Alpmci Nieiws Bezoekt den grooten lletiekdag POLDER N.S. Jzeren Grendelen. L. B0LTE, Schageo Uitgevers: N.V. v.h. TRAPMAN Co., Schagen. Eerste Blad. Speciale Aanbieding. te Wieringerwaard, op Zondagmiddag 9 Juni. Dinsdag 4 Juni 1929. 72ste Jaargang No. 8468 t blad verschijnt viermaal per week: Dinsdag, Woensdag, Donder- g en Zaterdag. Bij inzending tot 's morgens 8 uur, worden Adver- jtiën nog zooveel mogelijk in het eerstuitkomcnd nummer geplaatst. POSTREKENING No. 23330. INT. TKÏ.EF. No. 20. Prijs per 3 maanden fl.65. Losse nummers 6 cent ADVERTEN- TIcN van 1 tot 5 regels fl.10, iedere regel meer 20 cent (bewijsno. inbegrepen). Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. PIT NUMMER BESTAAT UIT TWEE BLADEN. )e actie van één der Hoofdingelanden van den Zijpe Hazepolder om verandering te krijgen in den water- nd in den Polder N. S., de tegenactie op touw gezet ir de molenmeesters van dien polder, en tenslotte het iluit van Dijkgraaf, Heemraden en Hoofdingelandèn den grooten polder dus van Zijpe en Hazepolder om art. 2 van het Bijzonder reglement zoodanig te rigen, dat het peil door Dijkgraaf ei> Heemraden voor n zal worden vastgesteld, dat alles zal zeker wel de zaak zijn geweest dat het Bestuur van den Polder I. voor de te houden algemeene vergadering de pers ïoodigde. Aan die uitnoodiging hebben we natuurlijk irne gevolg gégeven en aan het einde van de verga ing bleek wel dat ook de ingelanden deze meerdere nbaarheid op prijs stelden. )e algemeene vergadering had dan plaats op Zater- [avond 1 Juni 's avonds half negen, ten lokale van heer D. Bakker te Stolpervlotbrug. s Molenmeesters zijn de heeren Dignum, P. Veeken Kater, waarvan de eerste is Voorzitter, de tweede retaris. Ie heer Dignum sprak er bij de opening zijn spijt over dat de vergadering niet beter bezocht was en had it in verband met de geVoerde actie gedacht dat de ui van die actie tegenwoordig zou zijn, wat helaas niet geval. Immers als een actie gevoerd moet worden, nt dat ter bestemder plaatse te geschieden, wat on- iikkig genoeg is vergeten. De algemeene vraagstuk- toch behooren in de vergadering te worden bespro- Toch hoopt spr. dat met het kleine getal ingelan- de vergadering tot een goed einde mag plaats vin- en we in de toekomst van een dergelijke actie ver- loond mogen blijven. )e notulen worden door den heer Veeken voorgelezen. Voorzitter wijst er nog eens nadrukkelijk op dat de s waarop de peilschaal was bevestigd waarschijnlijk vertimmerd geworden, en daarom de klos verleden r op de oorspronkelijke plaats was teruggebracht t is verleden paar gebeurd ,dit jaar is er niets aan laan. >i*a deze toelichting worden de notulen goedgekeurd. Mededeeïingen. )e Voorzitter deelt mede dat hét Bestuur zijn belofte t heeft kunnen houden om de begrooting in de al- oeene vergadering te behandelen en ook in de toe ast zal dat wel niet mogelijk blijken. Het Bestuur h moet een dag of 45 voordat de groote begrooting rdt behandeld, de begrooting samenstellen en het is t mogelijk in dat kleine tijdsverloop een algemeene •gadering uit te schrijven. Het reglement voorziet in :e kwestie niet en hoewel spr. meent dat de alge- ene vergadering recht heeft op de behandeling der frooting, dit schijnt niet het oordeel te zyn van het ituur van den grooten polder. ipr. verzoekt dan verder den ingelanden er rekening te willen houden, niet de schuiven te openen als molen staat, omdat er dan te veel water komt. Mocht dat verzoek niet worden voldaan, dan zou er een op den schuif moeten en de sleutel bij den mole- ir worden gedeponeerd, ook al betreft het iemands en schuif. Het is noodzakelijk dat een goede maat- ;el in dezen wordt getroffen. FEUILLETON Naar het Engelsch van ETHEL M. DELL. 'A. Jrowther's hand drukte op haar. „Hij zal niet ster- i," zeide hij vermetel. „Hij wil niet sterven. Maar hij waarschijnlijk de rest van zijn leven heel voorzichtig leten zijn. Daarom kan je hem helpen. Zijn eenige >p ligt in geduld. Je moet hem leeren geduldig zijn." ïaar lippen trilden in een glimlach. „Piers!" zeide zij. an jij je dat voorstellen?" Ja, dat kan ik. Omdat ik weet, dat alleen geduld a gebracht kan hebben waar hij op het oogenblik is. zeggen, dat het niets meer of minder dan een won- is, endat geloof ik. God werkt dikwijls Zijn won- ren op die manier. En ik heb altijd geweten, dat Piers oot was." Irowther's langzaam opkomende glimlach verheerlijk- zijn geheele gezicht. Hij hield Avery's hand een tijd ist en liet die dan los. .Dus, dat wil je doen? Ik geloof, dat de jongen het erlijk zou vinden je daar te zien. En je kan op mij ver- luwen, dat we hem bij je zullen brengen zoodra hij woerd kan worden." Je bent heel goed. Ja, ik zal gaan." Ia koortsachtige haast maakte zij alles gereed. Da- eüjks ield Crowther haar telegrafisch op de hoogte Piers' toestand. Erg bemoedigend waren de berich- niet, zoodat, toen op een dag hot telegram eerder *am dan gewoonlijk, zij den moed bijna niet had het openen. zelfs toén zij de woorden las „Brengen Piers van- iddag," kon zij ze een tijd lang niet gelooven en pro- lerde zij instinctief er een onheilspellende beteekenis te lezen. Hij kan toch ook .dood zijn; zij konden zijn k thuis brengen. Laat in den middag, toen het reeds donker was, liep Let bordes op en bedekte zij haar gezicht met haar toden. „o, Piers, ik kan niet alleen verder gaan," Een leugenachtige campagne en het gevolg ervan. Aan de orde komt dan de bespreking over te hooge en te lage landen. De Voorzitter zou daar tusschen wil len lasschen, de middelmatige landen. Spr. herinnert aan de actie van iemand, die meende dat het peil te hoog was en dat daaruit was voortgevloeid het besluit van het Bestuur van Zijpe en Hazepolder, tot wijziging van artikel 12, zoodat voortaan Dijkgraaf en Heemra den het peil vaststellen. Molenmeesters hebben zich te gen dat besluit verzet; zijn ook met een lijst rondgegaan Spr. zegt dat de actie van dien man onwaar en onwet tig was, dat molenmeesters die actie hebben tegenge sproken en dat het molenmeesters mocht gelukken de handteekeningen op de lijst te krijgen, ja, zelfs die, welke eerst op de lijst van dien actievoerder voorkwa men. Fantasie Dames=Mantels. Wij brengen hierin nog een bijzonder mooie Col lectie, uitsluitend Nieuwe Berlijner Modellen. Onze Prijzen weerstaan iedere Concurrentie. FANTASIE DAMES MANTELS vanaf f 5.90 ZWARTE MANTELS vanaf f 16.00 KINDER MANTELS vanaf f 3.25 REGEN MANTELS vanaf f 7.53 Dames Confectie wordt niet op zicht gegeven. Fit. Gebr. Bischoff. snikte zij. „Als jij dood bent, moet ik ook sterven!" En dan, als gehoorzamend aan een stem, keek zij op en zag, helder en schitterend, één enkele ster. Haar hart klopte luid en stond dan even stil. „De Ster der Hope!" fluisterde zij verbaasd. „De Ster der Hope!" En in dat oogenblik wist zij, onverklaarbaar, maar zeker, dat haar gebeden verhoord waren. Uit de 'richting van de opzichterswoning klonk een auto-hoorn. Zij kwamen. Geen minuut later hield een Roode-Kruis-auto voor het bordes stil. Zij liep er heen. David was achter haar. Hij kwam naar voren en deed met tastende, bevende handen het portier open. Zij had tijd om zijn zenuwach tigheid te zien en medelijden met hem te hebben. Dan drong e en stem tot haar door en een onuitspre kelijke dankbaarheid en vreugde vervulde haar ziel. „Victor, oude ezel, waarom grien jij zoo? Iedereen zou denken Een plotselinge stilte en dan zacht: „Wat Avery?" Als door een onweerstaanbaar magnetisme aangetrok ken, ging zij den auto in. Zij zag noch Crowther, noch Victor, alleen maar een magere gestalte op een baar, met witte haren, de trekken van een geraamte; zij stak een bevende hand naar hem uit en zeide: „Allo!" Een kort oogenblik dacht zij, dat zij in de tegenwoor digheid van den ouden Sir Beverley was; zoo sprekend was de gelijkenis. Dan glimlachten Piers' oogen, donker als de avond, tot haar en was de illusie weg. Zij boog zich met die bevende hand vast in de hare over hem heen; maar zij kon niet spreken. Woorden wilden niet komen. „Gewacht niet?" zeide hij. „Maar toch niet te lang wel?" Maar nog kon zij niet spreken. Zij voelde zich benauwd Het was alles zoo onnatuurlijk zoo hard te dragen. „Ik zal niet altijd zoo zijn", zeide hij. „Ik zie er nu zeker wel uit als een vogelverschrikker." Dat was voorloopig alles, want Crowther kwam zacht tusschenbeide; hij en Victor lichtten heel voorzichtig de baar op en droegen den heer des huizes in zijn eigen home. Een half uur later nam Avery afscheid van Crowther, die met alle geweld terug wilde met den auto, die hem gebracht had, en sloot zacht de deur. Zij had de biliotheek laten inrichten tot slaapkamer en liep door den hall naar de deur, die zij aarzelde open De kwestie is later met Dijkgraaf en een Heemraad bij den molen besproken. Eerst was er een meeningsver- schil, oordeelden Dijkgraaf en Heemraad dat de molen er was voor de lage landen, terwijl spr. oordeelde dat de molen er voor den geheelen polder was, dat het in- en uitmalen 2 factoren waren. Dat het inmalen voor ons een levensfactor was, onderstreepten Dijkgraaf en den Heemraad dan ook. Het uitmalen is voor de middelma tige landen, en het hooge en lage land moet voor zich zelf zorgen. Door den Dijkgraaf werd gezegd, dat de zorg voor den polder het lage land betrof en op de vraag van spr., hoe dan zijn houding was t.a.v. het hooge land, antwoordde deze da-t dit hem niets kon schelen. Spr. vindt dat geen passend antwoord voor een dijkgraaf. Spr. scheelt dat wel, want hij' is molenmeester van 273 bunders, en oordeelt dat de een niet bevoorrecht mag worden boven een ander. Voor hoog en laag land moet evenveel zorg bestaan. Dat was ook de meening van den heemraad en tenslotte werd goedgevonden de beslissing te leggen in handen van de algemeene ver gadering. De molenmeesters komen dus nu met dit voorstel: De' molen zorgt voor de middelmatige landen. De vraag is dan verder, is de zorg voor hoog en laag land voor den polder of voor ieder ingeland op zich zelf. Spr. meent, dat het onmogelijk voor den polder is er voor te zorgen en dat dus ieder ingeland voor zich zelf moet zorgen. De molen zorgt voor voldoende water en een ieder neemt of keert wat hem belieft. De heer Veeken meent ook dat het plaatsen van wa- terschutten door den polder veel te ver zou voeren, dan komt men in het oneindige. De heer C. N. de Wit vraagt of er hier al een polder is, die zorgt voor de hooge zoowel als voor de lage lan den. De Voorzitter antwoordt ontkennend. Het algemeen gebruik is dat de molens zorgen voor de lage landen, niet voor de hooge landen. Maar spr. deelt de meening niet en wijst er op dat al het lage land belend ligt aan het- buitenwater. Zouden de ingelanden, vraagt spr., er voor wezen dat de lage landen wel werden afgescheiden en de hooge landen niet?, dat gaat niet,, meent spr., als niet voor de hooge landen gezorgd wordt, mag ook niet voor de lage landen worden gezorgd. De heer De Wit wijst op het misverstand spr. wil aannemen dat het een misverstand was van iemand die meende dat het peil met 15 c.M. omhoog was ge bracht. De Voorzitter zegt, dat dit geen misverstand was, er was moedwil in het spel, want die persoon wist dat het peil niet verhoogd was, en in de stukken spreekt hij ook niet van 15 c.M. maar van een te hoogen waterstand. Willens en wetens is door hem een leugenachtige cam pagne gevoerd en spr. betreurt dat, in de eerste plaats omdat die persoon bij de molenmeesters had moeten wezen, inplaats van op een slinksche manier te probee- ren zijn zin door te drijven. Laat men ter vergadering komen. De leugenachtige campagne is gevoerd ter wille van zich zelf, iets anders kan het niet wezen en dat vindt spr. fout. Van den Dijkgraaf was het een groote fout, om zonder voorkennis van de molenmeesters zoo maar een besluit te nemen. Gelukkig is onze actie ge lukt en Behoeven wij hoogen Niet te verdrogen. Spr. vraagt dus of de aanwezigen goed kunnen vinden dat een ieder voor zich zelf zorgt, in eigen belang. De heer De Wit geeft in overweging om een hoofde te doen. Een gevoel van schuchterheid maakte zich van haar meester. Doch dan vermande zij zich en ging naar binnen. Hij lag plat in zijn bed, zijn donkere oogen ópstarend uit diepe kassen. In alle trekken was groote lijdzaam heid te lezen. Zijn mond was strak, zijn kin vast als graniet. En zelfs in die machteloosheid had hij een groot heid, een onbewuste majesteit over zich, die haar de keel toesnoerde. Zacht liep zij naar zijn bed. Hij keerde zijn hoofd om, toen hij haar hoorde, niet vlug, niet hartstochtelijk, maar met een langzaam schit teren van zijn oogen, dat haar als met den gloed van een groote warmte scheen te omgeven. Maar toen hij sprak, was het niet over een intiem onderwerp. „Is Crowther weg?" vroeg hij. Zijn stem klonk zacht, Zij zag, dat hij met opzettelijke kalmte sprak, alsof hij zich daarvoor oefende. „Ja," antwoordde zij. „Hij wilde niet blijven." „Dat kan hij niet. Hij moet morgen bevestigd wor den." „Ja?" zeide zij verbaasd. „Daar heeft hij mij niets van gezegd." „Hij praat nooit over zichzelf." Hij bewoog zijn hand langzaam naar haar toe. „Wil je niet gaan zitten?" Zy keek rond. Victor kwam met een stoel achter haar. Piers' oogen volgden de hare en een oogenblik later, toen zij zich omkeerde, zag hij hem zijn voorhoofd fronzen. Hij hief zijn hand op en maakte met zijn vin gers een bevelend gebaar. Victor zette den stoel neer, liep naar de deur en verdween. Avery bleef eenigszins aarzelend bij het bed staan; zij wilde glimlachen ,maar liever huilen. Piers' hand viel zwaar neer. Een paar seconden bleef hij volkomen stil met versnelde ademhaling liggen. Dan streelden zijn vingers den rand van het bed. „Ga zitten, lieveling!" zeide hij. Het was Piers, de jongen, die deze woorden sprak, en toen zij die hoorde, was het alsof een stijve band om haar hart plotseling gesprongen was. Zij viel op haar knieën naast het bed en verborg haar gelaat in zijn kussen. Tranen tranen, zooals zij niet gestort had na het begin van hun bittere vervreemding welden op uit haar hart en konden niet bedwongen worden. Daar naast hem snikte zy haar ziel uit, zich in haar onderbewustzijn bewust, dat in dat oogenblik zijn kracht grooter was dan de hare. lijke stemming te houden, dan staan we sterker. Met algemeene stemmen wordt besloten dat leder In geland op eigen kosten water neemt of keert. Hoe was het besluit van het bestuur van den grooten polder? De heer De Wit vraagt of het besluit van het bestuur van den grooten polder dus was, dat Dijkgraaf en Heemraden het peil vaststellen, maar in overleg met de molenmeesters. Het is een groot verschil als dit laatste geschiedt. Voorzitter zegt niet wijzer te wezen, dat dit zal ge schieden, maar spr. heeft het wel eens anders gehoord Spr. heeft er een bestuurslid van den grooten polder naar gevraagd, maar die haalde er zijn schouders over op. Wel was het door een hoofdingeland genoemd, maar dat bestuurslid stond er voor of die bijvoeging in het besluit is opgenomen. Dat zal straks wel uitkomen; al les is met een gauwigheidje gegaan. De heer Louwe vraagt of de Dijkgraaf wel het recht heeft om de keur zoo maar te doen wijzigen. De Voorzitter zegt, dat het voorstel aan de hoofdin gelanden werd gedaan zonder voorkennis van de molen meesters, en dat acht spr. niet goed. Spr. kreeg nu ook een aanschrijving, zoodat nu blijkbaar wel rekening met de molenmeesters zal worden gehouden. De heer Louwe meent dat het te onderzoeken is of die bepaling in het besluit is opgenomen. De Voorzitter zegt dat het besluit ter goedkeuring naar Ged. Staten moet en daarna ter visie ligt. De dijk graaf heeft niet het recht om het besluit direct toe te passen. Geïnformeerd wordt nog of in de courant mededee- ling wordt gedaan van die ter-visie-legging en waar zulks niet het geval is, doch alleen op de borden, komt naar voren dat onvoldoende aandacht wordt geschon ken aan de publicatie op de borden. De electrische bemaling en de tegenwerking van den Dijkgraaf. Het volgende punt van de agenda is: Bespreking electrische bemaling. De Voorzitter zegt dat er feitelijk weinig is mede te deelen. Alleen hebben we dan de toezegging van Dijk graaf en Heemraden dat het mag wat lang duren, maar komen doet het. Dat doet ons genoegen, vooral nu we den laatsten tijd weer met windstilte hebben te kampen Het mag dan een half jaar of een jaar langer duren, het komt dan toch straks, en daar moeten we ons maar mee troosten. De heer De Wit vraagt of we dus nu kunnen reke nen op de medewerking van Dijkgraaf en Heemraden. De Voorzitter: Ja, één heemraad was blij zijn mede werking eraan te kunnen verlenen, want hij wist nu wat electrische bemaling was. De heer Louwe vindt dat alles nu wel heel mooi, maar verleden herfst is al tot electrische bemaling besloten, wij dachten misschien met Mei de electrische bemaling te hebben, en later hoorden we dat het van de baan Vas. De Voorzitter zegt, dat de zaak niet van de baan is. Dijkgraaf en Heemraden wilden de verantwoordelijk heid niet op zich nemen, en wilden Ged. Staten een uit spraak laten doen. Door ons is er op gewezen dat de kwestie niet in de vergadering van hoofdingelanden is gebracht en dat we dat gewenscht achtten. Later kwam Als een alles overweldigende stroom greep haar smart haar onstuimig aan, sleepte haar weg, slingerde haar her- en derwaarts, wierp haar ten slotte in een plek van diepe stilte, waar zij zich, nog knielend met gebogen hoofd, de tegenwoordigheid van God bewust werd. Dat bewustzijn hield haar gevangen als een betoove- ring. Zij was als iemand, die neerknielt voor een visioen En terwijl zij daar neergeknield lag, kwam tot haar de alles doortrillende blijdschap van hernieuwd geloof, de zekerheid, dat- alles weer goed worden zou. Piers' hand lag streelend, liefkoozend, kalmeerend op haar hoofd. Met woorden trachtte hij haar niet te troos ten. Het was vreemd zoo weinig als beiden de behoefte aan woorden gevoelden. Zij waren samen op heiligen grond en in nauwere gemeenschap met elkaar dan zij ooit geweest waren. Die tranen van Avery hadden de hinderpaal weggespoeld. Eenigen tijd later fluisterde hij tegen haar. „Ik heb je nooit gevraagd mij vergiffenis te schenken, Avery maar Maar verder vragen kon hij niet, want zij hield de woorden met haar lippen op de zijne tegen en hij dacht er niet aan die nogmaals uit te spreken. EPILOOG. De avond vóór Kerstmis en kinderen zingend in de duisternis; twee gestalten bij het raam luisterend een man en een vrouw, hand in hand in de donkerte! „Laten ze ons nog niet zien!" He: was de stem der vrouw, zacht, maar met een diepe trilling als van vol komen geluk. „Ik wist, dat zij kwamen. Gracie heefi het me vanochtend ingefluisterd. Maar ik mocht het aan niemand vertellen. Zij was zoo bang, dat hun vader het verbieden zou!" De man antwoordde met een zacht, spottend glim lachje, dat toch de echo van het geluk der vrouw in zich had. Hij zeide niets, want reeds begon een jon gensstem aan een nieuw couplet: „Hij komt en maakt gevangnen vrij Van Satans slavenjuk; Hij ruimt de koopren deuren weg En slaat de grend'len stuk." De vingers der vrouw klemden zich vast om de zijne. „De liefde opent ieder deur," fluisterde zy.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1929 | | pagina 1