LICHT EN DONKER. Hefc is ons allen bekend, dat zwart een >ur is die uitstekend staat bij blonde vrou- n, maar o wee, wanneer gij het ongeluk rot donker te zijn. Dan kunt gij slechts art dragen wanneer er tusschen japon en >zicht een lichtere overgang Is. Maar er zijn eneens vele sombere kleuren die geheel et flatteus zijn voor den tint van blonde ouwen. De mode heeft zich beziggehouden met m dit ongemak tegemoet te komen door ponnen te scheppen die van onderen don- er zijn, doch van boven in een lichte tint. 1 deze mode bestaat zoowel voor sport- istuums als voor namiddag- of avond- eeding 1. Allereerst een avondtoilet, in zwart en It. Het bovengedeelte der japon is in wit êpe satin, de rok in zwart crêpe satin, >lgens de heerschende mode van achteren nger vallende dan van voren en eenigszins in vorm gesneden. Om den overgang te vor men zijn ongeveer ter hoogte van, het middel meerdere rijen paillettes aangebracht, welke de geïncrusteerde lijn van den zwarten rok volgen. No. 2. Het volgend toilet is in twee tonen grijs, boven zeer licht, bijna op wit af. Naar de lange mouwen te oordeelen, zou men meer zeggen dat het een thee japon was, maar de mode staat tegenwoordig ook 's avonds lange mouwen toe. Aan het middel een strik op de platina grijze rok in crêpe satin. Deze rok is geheel in vorm gesneden. 3. Nog een overgang tusschen middag- en avondjapon van onderen in zwart satijn en het bovenlijf in ivoorkleurig quipure. Deze stof wordt op het oogenblik zeer veel gedra gen. Inderdaad geeft zij een bescheiden elegantie en alle vrouwen kunnen deze stof rustig kiezen. VOOR BRANDWONDEN. Iedere huisvrouw behoorde met het oog op voorkomende ongelukken in 't algemeen brandwonden in het bijzonder, steeds mis te hebben twee fleschjes: le een a 100 am inhoud, houdende 50 gram kalkwater; een a 50 gram inhoud, gevuld met lijn olie. Als de nood aan den man komt, schenke men den inhoud van het tweede fleschje bij het eerste en schudde gedurende vijf minu ten flink door. Met een schoon lapje bette men voorzichtig de brandwonden met een overvloedige hoeveelheid van de roomachtige massa, die men zoo verkregen heeft. Linnen pakje. Het rechte broekje is bijna geheel bedekt door de lange, rechte blouse van bedrukt linnen, die zijdelings van den is afgewerkt met een knoopenpatte. Benoodigd: voor het broekje 0.50 M., 1 M. b?ted; voor de blouse: 0.30 M., 1 M. breed. Morspakje van kreton. Het lange, rechte lijfje is met een punt gezet op net broekje, dat poffende broekspijpjes heeft. Benoodigd: 0.65 M., 1 M. breed. Morsjurkje van zandkleurig kreton, gegar neerd met rijen galons In levendige kleuren, die ophouden bij de zakjes. Benoodigd 0.60 M., 1 M. breed. „DE MOEDER" VAN MAXIM GORKI. De kunstenaar grijpt het wezen der dingen. Hij moge retoucheeren, maar liegen doet hij niet. Wie niet aprioristisch tegenover het leven staat en alleen zien wil wat in eigen systeem past, zal bijv. zich niet kunnen onttrekken aan den indruk van Zola's „De Mijn"; die wéét, dat zóó en niet anders in die dagen de arbeiderstoestanden waren; al loopen dan in een roman waarheid en dichting door elkaar heen, het wezen dier verschrikking: de ver- dierlijking en den blinden haat heeft Zola in zijn roman ons zoo realistisch en tegelijk met een zoo volmaakte artisticiteit getoond al stellen wij thans andere eischen, maar daarover gaat het hier niet dat, ook al hebben we nooit zulk een milieu gezien en ook al zouden we nooit een geschiedenis der economie in handen hebben gehad en nooit b.v. sociaal-democratische lectuur hebben aanschouwd, we zouden weten, dat die schil dering waar is, althans waar in den zin van werkelijk, wat uiteraard nog niet hoeft te beteekenen, dat elk trekje en elk haaltje precies overeenkomstig het gebeurde en het gebeurbare is Hetzelfde geldt van Gorki's „De moeder". Dit boek vindt zijn legitimatie in zichzelf; dit boek van den kunstenaar dringt zich aan het hart van den bewogen mensch als waar heid, als werkelijkheid op. En omdat dit boek speelt in de kringen der Russische revolutionairen tijdens het keizerrijk en aangezien in het verleden het heden ligt, en overmits de kunstenaar de profeet is, wil het me voorkomen, dat wie iets wil begrijpen van het vreeselijke drama, het drama van bloed en van tranen, dat nu reeds jaren en jaren daar in de Sovjet-repu- publieken bezig is zich te voltrekken, wél doet den roman te lezen van een man, tegenover wien men zich naar alle waarschijnlijkheid principieel antithetisch verhoudt, gelijk zulks misschien is het niet kwaad deze verzeke ring af te leggen; men is soms zoo kwaad denkend en zoo weinig begrijpend het ge val is met den schrijver dezer regelen; im mers Maxim Gorki is Bolsjewist en daarmee basta. Vooruitgrijpend op wat ik zeggen wilde wou ik alleen maar hier opmerken, dat er aan dat Bolsjewisme een sterk tragische kant zit: het is verfoeielijk, Gepeoe en Tsjeka zijn namen om van te huiveren, enz. enz., en toch neen, laat ik nog niet verder gaan dan te zeggen, dat ook menschen als Lenin en Trotzky, hoe ontzettend sterk die men schen ook zijn geweest en hoe alles en allen omverloopend, hoe doof en ontoegankelijk voor alle verschrikking die ze aanrichtten, slachtoffers zijn, slachtoffers van wat ik zou willen noemen: de historische wet van de bezoedeling der idealen. Hoe dan ook de huidige revolutie wor telt in de vooroorlogsche verhoudingen en vooroorlogsche propaganda voor een nieuwe samenleving. De huidige revolutionairen zijn de kinderen der revolutionairen van toen. En niets is interessanter dan de mensch als scheppend wezen en dus ook is niets interes santer dan de geschiedenis van dien mensch en van de menschheid. Ergo: een boek als Gorki's „De moeder" moest ieder, die bewust leeft in dezen naar vele kanten zoo geweldigen tijd, kennen. Mag ik er hier een paar maal over schrij ven? Niet met de bedoeling, in den breede den inhoud van dit boek te teekenen; feitelijk zou dit eigenlijk zelfs onmogelijk wezen, want heel veel gebeuren doet er in de bijna 350 bladzijden niet. Toch wordt ge van den beginne tot het einde vastgehouden en ge boeid in tegenstelling tot wat in zoo menigen psychologischen roman het geval is. 't Leven en het milieu der arbeidende be volking in voorstad en stad en op het platte land maken we mee, zóó dat we er a.h.w. zelf aan deelnemen. In een paar zinnen is het bestaan dier menschen getypeerd: „ze waren er aan gewend, dat het leven hen met steeds gelijkmatige kracht neerdrukte, ze verwacht ten geen verandering ten beste en ze geloof den, dat alle veranderingen slechts tot -esyl- taat zouden hebben, dat de op hen drukken de last zou worden verzwaard. En als men dit leven een vijftig jaar lang had geleefd, dan ging men dood Triest en hopeloos dus. Dit is het terrein waarop de nieuwe pro paganda van de nieuwe „waarheid" wordt gedreven. Boek van de daad is het niet. Eigenlijk wordt het geweld beslist afge wezen Ofschoon ge ziet de gruwelen aan komen, als het verdrukte en gekwelde dier eens zal zijn losgebroken. 'n Woord van de Moeder, de moeder van Pawel, naast haar de hoofdpersoon in het drama, teekent de heele situatie, wanneer zij tenslotte wordt gevangen genomen op de meest brute manier: „Gij stapelt steeds woede op, waanzinnigen! Dat alles komt over u!" Of, om een ander voorbeeld te noemen, wanneer die prachtmensch Jeger Iwanowitsch is gestorven, gemarteld en gefolterd, heel zijn leven, dan zegt zijn vriendin Ludmilla: „Daar in Siberië worden booze gedachten over het leven wakker." En als ze er aan toe voegt: „hoe kon hij daartegen strijden", "dan denken we onwillekeurig: Ja, die gedachten, daar kunt ge tegen strijden, maar gedachten zijn krachten, en eens zullen ze gestalte aan nemen, juist die gesublimeerde gedachten, en dan, ja danbreekt de hel los „IK DENK AAN U. „Ik denk aan u o, zoete klanken, Bezielend als een tooverwoord, Ze vloeien, ruischen van de lippen Als een beloftevol accoord, Dat in de harten nk blijft klinken, Bewaard wordt als een reliqule, Ons, jaren later nog herinnert Aan een vergeten melodie.... „Ik denk aan uhoe vele lied'ren Zijn op dien tekst gecomponeerd. Die evenzoo, door alle eeuwen Ook dichters heeft geïnspireerd. „Ik denk aan uhoort óók de tobber Die, hunk'rend naar een goede „baan", Ten hemel blikt, bij de belofte: „Ik denk aan u als hij kan gaan. H. H. DE BRUIN—LéON. (Nadruk verboden.) Ge ziet het onafwendbare komen, vlak bij datzelfde sterfbed waar Iwan Danilowitsch de woorden spreekt: „Dat is er al weer een" en denkt onwillekeurig aan den eenen drop pel, die eens den emmer zal doen overloopen. Zoo voltrekt zich het fatum. Wie massa-psycholoog is en een beetje ge schiedenis kent, die hem de conclusies kan doen trekken langs den weg der analogie, die, wanneer hij dit werk voor 1918, vóór 1914 had gelezen, zou in staat geweest zijn daaruit met zekerheid de dingen en gebeurtenissen te voorspellen, die wij, zij het op een afstand, hebben meegemaakt. Mede daarom is zoo'n boek als studie materiaal voortreffelijk. En studiemateriaal dat ieder die wil kan verwerken. GEDACHTEN EN GEZEGDEN. Niemand weet genoeg, maar menigeen teveel. EbnerEschenbach. De onaangenaamste soort van regeeren il wel die van zichzelf te beheerschen. Otto Weiss. ONZE PATRONEN. Patronen van de modellen van mantels en kinderjurken zijn verkrijgbaar bij onze mode-redactrice Mejuffr. L. Berendes, Joan Maetsuyckerstraat 96, Den Haag. De patronen voor dames kosten f L— die voor kinderen f 0.80. Het duurt onge veer 10 dagen alvorens ze in het bezit komen van degenen die patronen aanvragen. Aan de lezeressen die een patroon bestel len, wordt beleefd verzocht bij de aanvrage het verschuldigde bedrag in te sluiten, ter voorkoming van administratiekosten. REDACTIE. Japon van grijs zijden linnen. Zeer een voudig van lijn en gegarneerd met een groot Inzetsel van rood zijden linnen en met roode en grijze biesjes, in kanteellijn geschikt. Een holle plooi aan den zijkant verruimt den rok. Benoodigd: 2.25 M., 1 M. breed. Een bekoorlijk tweedeelig toilet van écru- zijde. De kazak is op heuphoogte op den ge heel fijn geplooiden rok gezet. De zeer origineele garneering bestaat uit kleine, blauwe en roode inzetsels. Benoodigd: 3 M, 1 M. breed.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1929 | | pagina 7