SchagerCourant loorzitten KANTONGERECHT SCHAGEN. fSoiPUROL Rrabantsche brieven. Zaterdag 18 Mei 1929. 72ste Jaargang. No. 8460 Tweede Blad. I Zitting van Donderdag 16 Mei 1929. DE SCHOOLKWESTIE TE WINKEL. Reeds meermalen hebben we kennis gemaakt met de #ohoolkwestie te Winkel, waarbij de garagehouder ,W. K. aldaar, mede lid van de oudercommissie voor schoolgaande kinderen, enkel en alleen om het principe tot in hoogste instantie heeft doen uitmaken of een Icind, dat nog leerplichtig is, maar dat gedurende eeni- gen tijd op een inrichting voor meer uitgebreid onder wijs is geweest, maar daarvan weer is teruggekomen, op dat oogenblik weer naar de openbare lagere school terug had moeten gaan. Zooals bekend heeft ook het gemeentebestuur er zich mee bemoeid en eveneens mag bekend worden verondersteld, dat de heer K. on langs door den Hoogen Raad in het ongelijk is gesteld. Verdachte moest heden wederom terecht staan voor twee dezelfde feiten, gepleegd omstreeks November van het vorige en Maart van dit jaar. i Als gevolmachtigde treedt op mr. J. A. E. Buiskool van Schagen, die namens verdachte het te laste gelegde toegeeft. De ambtenaar van het O. M. komt reeds dadelijk aan het woord en zegt, waar de Hooge Raad heeft uitge maakt, dat het gepleegde feit strafbaar is, hij in deze tegen verdachte 2 X f 20 boete of 2 X 20 dagen hech tenis vraagt. Mr. Buiskool wijst er op, dat verdachte het vorige jaar voor precies eenzelfde feit tot f 4 boete of 4 dagen hechtenis veroordeeld is geworden. Hij komt dus na mens verdachte met het verzoek om, waar het hier 2 dezelfde feiten betreft, daarvoor één inplaats van twee dagvaardingen te mogen ontvangen. De verdediger yindt dit inderdaad ook wel een beetje erg voor ver dachte, die terwille van een principieele zaak reeds yele kosten heeft moeten maken. I De kantonrechter zal in deze zaak over 14 dagen Ichriftelijk vonnis wijzen. MET RIJWIELEN GELEURD. Als we het over leuren hebben, dan denken we aan den straatventer, die met sinaasappelen of harde bok king of „bossies" radijs langs de huizen loopt «om ze aan den man te brengen. Maar zooals in deze zitting blijkt, kun je óok met rijwielen leuren. Dit had een zekere Jac. R. gedaan op de Schager markt, en waar op dat kleine stukje aard- eche tranendal, 'n iegelijk die maar iets te verkoopen heeft, daarvoor door den marktmeester een vast plaatsje wordt aangewezen, had de gemeenteveldwach ter Van Haren voornoemde R. maar eens eventjes bij zijn schabbelaken genomen en hem op den bon gezet. Hetzelfde feit was reeds meerdere malen geconstateerd geworden, zooals Van Haren heden ter zitting vertelt, waar ook R. zou verschijnen, die de vorige zitting het een en ander ontkende, maar nu blijkbaar wijselijk was weggebleven. Dit was voldoende voor den kantonrechter om hem vandaag conform den eisch tot f 5 boete of 5 dagen hechtenis te veroordeleen. j EEN SPORTMAN MET EERGEVOEL. Alweer een zaakje^ waarvan we de bijzonderheden al kennen. De heer Jan Sch. van Barsingerhorn heeft onlangs een bekeuring opgeloopen, omdat hij zijn num- merbewijs niet kon vertoonen aan brigadier Holema uit de Zijpe, toen deze hem daarnaar vroeg. Sch. was met familie en kennissen midden in den nacht van een Uitvoering in Schagen op weg naar huis. De vorige zitting nu heeft verdachte beweert, dat terwijl hij de papieren aan den verbalisant overreikte, bet bewuste nummerbewijs op de een of andere wijze moet zijn weggeraakt, welke verklaring hij ook nu nog volhoudt. Brigadier Holema blijft bij zijn proces-verbaal en veronderstelt nooit geen nummerbewijs te hebben ge kregen. Hij heeft verdachte nog in de gelegenheid ge steld er gedurende eenlgen tijd naar te zoeken. Verdachte wijst er nogmaals op, dat hij in de stel lige overtuiging blijft verkeeren, gelijk met de andere papieren ook het nummerbewijs te hebben overhan digd. Hieraan voegt hij toe, dat hij op het gebied van motorsport een blanco strafregister heeYt en er op ge steld is, dit te blijven behouden. Dit kan de kantonrechter niet anders dan zeer prij zenswaardig vinden. De ambtenaar van het O.M. vindt echter het bewijs wettig en overtuigend bewezen en eisch f 3 boete of 3 dagen hechtenis,, waarnij hij opmerkt, dat het den schijn heeft gewekt, alsof verdachte nu bezig geweest is een balletje op te gooien, om den verbalisant voor het zoek raken van het bewuste nummerbewijs ver antwoordelijk te stellen. Tegen deze veronderstelling komt verdachte met klem op; hetgeen hij gezegd heeft^ meende hij in alle ernst. Ook in deze zaak zal de kantonrechter over 14 da-- gen schriftelijk vonnis wijzen. T KON MOEILIJK ANDERS. De 29-jarige landbouwer Abr. B. te Wieringerwaard Zou 1 Maart een werkman krijgen, waarvoor hij bereids reeds een woning had gehuurd. Deze woning werd hem echter twee dagen vóór den lsten Maart opgezegd, zoodat, toen de werkman kwam, deze op een andere wijze onderdak gebracht moest worden. Dit nu ge schiedde in een afgebrand dus uit den aard der zaak onbewoonbaar verklaard huis, dat in der haast door een metselaar was opgeknapt. Dat gaat echter maar zoo niet, dus liep B., ofschoon geheel buiten zijn schuld, een bekeuring op, waarom de ambtenaar van het O. M. van daan f 3 boete of 3 dagen hechtenis tegen hem eischte. Niks te veel, maar toch nog wat hoog vond verdachte en bij zag kans er met een meewarig gezicht nog een guldentje af te pingelen. HET VERKEER EISCHT STIPTHEID. Daar komen we nu zoo langzamerhand wel achter, achter hetgeen hierboven staat. Maar desondanks zijn er toch nog heel wat weggebruikers, die daartegen zondigen, en terzake een dergelijk feit verscheen heden morgen Lourens B. uit Breezand nu eens voor de groene tafel. Den 7 Maart was hij met zijn vee-vrachtauto langs den Heerenweg te Barsingerhorn gegaan. De wagen was leeg. Hij moest schapen halen voor Dirk Kuiper bij Willem Noot. De eerste zat ook in de auto. Nog voor ze de tramlijn over waren, had reeds eenige bonderden meters de heer G. Blaauboer uit Kolhorn met zijn ford-auto achter hen gereden^ maar het mocht dezen niet gelukken, door herhaaldelijk signaal te geven, de aandacht van B. te trekken om te pasr- seeren. Een 70 meter over de tramwegovergang nu zou B. het hek bij Noot indraaien, waarvoor het noodig was, dat hij eerst naar links ging, met het oog op den smallen weg daar. Blaauboer zegt, in de meening te hebben verkeerd, dat verdachte daar links zou blijven stilstaan en was nu van plan om rechts te passeeren^ toen plotseling op de treeplank Kuiper verscheen die'aanwees, dat ze naar rechts gingen en te zelfder tijd de auto ook al in beweging kwam, zoodat Blaauboer alleen nog een bot sing kon voorkomen, door krachtig te remmen. Door verdachte wordt het hem ten laste gelegde ontkend. De signalen van te voren heeft hij niet ge hoord en volgens hem zou op tijd aanwijzing zijn ge geven, dat naar rechts zou worden uitgeweken. Nog twee getuigen a decharge, Reier en Willem Noot, worden gehoord, die beiden verklaren, gezien te hebben, dat Kuiper zijn arm uitstak. De andere auto was voor hem toen nog onzichtbaar. De ambtenaar van het O.M. meent, dat ten aanzien van het eerste deel het wettig en overtuigend bewijs geleverd is, maar dat ten aanzien van het richting- aangeven eenige onzekerheid bestaat. Voor dit laatste wil hij verdachte dan ook vrijspreken, maar voor het eerste eischt hij tegen hem f 20 boete of 20 dagen hechtenis. De uitspraak luidt of 8 dagen. GOEDKOOP SCHAPENVLEESCH. Hetgeen hierboven staat en wat in werkelijkheid is geschied^ is feitelijk moeilijk met elkander te rijmen. Het betreft hier namelijk een overtreding, waarbij het in gevaar brengen van het verkeer ten laste is gelegd. Hiervoor moest terecht staan Joh- de N., bierhandelaar te Schagen, Deze reed op den 4den December met zijn vracht auto, beladen met het schuimende gerstenat, op den weg van Keinsmerbrug naar 't Zand, toen uit tegen overgestelde richting een koppel schapen aankwam van 47 stuks, gedreven door de twee broers Remmert en Willem Kant van Koegras. Volgens deze twee nog betrekkelijk jeugdige jongens zou. De N. met een te groote vaart op het koppel scha pen zijn ingereden, tengevolge waarvan er een onder de auto raakte en daardoor diens bil werd stukgereden. Remmert K. zegt dat de schapen waren verkocht voor f 33.25 per stuk, en dat ze moesten worden afge leverd. Nu moest hij het gewonde beest natuurlijk aan een slager verkoopen, die natuurlijk van de gelegenheid gebruik gemaakt had, en voor f 15 in het bezit kwam van een beste overhouder. Kantonrechter: Dat was een beetje! Was maar bij mij gekomen, dan hadden we ook nog eens goedkoop schapenvleesch kunnen eten. Verdachte zegt, beslist langzaam te hebben gereden en zelfs tusschen het koppel te hebben stilgestaan. Hij acht zichzelf dan ook beslist onschuldig. Ten aanzien van de schade zegt hij, nog geprobeerd te hebben bij zijn verzekeringsmaatschappij, maar deze wilde daar niets van weten. Met losloopend vee houdt men daar geen rekening. En waar verdachte voor zijn drie auto's een hand vol geld aan premie's betaald, is hij niet van plan, om deze schade te vergoeden. Zijn bediende, die hij bij zich op den wagen had geeft eenzelfde relaas van het gebeurde als zijn patroon. De ambtenaar van het O. M. daarentegen wijt het ongeluk aan groote onvoorzichtigheid van den kant van verdachte en eischt tegen hem f 15 boete 15 da gen hechtenis. De kantonrechter is echter een heel andere meening' toegedaan en merkt op, dat verdachte voldaan heeft aan art. 22 van het Motor- en Rijwielreglement mits dien hij hem van het hem ten laste gelegde vrijspreekt er bovendien nog op wijzende, dat het feitelijk onver antwoordelijk is, dat een koppel van 47 stuks schapen door twee man gedreven worden. BRANIESCHOPPERS. Een tweetal landbouwerszoons uit Harenkarspel, P. C. B. en N. J. B., hadden te Kalverdijk den boel een3 een beetje op stelten gezet, ter gelegenheid van een bal-avond. Volgens den verbalisant, rijksveldwachter Kranenburg, voor wiens optreden de kantonrechter, zooals deze opmerkt, alle respect heeft, waren ze danig in de olie en daagden ze zoo ongeveer iedereen van het publiek uit om eens een robbertje met ze te vechten. Echte bran'.eschopperij dus, meent de kan tonrechter, maar het komt heelemaal niet te pas voegt hy er aan, dat zoons van landbouwers zoo'nslecht voorbeeld geven. Conform de eisch worden ze elk tot f 7 boete of 7 dagen hechtenis veroordeeld, wat de beide heeren voor „zoo'n klein feitje" wel een beetje veel vinden. EEN BILLIJK VONNIS. Simon K., rijwielhandelaar te Hoogwoud, had geen nummer- en rijbewijs bij zich, toen hem door de politie daarnaar gevraagd werd. K. vertelt, dat hij nu al 25 jaar auto rijdt en nooit geen bekeuring heeft opgeloopen, en ofschoon hij weet, dat hij strafbaar is, was het werkelijk door omstandigheden dat hij zijn papieren ditmaal niet bij zich had. In den nacht was hij opgeklopt door iemand, die per auto naar Anna Paulowna wenschte gebracht te worden, en in de haast had hij nu rij- en nummerbewijs vergeten. De ambtenaar houdt er rekening mee en vraagt slechts 2 keer f 2 of 2 keer 2 dagen. De kantonrechter gaat echter nog verder en maakt er 2 keer twee kwartjes of 2 keer 1 dag van. Dit is inderdaad een „koopie!" TOT HET LAATST TOE ER GEZETEN EN TOEN NOG VERGETEN. De laatste verdachte, Jac. Joh. BI. van Warmenhuizen - hij had er toen net ongeveer een paar uur gezeten werd als niet verschenen opgegeven, das was reeds bij verstek veroordeeld tot f 4 boete of 4 dagen hechtenis. Gelukkig dat hij zijn mond opendeed, want nu werd hij terzake het loopen langs de spoorbaan veroordeeld tot f 2 of 2 dag., omdat hij volgens zijn zeggen niet veel anders kon. En hiermee was voor ditmaal voer goed het einde ge komen, Wegens neit verschijnen worden bij verstek veroor deeld: Voor overtreding van de Motor- en Rijwielwet: Schr., f 4 of 4 dg.; De J., f 5 of 5 dg.; De Gr. f 5 of 5 dg.; De Gr., f 5 of 5 dg.; De W. f 4 of 4 dg.; De Gr., f 4 of 4 dg.; P., 2 keer f 4 of 2 keer 4 dg.; K., f 4 of 4 dg.; B., f 4 of 4 dg.; K. f 4 of 4 dg.; E. V. overtr. f 3 of 3 dg.; B., overtreding pol.-ver- ord. Callantsoog f 5 of 5 dg.; Sp., overtreding Trekhon- denwet 2 keer f 3 of 2 keer 3 dg.; Sch., overtreding Zon dagswet f 6 of 6 dg.; Zw. en Pr., overtreding pol.-verord. Schagen (voetballen op den openbaren weg) ieder f 2 of 2 dg.; SI., in 't café na sluitingsuur f 3 of 3 dg.; N., op de spoorbaan geloopen f 4 of 4 dg. bij Wielrijden/^^ Zonnebrand. Smetten en Stukloopen van Huid en Voeten, verzacht en geneest men met u\ïTeLK- eK 18,1 In doozro vn„ 30-60 en 90 cl Tube 50 e Bij Apoth. en Drogisten "%r-£Pr FEUILLETON VERTELLINGEN. :e sr Ulvenhout, 14 Mei 1929. Menier, smaakt als room Snotverdemallemosterd- pot wa-d-is ie veur meka- re! 't Veurjaar kriebelt me van alle kaanten in m'n bloed. Gin vijf menu ten kan 'k op m'n en stoel blijven zitten; 'k zou ieve- rans tegelijk willen zijn, want amico, gij kunt daar in de stad op gin kieleme- ters-na begrijpen, hoe schoon et ier buiten wordt. De knoppen aan de boomen staan, as vusten zo dik, op barstens. Ze staan te rekken naar de zon en 't is of er de takken van staan te wiege len. De kastanjes staan al vol in blad en da gruun daar zoude zoo in bijten. Die pittige, pas-ontloken blaaikes zien d'r uit as Trui d'r kanten muts op Zondag. Gesteven en gestreken, mee 'nen gloednuu- wen, matten glans erop, deur da ze nog vol staan mee 'n zulverig dons van de perziek-achtige horkes die er op zitten. Olleen 't gras al, jonk, daar verkekte 'n dubbeltje-n-aan. As 't zoo staat te buigen op d n wind en 't zon-ncke da schijnt cr vlak bovenop, dan glanst et as de rug van 'n deur-en-deur-gezonde poes. Dan leggen d'r allemaal van die witte lichtjes op, zoowas ge da wellis het aan de zee, da ge d'r be- kaanst kleurenblind van wordt. En d'n blossem be- gin-d-ieverans deur te komen. De schelfkes van de basjes, waar de blaaikes as 'n frutje ingefriemcld emmen gezeten, leggen in duuzenden en nog 's duu- zenden op d'n grond en m'nen erf ziet er uit as 'nen bruilofsvloer waar ze strooisel-kes op gespreid emmen. En nouw ik m'nen erf mee 'nen bruilofs vloer vergelijk, nouw mot ik oew zeggen, amico, da's gin toeval. De bruiloften zijn ier op d'n oogenblik nie van de locht. As de schoone, hoogblaauwe Mei- lochten boven m'n akkers staan te lichten, as de madelievekes en de piesebedden mee d'r melkwitte en botergele sterrekes 't graslaand. staan te bespik kelen, as in de kerk 'nen grooten lichtkrans staat te schijnen om 't beeld van Onslievrouwke, kortom as de schoone Mei- of Bloeimaand weer in 't laand is, as alle veugeltjes weer d'r ei-ke leggen, dan dan is 't de maand van trouwen nie olleen, maar ok van de gouwen bruiloften. Dan is cr ginnen dag die God gift, of ons Herriemenie trekt er op uit 's aves om serenades te gaan brengen. Dan is er ginnen dag of ge kom-d-overdag mee pèèrd en wagen hier of daar onder 'nen cereboog deur of langst 'nen versier den gevel mee schoone geschilderde schilden in 't goud mee jaartallen d'r op die precies vijftig jaar van mekaar leggen. Dan komde saves nie over d'n weg of ge zie-d-ier of daar 'nen erf mee lampejon- nekes en hoorde de harmonica ouwe walskes en me- zuurka's en polleka's janken. Want 'n gouwen brui loft amico, die vieren me dat er de spaanders af vliegen! In veertien dagen tijd (en me schrijven, vandaag sjuust d'n veertienden!) zijn er hier in de omgevink zeuven gouwen gevierd, om dan nog niks BILLY BOO. Nauwelijks vloog d'adelaar op, Angstwekkend klonk zijn stem, Of Billy dacht, „nu wordt 't tijd, Nu verrassen we zeker hem." Hij wreef daarop zijn amulet, Kreeg een touw in de hand, En met een flinke zwaai, Wierp hij 't over den rand. Jerry greep gezwind het touw, En hield het stevig vast, Billy staande op zijn schip, Trok op de lichte last. Intusschen zette de adelaar Zijn achtervolging voort, Tot hij tot z'n woede zag, Dat Jerry was aan boord. Ik ben blij, dat Jerry veilig is, doch stel je voor, dat f.. Redneb eens moe was geworden, te zeggen van de zuiveren, die toch ok niet overge slagen worren, al is 't dan nog maar kwajongens- werk bij de gouwen vergeleken! Ja, amico, as ge deze regels legt naast die van vleejen week, waar ik 't een en ander zee van die Amerikaansche echtscheidings, dan hek vleejen week nie te veul gezeet, toen ik beweerde: De Ul- venhoutsche huwelijken zijn heel wa beter en selie- der aan mekaar geplakt dan de Knaauwgomikaan- sche. En wilde gcleuven, dat er gin lolliger en gin re- jalere fuiven zijn, as sjuust de gouwen bruiloften? Want gemeenlijk ebben die ouwe menschen d'r schop- kes zo n bietje op 't droge en kan 't lijen! Ok emmen ze meestal twaalf of meer kienders op de weareld g'ollcpen, die er op hullie beurt ok weer nie bij stil gezeten emmen en er ok minstens 'n dozijntje per hoofd prizzeteeren, zooda ge op zo'n bruiloft, mee buren en perseneel meegerekend, gaauw 'n paar hon derd man in d'n kost het. En dan: hoe meer ziel hoe meer vreugd! En olleen al 't veruitzicht van zo'n lollige, gouwen bruiloft, da doe-d-oew soms 't geluk van 't huwelijksleven veul gemakkelijker. to rsen! Want ge het levensg e z e 1 l i n n e n die zo'n eigenaardig idee van gezelligheid emmen, da ge mee heur gezelligheid soms knapkes de ongezelligste da gen dcurmokt! Da g'op oew taanden mot bijten om al die gezelligheid te verstouwen. Da g'oew bloed op lopt te freten van die gezelligheid. Maar as ge 't dan op 't end deur mekaar gooit, dan blijft er altij nog wel wa goeds over en 'nen verstaandigen mensch mot op die manier zoomaar mee 'n bietje fielesefie z'n huwelijksbotje deur de levenszee zien te koersen en onverstaandïgen? wel die motten maar nie trouwen. 'k Wouw, amico, da ge zo'n fuif 's mee kwam ma ken. As ge tenminste 'n goeie maag et, een van vet leer b.v. en 'nen broeksbaand die ge verstellen kunt. Want as de femilie 'smergens uit de kerk komt, nuchter en hongerig as wolven, dan is alleen 't ont bijt al 'n ding waar ge mee gin maag-mee-motgaten mot aantijen. Dan zijn 'n stuk of tien kurven brooikes plus de noodige krentenmikken, en 'n pond of twintig vette ham en evenveul zuutemelksche kaas, mee de rest navenaant, weggespoeld mee ketels koffie en vaten bier, gaauw geblazen, amico. Dan is 't dam- meke zo'n bietje geleed en kan 't feest pas goed be ginnen. Dan smaken de pepkes en de segaren as avanna's en dan krinkelen de blaauwe rookslierten as feest gierlaanders om hoog in de zonnestralen mee de muljoenen gouwen, dansende stofkes, en lacht et echte, volle feest oew uit elk hoekske van de ver trekken en de opgedofte stallen teugen. Dan straal-et feest uit d'n èèrde die in hanepootjes opgeharkt leet, bestrooid mee blossem- en vruchtbe ginsels op d'n erf. dan klinkt et feest uit de drukke strotjes van de kiepen, die kakelend en eierenleggend ieverans opvliegen en uit 't gekuukel van de hanen, die op hooge punten as mesthoop, schuur en raam kozijn d'ren harem overzien mee ernstige, knippende, troebele oogen en gebeier vap d'r vuurige baardlel- len, as graniejums zoo rood. Dan gaan de tafels naar buiten, komen ze vol te staan mee de flesschen mee merèllen en bessen en krenten op braandewijn, n jaar van te veuren al ingemokt en zo zuut en zo kop pig as da-d-oewen mond ervan plakt en oewen kop er vuurrood van wordt. Dan ziede de ogskes kleiner en kleiner gaan staan glimmen in de blinkende kop pen en dan komen de bakken en de vertesseltjes veur d n dag waar ge mee mot lachen dat de kiepen ervan verschrikken en de hanen d'ren kop achterover- gooien. 't Bier wcr getapt dat et schuim d'r in vlok ken afvliegt en dan, amico, dan ee-g-et jonge volk, van 't eten en drinken en de wermte van dicht-op- mekaar-te-zitten, gin rust meer. Dan schieten de von ken uit die klare, diepe oogen, as ze mekaar aankij ken en dan mot er de levenslust, de kriebel 's uitge- daanst worren. En as dan d'n vijf-en-zeuventig-jarige bruigom z n bruid uit d'ren versierden stoel trekt en mee z n kromme becnen, krom getrokken van d'n èèrde waar ie zeuven tig jaren in gevroet eet getrokken as eiken palen in 't, water, as ie dan mee z'n bruicl d'n eer sten wals inzet, dan amico, dan gaan de jassen uit on dan slieren de paren op de meziek van d n Tiest, die veur z'nen harmonika op elke bruiloft gevraagd wordt, dan dwarrelen de paren tusschen de boomen over 't erf, beschenen mee plekken zon, deur 't jonge gruun henen, in stofwolken in de rondte en dan pak ken de kleinkienders mekare vast zooas grotvader en grotmoeder vijftig jaren gelejen 't spul begon nenDaarom zeggen me: van bruiloften komen bruiloften. En dan, amico, dan kijk ik effekes d'n Tiest aan, ge wit hij zit mee mijn in dezelfde boogscliutters- klup en me zijn ouwe kameraads, dan wit de Tiest dierekt boe laat et is en dan zet ie 'nen mop in op z'n trekpiano waar ge kruisdol van wordt! Dan mij- gen de meiden en de jongens as jenge pèèrden, die mekaar nazitten in de wei, en zitten bruid en brui gom en de andere ouwelui op de tafels te slaan op de maat dat de bessen in de flesschen over mekare duikelen. De meiden die dan mee fiksche jonge kérels daansen, die vuulen ginnen grond meer en zwieren aan de schouwers van die rondtollende reu zen, dat d'n rokken allemaal uit-klokken en as "t dan zóóver is, dan schiet de Tiest ertusschen mee z'n lange, dunne lijf en lot. z'nen trekurgel janken en la chen tegelijk, dat er trillingen van genot deur de ge zonde lijven springen. En" onderwijl komt d'n erf te staan in de lekkere, smeurige, geuren van 't groote leestmaal da-z' aan 't klaarmaken zijn Dan kietelen de geuren van 't ge- brajen verken oew neusgaten. Dan ziede de ouwe, vieve bruid, die 't nie meer uit kan houwen op d'ren stoel, mee bezurgde blikken 't. huis ingaan, want t goeie, 't onvergetelijke feestmaal is heuren trots. Daar ee ze nachten over leggen piekeren, dagen, we ken van te veuren aan besteed om da zoo goed meu- gelijk te bereiën. En dan wordt er nog gaauw eentje gepakt om d'n eetlust zoo bekwaam meugelijk te maken, nóg 'n daanske, nóg 'n pintje, nóg 'n gloske, en dan, amico, dan wordt er „aangeschoven" en gefrè- ten ,da ze gin „pap" meer kunnen zeggen. Dan loop 't vet van dr kin af. dan klokt t bier in de grage strotten, dan tuimelen de afgekloven kluiven in de schalen, of ze in gin weken wa g'ad emmen. Dan dampen de èrepels, steeds wger nuuw en versch van de schottels da ge weer overnuuw trek krijgt. Dan zweeten de rollades da'd-et water weer in oew taan den komt en as ge dan niemeer kunt, as oewen broeksbaand 't Verder vertrapt, dan doen de pinten bier de rest. Dan zak 't van zei vers en komt de gele rijstepap mee safraan en suiker dan veur d'n dag, dan glijdt er die vanzellevers weer bij. Ja, amico, as ge zo'n feest nog 's mee komt maken, zet dan eerst 'n nuuwe, piloosche voering in oew maag. want ge mot de bruid d'r maal eer aandoen, jeng. Totda-ge d'r van hikt veur mijn part! As da maal naar binnen is, dan komt er veur 't vrouwvolk koffie mee taart en koek, wij mannen kijken die flaauwe kul nie aan, en wij gaan aan de segaren mee bier. 't Is dan gaauw 'n uur of drie in d'n middag en dan zijn me nog nie op d'helft. Maar c'.ie andere helft is bijna net ïender, da snapte. Eten, drinken, daansen, vrijen en as me dan zingen: „me gaan nog nie naar huis", dan gaan me sjuust wel naar huis en d'n aanderen mèrgenWel, amico,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1929 | | pagina 5