SchagerCourant TUTTIFRUTTI. Tweede Blad. Transpireerende Voeten Plaatselijk Nieuws. Donderdag 13 Juni 1929. 72ste Jaargang. No. 8474 Middenstandsvereeniging Nieuwe Niedorp. Algemeene vergadering van de Middenstandsver- eeniging op Dinsdagavond jl. in de „Prins Maurits" alhier. Aanwezig 10 leden. De voorzitter, de heer C. van der Haagen, opent met welkom en deelt mede, dat de penningmeester, de heer H. Scheltus, door ernstige familieomstandig heden verhinderd is de vergadering bij te wonen. Er is echter voor zorg gedragen dat de rekening en de bescheiden aanwezig zijn. De Secretaris, de heer A. Prins, leest de notulen, 'der vorige vergadering, welke onveranderd onder dankzegging worden goedgekeurd. De voorzitter deelt mede, dat de deputatie naar het P.E.N. niet heeft plaats gehad. Het Bestuur is daarvoor niet in de gelegenheid gesteld, Steeds werd op hun schrijven een afwijkend antwoord van het P.E.N. ontvangen. Spr. uit zijn ledewezen, dat ook de Filmavond niet tot stand is gekomen. Ongetwijfeld had deze veel succes opgeleverd, waar het Bestuur van de Holl. Mij. van Landbouw zich tot de vereeni ging had gewend om gezamenlijk dezen Filmavond uit te voeren, terwijl de Zuid-Afrikaansche Vereeni- ging welke over een groot aantal films beschikt, ook ter wille was geweest. MFaar zooals het P.E.N. voorgaf, kon geen stroom worden verschaft, bij ge brek aan een laagspanningsnet. De heer Coops meent, dat zulks toch wel op de hooge kosten gestuit zou zijn en deelt mede, ,dat hij er waarschijnlijk wel kans toe zal zien de vereeni- ging bij voorkomen van stroom te voorzien. Maar meent, dat B. en W. wel niet licht hun toestemming zullen geven tot het uitvoereiï van een demonstra tie-avond, spreker heeft dit zelf bij ondervinding ge had. Het Bestuur is den heer Coops dankbaar voor zijn toezegging en wil dit gaarne in gedachten houden. De gas- en electrieiteitskwesti'e wordt nog nader besproken. De heer Le Clecq meent, dat het bij nader inzien financieel offers zou kosten, indien de gemeente van electriciteit voorzien werd. Algemeen is de vergadering dan ook de gedachten toegedaan, dat economisch bekeken, B. en W. toch wel gelijk hebben. Uit het jaarverslag van den secretaris willen wij het volgende vermelden: Een van de eerste daden is geweest het uitschrij ven van een étalagewedstrijd voor winkelende leden met een daaraan verbonden attractie voor het pu bliek, welke een groot succes is geworden. Door bemiddeling van het Bestuur is van het Al gemeen Armbestuur teruggekregen voor onze leden de leverantie van verschillende artikelen die de laat ste jaren door genoemde administratie van elders werden betrokken. Minder gelukkig was de vereeniging met hare be moeiingen inzake de gas- en electriciteitskwestie. De correspondentie met het P.E.N. leverde weinig of geen resultaten op. De plaatselijke autoriteiten ne geerden de vereeniging totaal. Hun houding doet in deze zeer onsympathiek aan. Het verzoek tot bespoediging van het vergrooten der Veriater sluis vond bij het gemeentebestuur van Oude en Nieuwe Niedorp geen weerklank. Voor ijswedstrijden zijn door verschillende leden .GEVAARLIJKE HAZELNOTEN. In den Ameri- kaanschen staat, Mlssouri, woont een farmer, mr. Smith, die een schitterende hazelnoot-plantage oezit. Maar sedert langen tijd beleeft hij daarvan allerminst eenig plezier. Zijn bezitting bevindt zich namelijk in een door dagjesmenschen zeer veel bezochte omgeving. En daar de meeste men- schen graag versche, jonge hazelnoten eten, wa ren de bosschen meestal reeds geplunderd, voor en aleer mr. Smith aan het oogsten toe was. Dezen - begon dat tenslotte te vervelen en pro beerde het eerst met prikkeldraad. Maar de om heining werd plat geloopen of stukgeknipt Het resultaat was dus al heel weinig bemoedigend. Toen liet mr. Smith een groot aantal bordjes aanbrengen, waarop hij met geweervuur en ge vaarlijke honden dreigdeNiemand trok er zich een steek van aan. Maar mr. Smith liet het niet bij een dreigement en kocht een stel honden, die er inderdaad lang niet vriendelijk uitzagen. Edoch... zij maakten vlijtig jacht op wilde konijn tjes en andere in het bosch levende diertjes en lieten de hazelnoot-dieven voor wie ze waren. Toen was de farmer de wanhoop nabij ep. ten einde raad kwam bij hem het plan op, om de ha zelnootstruiken maar eenvoudig uit den grond te trekken, en er iets anders voor in den plaats te setten. Hij had zijn plan nog niet ten uitvoer gebracht, toen hij op zekeren dag een vriend bezocht, een plantkundige, tegen wien hij zijn leed klaagde. De vriend dacht een oogenblik na, toen hem blijk baar plotseling iets inviel en wat door mr. Smith dadelijk ten uitvoer werd gebracht. Toen den volgenden Zondag opnieuw een schaar vroolijke week-end-vierders de richting van het hazelnotenbosch had ingeslagen, stonden er langs den weg groote witte borden. Nauwelijks hadden rij gelezen, wat daar op stond of ze maakten zich zoo snel als maar mogelijk was uit de voeten, waarbij ze niet na konden laten om nog enkele schuwe blikken achter zich te werpen. Op het bord stond: „Voor het loopen over dit stuk grond wordt dringend gewaarschuwd! De Coryles avellana komt hier buitengewoon veel voor. Wie ondanks dat toch het bosch in gaat, doet dit op gevaar zijn leven te verliezen!" „Corylus avellana" is de Latijnsche naam voor hazelnoot. Maar hoe kan de gewone sterveling prijsjes ter beschikking gesteld van IJs- en Volks vermaak. Of dit gewaardeerd werd, is niet bekend, een woord van dank is nimmer bereikt. Het organiseeren van den filmavond of een demon stratie is voorloopig uitgesteld, wijl de medewerking van het P.E.N. op bezwaren is gestuit. Is er niet veel bereikt in het eerste bestaansjaar, zonder resultaten is het niet gebleven. Met een krachtige opwekking op de medewerking van de le den om tot 'n lcrachtigen middenstand te komen, be sluit de secretaris zijn jaarverslag. Naar aanleiding van het jaarverslag dat nooit geen woord van dank is bereikt van IJs- en Volks vermaak, zou volgens den heer J. Keetman hiervan de schuld berusten bij den secretaris, den heer C. Rutsen, wijl hij als bestuurslid van IJ. en V. weet dat het is besproken, en den secretaris opdracht is gegeven, een schrijven als dank aan de Midden- standsvereeniging te richten. Overigens wordt het jaarverslag onder dank goed gekeurd. Gevraagd wordt, hoe het mogelijk is, dat omtrent de gas- en electriciteitskwestie bij het gemeentebe stuur niets is bereikt. Volgens voorzitter zou in het aan het gemeente bestuur gerichte schrijven, wel zijn geklaagd over slecht gas, maar niet is gevraagd om beter gas, wat een reden bleek te zijn om een en ander voor ken nisgeving aan te nemen. De aanvraag om electrici teit is ook niets meer van gehoord. De vereeniging is totaal genegeerd. De vergadering stelt zich ech ter tevreden, dat het gas tegenwoordig van goede kwaliteit is, en zeer waarschijnlijk ook een belang rijke prijsverlaging in 't zicht is. De heeren C. Wit, M. Olij en K. Coops worden aangewezen om de rekening na te zien. Hiervan brengt de heer Olij verslag uit: De ontvangsten heb ben bedragen f76.50, terwijl de uitgaven f58.83 be droegen, zoodat een saldo werd aangewezen van f 17.67. De commissie stelt voor, de rekening goed te keu ren. Onder dank wordt de penningmeester gedechar geerd. Als lid van het dagelijksch bestuur wordt herko zen de heer H. Scheltus. Voor het aftredend lid, de heer J. le Clercq, welke niet herkiesbaar is, wordt na staking van stemmen tusschen de heeren M. Olij en K. Coops, bij loting, de heer Coops als lid van 't bestuur gekozen. De heer Haulo, welke uit zijn zaak is getreden, be dankt als lid der vereeniging en geeft zich op als donateur, waarvoor hem door voorzitter een woord van dank wordt gebracht. De heer Keetman vraagt, namens de dames Goo- sen-Schild, om door de bemiddeling der vereeniging de leverantie aan de gemeentelijke naaischool, te laten geschieden door alle manufacturiers ter plaat se en niet meer zooals heden, de leverantie te doen plaats vinden door één. In dien zin wordt aan den secretaris opgedragen een schrijven aan het Gemeentebestuur te richten. Op voorstel van den heer Keetman, zal zoo moge lijk met de a.s. Schutkermis wederom een étalage wedstrijd worden gehouden, er zullen dan tevens wederom reclamecirculaires worden verspreid. De heer Olij stelt voor, de eventueele spreuk, welke weder zal worden samengesteld, zoo op te maken, dat beslist alle étalages bezocht moeten worden. Het Bestuur zal hier zooveel mogelijk voor zorg dragen. De Voorzitter stelt voor, om naar aanleiding van de toezegging gedaan door den heer Coops, het er zooveel mogelijk op toe te leggen, a.s. winter geza menlijk met de Holl. Mij. van Landbouw toch een Filmavond te organiseeren, waar de vergadering mede instemt. De heer Coops vraagt, of altijd in het zelfde lokaal vergaderd wordt, waarop wordt geantwoord, indien de heer Kossen ook als lid toetreedt, ook daar ver gaderd zal worden. en andere transpireerende lichaamsdeelen moet men behandelen met Purol-Huidpoeder, als zijnde het meest afdoende middel daarvoor. Verkrijgbaar in Bussen van 60 cent en 1 gld. Bij Apoth. en Drogisten. dit weten? Het zou best een bijzonder gevaarlijke soort ratelslang kunnen zijn! o MISPLAATSTE ZUINIGHEID. O, die mallotige zuinigheid bij het telegrafeeren! Menschen, die er geen been in zien een sigaar van een kwartje te rooken, een diner van zes gulden te verorberen, zich een „His Masters Voice" van zeshonderd gulden aan te schaffen, een auto van zes of tien of twaalf mille te koopen, zulke menschen prakki- zeeren zich suf, hoe ze een telegrafische mededee- ling in tien woorden kunnen doen wanneer zij twaalf woorden noodig hebben. Dan maar liever een onduidelijk telegram van tien woorden. Dat spaart tien centen uit, en dan kan ik voor dat uitgespaarde geld weer lekker een havana van een gulden koopen. Dan behoef ik er maar negentig cent bij te leggen... En toch: onduidelijke telegrammen zijn oorza ken van drama's geworden. Er zijn depêches die aan duidelijkheid niets te wenschen laten. Gij weet van den student, die in den hoogsten nood naar huis telegrafeerde om geld, en die, toen er na twee dagen van bitter wachten, niets gekomen was, nogmaals naar huis een seintje gaf: „waar blijft geld". Een uur later kwam het overduide lijke antwoord van Piepa: „geld blijft hier"... Voor een misverstand liet dit telegram niet de gering ste ruimte! Maar een andere wel: Mijnheer moest „voor zijn gezondheid" een paar weken naar een badplaats. Dagen lang had me vrouw gebeden en gesmeekt mee te mogen gaan. Maar mijnheer, blijkbaar het geloof toegedaan: „wie zijn vrouw lief heeft, laat haar thuis", was niet te vermurwen geweest Hij ging, zij bleef. Maar: hij voelde zich eenzaam in de badplaats, in het nog stille hotel, kreeg verlangen naar huis, besloot terug te keeren, en telegrafeerde na vier dagen „Kom morgenmiddag". Mevrouw dacht: „hij heeft berouw over zijn hardvochtigheid, hij roept mij"; onmiddellijk ging zij een paar japon nen koopen (je kimt toch zóó niet naar een bad plaats gaan), stopte die in een groote enveloppe in haar koffer, begaf zich naar het s tation, stapte in den trein en kwam ongeveer in het hotel op hetzelfde moment, dat haar man voor zijn geslo ten huis stond. Want mevrouw had de dienstbode met verlof gestuurd. Mevrouw weende in het hotel, mijnheer raas de voor zijn gesloten huis. Maar, Goddank, wij hebben tegenwoordig de telefoon. Binnen een paar uur was alles in orde. Mijnheer zat weer in den eerste klas coupé op Als de heer Keetman nog een woord van dank brengt aan den heer Scheltus voor zijn vele bemoeiingen over het afgeloopen jaar, sluit voorzitter de verga dering met een woord van dank voor de aangename besprekingen en de wensch uitende, dat de genomen besluiten van hedenavond een gunstig verloop mo gen hebben. THEATER ROYAL. „Twinkletoes" of de Bloem van Whitechapel is de titel van de film die deze week in het Theater Royal draait. Colleen Moore, de geliefkoosde filmactrice van duizenden, speelt de hoofdrol. „Twinkletoes", het aangebeden lievelingetje van het Londensche Limehouse-district, tracht de voetsporen van haar overleden moeder te drukken, door een danseres van naam te worden. Op zekeren dag slaagt zij erin een vechtpartij in de straten van Limehouse tegen te gaan en door voor de verzamelde menschen te gaan dansen verhindert zij, dat het volk door de inmiddels toegeschoten agen ten wordt gemolesteerd. Bij deze gelegenheid ontmoet zij Chick Lightfoot, een kampioenbokser, wiens vrouw Cisse, de aanleidende oorzaak was tot de ruzie. Chick wordt op het eerste gezicht verliefd op Twinks. Zijn vrouw is een door drankzucht verlaagd creatuur, slordig en onaantrekkelijk. Twinks tracht zich, met alle kracht die in haar is, te verzetten te gen den indruk, dien ook Chick op haar gemaakt heeft, maar op een nacht, als hij haar redt uit de klauwen van een gemeen Limehouse-individu, be merkt zij haar onmacht. Ondertusschen heeft Twinks, na eindelooze repeti ties, het zoo ver gebracht, dat zij aan het hoofd van de „Quayside Kids" op zal treden in een music-hail van Limehouse, welke onder directie staat van Ro- seleaf, een gedegenereerd type, die Twinks onophou delijk met zijn attenties lastig valt. Terzelfder tijd is de jaloersche Cissie tot de ont dekking gekomen, dat de vader van Twinkletoes, die overdag het beroep van schilder uitoefent, zich 's avonds onledig houdt met dieverijen en uit wraak verraadt zij hem aan de politie. Als de groote avond in het theater gekomen is, be haalt Twinks een enorm succes. Roseleaf tracht haar mee te krijgen naar een fuif, die hij op den goeden af loop wil geven, maar zij haast zich naar huis, naar haar vader, die ter gelegenheid van haar schitterend debuut iets extra's zou klaar maken. Thuisgekomen vindt zij hem echter niet, want gewaarschuwd dat de politie hem zoekt heeft hij hulp gezocht bij Chick, om hem te helpen de gestolen goederen te doen verdwijnen. Twinks, die het wachten thuis moede geworden is, gaat hem zoeken in een buurt café, waar zij de waarheid omtrent haar vader ver neemt, hetgeen haar zoo aangrijpt, dat zij bewuste loos neerzinkt. Roseleaf, die ook in dat café aanwezig is, neemt haar op en vervoert haar naar zijn woning. Chick krijgt van dit feit kennis en rent haar ter hulpc maar voordat hij bij Roseleaf aankomt, is Twinks reeds weer verdwenen. Hij vindt Roseleaf bewuste loos op den grond liggen, in een worsteling met Twinks is hij met het hoofd op een kachelplaat te recht gekomen. Door alle onaangename ondervindingen van den laatsten tijd is Twinkletoes geheel ontdaan. Als zij dan nog verneemt, dat haar vader gearresteerd is, loopt de maat over en in een vlaag van moedeloos heid werpt zij zich in de donkere rivier. Chick arri veert helaas te laat, geen hulp kan meer baten SCHAGER KERMIS. Dat wij met Schager kermis wel op iets heel extra's getracteerd worden hebben wij al reeds meegedeeld want als zoodanig mag de opvoering van „Me rijntje Gijzen's Jeugd" wel worden aangemerkt. Hon derdvijftig maal is dit stuk reeds en overal met uit bundig succes opgevoerd en zal dit feit feestelijk in Carré te Amsterdam worden herdacht. Over deze opvoeringen elders zijn in de pers oor deelvellingen verschenen en ter verdere introductie laten wij hier het een en ander volgen: Over de opvoering in de Stadsschouwburg te Am sterdam lezen wij o.m.: weg naar de badplaats en daar zouden zij samen dan nog een dag of tien blijven. Maar: véél goedkooper zou het geweest zijn, schrijft de N.R.Ct., als hij begonnen was wat duidelijker, desnoods met vijf woorden meer, te te legrafeeren. o EEN HOOGST „FATSOENLIJKE" ZAKKENROL LER. Een inbreker, die inbreekt, om wat te brengen, in plaats van om wat te halen, zou men licht geneigd zijn tot de onwaarschijnlijkheden te rekenen. Toch heeft de Italiaansche ingenieur, Mario Roaoef te Milaan dezer dagen met een dergelijken onwaarsohijnlijken inbreker te maken gehad. Mijnheer Roaoef ging 's avonds naar de bioscoop op de Corso Vittorio Emanuele. Hij Is een voorzichtig man. Hij weet, dat het te Milaan van de zakkenrollers wemelt. Daar hij tweehon derd lire aan baar geld en over de 10.000 lire aan waardepapieren bij zich droeg, wilde mijnheer Roaoef zich wel graag tegen even tueel lange vingers verzekeren. Hij nam zijn portefeuille dus uit de binnenzak van zijn jas en stak die in de achterzak van zijn pantalon. Hier zou geen zakkenroller hem zoeken, meende de voorzichtige ingenieur, maar hij vergat daarbij te bedenken dat men hem licht gade had kunnen slaan, toen hij bezig was de portefeuille van plaatf te verwisselen. En inderdaad had een zakkenroller in het gedrang voor den bioscoop ingang alles gezien. Toen mijnheer Roaoef na het slot van de voorstelling zijn portefeuille weer van zijn broekzak naar de binnenzak van zijn jas wilde laten verhuizen, vond hij tot zijn groo- ten schrik inplaats van zijn portefeuille slechts een groot gat in zijn broekzak. De handige dief had met een scherp mes de heele zak benevens inhoud uit de pantalon gesneden. Het geld, dat er zich in bevond, daarover had mijnheer Roaoef desnoods wel heen kunnen komen, maar de brie ven, de documenten! Het waren papieren van groote waarde. De ingenieur spoedde zich naar huis. Hier wachtte hem een nieuwe, evenmin aangename verrassing. Terwijl hij namelijk in de bioscoop zat, was er in zijn woning ingebroken. Een ongeluk komt zelden alleen. Mijnheer Roa oef stelde vast, dat de toegangsdeur tot zijn wo ning was geopend en iemand zijn werkkamer was binnengedrongen. Wat had de inbreker meege nomen? Mijnheer Roaoef zocht en zocht... naar zijn verlies. Maar hij vond absoluut niets, dat wil zeggen, hij vond alles nog, zooals hij het een paar uur geleden had achtergelaten; er was niets weg genomen. Integendeel zelfs, inplaats dat hij iets Een bijzondere tooneelavond! Een première van bet Vereenigd Rotterdamsch Hofstadtooneel te Amsterdam is al op zich zelf iets bijzonders. Daarbij: een première van een nieuwe tooneelverschijning ten onzent: 't voorgelezen en ge speelde boek. Een tooneelbewerking naar een roman is niets nieuws, maar wel nieuw was, dat Cor van der Lugt Melsert heel den avond de reeks van twin tig tafreelen (die de Jong zelf uit zijn boek voor het tooneel bewerkt had), verklaarde en aaneenscha kelde door enkele tusschenzinnen voor te lezen, staande voor een lessenaartje ter zijde van het too neel. Iets bijzonders was ook het probeersel met het draaibare tooneel ten onzent, waardoor in een wer kelijk verbluffend snel tempo de tafreelen tusschen 8 en 11 uur elkander konden afwisselen. En einde lijk was daar het spontaan-natuurlijk spel van Siska Kremer als Merijntje, den kleinen boerenknaap en van Nap de la Mar, die zich èn ais regisseur èn als speler met één slag een vooraanstaande plaats op het groote" tooneel verwerft. In „Pygmalion" heeft hij zijn „aanloop" genomen; hier creëerde hij een tooneelfiguur volkomen, zuiver doorvoeld, prachtig gebeeld: „af". De „Kruik'' ten voete uit!!! A. M. de Jong, mijn oud collega tooneelcriticus van „Het Volk", heeft een boekenreeks geschreven „Merijntje Gijzen's jeugd"welke ik niet gelezen heb. In den pennestrijd over deze boeken kan ik me dus niet mengen en of hij, zooals beweerd wordt, voor katholieken stootende passages schreef, weet ik niet. Het kan me op 't oogenblik niets schelen, Ik heb alleen nu te doen met dit tooneelstuk: deze too neelbewerking van zijn eerste uit de boekenreeks, met ondertitel ,Het Verraad". Als een wit stuk papier verhield ik me er tegenover. De tooneelbewerking had dus een onbevooroordeelden ontvangstbodem. Ik heb van deze tooneelbewerking genoten als van iets zéér teers, iets zeer moois uit een menschenle- ven. Iets zooals Heyermans kón: een kinderziel vat ten met den weerglans van Gods oneindigheid er in. Die kinderziel staat nog na aan den hemel en in die kinderziel is nog geen bederf van de wereld. Die kinderziel voelt intuitief het goede aan in een ove rigens verloopen zwerver als „de Kruik" die straks moordenaar wordt. De waarlijk in-vrome en mensch- kundige dorpspastoor (Charles Gilhuys speelde hem waardig en gevoelvol, maar kon me niet geheel vol doen) begrijpt beiden en weet den knaap het mooie van Gods liefde als essentieels levenswaarde mede te geven. De tafreeltjes waarin deze edele priester wordt gekarakteriseerd behooren tot de beste. Niet alles wat beweerd wordt neem ik voor m'n rekening op gehoor af. Maar als geheel is dit tooneel werk teer en schoon en edel van levenswaarde. Over een opvoering te Groningen lezen wij nog: Voor het Hofstadtooneel is Siska Kremer een ge- lulcsvondst. Merkwaardig hoe het innerlijke voelen van dit meisje past op de figuur van de kleine held van dit werk. Zij speelt de rol met een natuurlijk talent, die verbaast, die ons weldra deze figuur met Merijntje vereenzelvigen doet. Zij ontroert door haar eenvoud en onschuld, met haar lief helder geluid spreekt zij met een natuurlijkheid, die ons overweldigt, zij ac teert op jongensmanier, alsof ze het reeds altijd heeft gedaan. Een betere Merijntje is stellig niet te vinden, haar spel is van een bewonderenswaardige juiste ka rakteristiek. De sympathie van de zoo goed als uit verkochte zaal ging geheel naar het jonge meisje uit, de sociëteit eerde haar werk met een doos bon bons, waarbij het publiek zijn luide hulde voegde en waarvoor de jonge kunstenaresse boog en dankte. Nap de la Mar als de „Kruik" speelde met bewon derenswaardige beheersehing. Hij is de verloren zoon van het dorp, die niet weer naar het vaderhuis te rug kan keeren, terwijl het vette kalf geslacht wordt, maar die vast en zeker verloren gaat. Hij is een voortdurende dreiging, 'n naderend onheil, waaraan niet te ontkomen is. Weggejaagd, door de meid, die hij wilde, geschuwd door ieder, eenzaam en verbit terd tegen het dorp, tegen het leven, tegen ieder, speelde hij zijn rol gelaten, met vermoeide onver schillige klanklooze stem, terwijl een enkele keer de hartstocht zich baan brak, die dezen mensch geheel vervulde. Zijn prachtige persoonlijke kwaliteiten ga ven aan zijn spel die bijzondere kleur, die het zoo sterk onderscheiden van het werk van anderen. Laat ons nog de pastoor noemen, van Gilhuis, een derd lire aan waardepapieren bij zich droeg, had. Zooiets had hij zeer zeker wel niet ver wacht. Een inbreker, die iets brengt! Maar nu komt het mooiste nog. Wat daar op zn schrijf tafel lag, was ...zijn gerolde portefeuille. Het geld en de waardepapieren waren er natuurlijk uit ver dwenen. Maar de brieven en de documenten, die voor den dief geen waarde hadden, zaten er allen nog netjes in. Een eerbiedige, hoogst fatsoenlijke zakkenroller dus, in zijn soort een echte gentle man. Een, die op het standpunt staat, dat het zaliger is terug te geven dan te nemen, voor zoo ver het tenminste op zijn „bedrijf' van toepassing is. o LAURA LA PLAN TA EN DE GELUIDSFILM.. Als het kind zong zij reeds bij elke passende en onpassende gelegenheid, zoodat haar moeder vaak zei: „Houd toch op met dat gepiep", en haar vader haar af en toe buiten de deur zette, omdat hij die „onwaarschijnlijke tonen" niet aan kon hooren. Als er op school gezongen werd, stuurde men haar de klasse uit, omdat zij alles bedierf. Buiten het zanguurtje zong zij des te meer. Zij, dat was de kleine Laura la Plante, een 'kind, dat er van droomde, dat zij nog eens een kunstenares zou worden. Eerst had zij aan het circus gedacht. Turnen ging haar echter niet te best af en voor wilde dieren was zij doodelijk bang. De opera was beter. Daar vond men haar te dik, een be zwaar, waarom men haar zelfs niet als korlste bij de operette wilde gebruiken, en bovendien... zij had geen stem. Dan maar bij de film! Het is een harde weg geweest, rijk met door nen bezaaid, maar ten slotte is zij er toch geko men. En nu de geluidsfilm! Carl Laemmle, de direc teur van de Universal Pictures, heeft Laura la Plante bij zich geroepen en haar gezegd, dat zij de hoofdrol zou krijgen in de eerste geluidsfilm. Laura vertelde van haar fiasco op school, thuis en bij het tooneel. Laemmle lachte en zei: „Die menschen hebben niet het minste vermoeden van je stem gehad." Dus kreeg Lauril. toch de hoofd rol in de Showboat en de toehoorders zijn opge togen over haar stem, die de Universal Pictures al voor 200.000 dollar verzekerd heeft. Laura's eenige wensch is nu nog maar, dat de onderwij zeres, die haar vroeger uit de zangles placht te zetten, naar de geluidsfilm zal gaan kijken en luisteren. Misschien geeft zij dan wel toe, dat zij zich vroeger vergist moet hebben.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1929 | | pagina 5