Alftiici Nitifs-
Anna Paulownapoldet
De Schoone Duivelin
JAC. ZOMERDIJK
Radioprogramma
Uitgevers: N.V. v.h. TRAPMAN Co., Scliagen.
Eerste Blad.
Schagen.
Dinsdag 11 Juni 1929.
SCHAGER
72ste Jaargang No. 8472
COURANT.
Dit blad verschijnt viermaal per week: Dinsdag, Woensdag, Donder
dag en Zaterdag. Bij inzending tot 's morgens 8 uur, worden Adver-
tentiën nog zooveel mogelijk in het eerstuitlcomend nummer geplaatst.
POSTREKENING No. 23330. INT. TELEF. No. 20.
Prijs per 3 maanden fl.65. Losse nummers 6 cent. ADVERTEN-
TlëN van 1 tot 5 regels f 1.10, iedere regel meer 20 cent (bewijsno.
Inbegrepen). Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
DIT NUMMER BESTAAT UIT TWEE BLADEN.
Vergadering van. Dijkgraaf, Heemraden en Hoofd
ingelanden van den Anna Paulownapolder, op Zater
dag 8 Juni, des morgens 10 uur, in het Polderhuls.
Voorzitter de heer C. Wijdenes Spaans Jr., dijkgraaf,
lecretaris de heer C. Keijzer.
Alle leden zijn aanwezig, waarover de Voorzitter bij
de opening zijn genoegen uitspreekt, omdat daar
uit in de eerste plaats blijkt een goede gezondheid
van de leden.
De notulen worden gelezen, ze worden onveranderd
vastgesteld.
Mededeelingen.
De Voorzitter deelt mede, dat Ged. Staten goedge
keurd hebben het besluit tot uitgifte van grond in erf
pacht aan C. Rezelman Pz. en de overeenkomst Is aan
gegaan. De verpachting van het grasgewas langs de
leedijken heeft opgebracht f 819, terwijl een 4-tal per-
ceelen niet is verhuurd, er was weinig animo.
De grintlevering is opgedragen aan de firma C.
Schippers voor f 3.60 per M3.
De overeenkomst met de firma Blaauboer en Kos-
ïen voor auto-verhuur ten dienste van den opzichter
Is op denzelfden voet met een jaar verlengd.
Bij de kasopname op 13 April J.l. bij den penning
meester was alles in orde.
Aangekocht "is een door den schilder Pieneman ge
schilderd portret van Koningin Anna Paulowna,
Het Dag. Bestuur stelt voor in te gaan op de ver
roeken van P. Dekker Cz. en P. Wilms, om de door
hun gepachte perceelen grasgewas, tegen dezelfde
voorwaarden onderhands te mogen huren voor den tijd
van 3 jaren. Wordt goedgevonden.
Door J. Jongejan was aangevraagd een perceel bouw-
tereln aan den Lotweg, groot 7% aren, tegen 30 cents
^er M2., te verkoopen. Het betreft hier een perceeltje
jelegen tegenover het aan Jm, Noorden verkochte
/érceel en de Voorzitter licht toe, dat noodig is dat
«en strook behouden blijft voor pad naar den molen
van Keuris. Wel geven Ged. Staten den voorkeur aan
afgifte in erfpacht, maar wanneer op die wijze kleine
bedrijven kunnen worden gesticht, zal dat wellicht het
verhuren van poldererigendommen gemakkelijker ma
ken en de belangen van den polder dus gediend.
Algemeen wordt goedgevonden tot verkoop te be
sluiten.
De vergadering keurt goed dat aangegaan wordt een
overeenkomst met M. van den Berg, betreffende het
leggen van rails over den Verlengden Stoomweg en
met de N.V. Homan en Van Oosten over den Noorder
Molenvaartsweg, waarbij dezelfde voorwaarden zullen
gelden als reeds eerder bij gelijke overeenkomsten wer
dén bepaald.
Evenals over 1927, wordt ook over 1928 aan den
heer J. F. Polet, sluiswachter te Van Ewijcksluis, een
gratificatie verleend van f 150. Wel waren de werk-
saamheden in 1928 nog drukker dan in 1927, maar in
dien de opzichter het noodig oordeelde, was hulp
verleend geworden. 0
FEUILLETON
DET. DUNN.
,Had die wond iets te maken met de oorzaak van
den dood?"
„Neen. Hij was ernstig genoeg om den overledene te
bedwelmen, meer niet."
„Heeft zij tot den dood bijgedragen?"
„Ik denk> het niet. De overledene was waarschijnlijk
op het punt van te sterven toen hij viel men mag
Wel zeggen, dat de dood onmiddellijk is ingetreden."
„Indien dat zoo is moet het wapen niet alleen met
groote kracht, maar ook met groote snelheid zijn
gevoerd."
Die veronderstelling lijdt 'geen twijfel."
„En heeft U zich al een oordeel gevormd over de
Wijze waarop het wapen gebruikt is geworden?"
„Neen," zei de dokter met een lichte aarzeling. „Be
halve, dat ik niet geloof, dat het als een dolk kan zijn
gebruikt. Ik kan geen enkele aanwijzing vinden, dat
het aan iets bevestigd was, dat de hand kon aanvatten."
De coroner keek naar den inspecteur van politie
alsof hij wilde vragen of die geen licht öp het mysterie
kon werpen, maar deze bleef zwijgen.
De doodsoorzaak was van phychologisoh standpunt
vrijwel vastgesteld. Het was absoluut zeker, dat het
geen geval van zelfmoord was. Maar wie had den
aoodlottigen stoot toegebracht? De coroner verplaatste
al zijn aandacht naar dat punt. Joe Raggles werd
binnen geroepen.
Het is onnoodig zijn getuigenis mede te deels-», daar
reeds beschreven is hoe hij het lichaam van den domi
nee in de klokkekamer vond.
Hij werd echter scherp uitgehoord over zekere klei
nigheden. Hij wist heel zeker, dat de offerbus onaan
geroerd was toen hij den eersten keer de kerk binnen
kwam. Hij was niet zoo zeker over de voetstappen in
bet bloed. Hij was te ontsteld geweest om rond te zien.
Het was mogelijk, dat ze er waren, maar het kon even
goed van niet. Hij was er daarentegen van overtuigd,
dat hij geen geluid had gehoord toen hij de trap naar
de klokkekamer opliep of toen hij in de kamer zelf was.
..Toen U de klokkekamer verliet -om de politie te
ïoepen, hoelang duurde het toen eer U terug kwam?"
Joe krabdé zich achter de ooren en dacht na.
Tot leden der commissie voor het nazien der reke
ning over 1928 werden benoemd de heeren G. C. van
Balen Blanken, G. J. Lovink en J. C. Geerligs.
De heeren Smit, Van Balen Blanken en Stammes
worden aangewezen om de geloofsbrieven van de op 1
Juni gekozen hoofdingelanden te onderzoeken. Bij
monde van den heer Stammes wordt tot toelating ge
adviseerd, met welk advies de vergadering aceoord
gaat.
De Voorzitter feliciteert de opnieuw gekozen hoofd
ingelanden, de heeren Geerligs en Langereis en hoopt
met het nieuwe lid, den heer Onderwater, even aan
genaam te kunnen samenwerken als met den heer Smit
is gedaan.
Het kohier van polderlasten voor 1929 wordt vast
gesteld tot een totaal bedrag van f 122.085.19 en de
termijnen van invordering bepaald op 13 Juli, 7 Sep
tember en 26 October.
De nieuwe overeenkomst met den polder
Wieringerwaard.
Aan de orde wordt dan gesteld het voorstel van het
Dag. Bestuur tot het aangaan van een overkomst met
den polder Wieringerwaard, ter vervanging van de in
1849 mét dien polder gesloten overeenkomst.
De Voorzitter herinnert aan de pogingen, die zijn ge
daan, om te komen tot een regeling, die zoowel Wie
ringerwaard als Anna Paulowna bevrediging zou ge
ven, hoe de lange boezem veel onderhoud noodig had
en hoe nu, met het komen van het nieuwe kanaal, in
verband met de afsluiting der Zuiderzee, de gelegenheid
er was, om verandering in den bestaanden toestand te
brengen. Was eerst gedacht aan het verplaatsen van
het gemaal te Wieringerwaard, de teohnische zoowel
als de finantieele moeilijkheden waren oorzaak, dat van
dit plan moest worden afgezien. Toen is de oplossing
gezocht in afsluiting van het boezemkanaal, bij de
bocht Noorderdijk, het maken van een sluis in den
Oostdijk, het uitdiepen van de vaargeul langs den Noor
derdijk, die dan, gaande door de te maken scheepvaart-
sluis en een zijkanaaltje, komt in het nieuwe kanaal
AartswoudOostpunt. Het Is naar deze oplossing dat
een nieuwe overeenkomst is opgemaakt, welke over
eenkomst dooi: den Voorzitter wordt voorgelezen en
nu en dan toegelicht en waarvan we nog meedeelen,
dat er aan de kadezijde, aansluitende aan den spoor-
Voor solide en toch voor=
deelige kleeding en maatwerk
is HET adres
Hoogzijde 21
Speciaal adres voor vak- en werk-
kleeding, gegarandeerd prima van
kleur en qualiteit.
Vraagt zichtzending en stalencollectie.
„Misschien een kwartiertje of zoo iets, mijnheer,"
zei hij.
„Ik meen, dat toen je met anderen in de Roode Leeuw
zat, jullie één van de kerkklokken hoorden luiden?"
„Ja mijnheer. Eén toon maar heel zwak. Het was
geen flinke lange ruk, zooals een van ons zou gege
ven hebben. Als het niet zoo heel stil was geweest
overal, zouden we het niet eens hebben gehoord."
„Welke klok was het die geluid werd?"
„De kleinste mijnheer."
„Hoe dicht was het touw van die klok bij den over
ledene?"
„Als hij gestaan had een paar voet."
„Kon zij met één hand worden geluid?"
„Het zou een beetje moeite kosten, maar het zou
toch wel kunnen."
Dit was alle bewijs dat Joe leveren kon.
Nadat de agent en de velddwaohter verslag hadderi
uitgebracht, bracht inspecteur Foulsham verslag uit
van zijn onderzoekingen en wat hij er uit had opge
maakt. Om te beginnen, de voetsporen waren onge
twijfeld door de schoenen van een gevangene gemaakt
en het was even zeker, dat er een gevangene uit Dart
moor was ontsnapt en dat zijn spoor gevolgd was kun
nen worden tot in de buurt van Lanchester. Hoogst
waarschijnlijk zou hij gesnapt zijn, wanneer niet de
sneeuw zijn voetstappen had uitgewischt Er was bijna
geen twijfel aan of hij had zijn toevlucht gezocht in
de kerk en was, nadat hij gewacht had tot de klokke-
luiders waren vertrokken, naar de klokkekamer gegaan.
De inspecteur van politie was er van overtuigd, dat
de dominee vermoed moest hebben, dat er in den
klokketoren iets niet in den haak was, dat hij er
daarom heen was gegaan en den veroordeelde gevon
den had. Deze was hem toen aangevallen, en had hem,
uit vrees, voor ontdekking, vermoord.
Tegen deze theorie waren twee dingen in te brengen.
Ten eerste was er geen enkel bewijs van een gevecht
behalve op de voorzijde van de jas van den dominee
waarop hij gevallen was, was er nergens vuil te zien
en ten tweede was hij niet beroofd. Hij had zijn
horloge nog in zijn vestzak en zijn geld bij zich.
Maar hieruit volgde nog niet, dat de gevangene niet
de schuldige was. Nadat hij den moord gepleegd had,
was natuurlijk zijn eerste gedachte geweest om weg
te komen. Hij had gelijk gehad met het horloge met
rust te laten, want er was veel kans, dat het niet alleen
zou lelden tot zijn arrestatie, maar ook tot zijn ver
oordeeling wegens moord, maar het geld had hij straf
feloos kunnen nemen, tenzij hij bang was dat met het
doorzoeken van de zakken van den dooden man teveel
tijd voor de vlucht 'verloren zou gaan. Natuurlijk was
vluchten voor hem de hoofdzaak. Het plunderen van de
offerbus was waarschijnlijk een plotselinge verzoeking
Gebrek aan eetlust
slechte spijsvertering.
schele hoofdpijn,
prikkelbaarheid, ver-
stopping, maagpijn en
hartwater. genezen
spoedig na gebruik
van Foster's Maag-
pillen, het tonische
laxeermiddel.
Maagpillen
Roste r's
Alom verkrijgbaar d f 0.65 per flacon.
weg bij de coupure, een laad- en losplaats zal komen,
waarvan de eerste vijf en vijftig meter,
(vanaf de tram) zal zijn ten dienste van Wieringer
waard, het overige gedeelte van Anna Paulowna. De
kosten van de uit te voeren werken komen geheel ten
laste van den Anna Paulownapolder. Het contract van
1849 is als basis genomen voor de nieuwe overeenkomst.
Het bestek voor den sluizenbouw is reeds In het bezit
van den heer Reigersman.
Nadat enkele inlichtingen zijn gevraagd en door den
Voorzitter verstrekt, wordt zonder hoofdelijke stemming
besloten de overeenkomst aan te gaan.
Een afscheid.
Alvorens over te gaan tot de rondvraag, zegt de
Voorzitter dat dit waarschijnlijk de laatste algemeene
vergadering zal zijn, waarin de heer J. Smit Az. als
hoofdingeland tegenwoordig zal zijn. De heer Smit is-
sedert 1918 hoofdingeland geweest' en heeft steeds zeer
veel belangstelling getoond in onze zaken en zijn aan
dacht gevestigd op de belangen van onzen polder. Spr.
wil hem daar gaarne dank voor brengen en is over
tuigd, dit ook te doen namens de ingelanden van onzen
polder. Spr. dankt hem ook voor de goede samenwer
king. Het is door eigen handeling, waarin de heer Smit
zeker voordeel heeft gezien, dat hij als hoofdingeland
heen gaat. De' heer Smit is nog betrekkelijk jong. Het
nieuwe algemeen reglement voor de waterschappen,
dat ter inzage ligt, stelt heel andere eischen ten aan
zien van de verkiesbaarheid dan het tegenwoordig gel
dende reglement. Was nu nog, om een dergelijke be
stuursfunctie te kunnen bekleeden, een eigendom van
10 H.A. noodig, het nieuwe reglement eischt een èigen-
dom van T'H.A. en daarom blijft de mogelijkheid be
staan, dat we den heer Smit nog eens hier tenï'g zul
len zien. Spr. wil den heer Smit dus groeten, maar
indien hij weer terug mocht komen, zal ons dat welkom
zijn. (Instemming).
De heer Smit dankt voor deze vriendelijke woorden
en zegt blij te zijn, nog in deze vergadering tegenwoor
dig te kunnen zijn. Spr. dankt den Voorzitter en de
andere leden voor de prettige samenwerking. Er is
spr. wel gevraagd, waarom of hij uit het bestuur van
den polder trad, omdat men dacht dat spr. meer dan
10 HA. land bezat. Nu zal wel gelezen worden, dat
dit niet het geval is. Spr. hoopt dat de polder In het
vervolg wat gelukkiger zal zijn, want den laatsten
tijd heeft de polder nogal enkele ongelukjes gehad. Spr.
wenscht allen en ook den polder veel goeds toe. (In
stemming).
Rondvraag.
De heer J. C. Geerligs, dankt de Ingelanden voor het
vertrouwen dat zij in hem stelden, door hem opnieuw
geweest, die hij niet had kunnen weerstaan en dat
maar het werk van een minuut was.
Voor hij de bewijzen opsomde wendde de coroner
zich nogmaals tot dokter Thornton.
„Bent U het met den inspecteur eens dat er geen
gevecht heeft plaats gehad tusschen den overledene en
zijn aanvaller?"
„Ik vind geen aanleiding om van meening met hem
te verschillen. Zooals ik reeds heb uitgelegd, is de over
ledene plotseling aangevallen en heeft geen tijd gehad
zichzelf te verdedigen."
Toen richtte de coroner zich tot de jury en deelde
als zijn oordeel mede, dat, hoewel de feiten, zooals
zij zich voordeden, sterk wezen op de waarschijnlijk
heid, dat. de veroordeelde de dader van den misdaad
was, er toch geen voldoende bewijs voor was aan te
voeren. Al wat de jury kon doen was uit te maken of
de overledene werkelijk vermoord was.
De jury was echter niet bijeen gekomen om tot een
spoedige gevolgtrekking te komen. Zij had een ver
moeden, dat als zij de beslissing uitstelden zij nog wel
meer inlichtingen van den een of ander zouden krij
gen. Het was eigenlijk jammer dat ze slechts een of
tweemaal bij elkaar zouden zijn geroepen voor een
moordzaak en nog wel den moord op een predikant.
Er werden niet dagelijks dominees vermoord en als
zooiets gebeurde moest men er ook van maken wat men
er van maken kon.
De voorzitter probeerde dit op een ietwat hakkelige
manier duidelijk te maken, maar werd onmiddellijk
door den coroner op zijn plaats gezet.
„Ho, ho, het is niet uw werk om uit te vinden wie
het gedaan heeft. Dat is in handen van de politie. U
heeft alleen maar uit te maken wat de oorzaak van
den dood is geweest."
De voorzitter was geneigd een weinig tegen te strib
belen, maar de coroner wilde naar geen argumenten
luisteren en ten slotte luidde de uitspraak:
„Moedwillige moord door een of meer onbekende
personen."
HOOFDSTUK V.
HET GEHEIMZINNIGE PAKKET.
„Je bent vreeselijk stil vandaag, Leonie. Waarom heb
je zoo,... ik geloof dat het volk het noemt, het land?"
vroeg de graaf van Lanchester.
Hij zat met de'gravin in de woonkamer van hun huis
in de stad in Park Lane. Het was een paar weken na
Kerstmis. Het was een uur voor het diner. De gravin,
had haar gewone rijtoer gemaakt, was teruggekeerd,
had zich gekleed en lag nu kwijnend op een rood flu-
weelen rustbank ,als een bekoorlijke schilderij van gra
te benoemen tot Hoofdingeland en dankt den Voor
zitter voor zijn felicitatie.
De Voorzitter merkt op, dat het nieuwe algemeen
reglement niet zoo vriendelijk jegens den heer Geerligs
is, want het stelt elsohen, waaraan de heer Geerligs
niet kan voldoen. Het nieuwe algemeen reglement toch
staat niet toe, dat broeders in een zelfde bestuur, de
een als heemraad, de ander als hoofdingeland, zitting
hebben.
De heer J. C. Geerligs merkt op, dat het goed is als
men dat vooruit weet.
De heer Nannis bepleit, in verband met een door-
braakje, dat onlangs heeft plaats gehad, het houden
van een jaarlijksche schouw in den Zuidpolder. Een
ieder handelt daar maar naar omstandigheden, en al
vindt spr. het wel goed, dat er een ruim standpunt
wordt ingenomen, het is toch noodig, dat er toezicht
wordt gehouden. De één heeft zijn dammetje te laag,
de ander te smal.
De Voorzitter zegt dit onderwerp reeds onder da
oogen te hebben gezien en met den heer Lindenbergh
erover te hebben gesproken er in te voorzien bij de keur*
Omdat sommige leden er niet mee bekend zullen zijn,
deelt spr. mede, hoe op een avond om 10 uur, de heer
Baken hem kwam mededeelen, dat tusschen zijn land
en dat van O. Huiberts een duiker was gesprongen. De
heer Lindenbergh was er reeds bij en spr. heeft den
opzichter opgebeld, die er met een paar menschen heen
Is gegaan, terwijl ook arbeiders uit den Zuidpolder aan
wezig waren. Op deze wijze is actief opgetreden en de
duiker tegen den Koegras-Zeedijk afgezet. Spr. wijst
erop, hoe midden in het land een duiker was gelegd1
zonder schermsloot, en dat in zandgrond, en de men
schen zonder kennis van zaken aldus handelen. Wel
kan dat in de keur worden opgenomen, maar het is
de vraag of men het leert, of er naar handelt Met een
boete van f 25 is men eraf. Middels het verslag in de
courant worden de menschen" er echter nu opgewezen,
voor hun eigen bedrijf is het noodig dergelijke wer
ken goed te doen uitvoeren. Het Dagelijksch Bestuut:
zal zijn aandacht aan dit onderwerp wijden.
De heer Langereis zegt zich aan te sluiten bij do
woorden, door den heer Geerligs gesproken. Ook spr*
dankt de ingelanden voor het in hem gestelde vertrou
wen'. Hierna sluiting.
Voor Woensdag 12 Juni 1929.
7.40 HAMBURG (392) Gramofoonplaten.
10.— HILVERSUM (1071) Tijdsein en morgenwij
ding.
11.— HUIZEN (3(36) N.C.R.V. Korte ziekendienst.
11.20 DAVENTRY ((1563) Gramofoonplaten.
11.20 HAMBURG (392) Gramofoonplaten.
11.30 HILVERSUM (1071) Aubade ter eere van Ko
ningin Emma. Dir. Fred. Roeske.
12.20 DAVENTRY (1563) Balladeconcert, daarna gra
mofoonplaten.
12.30 HUIZEN (3(36) Lunchconcert.
12.50 PARIJS (R.1744) Symphonieconcert.
12.55 LANGENBERG (462) Gramofoonplaten.
1.20 DAVENTRY (1563) Populair concert.
1.30 FRANKFORT (421) Gramofoonplaten.
1.45 HILVERSUM (1071) Kindermatiné. Opgevoerd
wordt „Prikkebeen".
2.HUIZEN (336) Gramofoonplaten.
2.25 HAMBURG (392) Concert.
tie en loomheid. Wanneer haar rol op het tooneel des
levens was om er mooi uit te zien en bewonderd te wor
den, dan speelde zij die rol in de perfectie.
Het vuur verspreidde een verschroeiende hitte en zij
hield een handschermpje tusschen haar gezicht en den
gloed, om haar» teere gelaatskleur te beschermen. Aan
haar ronden molligen arm schitterde een kostbaren
diamanten armband.
Terwijl hij deze opmerking maakte, leunde Lord Lan
chester achter op de rustbank ,de armen op de leuning,
zijn gemeene, door dikke wallen omgeven kreeftoogjes
gingen te gast aan de bekoorlijkheden van zijn mooie
vrouw.
„O, ik kan niet altijd even goed gestemd zijn," ant
woordde zij en hield tegelijk het handschermpje meec
voor haar gezicht.
„Waarachtig, Leonie, of je nu stil bent of levendig, je
bent de mooiste vrouw van de wereld."
Zijn lordschap legde nog meer nadruk op deze woor
den, door zich plotseling voorover te buigen en een kus
te drukken op den molligen schouder van de gravin. De
onverwachte aanraking van zijn lippen of het schuren
van de borstelige haren van de grijze snor tegen haar
huid, deed haar opschrikken. Ze scheen voor zijn aan
raking terug te deinzen en een eigenaardige kreet, dia
ze onmiddellijk onderdrukte, ontsnapte haar lippen.
„Wel verduiveld, lieverd," lachte de oude heer, die iets
pikants vond in dat gilletje en de rilling, van de blanke
schouders, „dat is de eerste keer, dat ik merk dat je
zenuwen hebt. Maar het verbaast me niets. Het is dien
Kerstavond in Lanchester begonnen. Wat drommel,
waarom koos die dominee nu ook net de klokkekamer
van zijn eigen kerk uit om In dood te vallen?"
„Wat komt het er op aan?" antwoordde de gravin,
kwijnend.
„Niet veel. 't Geeft mij alleen maar weer de moeite om
een opvolger te benoemen. Jij weet zeker niemand, die
je graag zoudt zien beroepen? Je hebt geloof ik nooit
bar veel gegeven om den geestelijken stand, wel?"
De wendling die het gesprek genomen had interes
seerde Lady Lanchester schijnbaar heel weinig. Ze
stond op, rekte haar lenig figuur en verplaatste voor
een spiegel de diamanten gesp van haar ceintuur. De
graaf was ondertusschen op de rustbank gaan zitten,
die zijn vrouw juist verlaten had. De fijne parfum, die
zij altijd gebruikte, hing nog aan de bekleeding. Er was
zelre een spoor van poeder, op het fluweel, waar zij haar
arm op gesteund had. Dat was allemaal bijzonder aan
genaam voor den ouden wellusteling. Hij stak zijn han
den in zijn zakken en strekte zijn beenen voor zich uit
met een uitdrukking van volmaakt genot. Maar hij
dacht toch nog aan den dood van Maurice Bradleij.
Wordt vervolgd*