de heer Lookman) alsnog als raads lid moet worden toegelaten of indien de Kroon aldus besluit (art. 37), dan is voor den heer Willemse het tijdstip aangebroken, om heen te gaan. Tot zoolang door Gedeputeerde Staten geen beslissing is genomen, blijft de heer Willemse m.i. krachtens art. 18, 2e lid, raadslid, want eerst door de beslissing van Ged. Sta ten (event. de Kroon), heelt toelating van den heer Lookinan plaats, nu de Raad tot niet-toelating heeft besloten. Dat volgt dunkt me ook uit de opmerking van prof. Van der Pot n.1. „dat het beroep de toelating verschuift (deel 2, blz. 204). Welnu, art. 18, 2c lid, bepaalt niet anders, dab dat hij die zijn ontslag heeft ingezonden, raadslid blijft totdat de geloofsbrieven van zijn opvolger zijn goed gekeurd, dat wil zeggen, totdat zijn opvolger is tooge- laten. In uw artikel lees ik: „als mocht blijken, dat het zitting-blij ven-nemen des heeren Willemse door dat college onwettig wordt geoordeeld, dan spreekt het ook vanzelf, dat ook elk besluit, waarbij de stem van den heer Willemse beslissend is geweest in de een of andere richting, ook onwettig is en vervolgens: „komt 'de beslissing dat de heer Willemse ten on rechte is blijven zitten in de laatste raadsvergadering, dan zullen ook verschillende besluiten daar genomen, ZONDAG 21 APRIL 1929; NED. HERV. GEMEENTE te: Schagen, nam. 7 uur, Ds. Zlllinger Molenaar, van War- menJhuizen. Oudesluis, voorm. 10 uur, Da Witkop. Sohagerbrug, zie Oudesluis. Burgerbrug en St.-Maartensbrug, geen dienst. Warmenhuizen, voor. 10 uur, Ds. Zillinger Molenaar. Callantsoog, voorm.. 10 uur, Ds. Damsté. Jullanadorp, nam. 1% uur, Ds. Damsté. Onderwerp: „Verdragende elkander in liefde". Huisduinen, geen dienst. Dirkshorn, voorm. 10 uur, Ds. de Leeuw. Onderwerp: Leider en Misleider. Heerhugowaard, zie Veenhulzen. Veenhuizen; voorm. 10 uur, Ds. Schermerhorn. St.-Maarten, voorm. 9% uur ,Ds. Tinholt Anna Paulowna, voorm. 10 uur, Ds. Vorstman. Nieuwe Niedorp, nam. 7 uur, Ds. Schermerhorn. Haringhuizen, voorm. 10 uur, Ds. Van Loon. Oosterland, voorm. 10 uur, Ds. Van Beek. Westerland, nam. 2 uur, Ds. Van Beek- Winkel, geen dienst. DOOPSGEZINDE GEMEENTE te: Barsingerhorn, voorm. 10 uur, Ds. R. van der Veen. Nieuwe Niedorp, nam. 7 uur, Ds. Haars. EVANGELISATIE te: Schagen, voorm. 11 uur, Ds. H. J. Hak, van Alkmaar, H. Avondmaal. p Nam. 5 uur, de heer Boon, van Breezand. Dankzegging Breezand, voorm. 9% uur. Da IJoobe, van Den Buig (Texel). Bevestiging nieuwe lidmaten. Hippolytushoef, voorm. 10 uur, Da C. A. Lingbeek, van 's Gravenhage. Kapel Den Oever, nam. 3 uur, Da Lingbeek. Doop GEREF. GEMEENTE te: 'Anna Paulowna, voorm. 10 uur, en nam. half 3, D& Tollenaar van Den Helder. H-A. Openb. Belijdenis Kolhorn, voorm. 9% uur, Da Westbonk, van Hoorn. Nam. 2 uur, Da Westbonk, Schagerbrug, nam. 7 uur, Da Van der MareL VERSCHILLENDE SCHEPEN AVERIJ OPGE- LOOPEN. Reuter meldt uit New York: Een woeste storm kwam vandaag van den Atlan- tischen Oceaan boven New York; de storm ging ver gel ezeld van een geweldigen regenval. Twee schui ten en een sleepboot kwamen in de haven tot zinken een vrachtschip geraakte aan den" grond en bijna alk schepen liepen schade op. Gedurende bijna den geheelen dag teisterde de* wind(, die stormkracht bereikte, de kust vah den At- lantischen Oceaan. De trans-Atlantische schepen mel den hooge zeeën en zwaren storm. Vijf Oceaan-stoomers moesten in de haven vaö New York voor anker gaan. Zeven kleinere schepen zijn gezonken. Voor zoover bekend zijn er geen mefl* schenlevens te betreuren. EEN DER SKILOOPERS LEVENLOOS TE VOORSCHIJN GEHAALD. Naar uit Innsbruck gemeld wordt., heeft Dinsdag bij Gurgl in het Oetztal een ernstig lawine-ongeluk plaats gehad. Een skigezelschap van de Neurenberg* sche politie onder leiding van den bekenden alpinist Rist uit Neurenberg maakte een skitour op defl Festkogel, toen een lawine naar beneden kwaïffl waardoor drie skiloopers bedolven werden. Ttfe* 1 hunner konden spoedig worden gered en hadden

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1929 | | pagina 2