cCrHF1
TCPHS
s Jvn L
I jtlls
DE LAATSTE BL0E1W.
(Vertaald naar Olive Schreiner.)
Zij liep tusschen de bloembedden, waaruit
een heerlijke, zoele geur opsteeg, en zij
plukte handen vol bloemen. Toen kwam de
Pltcht, met zijn bleek, streng gezicht en
keek haar aan.
Zij hield op met plukken, maar ze liep
weg tusschen de bloemen, glimlachend, met
volle handen.
Wéér kwam hij met zijn bleek, kalm ge
laat en zag haar aan; maar zij, ze wendde
het hoofd af. Eindelijk zag ze zijn gelaat,;
en ze liet de schoonste bloem vallen en liep
zwiigend verder.
Toen kwam hij wéér tot haar. En zij I
kreunde zacht en boog het hoofd en wendde
zich naar de poort. Maar terwijl zij er door
liep, zag zij om naar het zonlicht en de bloe- j
men en zij weende van smart.
Toen ging ze de poort door, die zich voor
altijd achter haar sloot; maar in haar hand
hield ze nog de knoppen, die ze geplukt had
en hun geur was dubbel zoet in de eenzaam - i
heid.
Maar hij volgde haar. Weer stond hij voor:
haar met zijn bleek, kalm, doodsch gelaat. I
En zij wist, waarom hij gekomen was; zij
opende haar hand en liet de bloemen vallen,
de bloemen, die zij zoo lief had, en ze liep
zonder hen verder, met droge brandende
oogen
Toen kwam hij voor het laatst. En zij
K»nde hem haar ledige handen, hare han
en, waarin zij niets meer overhad.
Maar hij bleef haar aanzien
Toen opende zij ten slotte haar kleed en;
nam er een kleine bloem uit, die ze daar'
verborgen had en zij legde haar op het zand. i
Zij had nu niets meer te geven en zij lien
verder en het grijze zand dwarrelde om
haar heen....
Zondasrspe'ecfcten, dip <*e'
tijd kost<">.. O
Een ongelukkige samenloop van
digheden: de Zondag, een buitenge^
waarop we graag wat me^r uithalen,
een „door de weekschen" dag en
het gebrek aan hulp, dat in de meesl
houdens juist dan het grootst is!
Hoe redt de huisvrouw zich daan
Ten eers*e door het kWen van eei
recht (in zoo'n gerecht zit Juict dlkn
tv^'soh feestelijkedat reer1s den
dr»g kan worden klaar gemaakt en
den vorm tfan een koude pudding
van een vla of van het een of arHer
k°iilk zelf te bereiden gebak, allee;
vraagt om netjes op een schotel te
overgebracht, wnneer het Zondags^
7'*r\ pttidp nadert
Ten tweede door te profiteeren vai
Industrie ons in dan vorm van epu si
soenje zoo goed als klaar th",£= b^^o;
bereiden drs van ren smakelijke Mant:
die in verschillendesoorten, re^eni®
dende met de verschillende smaak-oi
gen van het publiek „elck wat wils",
geven.
Ten derde door het uitbreiden i
.menu op een wilze, die weineg ln«j
kost en waarbij de hulp van het foij
succes kan worden gemis*d°or dej
anderen sla-scho*el dus, die, wanne»!
doende rekening is erehouden met dier'
kleuren der gebruikte groenten en®
de smaak het fijne aroma bezit, da®
fleurige uiterlijk past, gerust kan v®
met allerlei gerechten, die de kooV®
oordeelen tot den blakerenden gloed®
fornuis.
Ten slotte: waarom zouden we onatl
of vischgerechten voor den Zondag I
kiezen, dat ze alleen eeo koeten tijd®
warmen vragen, terwijl de hoofdbei®
er den vorigen dag reeds on zijn tof:
Tn dit, onzicht gaat er niets boven
stoofd gerecht: een smakelijke sc
„aux fines herbes" b.v., die door
verHijf in een matig warmen oven
wel door het opwarmen „au bain m
een flinke braadslee met kokend wd
strekt niet' den indruk zal maken u
opgewarmd te zijn. En wat het vies
tre't: een reeout, een fricassé of eeni
lilden er evenmin onder als ze ra
vorigen dag hun bereiding hebben
gnnn mits het opwarmen doelma
peh'edt en geen aanleiding geeft t
drogen of aanzetten.
't Ts misschien niet kwaad cia
laatstgenoemde voorbeelden, die in
landsche keuken niet tot de dageUJI
komende gerechten behooren, de
hier te laten volgen.
Kalfsfricassé.
■IIU IMI.1. II ■III
lH K G. malsch kaïfsvteesch flerxh
fricandeau,
ui,
stukje Spaansche pepes,
stukje gemberwortel.
laurierblad,
plukje tijm,
wat zout, Ik
40 gram (4 afgestreken eetlepels) f
50 gram (2% afgestreken eetlepels)
wat citroensap,
1 2 eierdooiers,
1 theelepeltje Maggfg Aroma.
Laat het gewasschen vleesch met
den, wat zout en zoooveel kokend v?
het stuk juist bedekt is, zachtjes g
den in een gooed gesloten pan (2^ i
snijd het dan in stukjes, iets groote
bekende poulet.
Verwarm in een niet te groote
boter met de bloem tot een
verdun dit door er onder
langzamerhand ongeveer 6 di.
theekopjes) van het gezeefde
voegen, laat de saus even
ze af met wat citroensap en
vleesch door. Laat alles samen
worden en roer er vóór het
zichtig (steeds roerende) de
Leg, ter versiering van den
den rand gehalveerde uitgetandfi
citroen.
Tante Séraphine's kinderen.
Ik heb nooit geweten dat tante SAraphtne
kinderen, had. Maar nu blijkt mij dat zij er
^lf heeft! Wanneer men zich in t gelukkige
bezit verheugt van elf kinderen is het voor
naamste wat men te doen heeft het pro
bleem op te lossen hóe ze te kleeden. Voor
bun voeding behoeft men zich niet bezorgd
e maken, want er schijnt in dat opzicht
^en goede fee over de groote families te
vaken. Maar orp ze te kleeden, daarvoor moet
men tante Séraphine's talent bezitten. Be
schouwen wij dus haar kinderen wat nader
De beide oudste zijn tweelingen. 1) Lies je
1e eerste houdt van kasha. Zij draagt hier
?en Japonnetje, waarvan het bovenlijf in
effen rose kasha is, en de rok in marine
blauw kasha met het voorgedeelte in rose
kasha in 2 tinten. Deze rok heeft twee zak
ken. Op haar jurk draagt zij een marine
blauwe mantel, gevoerd met rose en met
rose garneeringen aan de mouwen.
2 Jettie, haar tweelingzusje, draagt een
pervenche blauwe mantel, van voren ge
kruist. De rechte kraag kan naar wensch
eveneens gekruist gedragen worden. Een
klein duffelsch hoedje completeert het en
semble.
3) Wim, een stevige boy, is ln t rood ge
kleed, geincrusteerd met zwart laklederen
band. Hij heeft ondanks zijn jeugdigen leef
tijd reeds deftige manieren en biedt zijn
zusje Willie een boeketje viooltjes aan, dat
hij zooeven geplukt heeft.
4) Willie draagt een ivoorkleurige laken
mantel, aan den hals door een shawl toege-
knoopt. Mantel en de daaronder gedragen
lurk verwijden zich aan de onderzijde door
groote V vormige plooien.
5) Volgt Hansje, die een zeer practischen
mantel uit beige en bruin tweed draagt
genre tailleur met als garneering vier
groote knoopen. Tweed is een heerlijke
stevige stof voor Jonge meisjes en boven
dien lekker warm, een niet te versmaden
voordeel in de zoo vaak nog koude voor
jaarsdagen.
Daarop volgen weder twee tweelingen,
iitmaal een jongen en een meisje.
6) Dit laatste, Hannie geheeten, heeft een
jurkje in hemelsblauw flanel met donkere
oanden van marineblauw afgezet.
7) Jaap, haar tweelingbroertje is in de-
jelfde kleuren gekleed. Lichtblauw broekje
en jasje, het laatste met een warmblauwe
loom aan revers en aan de mouwen.
8) Clara, zijn oudere zusje die hem vast-
noudt, is gekleed in rood crepella. Een strik
aan den hals en eveneens op den ceintuur
Dikwijls draagt zij hierop den ivoorkleuri-
gen mantel van Willie, wat een aardig
ensemble vormt.
9) De kleine Henk, de Jongste van het
vroolijke troepje draagt een pakje uit éen
ituk in marineblauw serge, met geborduur
de bretels, een tussorkraag en tussor zoom
lan de korte mouwen.
En ten slotte nogmaals tweelingen, dit-
naal weder beide meisjes.
10) Nellie, de eerste, heeft een appel-
roene shantung Jurk. Het rokje is verwijd
ioor holle plooien.
11) Catootje, de tweede, heeft een schot-
che jurk, eveneens in shantung, in appel
groen, mosgroen en wit. De kraag is even
eens wit, de ceintuur is in donkergroen leder.
En nu zult gij misschien vragen waarom
of Tante Séraphlne niet al hare elf kinde
ren uit een groot stuk marineblauw serge
aangekleed heeft? Dat zou toch heel wat
eenvoudiger zijn? Ik heb haar op uiocreie
wijze deze vraag gesteld, en weet gij wat zij
antwoordde?: Ten eerste kleed ik mijn
kinderen niet allemaal gelijk, omdat ik niet
wil, dat wanneer wij Zondags in den Hout
wandelen, alle menschen zouden denken dat
ik directrice van een weeshuis ben. En dan
de tweede reden, wel, die is in uw eigen
belang, want hoe zoudt gij, arme Jeanne,
deze kroniek hébben kunnen schrijven
wanneer ik ze allemaal op dezelfde wijze
aangekleed had? Een reden waarvoor ik
haar uit den aard der zaak ten zeerste
dankbaar benl
JEANNE.
Hongaar,sche gouiasci.
Hebt gij last Tan vette haren? Zoo ge-
bruikt een shampooing van een aftreksel
van Panamahout. Vervolgens worden de
haren goed ultgewasschen en daarna be
handeld met een afkooksel van kamillen
Uwe haren hebben dan hun oorspronke-
IMken glans en zachtheid teruggekregen en
alle vet is ar uit verwijderd.
Vöor het schoonmaken van kristallen
tasters bestaat er geen beter middel dan
^swone brandspiritus. Allereerst dient voor
al goed de stof overal weggenomen te wor
den. Daarna wordt hij met een katoenen lap
in spiritus gedrenkt, alle onderdeelen zorg-,
vuldig Ingewreven en ten slotte met een.
droge doek nabehandeld. Het kristal zal dan
wederom als nieuw schitteren an gin.r,ap-n
ONZE PATRONEN.
Patronen van de modellen van mantels en kin-
ttarjnrken zijn verkrijgbaar b(j onze mode
redactrice Mejuffrouw L. Berende*. Joan Maet-
myckentraat 86, Den Haag.
De patronen voor dames kosten Ldie voor
kinderen 0.80. Het duurt ongeveer 10 dagen
alvorens se ln het bezit komen van degenen die
patronen aanvragen.
Aan de lezeressen, die een patroon bestellen,
wordt beleefd verzocht bij de aanvrage het ver-
■ohuidigde bedrag ln te vlotten ter voorkoming
van administratiekosten.
1 K.G. malsch runderpoulet,
100 gram (1 ons) boter,
150 gram uien (2 groote),
10 k 12 aardappelen,.
10 gram zout,
1 volle theelepell paprika
peper)
2 theelepeltjes Maggi's Aroma.
Bestrooi het gewasschen en
droogde vleesch met het zout; doe
IJzeren potje met goed sluitend
heete boter, voeg er de gesnipperde
en laat in de goed gesloten pan in
tig warmen oven (of op een
plekje van het fornuis) alles samen
gaar smoren (minstens 2uur),
een scheutje water toevoegende,
vleesch of de uien dreigen aan te
Schil de aardappelen en snijd ze
of in vierde parten; doe ze uur
het vleesch gaar is, in de pan en
dat oogenblik ook de paprika door.
het mengsel zooveel kokend water,
gelijk staat met het vleesch en
appelen.
Sluit de pan weer en laat alles
der zachtjes gaar worden; roer
doen het gerecht luchtig door
er de Maggi's Aroma bij en breng
op een verwarmden schotel. Bind,
de vloeistof niet voldoende „sausacn
zijn geworden, het vocht
mengde bloem of maïzena tot
den aan*.
KLEINE RAADGEVINGEN.
Om een restant wijn in een ontkurkte
flesch goed te houden sluite men deze
wederom goed met den kurk en ver-volgens,
plaatst men de flesch omgekeerd op een1
rek met den hals naar beneden. De wijn
blijft dan weder onbeperkt goed.
Wanneer gij handen hebt die naar petro
leum ruiken kunt gij dezen reuk het beste
wegnemen met een aardappel. Snijdt dezen
door en wrijft de handen flink af met de
frissche snede. Vervolgens flink lnzeepen en
tfiet lauw water* afspoelen, de reuk is dan
geheel vedwenen.
Wilt gij weten of uw slaolie nog goed is?
Schudt de flesch of giet de olie over.
Schuimt deze, dan is de Olie niet zuiver of
van slechte kwaliteit.
Gooit nooit koffiedik weg. Niet zoozeer
omdat gij hieruit uwe toekomst voorspellen
kunt, dan wel omdat dit nog voor meerdere
doeleinden gebruikt kan worden. Allereerst
als een zeer goede mest voor uw kamer
planten. Men spreidt daartoe een laag
koffiedik over de aarde in de potten. Van
tijd tot tijd wordt begoten om deze laag
goed vochtig te houden. Een ander gebruik
vindt koffiedik bij het schoonmaken van
vette of slechtruikende flesschen of glazen
of oude olieflesschen. Deze zijn na behan
deling absoluut schoon en reukloos.