Dun Uitvallend Haar
BILLY BOO.
De uitspraak.
Kaft tonrechter: Uit het requisitoir van den amb
tenaar is wei .af te leiden, dat deze geen liefhebber
is van schaatsenrijden. In Groningen en Friesland
zou zooiets zeer zeker niet getolereerd worden. Daar
wórdt aljes gedaan om zooveel mogelijk aan de ijs-
spórt tegemoet te komen. Hier in Noord-Holland is
dit helaas niet het geval. Bij spreker is ook vrijwel
komen vast te staan, dat de voorgenomen tocht van
schipper Van Schóorl absoluut niet noodzakelijk
was. Hét is dan ook zeer begrijpelijk dat dit bij de
bowoners van de Burgerbrug groote ontstemming
heeft gewekt.
Het wettig en overtuigend beuijs van wat aan de
verdachten, ook de beide, die meenen te moeten
ontkennen, is ten laste gelegd, is niettemin
bewezen, maar de omstandigheden in aanmerking
genomen, waaronder het feit is gepleegd, zoo besluit
de Kantonrechter, veroordeel ik elk van liien tot f4
boete of 4 dagén hechtenis.
OVERTREDING VAN DE LEERPLICHTWET.
De zaak tegen den heer K. te Winkel, wegens over
treding van de Leerplichtwet, waarbij door ver
dachte tot in hoogste instantie, recht is gezocht,
maar, zooals bekend, de heer K. door den Hoogen
Raad in het ongelijk is gesteld, schijnt nog steeds
niet van de baan te zijn.
Naar het schijnt, krijgt de heer K. nog elk oogen-
blik een dagvaarding thuis gestuurd, waaraan naai
de gemachtigde, mr. J. A Buiskool, hoopt, toch ein
delijk eens een einde zal komen. Hij verzoekt den
kantonrechter verdachte in deze wel schuldig te
verklaren, maar hem geen straf op te leggen.
-De ambtenaar is echter van meening, dat zooiets
niet opgaat en na nog een dupliek van mr. Buiskool,
bepaalt de kantonrechter de uitspraak in deze op
heden over 14 dagen.
De 40-jarige arbeider J. V. te Barsingerhorn moet
eveneens terecht staan wegens overtreding der Leer
plichtwet.
Naar hij echter verklaart is buiten zijn weten zijn
zoontje van school weggebleven, omdat deze van
andere jongens op zijn „baaitje" zou hebben gekre
gen en toen niet meer naar school durfde.' Tevens
merkt hij op, dat hij dit den meester heeft verteld,
maar dat die zeide zich daar niet mee te bemoeien.
Naar aanleiding van dit laatste zal deze zaak tot
d?n 18den Juli worden aangehouden, om alsnog den
meester te hooren.
Cornelis T., beurtschipper te Harenkarspel, is ook
al in conflict gekomen met de Leeiplichtwet. Diens
zoontje kon niet tegen schoolloopen, hetgeen later
uit een medisch advies is gebleken, welk advies he
den ter tafel komt. Maar het is mosterd na den
maaltijd, want de gepleegde feiten dagteekenen van
vóór de afgifte van dit medisch advies.
Conform den eisch, waarbij bij de strafbepaling op
de'omstandigheden, waaronder het feit is gepleegd,
is gelet, wordt verdachte tot f4 boete of 4 dagen
hechtenis veroordeeld.
AAN DEN DOOD ONTSNAPT.
-Den 23sten Maart jl. ging de 61-jarige. arbeider
Gerrit Gr. in de Zijpe, met een wagen stroo, waar
vóór 2 paarden waren gespannen, over den spoor
wegoverweg bij Oudesluis, juist toen op dat moment
een trein uit Den Helder naderde. De wagen werd
door den trein gegrepen en verbrijzeld. Als door een
wonder zijn de voerman en zijn beide paarden aan
den dood ontsnapt.
Verdachte verklaart, dezen overweg zelden te pas-
seeren. Hij had wel een goed uitzicht, maar deson
danks, heeft hij den trein niet gezien. Ooggetuigen
zouden hebben verklaard, dat verdachte erg over
stuur was, maar dat ontkent deze. Op het laatste
ftroment'h-eeft hij de paarden nog aangezet, maar met
2«al niet.jonge beesten meer en dan J0Q0 K.G. stroo
gaat dit zoo vlug niet.
Ook de machinist, die den trein reed, wordt nog
geboordi Op 70 meter afstand hadden ze den wagen
op den overweg gezien. Getuige had wel den indruk
gekregen, dat verdachte er nog wel over had kun
nen komen.
De ambtenaar van het O.M. wijst er op dat door
gelukkige opistandigheid hier geen groote ongeluk
ken zijn gebeurd, maar dat door meer aandacht hier
toch wel het ongeluk kon zijn voorkomen.
Hij eischt tegen verdachte f25 of 15 dagen, doch
uitspraak doende, veroordeelt de kantonrechter liem
tot f 10 of 10 dagen.
PLAKKEN.
Gratis Joh. B., een 25-jarige arbeider te Zijpe, kon
geen rentekaart met zegeltjes er op, aan den contro
leur van den Raad van Arbeid toonen. Hij zegt de
kaart te hebben opgestuurd, maar nooit te hebben
teruggekregen.
Hij krijgt den raad voortaan een bewijsje aan het
postkantoor te vragen, wanneer hij de kaart opstuurt.
De R. v.-A. heeft namelijk nooit iets ontvangen.
B. wordt tot f 4 of 4 dagen veroordeeld.
RIJKSDUINEN OF ZWANEN WATER.
LourenS R., een jonge boerenknecht uit de Zijpe
staat terecht, omdat hij door de duinen van de Mij.
Zwanenwater zou hebben geloopen. Uit een brief, die
Lourens van zijn vader heeft meegekregen, zouden
Er was da firma een vreeselijk ongeluk overkomen,
en een ongeluk, dat strikt geheim moest worden gehou
den. Een mijnonderzoeker in Zuid-Afrlka, was, toen hij
grondproeven nam in de buurt van de groote diamant
velden van Kimberley, op een van de grootste steenen,
dien hij ooit gezien had, gestooten. Hij was zóó groot,
dat, als de kwaliteit in evenredigheid van zijn grootte
was, slechts een mah van fabelachtigen rijkdom hem
zou kunnen koopen.
De mijn-inspecteur was blij, dat hU hem in ruwen,
ongeslepen staat voor 100.000 pond aan een .sydicaat kon
verkoopen. Dit bracht den steen naar Amsterdam, waar
hij ruw geslepen werd .alleen om de kleur te kunnen
keuren. Daar zag Carew hem en na zijn verslag be
sloot zijn firma de kooper te worden.
Van Buren, Pinto3 en Carew hadden verbindingen
met schatrijke magnaten over de geheele wereld, met
vermogende prinsen en deden zelfs zaken met Ooster-
sche potentaten. Ze vermoedden wel een klant te kun
nen vinden die hen 200.000 pond voor den steen zou
willen geven en wanneer zij dus het syndicaat 125.000
pond betaalden, zouden zij een aardige winst maken.
De steen was geslepen en het resultaat was overwel
digend geweest Men had nog nooit een steen van zui
verder water gezien. Hij was waard te wedijveren met
de groote Russische diamant (eenmaal de voornaamste
versiering van de scepter van Rusland) met de Pitt-
diamant, de Kohi-i-noor, de Sanci-diamant, de Hoop-
diamant, de Ster van Zuld-Afrika en andere steenen van
den eersten rang.
Een vertrouwd boodschapper was met den steen van
Uit Amsterdam vertrokken. Van Buren en Co. hadden
telegrafisch bericht gehad van zgn vertrek en Carew
ging naar Parkeston om hem af te halen. De Amster-
damsche stoomboot kwam op tijd aan. maar zonder
koerier.
Twee dagen later spoelde zijn lijk niet ver van de
baai ven Parkeston aan, maar de diamant werd niet op
hem gevonden. Het was duidelijk dat hij beroofd en
vermoor,d was of dit aan boord of na de landing was
gebeurd was onmogelijk uit te maken.
Dit was het geheim dat op het gemoed van Carew
en van "Buren drukte: want niemand behalve zijzelf
en het hoofd van de diamantsnijdersfirma, wist, dat de
Vermoorde man de diamant bij zich had.
Christopher Pintos, die bfjna de geheel* koopsom had
het echter Rijksduinen zijn,-waarin zijn zoon zou heb
ben geloopen.
Dit nu gaan wij den 18den Juli in de eerstvolgen
de zitting uitvechten.
VERGETEN AAN TE GEVEN.
De 58-jarige veehouder,- W. J. in de Zijpe, had ver
geten aangifte te doen van het overlijden van een
zijner schapen, die zich te dicht aan den slootkant
gewaagd had. Dit had hij toch volgens den ambte
naar van het O. M. behooren te weten en deze eischt
daarom tegen verdachte f 20.of 20 dagen.
De Kantonrechter doet er de helft af, wat niet weg
neemt, dat een „boodje" (zoo zou onze Westfriesche
verteller zeggen) naar den keurmeester toch altijd
nog goedkooper is.
EEN „WOOLD-BE" VEEHOUDER.
Zoo zou de Engelschman van iemand zeggen, die
zich uitgeeft voor iets, waarop hij nauwelijks of geen
aanspraak kan maken. Zoo ook is dit het geval met
den 55-jarigen veehouder, H. de J. uit de Zijpe, naar
de Kantonrechter veronderstelt. Ook de J. heeft ver
geten aan te geven, dat twee van zijn koeien gestor
ven waren. Maar hier komt nog meer. Naar geble
ken is, £011 de stal van verdachte in een verschrikke-
lijken toestand verkeerd hebben, en de beesten van
honger zijn omgekomen, zoodat de Kantonrechter
met een strengen blik op verdachte aan deze vraagt,
of hij zijn plicht als veehouder wel kent. Voor dit
laatste is verdachte reeds voor de rechtbank te Alk
maar geweest, maar daarvan vrijgesproken.
Veearts De Boer uit Schagen bevestigt, dat ver
dachte geen aangifte van de twee gestorven koeien
heeft gedaan.
Ofschoon niet ter zake, heeft het getuige bevreemd,
dat verdachte te Alkmaar is vrijgesproken. De arme
dieren verkeerden in een wanhopigen toestand, mede
door een ontzettende huidziekte, en verdachte was
zedelijk verplicht geweest, om in dit geval deskundige
hulp te raadplegen.
Gehoord de verklaringen, zegt de ambtenaar van
het O. M., dat het misschien maar het beste is, dat
verdachte niet langer vee houdt, waar hij blijkbaar
géén verstand van heeft. Hij eischt tegen hem, f40.
of 40 dagen.
De Kantonrechter is niet minder verontwaardigd
en uit dit, door verdachte tot f60.boete of 30 da
gen hechtenis te veroordeel en.
D8 laatste gaat 'hiertegen in hoóger beroep.
VEILIGHEID VAN HET VERKEER BOVEN ALLES.
De landbouwer N. J. L. te Oude Niedorp had, op zijn
fiets gezeten, een paard aan den teugel geleid. Dit is
het in gevaar brengen van het verkeer en deswege
wordt L. veroordeeld tot f5.of 5 dagen. De eisch
was f8 of 8 dagen.
KEER ZE MAAR!
Reindert L., caféhouder te Winkel, is het slachtoffer
geworden van de dansl listigheid der'Kedendaègéche
jeugd.
Op het laatst gehouden muziekconcours te Winkel
had hij namelijk wel vergunning om in zijn café
muziek te doen geven, maar niet om te laten dansen.
En dus was er muziek. Maar niet zoodra was dé
eerste klagende toon uit de saxophoon voortgekomen
of reeds kwamen de beenen in beweging en bij de
volgende werden de stoelen aan den kant gezet en
ging het „lustig op en treur niet".. Nu, treurig ging
het er lang niet toe en zelfs nu nog niet, want de
kantonrechter merkte lachend op: „Keer ze maar, al3
ze dansen willen!", waarmee verdachte het roerend
eens was.
En voor een knaak je boete had L. dien middag
dansen gehad.
EERST DE POLITIE NOG MAAR EENS HOOREN.
J. IC, een 24-jarige arbeider te Schagen, was in de
Zijpe door veldwachter Homan aangehouden, om
dat hij geen licht op zijn fiets had. Verdachte zou
echter niet gehoord hebben, dat hem „afstappen" be
volen was en bovendien was Homan in burger.
Uw haar lioudt op uit te vallen en wordt
dikker en voller, indien gij des morgens slechts
een weinig Purol goed in de hoofdhuid wrijft
en overigens stevig door- de haren uitstrijkt,.
verstrekt, wist er ook niets van, en van Buren, oud en
ontdaan durfde het hem niet.té zeggen en wilde ook
niet dat Carew dit deed. De diamant moest, gevonden
worden en Carew moest;dat doen, en dus toog Peter aan
het werk.
Maar zonder veel succes. De geheime politie van het
vasteland, de knapste detectives van Scotland Yard, het
beroemde Pinkertonbureau in New York, allen werkten
in het-geheim, maar koortsachtig en konden niets vin
den.
De autoriteiten konden alleen tot de conclusie komen
dat het juweel, evenals Gainsborough's beroemd schil
derij van de gravin van Devqnshire, ergens verborgen
was, en daar elke poging om zulk een enormen steen
van de hand te doen onvermijdelijk op het ontdekken
van de dieven moest uitloopen, zou er eenigen tijd
voorbij gaan eer hij op- de markt zou komen.
Of de steen zou in drie öf vier stukken worden ver
deeld en opnieuw geslepen, of- later, als het veilig
scheen te kunnen worden gewaagd, zouden in het ge
heim onderhandelingen worden aangeknoopt, was de
meening van de experts.
De eerste theorie was niet goed vol te houden. Al
leen bekwame vaklieden zouden deh steen künnen snij
den zonder de waarde ontzettend te verminderen, en
er was geen ^expert in Europa of Amerika die niet voor
uit gewaarschuwd was.
Terwijl Peter Carew over al deze dingen nadacht
en niet voor de eerste maal stak Peck, de klerk mét
het uitgedroogde gezicht, na een klopje zijn hoofd om
den hoek van de. deur.
„Er is een dame voor U, mijnheer Carew. Ze wil geen
naam opgeven."
„Wat voor soort dame, Peck?."
„Ik kan 'naar gezicht niet zien, mijnheer. Lijkt een
volbloed, mooie gang."
Peck had neiging voor de paardensport. Zijn be
schrijving van de dame moest daaraan worden toege
schreven.
De deur ging open en Peck -liet een dicht gesluierde,
eenvoudig, doch met buitengewonen smaak gekleede
dame binnen. Peter Carew boog en zétte een stoel voor
zijn bezoekster neer.
Ze dankte zwijgend voor zijn beleefdheid, ging zitten
en, toen ze gewacht had tot Peck's .verdwijnende voet
stappen geheol weggestorven waren, lichtte ze haar
Het een en ander zal den 18den Juli nader worden
onderzocht. De ambtenaar had reeds f4 en f 15 boete
geëischt pf een gelijk aantal dagen hechtenis.
EVENGOED AANSLUITEN.
N. F. Tr., landbouwer te Oudkarspel, is bezitter van
een perceel aan de Kroonstraat aldaar. Nu is de
Kroonstraat particulier eigendom, ofschoon een open
bare weg. Met betrekking dus tot den aanleg van
waterleiding, valt verdachte's perceel onder de bepa
ling, dat elk perceel moet aansluiten, dat 40 meter
of minder uit de as van den openbaren weg ligt,
waarin een hoofdbuis is gelegd. Dit laatste is nu het
geval, al is dit eerst gebeurd toen een deel der per-
ceelen aan die straat besloten waren om het water
te betrekken.
Tr. zal er dus moeilijk aan ontkomen, al gaat hij
tegen het vonnis van den kantonrechter ad f3.of
3 dagen in hooger beroep.
EEN GOEDE, MAAR NOGAL KOSTBARE RAAD.
Het is min of meer een moeilijke kwestie, dat
iemand, die proef moet rijden, ter verkijging van zijn
rijbewijs voor auto of motorrijwiel, voor dien tijd
eigenlijk niet op zijn eentje uit rijden mag. Dies kan
hij ook moeilijk alleen naar de plaats gaan met zijn
motor, waar hij examen moet doen, op gevaar af een
bekeuring op te loopon, omdat hij nog geen rijbewijs
heeft, Maar dat is niets, zegt de ambtenaar van het
O.M., dan laat je een ander rijden en je gaat zelf
op de duo zitten, of je huurt een autoInderdaad,
de raad is wel goed, maar o.i. nogal kostbaar.
Maar hoe dan ook, Piet K. uit Harenkarspel was
tegen de lamp gevlogen, (één op de honderd, die er
wèl doorrollen) en dat de prijs van zijn rijbewijs,
(dat toch al geen koopje is) met f2 zal verhoogen.
Als de ambtenaar zijn zin had gekregen, dan was het
er met drie geweest.
WOONSCHUITEN-MISèRE.
Fred. B. was met zijn woonschuit in Anna Pau-
lownapolder's wateren voor anker gegaan, niet we
tende, dat in de politieverordening van die gemeente
een bepaling is opgenomen, die zulks verbiedt, ten
zij aangifte wordt gedaan. Art. 31 van de Woonsche-
penwet brengt in deze geen uitredding, zoodat Fred.
genoegen moet nemen met het vonnis van f2 boete
of 20 dagen hechtenis.
EEN AANRIJDING OP HET NOORD.
Den 21 sten Februari j,l. stond de heer Prins
met zijn melkwagen op het Noord, het was 's mor
gens een uur of 7, toen zijn wagen van achteren
werd aangereden door de vee-vrachtauto van Gebr.
Kaan van Wieringen, die bestuurd werd door den
22-jarigen chauffeur Jan de Gr.
Getuige Prins meende dat het een quaestie was
van niet goed uithaLen en diende een eisch tot scha
devergoeding in van f 15.30, waarover reeds al veel
te doen geweest was, maar omdat de verzekering
niet uit wilde keeren(?), was het een en ander niet
in der minne geschikt en volgde een proces-verbaal
Heden wordt De Gr. veroordeeld tot f 10 boete of 10
dagen hechtenis en verplicht tot betaling van de
f 15.30 schade.
HONDJES MOETEN WORDEN INGESCHREVEN.
Willem Jac. P. te St. Maarten had een hond, die
wel was goedgekeurd, maar die nog niet was inge*
schreven in zijn eigen gemeente. Hij had het beest
elders gekocht. Dit verzuim komt hem te staan op
f4 boete of 4 dagen hechtenis.
NIET OP HEETERDAAD.
Hendrik Willem M. had den 4den Jun met een
auto gereden zonder dat hij reeds in het bezit was
van een rijbewijs. Ofschoon hij niet was aangehou
den, werd hem later wel netjes een proces-verbaal
thuisgestuurd en nu meende hij nog wel ,te moeten
aanvoeren, dat hij niet op heeterdaad was betrapt,
maar dat neemt niet weg, dat hij evengoed vandaag
tot f4 boete of 4 dagen hechtenis wordt veroordeeld.
Wegens niet-verschijnen worden bij verstek ver
oordeeld:
Voor overtreding van de Motor- en Rijvvielwet:
St., f5 of 5 dg.; N., f4 of 4 dg.; J. M. f2 en f4, of
2 dg. en 4dg.; Sch., f4 of 4 dg.; BI. f4 of 4 dg.; W.,
f7 of 7 dg.; H., f4 of 4 dg.; D., f3 en f5, of 3 dg. en
5 dg.; W. Zw., f8 of 8 dg.; B., f5 of 5 dg.; Jb. de
Gr., f4 of 4 dg.; v. d. W„ f10 of 10 dg.; J. de Gr.,
f4 of 4 dg.; J., li of 4 dg.; W., (tevens het opgeven
van een valschen naam) f 4 en f 12 en 4 dg. of 12 dg.;
J., f4 of 4 dg.; D., f5 of 5 dg.; O., f3 of 3 dg.; M.,
f4 of 4 dg.; St., f4 of 4 dg.; H., f3 f5, of 3 dg. en
5 dg.; N. f4 of 4 dg.
C. B., overtreding pol.verord. Callantsoog, f3 of 3
dg.; J. K., overtr. Ongevallenwet, f4 of 4 dg.; Jb.
Pr., idem f4 of 4 dg.; P. A. de W., overtr. Invalidi
teitswet f 4 of 4 dg.; T. B., overtr Veiligheidswet,
f 15 of 15 dg.; Sp., overtr. Trekhondenwet, f2 en f4,
of 2 dg. en 4 dg.; De J., idem, f5. of 5 dg.; SI., overtr.
max. snelheid, Oudkarspel, f6 of 6 dg.
„Dat kan ik je niet bezorgen,
Het spijt me voor jou, beste vent.
Jullie mogen niet vergeten,
Dat jullie niet op d'aarde bent.
Een kikkerbil kun je krijgen,
Met 'n paddestoel klaar gemaakt.
Of misschien, dat onze hutspot
Jullie toch nog beter smaakt.
„Geef maar, wat je kunt missen,
Als het onzen honger stilt,
Doch wil het ons daad'lijk brengen."
„Best," zeide de dwerg, zooals je wllL"
Schotel op schotel kwam binnen,
En na niet te langen tijd,
Zeide Bil, op zijn buikje kloppend
„Dat was een heerlijk, fijn ontbijt.
Ze schijnen genoeg te hebben om een heel leger te
voeden.
sluier langzaam op.
„Sapperloot!" riep Carew, diep ademhalend, „Leonie
Marras."
Voor een man van de wereld was Peter Carew be
paald overstuur. Hij sprak alsof hij haif bang was voor
zijn bezoekster. Hij trok aan zijn boord, was verlegen
en nerveus.
Ondertusschen zat de dame daar volkomen meester
van ziohzelf. Niets van de gedachten, die in haar om
gingen was op haar gezicht te lezen. Ze toonde geen
ontroering over zijn herkennen, maar wachtte rustig af
wat hij verder zou zeggen.
„Je bent Leonie. daar wil ik een eed op doen," zei hij
eindelijk. „Je bent haast niets veranderd sedert ik je
het laatste zag. Ik geloof niet, dat er nog zoon vrouw
al3 jij bent. op de wereld bestaat en toch zag ik laatst
ln de opera een dame, die sprekend op je leek. Ik heb
daardoor een verbazende bok geschoten."
„Ja?"
„Ja, ik was zoo onder den indruk, dat ik in een taxi
sprong en de auto van de dame volgde. Toen ze voor
een huis in Park Lane uitstapte, aarzelde ik met ver
der te gaan. Ik was overtuigd, dat jij niet de gravin van
Lanchester kon zijn."
„O, dus je ontdekte wie ze was?"
„Ja, dat was niet moeilijk toen ik eenmaal wist waar
ze woonde. Eerst gooide ik het idee, dat de gravin een
en dezelfde kon zijn met Leonie ver weg, maar er
stond zooveel op het spel, dat ik ln ieder geval verplicht
was ieder spoor te volgen, hoe onmogelijk het ook
scheen op het eerste gezicht."
„Wat voor spoor?" vroeg Leonie met dien eigenaar-
digen onderzoekenden blik In haar oogen, die reeds het
geheim van menig man doorgrond had.
„O, dat kan ik je niet vertellen. Dat gaat mij alleen
aan. In leder geval, ik-mocht niet twijfelen en ik belde
aan b"t huis in Park Lane aan en vroeg om mevrouw
Lanchester te spreken. Ze was uit en de bediende die
mijn kaartje binnen had gebracht zei me, dat de graaf
me wenschte te spreken. Ik heb hem gesproken en toen
heb ik die flater gemaakt. Hij was vreeselijk boos."
„Allicht," zei Leonie haar schouders ophalend. „En
wat gebeurde er verder?"
„Niets, behalve dat lk het huls verliet met het gevoel
of ik er eigenlijk was uitgegooid. Maar laten «ve er niet
meer over praten. Het is me te onaangenaam. Ik wil
veel liever wat met jou babbelen. Vertel me eens
waarom kom je me opzoeken?"
„Om een heel geldige reden. Ik ben de gravin van
Lanchester. En ik wou natuurlijk wel eens weten waar
om je jezelf en mij zoo belachelijk hebt gemaakt"
Peter Carew was eerst overbluft, maar herwon spoe
dig zijn zelfbeheersching.
„Dus lk had toch gelijk. Ik begrijp niet waarom je
dan excuses van mij verwacht. Ik wil ze onmiddellijk
maken tegenover de gravin van Lanchester maar voor
Leonie Marras heb ik alleen maar gelukwenschen. Wan
neer ik denk aan de omstandigheden waarin ik je voor
het laatst gezien heb kan ik niet anders doen."
Opeens werd hij in de rede gevallen door een zenuw-
achtigen snik. Leonie bette haar Oogen met een minia
tuur, met kant omzoomd zakdoekje.
„Goeie hemel, wat heb ik gezegd?" riep Carew. „Ik
had niet de bedoeling je verdriet te doen met mijn be
zoek waarlijk niet"
„Geen verdriet, Peter? Je had me niet erger kunnen
beleedigen. Het was onvriendelijk, wreed van je. Toege
geven, dat je met herkende, waarom achtervolgde je me
dan op een wijze, die natuurlijk onaangenaamheden
tusschen den graaf en mij moest veroorzaken? Ik heb
vroeger gemeend, dat ik in jou een waren vriend ge
vonden had; ik heb nooit opgehouden met dankbaar
heid terug te denken aan wat je voor me gedaan hebt
toen ik arm was en in bitteren, bitteren nood; en en
ja, ik de gravin van Lanchester, zou zoo graag die
heerlijke ontmoetingen weer hebben hernieuwd, zoolang
als wat moet je wel van deze bekentenis denken
onze vriendschap geheim had kunnen blijven. O, Peter,
Peter. Waarom heb lk je zoo lief gehad?"
Haar gansche lichaam schudde door de heftigheid
van haar emotie. Ze draaide zich in haar stoel om, legde
haar armen rechtuit op de tafel en begroef haar ge
laat ertusschen een pathetisch beeld van verlaten
heid en wanhoop.
Peter Carew stond er verbluft, bijna bevend, geheel In
de war gebracht bij. Het is waar, dat hij eens verliefd
op Leonie Marras was geweest, maar hij dacht dat hij
die passie overwonnen had. Hij had zich vergist.
Wordt vervolgd.