CYRUS, JUNCKER J.C.R.,
PROBATUM, KATWIJK-
Origineel-Rijwielen, de beste, goedkoopste.
G. ANNEVELDT, Dorpen Schagen.
Ingezonden Stukken.
Een interessante kwestie.
Predikbeurten.
Gemengd Nieuws.
Woeste storm teistert de Noord-
Amerikaansche kust
Door een lawine bedolven.
den er gauw heelemaal geen slooten meer rijn. Spr.
wijst op de dralneerende werking van de te maken geul
door de woelmachlne. Vaak valt tegen wat er ln den
ondergrond zit. Kalkbemesting, goed toegediend, kan
ook gunstige werking hebben.
De heer Prof. Visser wijst, er op, dat tegenwoordig
de slooten wel machinaal uitgebaggerd worden, waarbij
men met een Fordson langs de sloot gaat en waarbij te
vens de bagger over het land wordt verspreid.
De Voorzitter dankt daarna Prof. Visser voor zijn
gedane mededeelingen.
Het Bestuur stelt vervolgens voor om den bestaans-
duur der vereenlglng te verlengen met 29 jaar en en
kele wijzigingen ln de statuten aan te brengen. Ze wor
den goedgekeurd en het Bestuur gemachtigd redactie
wijzigingen aan te brengen en de Koninklijke goedkeu
ring aan te vragen.
Over de Pachtwet.
Door den heer Ir. C. Nobel worden mededeelingen ge
daan over het onderzoek naar het wetsontwerp van de
Pachtwet. Het wetsontwerp bestaat feitelijk uit 2 voor
ontwerpen. Het eerste ontstond door wijziging van hot
Burgerlijk Wetboek. Het tweede geeft aan een nieuwe
regeling, waarbij Ingesteld worden pachtcommlssies. In
elke provincie 1 of 2 pachtcommlssies. De commissie te
bestaan uit een voorzitter en 4 leden, waarbij de voor
zitter zal moeten zijn jurist en de 4 leden, voor de helft
uit pachters, voor de andere helft uit verpachters. De
benoeming van de leden geschiedt door de Koningin.
Inleider noemt vervolgens de voornaamste wijzigingen,
die ln het ontwerp worden voorgesteld.
De conclusie van de commissie is dat verbetering van
het pachtvraagstuk door een wetsontwerp als deze nlot
zal worden verkregen.
Ook het Kon. Ned. Landbouwcomité oordeelt even
eens dat dit voorontwerp geen verbetering brengt, ter
wijl de Frlesche Maatschappij van Landbouw positieve
voorstellen hoeft voorgesteld, die vrij ingrijpend ge
noemd kunnen worden. De commissie geeft in overwe
ging ln de a.s. najaarsvergadering van Noorderkwar
tier hare houding te bepalen.
Algemeen keurt de vergadering goed, dat dit zal ge
schied on in ds Najaarsvergadering en te voren zal het
door den heer Ir. O. Nobel uitgebrachte rapport in druk
verschijnen.
Mededeelingen van do commissie voor de
kanalisatie van West-Friesland.
De commissie, bestaande uit de heeren O. Nobel,, K.
Koster Dz., en E. Dz. Govers, acht het zeer gewenscht,
dat door onze vereenlglng wordt aangedrongen op ge
deeltelijke uitvoering van de kanalisatie, vooral met
het oog op de droogmaking van de Wierlngermeer, zoo-
als in onz® vorige vergadering van leden werd goedge
keurd. Alkmaar, Oudkarspel, Kolhorn en opneming
van Schagen in het kanalenplan met het oog op do
groote belangen die deze plaats hierbij heeft.
Benevens zijn wij overtuigd dat het goed is dat wordt
aangedrongen op de uitvoering van het kanaal Alk
maar, Avenhorn, Lutje-Schardam, welk plan meer kans
van slagen krijgt nu in Hoorn ook een krachtige actie
komt voor het kanaal ten Zuiden van de stad, waarvoor
door Burgemeester en Wethouders voorstellen bij den
Rand zijn Ingediend, terwijl ook uit de burgerij van
Hoorn goede steun komt voor het kanaal ten Zuiden van
do stad.
In de gisteravond gehouden raadsvergadering te Hoorn
word besloten een krachtige actie voor de tot stand-
koming van het kanaal te voeren .hetzij dan dat hot
ton Zuiden dan wel ton Noorden van Hoorn komt
Alhoewel do belangstelling van belanghebbenden voor
con kanaal HoornMedembllk tot onzen spijt zeer ge
ring is hopen wij toch dat mot (hulp van Zuiderzeewer
ken ook voor dat deel onzer provincie een betere ver
keersweg te water kan worden verkrogen.
Het rapport geeft geen aanleiding tot bespreking.
Door den heer Kramer Gltfnls worden mededeelin
gen gedaan over do werkzaamheden tot bestrijding van
de tuberculose onder het rundvee. Reeds eerder hebben
wij merlodeeling gedaan over de samenstelling van de
vereenlglng en hare werkzaamheden, benevens over de
toetreding van leden, den provincialen steun enz. Er
zijn thans 985 leden met 16742 koeien, en hoewel dit
reeds een flink aantal is, het moet volgons inleider zóó
zijn, dat het niet-lid zijn een uitzondering is.
Voor dewerktulgencommissie brengt de heer Ir. C.
Nobel verslag uit. De commissie is den goheelen winter
bezig geweest met de grasdroging en is daarmede nog
niet klaar gekomen.
De heer Jm. Blaauboer Gz. te Kolhorn, deelt eenige
ervaring met de grasdrogerij mede en spr. meent tot de
conclusie te kunnen komen, dat het hood schlmmelvrij
I®, er is reuk noch smaak aan, de .koeien eten 't traag
en toch is de melkopbrengst eer meer dan minder. Het
heeft dus blijkbaar een goede voedingswaarde.
Op een desbetreffende vraag zegt de heer Nobel toe
dat de commissie zich ook zal bezighudea met de mol-
drain&ge.
De destractor te Schagen.
De heer Joh. de Veer doet mededeelingen over de
plannen voor don destructor te Schagen.
Na do herfstvergadering ln het vorige Jaar, waarin de
wenschelijkheld werd uitgesproken van het stichten van
kleinere verwerkingsinrichtingen, is in deze zaak de
beslissing gevallen.
Het beroep van de Thermo-öhemlsche Fabrieken bij
Ged. Staten van Noordiholland en bij den Kroon werd
verworpen, en is het tot standkomen van de inrichting
te Schagen verzekerd.
De aanbesteding zal spoedig plaats hebben en kan spr.
reeds de teekening laten zien, zooals gebouwd zal
worden aan den Menisweg tusschen Schagen en Sint
Maarten. De noodslachtplaats bevat een slachtplaats
voor groot vee en een voor klein vee, een aparte hang-
ruimte en een koelruimte met een koelinrichting van
voldoende capaciteit om met warme dagen de geheele
hangruimte te koelen. Bij de slachtplaats is tevens een
sterilisator en kon dus het materiaal alle bewerkingen
ondergaan, noodig om in consumptie gebracht te wordon
De verwerkingsinrichting heeft een capaciteit van
6000 Kg. per etmaal en is dat voor dit gebied ruim vol
doende. Verder is aangebracht een ruime garage en .3
woningen voor de hulpkeurmeesters en machinist.
Nu te Schagen een inrichting zal worden gesticht en
men zich, vasthoudende aan het standpunt van Noorder
kwartier voor kleinere inrichtingen, de kaart van Noord-
Holland voor oogen stelt, dan behoort het gebied ten
Oosten van Nieuwe Niedorp tot Midwoud, en zou voor
Schagen behalve de kring Barsingeihorn In aanmerking
komen het Noordelijk gebied, Anna Faulowna, Helder,
Wie ringen, Texel en Zuidelijk tot Alkmaar, met de tus-
schengelegen gemeenten.
Indien men verder zou gaan, worden de afstanden te
groot en dient men in het Zuiden te overwegen ook een
Inrichting te stichten.
Wat de Centrale noodslachtplaats betreft, men be-
palo een vrij vervoer van gestorven dieren in het ge-
de verwerkingslnrichtlng is aangesloten.
Men is dan geheel vrij de dieren zonder verlies van
tyd naar de centrale noodslachtplaats to zenden en kan
aldaar, Indien goedkeuring volgt, een afzetgebied wor
den gezocht en juist de ruime koelgolegenheid zal oen
reden zijn, dat men hot vleesch boter on geleidelijker
zal kunnen plaatsen. Moet gesteriliseerd worden of go-
koeld, dan la daarvoor gelegenheid en bij totale afkeu
ring kan onmiddellijk verwerking volgen. Moge in de
toekomst blijken ,dat -deze nieuwe inrichting behalve
hure hygiënische voordeelen, ook een flnantleel voor
deel voor den boerenstand zal zijn,
Het volgende punt van de agenda la da meerdere
voorziening van het platteland1 door de waterleiding.
Door den heer G. Nobel wordt medegedeeld, dat oen.
conferentie met het Prov. Waterleidingbedrijf was asm-
««vraagd, dook waar de heer De Veer, zoowel «Ia «gr.
op 21 Maart verhinderd waren, ia de conferentie uitge
steld geworden tot Vrijdag a.s, en kon nu nog geen me-
dedeeling worden gedaan.
Ook nu weer wordt er vanuit de vergadering op ge
wezen, dat geen rekening wordt gehouden met de hygi
ënische voordeelen waar zoo dikwijls door het P.W.
B. op wordt gewezen maar uitsluitend op de renta
biliteit. Verschillende feiten, daar betrekking op heb
bende, worden genoemd enj de heer K. Breebaart Jz.
vindt de houding van de provincie een schandaal.
De Voorzitter zegt, dat het standpunt van Ged. Staten
is, dat het P.W.B. zichzelf moet bedruipen. Nu Is dat
moment eerder bereikt, dan verwacht werd en de voor
uitzichten dat de nlet-rendabele gedeelten zullen worden
aangesloten, zijn niet ongunstig. Wel zal niet elk huisje
worden aangesloten, maar wel waar ©enigszins moge
lijk. Spr. heeft de beste verwachting. Men moet niet
vergeten, dat in Prov. Staten worden vertegenwoor
digd stad en platteland, doch spr. zal hier niet verder
op Ingaan. Waar er bij spr. op aangedrongen wordt
door te gaan, zegt deze dat hij stad en. platteland niet
tegen elkaar zal uitspelen.
De heer Prof. Visser meent dat het te ver gaat als
irnen beweert, dat een ieder rcóht op aansluiting heeft,
dan zou dat recht duur betaald moeten worden.
De heer Jm. Blaauboer Kz. vindt een principieel©
uitspraak wel gewenscht. De provincie behoort het alge
meen belang dienen, maar de provincie neemt echter
het standpunt in, dat de aansluiting rendabel moet
zijn. In dat geval zal het platteland altijd het loodje
leggen, terwijl het platteland dat ook moet als het op
ibelastlng-betalen aankomt.
De heer Prof. Visser zou geen verlaging van tarie
ven willen^ alvorens het platteland ia aangesloten.
De Voorzitter meent, dat Noorderkwartier op den in
geslagen weg dient voort to gaan en wijst op de ver
kregen resultaten.
Over de melkcursussen.
Door den heer Dr. L. T. C. Scheij Wordt medegedeeld,
dat een) oproeping is geplaatst voor leerlingen van een
cursus tot opleiding van voormelkers. Acht aangiften
zijn reeds ingekomen. Spr. wijst er verder op, dat het
met de verbetering van de melkwinning nog niet gaat
zooals het gewenscht Is.
Vanuit de vergadering wordt medegedeeld, dat in de
Schermeer een plaatselijke cursus zal worden gehouden.
De begrooting wordt vastgesteld op een bedrag van
f 2981.57%, nadat toegezegd is dat met den Bond van
op Coop. grondslag werkende Zuivelfabriek overleg zal
worden gepleegd ten aanzien van de bijdrage in de
kosten voor opleiding van voormelkers.
De adviezen van de kunstmesthandelaren.
Bij de rondvraag brengt de heer Velders ter spralce
de adviezen van kunstmestbureaux. Stonden deze bu-
roaux voorheen op goeden voet met den voorlichtings
dienst on onderwijs, thans ontmoeten doze partijen zich
op het terrein als vijanden, wat spr. niet in het belang
van den boerenstand acht. Spr. betreurt do adviezen,
die wel worden gegeven on die tot schade van den oogst
en den landbouwers zijn en waarvan de bedoeling al te
doorzichtig Is, n.1. om het stikstofgebrulk op te voeren,
En spr. wijst er dan op dat als dergelijke maatschap
pijen zelf proefvelden doen aanleggen zij zelf andere ge
tallen nemen dan in hun adviezen worden genoemd.
Spr. zegt dat de voorlichtingsdienst daarvan d.e moeilijk
heden ondervindt en noemt als voorbeeld cijfers van
een advies der firma Matthes en Van der Eist, en Btelt
de vraag of het niet op den weg van Hollands Noorder
kwartier ligt te verzoeken dergelijke advieizen niet meer
in dezen vortm uit te geven.
Voorzitter zegt toe dat het bestuur deze quaestie zal
overwegen.
De heer Harp bepleit de wenschelijkheld dat de Ver-
eeniging zientot het P.E.N. wendt met het verzoek om
een speciale tarief in te voeren voor machinaal melken.
Door den Secretaris wordt medegedeeld dat de Com
missie voor Landbouwcoöperatie uit den Bond van op
Coop. grondslag werkende zuizelfabrleken zich met deze
zaak bezig houdt. Een uitvoerig rapport over het
machinaal melken is verschenen, de directie van het
P.E.N. heeft daarvoor volle belangstelling en heeft zich
bereid verklaard een speciaal tarief nader te ontwerpen
Ook spr. oordeelt dat hier een groote toekomst open
staat
De afkeuringen van slachtvee.
De heer Joh. de Veer, Schagen, brengt nog eens de
reeds ln de herfstvergadering van 1927 aan de orde ge
stelde kwestie ter sprake, n.1. die van het groot aantal
afkeuringen van slachtvee en de groote verplichtingen
waaraan de veefondsen, dus indirect de boeren moesten
voldoen, door het betalen van verhoogde premies. Spr.
noemt enkele cijfers van het Schager Veefonds, waar
uit wel blijkt dat in deze verandering moet komen.
In de jaren 19201921 en 1922 bedroeg het aantal af
keuringen pl.m. 10 pet., in 1923 12.8 pet., in 1924 15 pet.,
in 1925 17 pet, ln 1926 21 pet., in 1927 39 pet., in 1928
42 pet, en in het eerste kwartaal van 1929 41.5 pet.
Deze cijfers betreffen alle koeien; speciaal voor Am
sterdam zijn die cijfers veel ongunstiger en bijv. de laat
ste week, de markt van 4 April, werden van de 67
koeien die naar Amsterdam gingen, 50 levers afgekeurd.
Daarbij komt nog dat vooral na de mislukte actie te
Purmerend aan de eischen van de grossiers steeds moei
lijker is te voldoen.
De Bond van Slachtveefondsen, waarbij zijn aangeslo
ten nagenoeg alle Onderlinge Slachtveefondsen, bene
vens het Zwolsche fonds .hebben na langdurig onder
zoek besloten met ingang van 1 Mei a.s. over te gaan
tot niet-uitbetallng van kleinere afkeuringen. Zij zijn
van oordeel, dat hier niet gesproken mag worden van
verborgen gebreken en dat de bedragen te gering zijn
om van invloed te zijn op den koop. Indien de grossier
of slager den boer zou aanspreken om vergoeding van
de schade en zouden eventueele processen hiervan het
gevolg zijn. dan zullen deze door den Bond worden over
genomen.
Het welslagen van deze actlé hangt geheel af, of de
boeren standvastig genoeg zijn om de fondsen te steu
nen. Het mag wellicht eeni week strubbeling geven, maar
nu over het geheele land wordt gevoeld, dat de boeren
veel te veel betalen, zullen de grossiers toch koeien
moeten koopen en zal de toestand zeer spoedig weer
normaal zijn.
Het gevolg zal zijn, dat voel minder zal worden uitge
keerd on aanmerkelijk zal worden bespaard op admini
stratiekosten. Het gevolg is dan ook geweest, dat het
öctoagor Veefonds besloot de premie van f 4 voor koeien
on f 2 voor pinken respectievelijk terug te brengen op
f 2 on f 1. Spr. wekt eon ieder op ,die kan meewerken
tot hot welslagen van dozo actie, om al het mogelijke
ln het werk te stellen om deze to doen slagen. Het be-
teokont voor do booren directe besparing op onbillijke
uitgaven; wordt toegegeven, dan staan do fondsen voor
een steeds moeilijker taak om aan de dan nog te stellen
eisohon to voldoen. Spr. hoopt ten zeerste dat de boeren
in dezen hun eigen belang begrijpen..
Uit het applaus meent de Voorzitter te mogen opma
ken dat do vergadering ten volle met de gedachteng&ng
van den hser De Veer kan meegaan,
i Na de gewone plichtplegingen volt sluiting,
MEIVUURBRANDEN.
Geachte Redactie,
Beleefd verzoek ik U eenige plaatsruimte voor het
navolgende, waarvoor mijn hartelijken dank.
In verschillende streken van onze provincie treft
men elk jaar nog aan het z.g. „Meivuurbranden" op
1 Mei; vooral in Waterland is dit gebruik nog alge
meen. De beteekenis van dit Meivuurbranden te be
spreken ligt niet in mijn bedoeling en daarvoor vraag
ik ook niet eenige plaatsruimte. Deze oude traditie
in die deelcn van Noordholland wil ik hier trachten
in te burgeren, met het doel onze huisvrouwen van
de overtollige rommel af te helpen. Want wat is het
geval? Om een vuur te kunnen ontsteken, moet men
brandstof hebben en daarin voorziet de jeugd, door al
wat brandbaar is en voor het huishouden van geen
nut meer, op te halen, en op een bepaalde plaats,
daarvoor door het gemeentebestuur aangewezen, bij
een te garen. D,e geheele maand April is de jeugd met
grooten ijver daarmede bezig en kan men de jon
gens in optocht door het dorp zien trekken onder
het zingen van het volgende versje: „Wie heeft er
iets te missen voor het Meivuur, een boendertje, een
bezempie, een schoof of riet, dan branden wij de heeie
Meimaand niet". De huismoeders kennen het lied
natuurlijk, immers hebben zij in haar jeugd daaraan
medegedaan. Al wat gemist kan worden wordt ge
offerd en al wat brandbaar is, is van de gading der
jeugd, want hoe grooter brandstapel, hoe langer
duurt de pret. Het tijdstip van het ophalen is wel
juist gekozen, want de schoonmaak is (fan in vollen
gang, zoodat de komst der jeugd miet instemming
wordt begroet. In de steden behoeft men met de rom
mel niet te zitten, men knapt er daar den vuilnis
man mede op, maar ten platte lande is men nog niet
zoo gelukkig en moet men zelf maar zien, dat de rom
mel wegkomt. Dat dit dan nog wel meermalen ge
schiedt op een manier, welke niet door den beugel
kan, weet een ieder, die met de toestanden ten platte
lande op de hoogte is. Het openbaar vaarwater dient
nog dikwijls als plaats, waar men overtollige voor
werpen deponeert. Dat men zich daarbij aan een
strafbaar feit schuldig maakt is ook algemeen be
kend. Als excuus voert men dan aan, dat men riet
weet, waar men met de rommel heen moet. Zoo dreef
het vorige jaar in de Achtergracht een stel matras
sen. Nu ligt het in mijn bedoeling, mijnheer de redac
teur, bij wijze van proef, 1 Mei a.s. in deze gemeente
een Meivuur te branden, waartoe ik de volle mede
werking der huisvrouwen inroep. Met de jeugd had
ik de zaak natuurlijk al dadelijk voor elkander; stel
je voor, vuurtje stoken, een brandje maken, wleke
jongen is daar afkeerig van. Eiken middag, na
schooltijd, zullen de jongens langs de huizen komen,
om al wat brandbaar is en gemist kan worden, op
te halen, zoodat niemand genoodzaakt zal zijn het
openbaar water te verontreinigen. Indien ik zal mo
gen kunnen rekenen op de volle medewerking van
de huisvrouwen, en de proef slaagt naar wensch, dan
stel ik mij voor elk jaar een Meivuur te doen ont
steken.
Dus huismoeders, allen medegewerkt. Hierop wordt
door mij, ten stelligste gerekend.
Oudkarspel, 15 April 1929.
A. J. WIJNVELDT, burgemeester.
al» onwettig moeten worden vernietigd." u
ln dit verband moet art. 153 Gemeentewet wordei
bezien. Het artikel bepaalt: „De plaatselijke vorordi
ningen kunnen, zoover zij met de wetten of het alJ
gemeen belang strijden, door Ons (d.i. de Kroon) wow
den geschorst of vernietigd.
Wat onder „plaatselijke verordeningen" moet wor
den verstaan, zegt art. 150, n.1. ondermeer alie voor,
schriften en beschikkingen van den Raad, in het al.
gemeen difs alle besluiten van den Raad.
Nu meen ik, dat wegens gemis aan eene uitdrukke
lijke wetsbepaling, do in de jongste raadsvergadering
genomen besluiten niet voor vernietiging wegens
strijd met de wet in aanmerking kunnen komen, ook
al wordt aangenomen, dat de Raad ten onrechte tot
niet-toelating van den heer Lookman heeft besloten,
Is mijn meening juist, dat de heer Willemse raadslid
blijft tot dat Gedeputeerde Staten (event. de Kroon)
beslissen dat de heer Lookman alsnog als raadslid
moet worden toegelaten, dan is er van „onwettige bejD
sluiten" in het geheel geen sprake.
Wellicht is dus eene herhaling van eene beslis
sing als bij Kon. Besluit van 7 Dec. 1857 (Stbl. 119)
genomen ten aanzien van de gemeente Schagen, nie
te vreezen. In September 1857 waren n.1. in den toej
uit 7 leden bestaanden Raad van Schagen slecht!
drie leden tegenwoordig. Deze minderheid deed uit
spraak over de toelating van eenige nieuw gekozen
leden. Daar die handelwijze zich niet verdraagt mol
art. 48 der Gemeentewet (de Raad mag niet beraad1
slagen of besluiten, zoo niet de grootste helft van hel
bij art. 4 bepaald getal leden tegenwoordig is) vernie
tigde de Kroon bij vermeld Kon. Besluit alle beslui,
ten die op 1 en 12 September 1857 in den Raad van
Schagen waren genomen. (Boissevain—-Oostenrijk, dl,
I, blz. 261.) Hier had de Raad dus gehandeld in strijd
met eene uitdrukkelijke wetsbepaling.
Dit is rn.i. thans niet het gevail
Evenals Uwe Redactie ben ik zeer belangstellend
naar de beslissing van Ged. Staten en wellicht velen
met mij.
B. J. F. MEIJER.
Oude Niedorp, 13 April 1929.
Wij kunnen de laatste conclusie van den geachten
inzender niet best accepteeren. Is de heer Lookman
ten onrechte, dus tegen de bepalingen van de wet in,
buiten de vergadering van onzen Raad gehouden j.l
Vrijdagavond, en de heer Meijer is van die meenin
dan is het kunnen blijven van den heer Willems
het gevolg van die onwettige daad van onzen Raai
Ergo: zal toch moeten worden toegegeven, dat ei
kele besluiten waarop de stem des heeren Willems
een beslissenden invloed heeft uitgeoefend, wellicb
niet genomen zouden zijn als de heer Lookman ii
de vergadering had gezeten dus consequent door
redeneerend, moeten dan ook die besluiten als gevolg
van een onwettige handeling eveneens als onwettig
worden aangemerkt.
Maar ook hier zullen Ged. Staten de beslissing wel
geven, waar ook dit punt onder hunne aandacht ia
gebracht.
Ieder verstandig rooker
Heeft G0MARÜS in z'n kokerl
Sigaren Seriemerk van 5-20 ets.
Onder bovenstaand opschrift komt in uwe courant
van 16 dezer, le blad een zeer lezenswaardig artikel
voor omtrent een staatsrechtelijk vraagpunt, dat j.l.
Vrijdag in den Raad van Schagen aan de orde was,
n.1. of do ontslagname van het raadslid Willemse al
dan niet onherroepelijk is geworden.
Evenals iuwe Redactie heeft het mij bevreemd, dat
enkele leden in den Raad tot staving van hun be
toog zich blijken^ uw raadsverslag beriepen op den
hoogleeraar Van der Pot, die terzake de onderha
vige kwestie een standpunt inneemt, geheel tegen
overgesteld aan die van bedoelde raadsleden. Eén
spreker de heer Willemse beriep zich volgens
het raadsverslag op Cremers. Dit beroep is slechts
in zooverre juist, dat deze schrijver eenige beslissin
gen aanhaalt, volgens welke de ontslagname als
raadslid kan worden teruggenomen, zonder zich ten
aanzien dier beslissingen te verklaren. (Cremers, blz.
22—23).
Den oningewijden moet het niet onbekend zijn, dat
prof. Van der Pot, de bewerker van de 5e druk van
Oppenheim's standaardwerk „Het Nederlandsch Ge
meenterecht", zich evenals Oppenheim zelf, op het
standpunt plaatst, dat, zoodra eene ontslagname als
raadslid is in handen van den 'Burgemeester, (die
volgens art. 67 gemeentewet alle aan den Raad ge
richte stukken ontvangt) die ontslagname onherroe
pelijk is geworden, zoodat terstond nadien eene va
cature is ontstaan, waarin slechts volgens de be
staande voorschriften kan worden voorzien en niet
door eene herroeping van de ontslagname, welke de
wet niet kent. Het beroep op Oppenheim door één der
raadsleden is dus evenzeer onjuist.
Naar deopvatting van wijlen prof. Oppenheim,
gehuldigd door den hoogleeraar Van der Pot, kan
dus de herroeping van zijn ontslagname door het
raadslid Willemse geen effect sorteeren, nu de ont
slagname reeds aan den Raad was ingezonden.
Die opvatting wordt niet door alle schrijvers ge
deeld. Gesteld echter, het standpunt van Oppenheim
en Van der Pot is juist, hetgeen ik geneigd ben aan te
nemen, hoe staat het dan met art. 18, 2e lid der Ge
meentewet, door een der raadsleden het cardinale
punt genoemd?
Dat wetsartikel toch bepaalt:
„Zij, die hun ontslagname hebben ingezonden, blij
ven leden van den Raad totdat de geloofsbrieven
hunner opvolgers zijn goedgekeurd."
Die geloofsbrieven zijn volgens het raadsverslag
door de commissie belast met het onderzoek der ge
loofsbrieven goedgekeurd, eöhter niet door den
Raad. Deze besloot den opvolger van den heer Wil
lemse niet als raadslid toe te laten. Nu rijst de
vraag: Blijft nu op grond van art 18, 2e lid der Ge
meentewet de heer Willemse lid van den Raad?
Ik ben geneigd die vraag bevestigend te beantwoorden
echter met deze restrictie: Indien Gedeputeerde Sta
ten tengevolge van beroep op hun college of eigener
beweging (art. 35) beslissen, dat de opvolger van den
heer Willemse (de heer Lookman) alsnog als raads
lid moet worden toegelaten of indien de Kroon aldus
besluit (art. 37), dan is voor den heer Willemse het
tijdstip aangebroken, om heen te gaan. Tot zoolang
door Gedeputeerde Staten geen beslissing is genomen,
blijft de heer Willemse m.i. krachtens art. 18, 2e lid,
raadslid, want eerst door de beslissing van Ged. Sta
ten (event. de Kroon), heelt toelating van den heer
Lookinan plaats, nu de Raad tot niet-toelating heeft
besloten. Dat volgt dunkt me ook uit de opmerking
van prof. Van der Pot n.1. „dat het beroep de toelating
verschuift (deel 2, blz. 204).
Welnu, art. 18, 2c lid, bepaalt niet anders, dab dat
hij die zijn ontslag heeft ingezonden, raadslid blijft
totdat de geloofsbrieven van zijn opvolger zijn goed
gekeurd, dat wil zeggen, totdat zijn opvolger is tooge-
laten.
In uw artikel lees ik: „als mocht blijken, dat het
zitting-blij ven-nemen des heeren Willemse door dat
college onwettig wordt geoordeeld, dan spreekt het
ook vanzelf, dat ook elk besluit, waarbij de stem van
den heer Willemse beslissend is geweest in de een
of andere richting, ook onwettig is en vervolgens:
„komt 'de beslissing dat de heer Willemse ten on
rechte is blijven zitten in de laatste raadsvergadering,
dan zullen ook verschillende besluiten daar genomen,
ZONDAG 21 APRIL 1929;
NED. HERV. GEMEENTE te:
Schagen, nam. 7 uur, Ds. Zlllinger Molenaar, van War-
menJhuizen.
Oudesluis, voorm. 10 uur, Da Witkop.
Sohagerbrug, zie Oudesluis.
Burgerbrug en St.-Maartensbrug, geen dienst.
Warmenhuizen, voor. 10 uur, Ds. Zillinger Molenaar.
Callantsoog, voorm.. 10 uur, Ds. Damsté.
Jullanadorp, nam. 1% uur, Ds. Damsté. Onderwerp:
„Verdragende elkander in liefde".
Huisduinen, geen dienst.
Dirkshorn, voorm. 10 uur, Ds. de Leeuw. Onderwerp:
Leider en Misleider.
Heerhugowaard, zie Veenhulzen.
Veenhuizen; voorm. 10 uur, Ds. Schermerhorn.
St.-Maarten, voorm. 9% uur ,Ds. Tinholt
Anna Paulowna, voorm. 10 uur, Ds. Vorstman.
Nieuwe Niedorp, nam. 7 uur, Ds. Schermerhorn.
Haringhuizen, voorm. 10 uur, Ds. Van Loon.
Oosterland, voorm. 10 uur, Ds. Van Beek.
Westerland, nam. 2 uur, Ds. Van Beek-
Winkel, geen dienst.
DOOPSGEZINDE GEMEENTE te:
Barsingerhorn, voorm. 10 uur, Ds. R. van der Veen.
Nieuwe Niedorp, nam. 7 uur, Ds. Haars.
EVANGELISATIE te:
Schagen, voorm. 11 uur, Ds. H. J. Hak, van Alkmaar,
H. Avondmaal. p
Nam. 5 uur, de heer Boon, van Breezand. Dankzegging
Breezand, voorm. 9% uur. Da IJoobe, van Den Buig
(Texel). Bevestiging nieuwe lidmaten.
Hippolytushoef, voorm. 10 uur, Da C. A. Lingbeek, van
's Gravenhage.
Kapel Den Oever, nam. 3 uur, Da Lingbeek. Doop
GEREF. GEMEENTE te:
'Anna Paulowna, voorm. 10 uur, en nam. half 3, D&
Tollenaar van Den Helder. H-A. Openb. Belijdenis
Kolhorn, voorm. 9% uur, Da Westbonk, van Hoorn.
Nam. 2 uur, Da Westbonk,
Schagerbrug, nam. 7 uur, Da Van der MareL
VERSCHILLENDE SCHEPEN AVERIJ OPGE-
LOOPEN.
Reuter meldt uit New York:
Een woeste storm kwam vandaag van den Atlan-
tischen Oceaan boven New York; de storm ging ver
gel ezeld van een geweldigen regenval. Twee schui
ten en een sleepboot kwamen in de haven tot zinken
een vrachtschip geraakte aan den" grond en bijna alk
schepen liepen schade op.
Gedurende bijna den geheelen dag teisterde de*
wind(, die stormkracht bereikte, de kust vah den At-
lantischen Oceaan. De trans-Atlantische schepen mel
den hooge zeeën en zwaren storm.
Vijf Oceaan-stoomers moesten in de haven vaö
New York voor anker gaan. Zeven kleinere schepen
zijn gezonken. Voor zoover bekend zijn er geen mefl*
schenlevens te betreuren.
EEN DER SKILOOPERS LEVENLOOS TE
VOORSCHIJN GEHAALD.
Naar uit Innsbruck gemeld wordt., heeft Dinsdag
bij Gurgl in het Oetztal een ernstig lawine-ongeluk
plaats gehad. Een skigezelschap van de Neurenberg*
sche politie onder leiding van den bekenden alpinist
Rist uit Neurenberg maakte een skitour op defl
Festkogel, toen een lawine naar beneden kwaïffl
waardoor drie skiloopers bedolven werden. Ttfe*
1 hunner konden spoedig worden gered en hadden