SchagerCourant
TUTTIFRUTTI.
Tweede Blad.
Transpireerende Voeten
Plaatselijk Nieuws.
Donderdag 13 Juni 1929.
72ste Jaargang. No. 8474
Middenstandsvereeniging
Nieuwe Niedorp.
Algemeene vergadering van de Middenstandsver-
eeniging op Dinsdagavond jl. in de „Prins Maurits"
alhier. Aanwezig 10 leden.
De voorzitter, de heer C. van der Haagen, opent
met welkom en deelt mede, dat de penningmeester,
de heer H. Scheltus, door ernstige familieomstandig
heden verhinderd is de vergadering bij te wonen.
Er is echter voor zorg gedragen dat de rekening en
de bescheiden aanwezig zijn.
De Secretaris, de heer A. Prins, leest de notulen,
'der vorige vergadering, welke onveranderd onder
dankzegging worden goedgekeurd.
De voorzitter deelt mede, dat de deputatie naar
het P.E.N. niet heeft plaats gehad. Het Bestuur is
daarvoor niet in de gelegenheid gesteld, Steeds werd
op hun schrijven een afwijkend antwoord van het
P.E.N. ontvangen. Spr. uit zijn ledewezen, dat ook de
Filmavond niet tot stand is gekomen. Ongetwijfeld
had deze veel succes opgeleverd, waar het Bestuur
van de Holl. Mij. van Landbouw zich tot de vereeni
ging had gewend om gezamenlijk dezen Filmavond
uit te voeren, terwijl de Zuid-Afrikaansche Vereeni-
ging welke over een groot aantal films beschikt,
ook ter wille was geweest. MFaar zooals het P.E.N.
voorgaf, kon geen stroom worden verschaft, bij ge
brek aan een laagspanningsnet.
De heer Coops meent, dat zulks toch wel op de
hooge kosten gestuit zou zijn en deelt mede, ,dat hij
er waarschijnlijk wel kans toe zal zien de vereeni-
ging bij voorkomen van stroom te voorzien. Maar
meent, dat B. en W. wel niet licht hun toestemming
zullen geven tot het uitvoereiï van een demonstra
tie-avond, spreker heeft dit zelf bij ondervinding ge
had.
Het Bestuur is den heer Coops dankbaar voor zijn
toezegging en wil dit gaarne in gedachten houden.
De gas- en electrieiteitskwesti'e wordt nog nader
besproken.
De heer Le Clecq meent, dat het bij nader inzien
financieel offers zou kosten, indien de gemeente van
electriciteit voorzien werd.
Algemeen is de vergadering dan ook de gedachten
toegedaan, dat economisch bekeken, B. en W. toch
wel gelijk hebben.
Uit het jaarverslag van den secretaris willen wij
het volgende vermelden:
Een van de eerste daden is geweest het uitschrij
ven van een étalagewedstrijd voor winkelende leden
met een daaraan verbonden attractie voor het pu
bliek, welke een groot succes is geworden.
Door bemiddeling van het Bestuur is van het Al
gemeen Armbestuur teruggekregen voor onze leden
de leverantie van verschillende artikelen die de laat
ste jaren door genoemde administratie van elders
werden betrokken.
Minder gelukkig was de vereeniging met hare be
moeiingen inzake de gas- en electriciteitskwestie. De
correspondentie met het P.E.N. leverde weinig of
geen resultaten op. De plaatselijke autoriteiten ne
geerden de vereeniging totaal. Hun houding doet
in deze zeer onsympathiek aan.
Het verzoek tot bespoediging van het vergrooten
der Veriater sluis vond bij het gemeentebestuur van
Oude en Nieuwe Niedorp geen weerklank.
Voor ijswedstrijden zijn door verschillende leden
.GEVAARLIJKE HAZELNOTEN. In den Ameri-
kaanschen staat, Mlssouri, woont een farmer, mr.
Smith, die een schitterende hazelnoot-plantage
oezit. Maar sedert langen tijd beleeft hij daarvan
allerminst eenig plezier. Zijn bezitting bevindt
zich namelijk in een door dagjesmenschen zeer
veel bezochte omgeving. En daar de meeste men-
schen graag versche, jonge hazelnoten eten, wa
ren de bosschen meestal reeds geplunderd, voor en
aleer mr. Smith aan het oogsten toe was.
Dezen - begon dat tenslotte te vervelen en pro
beerde het eerst met prikkeldraad. Maar de om
heining werd plat geloopen of stukgeknipt Het
resultaat was dus al heel weinig bemoedigend.
Toen liet mr. Smith een groot aantal bordjes
aanbrengen, waarop hij met geweervuur en ge
vaarlijke honden dreigdeNiemand trok er
zich een steek van aan. Maar mr. Smith liet het
niet bij een dreigement en kocht een stel honden,
die er inderdaad lang niet vriendelijk uitzagen.
Edoch... zij maakten vlijtig jacht op wilde konijn
tjes en andere in het bosch levende diertjes en
lieten de hazelnoot-dieven voor wie ze waren.
Toen was de farmer de wanhoop nabij ep. ten
einde raad kwam bij hem het plan op, om de ha
zelnootstruiken maar eenvoudig uit den grond te
trekken, en er iets anders voor in den plaats te
setten.
Hij had zijn plan nog niet ten uitvoer gebracht,
toen hij op zekeren dag een vriend bezocht, een
plantkundige, tegen wien hij zijn leed klaagde. De
vriend dacht een oogenblik na, toen hem blijk
baar plotseling iets inviel en wat door mr. Smith
dadelijk ten uitvoer werd gebracht.
Toen den volgenden Zondag opnieuw een schaar
vroolijke week-end-vierders de richting van het
hazelnotenbosch had ingeslagen, stonden er langs
den weg groote witte borden. Nauwelijks hadden
rij gelezen, wat daar op stond of ze maakten zich
zoo snel als maar mogelijk was uit de voeten,
waarbij ze niet na konden laten om nog enkele
schuwe blikken achter zich te werpen. Op het
bord stond:
„Voor het loopen over dit stuk grond wordt
dringend gewaarschuwd! De Coryles avellana
komt hier buitengewoon veel voor. Wie ondanks
dat toch het bosch in gaat, doet dit op gevaar
zijn leven te verliezen!"
„Corylus avellana" is de Latijnsche naam voor
hazelnoot. Maar hoe kan de gewone sterveling
prijsjes ter beschikking gesteld van IJs- en Volks
vermaak. Of dit gewaardeerd werd, is niet bekend,
een woord van dank is nimmer bereikt.
Het organiseeren van den filmavond of een demon
stratie is voorloopig uitgesteld, wijl de medewerking
van het P.E.N. op bezwaren is gestuit.
Is er niet veel bereikt in het eerste bestaansjaar,
zonder resultaten is het niet gebleven. Met een
krachtige opwekking op de medewerking van de le
den om tot 'n lcrachtigen middenstand te komen, be
sluit de secretaris zijn jaarverslag.
Naar aanleiding van het jaarverslag dat nooit
geen woord van dank is bereikt van IJs- en Volks
vermaak, zou volgens den heer J. Keetman hiervan
de schuld berusten bij den secretaris, den heer C.
Rutsen, wijl hij als bestuurslid van IJ. en V. weet
dat het is besproken, en den secretaris opdracht is
gegeven, een schrijven als dank aan de Midden-
standsvereeniging te richten.
Overigens wordt het jaarverslag onder dank goed
gekeurd.
Gevraagd wordt, hoe het mogelijk is, dat omtrent
de gas- en electriciteitskwestie bij het gemeentebe
stuur niets is bereikt.
Volgens voorzitter zou in het aan het gemeente
bestuur gerichte schrijven, wel zijn geklaagd over
slecht gas, maar niet is gevraagd om beter gas, wat
een reden bleek te zijn om een en ander voor ken
nisgeving aan te nemen. De aanvraag om electrici
teit is ook niets meer van gehoord. De vereeniging
is totaal genegeerd. De vergadering stelt zich ech
ter tevreden, dat het gas tegenwoordig van goede
kwaliteit is, en zeer waarschijnlijk ook een belang
rijke prijsverlaging in 't zicht is.
De heeren C. Wit, M. Olij en K. Coops worden
aangewezen om de rekening na te zien. Hiervan
brengt de heer Olij verslag uit: De ontvangsten heb
ben bedragen f76.50, terwijl de uitgaven f58.83 be
droegen, zoodat een saldo werd aangewezen van
f 17.67.
De commissie stelt voor, de rekening goed te keu
ren. Onder dank wordt de penningmeester gedechar
geerd.
Als lid van het dagelijksch bestuur wordt herko
zen de heer H. Scheltus. Voor het aftredend lid, de
heer J. le Clercq, welke niet herkiesbaar is, wordt
na staking van stemmen tusschen de heeren M.
Olij en K. Coops, bij loting, de heer Coops als lid
van 't bestuur gekozen.
De heer Haulo, welke uit zijn zaak is getreden, be
dankt als lid der vereeniging en geeft zich op als
donateur, waarvoor hem door voorzitter een woord
van dank wordt gebracht.
De heer Keetman vraagt, namens de dames Goo-
sen-Schild, om door de bemiddeling der vereeniging
de leverantie aan de gemeentelijke naaischool, te
laten geschieden door alle manufacturiers ter plaat
se en niet meer zooals heden, de leverantie te doen
plaats vinden door één.
In dien zin wordt aan den secretaris opgedragen
een schrijven aan het Gemeentebestuur te richten.
Op voorstel van den heer Keetman, zal zoo moge
lijk met de a.s. Schutkermis wederom een étalage
wedstrijd worden gehouden, er zullen dan tevens
wederom reclamecirculaires worden verspreid.
De heer Olij stelt voor, de eventueele spreuk,
welke weder zal worden samengesteld, zoo op te
maken, dat beslist alle étalages bezocht moeten
worden. Het Bestuur zal hier zooveel mogelijk voor
zorg dragen.
De Voorzitter stelt voor, om naar aanleiding van
de toezegging gedaan door den heer Coops, het er
zooveel mogelijk op toe te leggen, a.s. winter geza
menlijk met de Holl. Mij. van Landbouw toch een
Filmavond te organiseeren, waar de vergadering
mede instemt.
De heer Coops vraagt, of altijd in het zelfde lokaal
vergaderd wordt, waarop wordt geantwoord, indien
de heer Kossen ook als lid toetreedt, ook daar ver
gaderd zal worden.
en andere transpireerende lichaamsdeelen moet
men behandelen met Purol-Huidpoeder, als
zijnde het meest afdoende middel daarvoor.
Verkrijgbaar in Bussen van 60 cent en 1 gld.
Bij Apoth. en Drogisten.
dit weten? Het zou best een bijzonder gevaarlijke
soort ratelslang kunnen zijn!
o
MISPLAATSTE ZUINIGHEID. O, die mallotige
zuinigheid bij het telegrafeeren! Menschen, die er
geen been in zien een sigaar van een kwartje te
rooken, een diner van zes gulden te verorberen,
zich een „His Masters Voice" van zeshonderd
gulden aan te schaffen, een auto van zes of tien
of twaalf mille te koopen, zulke menschen prakki-
zeeren zich suf, hoe ze een telegrafische mededee-
ling in tien woorden kunnen doen wanneer zij
twaalf woorden noodig hebben. Dan maar liever
een onduidelijk telegram van tien woorden. Dat
spaart tien centen uit, en dan kan ik voor dat
uitgespaarde geld weer lekker een havana van een
gulden koopen. Dan behoef ik er maar negentig
cent bij te leggen...
En toch: onduidelijke telegrammen zijn oorza
ken van drama's geworden. Er zijn depêches die
aan duidelijkheid niets te wenschen laten. Gij
weet van den student, die in den hoogsten nood
naar huis telegrafeerde om geld, en die, toen er
na twee dagen van bitter wachten, niets gekomen
was, nogmaals naar huis een seintje gaf: „waar
blijft geld". Een uur later kwam het overduide
lijke antwoord van Piepa: „geld blijft hier"... Voor
een misverstand liet dit telegram niet de gering
ste ruimte! Maar een andere wel:
Mijnheer moest „voor zijn gezondheid" een paar
weken naar een badplaats. Dagen lang had me
vrouw gebeden en gesmeekt mee te mogen gaan.
Maar mijnheer, blijkbaar het geloof toegedaan:
„wie zijn vrouw lief heeft, laat haar thuis", was
niet te vermurwen geweest Hij ging, zij bleef.
Maar: hij voelde zich eenzaam in de badplaats, in
het nog stille hotel, kreeg verlangen naar huis,
besloot terug te keeren, en telegrafeerde na vier
dagen „Kom morgenmiddag". Mevrouw dacht:
„hij heeft berouw over zijn hardvochtigheid, hij
roept mij"; onmiddellijk ging zij een paar japon
nen koopen (je kimt toch zóó niet naar een bad
plaats gaan), stopte die in een groote enveloppe
in haar koffer, begaf zich naar het s tation, stapte
in den trein en kwam ongeveer in het hotel op
hetzelfde moment, dat haar man voor zijn geslo
ten huis stond. Want mevrouw had de dienstbode
met verlof gestuurd.
Mevrouw weende in het hotel, mijnheer raas
de voor zijn gesloten huis.
Maar, Goddank, wij hebben tegenwoordig de
telefoon. Binnen een paar uur was alles in orde.
Mijnheer zat weer in den eerste klas coupé op
Als de heer Keetman nog een woord van dank brengt
aan den heer Scheltus voor zijn vele bemoeiingen
over het afgeloopen jaar, sluit voorzitter de verga
dering met een woord van dank voor de aangename
besprekingen en de wensch uitende, dat de genomen
besluiten van hedenavond een gunstig verloop mo
gen hebben.
THEATER ROYAL.
„Twinkletoes" of de Bloem van Whitechapel is de
titel van de film die deze week in het Theater Royal
draait. Colleen Moore, de geliefkoosde filmactrice
van duizenden, speelt de hoofdrol.
„Twinkletoes", het aangebeden lievelingetje van het
Londensche Limehouse-district, tracht de voetsporen
van haar overleden moeder te drukken, door een
danseres van naam te worden.
Op zekeren dag slaagt zij erin een vechtpartij in
de straten van Limehouse tegen te gaan en door voor
de verzamelde menschen te gaan dansen verhindert
zij, dat het volk door de inmiddels toegeschoten agen
ten wordt gemolesteerd. Bij deze gelegenheid ontmoet
zij Chick Lightfoot, een kampioenbokser, wiens vrouw
Cisse, de aanleidende oorzaak was tot de ruzie.
Chick wordt op het eerste gezicht verliefd op
Twinks. Zijn vrouw is een door drankzucht verlaagd
creatuur, slordig en onaantrekkelijk. Twinks tracht
zich, met alle kracht die in haar is, te verzetten te
gen den indruk, dien ook Chick op haar gemaakt
heeft, maar op een nacht, als hij haar redt uit de
klauwen van een gemeen Limehouse-individu, be
merkt zij haar onmacht.
Ondertusschen heeft Twinks, na eindelooze repeti
ties, het zoo ver gebracht, dat zij aan het hoofd van
de „Quayside Kids" op zal treden in een music-hail
van Limehouse, welke onder directie staat van Ro-
seleaf, een gedegenereerd type, die Twinks onophou
delijk met zijn attenties lastig valt.
Terzelfder tijd is de jaloersche Cissie tot de ont
dekking gekomen, dat de vader van Twinkletoes,
die overdag het beroep van schilder uitoefent, zich
's avonds onledig houdt met dieverijen en uit wraak
verraadt zij hem aan de politie.
Als de groote avond in het theater gekomen is, be
haalt Twinks een enorm succes. Roseleaf tracht haar
mee te krijgen naar een fuif, die hij op den goeden af
loop wil geven, maar zij haast zich naar huis, naar
haar vader, die ter gelegenheid van haar schitterend
debuut iets extra's zou klaar maken. Thuisgekomen
vindt zij hem echter niet, want gewaarschuwd
dat de politie hem zoekt heeft hij hulp gezocht
bij Chick, om hem te helpen de gestolen goederen te
doen verdwijnen. Twinks, die het wachten thuis
moede geworden is, gaat hem zoeken in een buurt
café, waar zij de waarheid omtrent haar vader ver
neemt, hetgeen haar zoo aangrijpt, dat zij bewuste
loos neerzinkt. Roseleaf, die ook in dat café aanwezig
is, neemt haar op en vervoert haar naar zijn woning.
Chick krijgt van dit feit kennis en rent haar ter hulpc
maar voordat hij bij Roseleaf aankomt, is Twinks
reeds weer verdwenen. Hij vindt Roseleaf bewuste
loos op den grond liggen, in een worsteling met
Twinks is hij met het hoofd op een kachelplaat te
recht gekomen.
Door alle onaangename ondervindingen van den
laatsten tijd is Twinkletoes geheel ontdaan. Als zij
dan nog verneemt, dat haar vader gearresteerd is,
loopt de maat over en in een vlaag van moedeloos
heid werpt zij zich in de donkere rivier. Chick arri
veert helaas te laat, geen hulp kan meer baten
SCHAGER KERMIS.
Dat wij met Schager kermis wel op iets heel extra's
getracteerd worden hebben wij al reeds meegedeeld
want als zoodanig mag de opvoering van „Me
rijntje Gijzen's Jeugd" wel worden aangemerkt. Hon
derdvijftig maal is dit stuk reeds en overal met uit
bundig succes opgevoerd en zal dit feit feestelijk in
Carré te Amsterdam worden herdacht.
Over deze opvoeringen elders zijn in de pers oor
deelvellingen verschenen en ter verdere introductie
laten wij hier het een en ander volgen:
Over de opvoering in de Stadsschouwburg te Am
sterdam lezen wij o.m.:
weg naar de badplaats en daar zouden zij samen
dan nog een dag of tien blijven.
Maar: véél goedkooper zou het geweest zijn,
schrijft de N.R.Ct., als hij begonnen was wat
duidelijker, desnoods met vijf woorden meer, te te
legrafeeren.
o
EEN HOOGST „FATSOENLIJKE" ZAKKENROL
LER. Een inbreker, die inbreekt, om wat te
brengen, in plaats van om wat te halen, zou men
licht geneigd zijn tot de onwaarschijnlijkheden
te rekenen. Toch heeft de Italiaansche ingenieur,
Mario Roaoef te Milaan dezer dagen met een
dergelijken onwaarsohijnlijken inbreker te maken
gehad. Mijnheer Roaoef ging 's avonds naar de
bioscoop op de Corso Vittorio Emanuele. Hij Is
een voorzichtig man. Hij weet, dat het te Milaan
van de zakkenrollers wemelt. Daar hij tweehon
derd lire aan baar geld en over de 10.000
lire aan waardepapieren bij zich droeg,
wilde mijnheer Roaoef zich wel graag tegen even
tueel lange vingers verzekeren. Hij nam zijn
portefeuille dus uit de binnenzak van zijn jas en
stak die in de achterzak van zijn pantalon. Hier
zou geen zakkenroller hem zoeken, meende de
voorzichtige ingenieur, maar hij vergat daarbij te
bedenken dat men hem licht gade had kunnen
slaan, toen hij bezig was de portefeuille van
plaatf te verwisselen. En inderdaad had een
zakkenroller in het gedrang voor den bioscoop
ingang alles gezien. Toen mijnheer Roaoef na
het slot van de voorstelling zijn portefeuille weer
van zijn broekzak naar de binnenzak van zijn
jas wilde laten verhuizen, vond hij tot zijn groo-
ten schrik inplaats van zijn portefeuille slechts
een groot gat in zijn broekzak. De handige dief
had met een scherp mes de heele zak benevens
inhoud uit de pantalon gesneden. Het geld, dat
er zich in bevond, daarover had mijnheer Roaoef
desnoods wel heen kunnen komen, maar de brie
ven, de documenten! Het waren papieren van
groote waarde. De ingenieur spoedde zich naar
huis. Hier wachtte hem een nieuwe, evenmin
aangename verrassing. Terwijl hij namelijk in de
bioscoop zat, was er in zijn woning ingebroken.
Een ongeluk komt zelden alleen. Mijnheer Roa
oef stelde vast, dat de toegangsdeur tot zijn wo
ning was geopend en iemand zijn werkkamer was
binnengedrongen. Wat had de inbreker meege
nomen? Mijnheer Roaoef zocht en zocht... naar
zijn verlies. Maar hij vond absoluut niets, dat wil
zeggen, hij vond alles nog, zooals hij het een paar
uur geleden had achtergelaten; er was niets weg
genomen. Integendeel zelfs, inplaats dat hij iets
Een bijzondere tooneelavond!
Een première van bet Vereenigd Rotterdamsch
Hofstadtooneel te Amsterdam is al op zich zelf iets
bijzonders. Daarbij: een première van een nieuwe
tooneelverschijning ten onzent: 't voorgelezen en ge
speelde boek. Een tooneelbewerking naar een roman
is niets nieuws, maar wel nieuw was, dat Cor van
der Lugt Melsert heel den avond de reeks van twin
tig tafreelen (die de Jong zelf uit zijn boek voor het
tooneel bewerkt had), verklaarde en aaneenscha
kelde door enkele tusschenzinnen voor te lezen,
staande voor een lessenaartje ter zijde van het too
neel. Iets bijzonders was ook het probeersel met het
draaibare tooneel ten onzent, waardoor in een wer
kelijk verbluffend snel tempo de tafreelen tusschen
8 en 11 uur elkander konden afwisselen. En einde
lijk was daar het spontaan-natuurlijk spel van Siska
Kremer als Merijntje, den kleinen boerenknaap en
van Nap de la Mar, die zich èn ais regisseur èn als
speler met één slag een vooraanstaande plaats op
het groote" tooneel verwerft. In „Pygmalion" heeft
hij zijn „aanloop" genomen; hier creëerde hij een
tooneelfiguur volkomen, zuiver doorvoeld, prachtig
gebeeld: „af". De „Kruik'' ten voete uit!!!
A. M. de Jong, mijn oud collega tooneelcriticus
van „Het Volk", heeft een boekenreeks geschreven
„Merijntje Gijzen's jeugd"welke ik niet gelezen
heb. In den pennestrijd over deze boeken kan ik me
dus niet mengen en of hij, zooals beweerd wordt,
voor katholieken stootende passages schreef, weet ik
niet. Het kan me op 't oogenblik niets schelen, Ik
heb alleen nu te doen met dit tooneelstuk: deze too
neelbewerking van zijn eerste uit de boekenreeks,
met ondertitel ,Het Verraad". Als een wit stuk papier
verhield ik me er tegenover. De tooneelbewerking
had dus een onbevooroordeelden ontvangstbodem.
Ik heb van deze tooneelbewerking genoten als van
iets zéér teers, iets zeer moois uit een menschenle-
ven. Iets zooals Heyermans kón: een kinderziel vat
ten met den weerglans van Gods oneindigheid er in.
Die kinderziel staat nog na aan den hemel en in die
kinderziel is nog geen bederf van de wereld. Die
kinderziel voelt intuitief het goede aan in een ove
rigens verloopen zwerver als „de Kruik" die straks
moordenaar wordt. De waarlijk in-vrome en mensch-
kundige dorpspastoor (Charles Gilhuys speelde hem
waardig en gevoelvol, maar kon me niet geheel vol
doen) begrijpt beiden en weet den knaap het mooie
van Gods liefde als essentieels levenswaarde mede te
geven. De tafreeltjes waarin deze edele priester wordt
gekarakteriseerd behooren tot de beste.
Niet alles wat beweerd wordt neem ik voor m'n
rekening op gehoor af. Maar als geheel is dit tooneel
werk teer en schoon en edel van levenswaarde.
Over een opvoering te Groningen lezen wij nog:
Voor het Hofstadtooneel is Siska Kremer een ge-
lulcsvondst.
Merkwaardig hoe het innerlijke voelen van dit
meisje past op de figuur van de kleine held van dit
werk. Zij speelt de rol met een natuurlijk talent, die
verbaast, die ons weldra deze figuur met Merijntje
vereenzelvigen doet. Zij ontroert door haar eenvoud
en onschuld, met haar lief helder geluid spreekt zij
met een natuurlijkheid, die ons overweldigt, zij ac
teert op jongensmanier, alsof ze het reeds altijd heeft
gedaan. Een betere Merijntje is stellig niet te vinden,
haar spel is van een bewonderenswaardige juiste ka
rakteristiek. De sympathie van de zoo goed als uit
verkochte zaal ging geheel naar het jonge meisje
uit, de sociëteit eerde haar werk met een doos bon
bons, waarbij het publiek zijn luide hulde voegde en
waarvoor de jonge kunstenaresse boog en dankte.
Nap de la Mar als de „Kruik" speelde met bewon
derenswaardige beheersehing. Hij is de verloren zoon
van het dorp, die niet weer naar het vaderhuis te
rug kan keeren, terwijl het vette kalf geslacht wordt,
maar die vast en zeker verloren gaat. Hij is een
voortdurende dreiging, 'n naderend onheil, waaraan
niet te ontkomen is. Weggejaagd, door de meid, die
hij wilde, geschuwd door ieder, eenzaam en verbit
terd tegen het dorp, tegen het leven, tegen ieder,
speelde hij zijn rol gelaten, met vermoeide onver
schillige klanklooze stem, terwijl een enkele keer de
hartstocht zich baan brak, die dezen mensch geheel
vervulde. Zijn prachtige persoonlijke kwaliteiten ga
ven aan zijn spel die bijzondere kleur, die het zoo
sterk onderscheiden van het werk van anderen.
Laat ons nog de pastoor noemen, van Gilhuis, een
derd lire aan waardepapieren bij zich droeg,
had. Zooiets had hij zeer zeker wel niet ver
wacht. Een inbreker, die iets brengt! Maar nu
komt het mooiste nog. Wat daar op zn schrijf
tafel lag, was ...zijn gerolde portefeuille. Het geld
en de waardepapieren waren er natuurlijk uit ver
dwenen. Maar de brieven en de documenten, die
voor den dief geen waarde hadden, zaten er allen
nog netjes in. Een eerbiedige, hoogst fatsoenlijke
zakkenroller dus, in zijn soort een echte gentle
man. Een, die op het standpunt staat, dat het
zaliger is terug te geven dan te nemen, voor zoo
ver het tenminste op zijn „bedrijf' van toepassing
is.
o
LAURA LA PLAN TA EN DE GELUIDSFILM..
Als het kind zong zij reeds bij elke passende en
onpassende gelegenheid, zoodat haar moeder vaak
zei: „Houd toch op met dat gepiep", en haar
vader haar af en toe buiten de deur zette, omdat
hij die „onwaarschijnlijke tonen" niet aan kon
hooren. Als er op school gezongen werd, stuurde
men haar de klasse uit, omdat zij alles bedierf.
Buiten het zanguurtje zong zij des te meer. Zij,
dat was de kleine Laura la Plante, een 'kind, dat
er van droomde, dat zij nog eens een kunstenares
zou worden. Eerst had zij aan het circus gedacht.
Turnen ging haar echter niet te best af en voor
wilde dieren was zij doodelijk bang. De opera
was beter. Daar vond men haar te dik, een be
zwaar, waarom men haar zelfs niet als korlste
bij de operette wilde gebruiken, en bovendien...
zij had geen stem.
Dan maar bij de film!
Het is een harde weg geweest, rijk met door
nen bezaaid, maar ten slotte is zij er toch geko
men.
En nu de geluidsfilm! Carl Laemmle, de direc
teur van de Universal Pictures, heeft Laura la
Plante bij zich geroepen en haar gezegd, dat zij
de hoofdrol zou krijgen in de eerste geluidsfilm.
Laura vertelde van haar fiasco op school, thuis
en bij het tooneel. Laemmle lachte en zei: „Die
menschen hebben niet het minste vermoeden van
je stem gehad." Dus kreeg Lauril. toch de hoofd
rol in de Showboat en de toehoorders zijn opge
togen over haar stem, die de Universal Pictures
al voor 200.000 dollar verzekerd heeft. Laura's
eenige wensch is nu nog maar, dat de onderwij
zeres, die haar vroeger uit de zangles placht te
zetten, naar de geluidsfilm zal gaan kijken en
luisteren. Misschien geeft zij dan wel toe, dat zij
zich vroeger vergist moet hebben.