Uitgevers: N.V. v.!i. TRAPMAN Co., Schagen. Eerste Blad. VOOR DEN KANTONRECHTER TE ALKMAAR. STER-TABAK Dinsdag 25 Juni 1929. 72ste Jaargang No. 8480 Dit blad verschijnt viermaal per week: Dinsdag, Woensdag, Donder dag en Zaterdag. Bij inzending tot 's morgens 8 uur, worden Adver- tentien nog zooveel mogelijk in het eerstuitkomend nummer geplaatst. POSTnEKENINfl No. 23330. ÏNT. TKï.r.F. No. 20. Prijs per 3 maanden f 1.65. Losse nummers 6 cent. ADVERTEN- TlëN van 1 tot 5 regels f 1.10, iedere regel meer 20 cent (bewijsno. inbegrepen). Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. DIT NUMMER BESTAAT UIT TWEE BLADEN. Zitting van 21 Mei 1929. HET NIET INGELEVERDE JACHTGEWEER. De 26-jarige landbouwer P. S. von R. te Bergen, bij verstek veroordeeld tot f 60 boete subs. 30 dagen, is van dit vonnis in verzet gekomen en stond heden als opposant terecht. Gehoord werden 4 getuigen, waar onder de gppensionneerde Rijksveldwachter Barend Strooker, die o.m. verklaarde, dat van R, van strooperij werd verdacht en hij gestroopte hazen in zijn bezit heeft gehad. De politie heeft, om deze strooperij zoo moge lijk te constateeren, een nacht bij de woning van ver dachte in hinderlaag gelegen. Er is toen eenige malen in de woning geschoten. Verdachte ontkende geschoten te hebben. Dit is geschied door anderen, die hij niet aan de politie heeft willen verraden. Ook ontkende hij stel lig iets met stroopen te maken te hebben. Nooit is hij met de politie in aanraking geweest. Hij staat gunstig hekend, daar kan naar onderzocht worden. Het geweer waarmede in 't geheel niet kon worden geschoten, heeft hij inmiddels weer verkocht. Ik wil liever sterven, zei de verdachte pathetisch, dan te erkennen, dat ik schuld heb. Ondanks dit verweer bleef de ambtenaar zich refereeren aan zijn gehouden requisitoir en eisch tot betaling van f 60 boete of 60 dagen. Over 14 dagen uitspraak. VRUCHTELOOS UITSTEL. De aanhouding der zaak contra den arbeider Jacob O. te St.-Pancras, die verdacht werd wegens het niet in bezit hebben van een rijbewijs en bovendien den motor-agent Webster een valschen naam opgaf, bracht den delinquent weinig voordeel. De beide telasteleg- gingen achtte de kantonrechter na het verhoor van den verbalisant wettig en overtuigend bewezen en werd hij dan ook veroordeeld tot f4 en f 7 boete subsidiair respectievelijk 4 en 7 dagen hechtenis. EERBIED VOOR HOUT EN GEMEENTEPLANT SOENEN. Bij de voortgezette behandeling der zaken tegen Cornelia K. en den arbeider W. C. H. te Alkmaar, aan wie was ten laste gelegd het afplukken van bloeiende Rhododendrum-takken in den Alkmaarschen Hout, was geen der verdachten aanwezig. De verbalisant, agent Dalenberg, die het paar op heeterdaad had betrapt, ver klaarde pertinent, dat zoowel Cornelia K. als W. C. H. leder twee takken hadden afgerukt, zulks in flagran- ten strijd met de verklaring van de vrouw, dat zij al leen zich aan het afplukken had schuldig gemaakt. Ieder hunner werd dan veroordeeld tot f 3 boete of 3 dagen hechtenis. KOSTBARE ONACHTZAAMHEID. De kwestie of de remmen van het motorrijwiel van den landbouwer Evert S. uit N.- en Z.-Schermer op 6 Juni, toen hij op den Kanaaldijk werd aangehouden door de Alkmaarsche motor-agenten Webster en Vol- beda, werd heden ook nader onder de loupe genomen. De verbalisanten persisteerden onveranderd bij het door hen opgemaakte proces-verbaal met het voor den motor rijder ongunstige resultaat, dat hij tot niet minder dan t 25 boete of 25 dagen werd veroordeeld. FEUILLETON DET. DUNN. HOOFDSTUK XE. WAAROM HEB JE ME, VERRADEN? De kennismaking van Peter Carew met Leonie stond in verband met een gebeurtenis, die in zekeren zin een tragedie was te noemen. Vijf jaar geleden was er een succesvolle poging aan gewend om de firma te berooven. Het was een knap uitgedacht plan geweest en een, dat tijd, geduld en ka pitaal had vereischt. Er waren drie menschen in het complot geweest, en het eerste wat de bende deed, was eenige ruwe diaman ten te koopen, die zij aan van Buren en Burrows, zoo als de firma toen heette, verkochten. Op die manier kregen zij relaties met de diamant-handelaars. Twee of drie kleinere transacties volgden, waarbij de bende soms als koopers, soms als verkoopers optraden; en toen ze meenden dat ze het vertrouwen hadden gewon nen gingen zij tot de groote coupe over. Peter Carew was toen ter tijd nog een soort van hoofd klerkt, hij was nog geen deelgenoot in de zaak. Mijnheer Burrows had het toezicht op de zaak, toen twee van de kerels kwamen en de derde man voorstel den als iemand die diamant wenschte te koopen, grooter dan zij in staat waren hem aan te bieden. Alle drie waren bijzonder goed gekleed en hun voorkomen en manieren waren zoodanig, dat zij bij niemand arg waan zouden hebben opgewekt. In ieder geval vermoedde Burrows niets. Hij stemde er bereidwillig in toe zijn voorraad te laten zien en had juist den sleutel in het slot van de safe gestoken, toen hij door een vreeselijken slag van achteren toegebracht, bewusteloos op den grond viel. De brandkast werd ge plunderd en de bende maakte zich uit de voeten, de diamanthandelaar bloedend en bewusteloos achterla tende. Toevallig sloeg Peter Carew, juist toen de drie man NIET GEHEEL ZONDER SUCCES. De molenaar Dirk G. te Oterleek, die op 31 Mei te Alkmaar werd aangehouden door den verkeersagent Wijnberg, waarbij na ingestelde remproef werd gecon stateerd, dat de remmen van de door G. bestuurde vrachtford onvoldoende werkten en bij verstek werd veroordeeld tot f 20 boete of 10 dagen, was tegen dit vonnis in verzet gekomen en bracht heden een tweetal bedenkingen ter tafel. In de eerste plaats achtte hij de boete te hoog en ten tweede wees hij er op dat alleen de voetrem had gefaald. De handrem was gebleken perfect In orde te zijn. Zijn oppositie bleek niet geheel nutteloos te zijn, daar de straf werd verminderd tot f 12 boete subs. 6 dagen. GEMEENTE-CHAUFFEUR DER FAECALIëN-AUTO VEROORDEELD. In de middagzitting had de voortzetting plaats der behandeling van de zaak contra den gemeentewerkman D. M. te Alkmaar, die op 14 Maart met door hem be stuurde faecaliën-auto, bij het nemen van de bocht Lan- gestraatHouttil te veel linksch rijdend, een aanrijding had veroorzaakt met het rijwiel, waarop de huismees ter der N.H. Diaconie G. H., voornemens was de Lan- gestraat in te rijden. Het vooraf genomen locale experi ment, waarbij de pers niet was uitgenoodigd, scheen niet uitgevallen te zijn in het voordeel van verdachte, althans de ambtenaar, die bij de vorige behandeling f 8 boete of 8 dagen had gevorderd, verhoogde 'thans zijn eisch tot veroordeeling tot f 15 boete of 15 dagen. Direct uitspraak doende, veroordeelde de kantonrech ter den chauffeur tot f 10 boete'of 10 dagen hechtenis. AANRIJDING TUSSCKEN RECLAME-AUTO EN AUTOBUS. Op den Waarddijk onder de gemeente ITeerhugowaard, een verkeersweg, die bij verlceers-overtredingen nogal eens wordt genoemd, reed de heer J. A. F., vertegen woordiger van de Koninklijke Zeepfabrieken te Alk maar met zijn reclame-auto onder het voorbij rijden een door den chauffeur Schutte bestuurde autobus aan en stond thans te dier zake terecht. Volgens den chauf feur reed dé heer F. te snel en te roekeloos, daarbij ver zuimend de noodige signalen te geven. Volgens den passagier Denneman reed F. als 'n hazewind en kreeg de bus zoo'n schok, dat zij op 2 wielen kwam te staan, De passagiers, die vreesden van den hoogen dijk te zul len tuimelen, waren hevig geschrokken en drongen op vervolging aan. De heer F. schreef de oorzaak van de botsing toe aan de autobus, die onder het passeeren neiging toonde naar linksch te wijken. Voorts ver klaarde verdachte beslist, wèl signaal te hebben gege ven. De ambtenaar refereerde zich evenwel aan de getuigenverklaringen en eischte f 40 boete of 40 dagen. Verdachte werd daarop veroordeeld tot f 30 boete of 30 dagen. EEN VERKEERD RIJBEWIJS. De landbouwer T. D. B. uit Wieringerwaard, op zijn motor over den Middelweg te Heerhugowaard rijdend, Ziet gij ouder uit dan gij zijt? Slechte spijsverte ring, verstopping, maagkwalen enz.. werken nadeelig op uw humeur en ge stel. Foster's Maag- pillen zijneen xacht- werkend laxeermid del. dat uw kwaal doet verdwijnen. MaagpiEien a f 0.65 per flacon Foste r's Alom verkrijgbaar nen wegsnelden, von Holhborn, Hatton Garden in en een paar meter verderop ontmoette hij een buitenge woon mooie jonge vrouw, die hij oppervlakkig kende een kennismaking, die hij graag zou hebben voort gezet als zij het toegestaan had en verrukt over die onverwachte ontmoeting bleef hij stilstaan om haar aan te spreken. Peter Carew had haar voor het eerst gezien op een publiek bal een goedkoope gelegenheid tegen een gulden entree en was dadelijk betooverd. Ze vertel de hem, dat ze in het Alhambra-ballet was en dat leek wel waarschijnlijk, want ze danste goddelijk. Ze soheen even ingenomen met Carew als hij met haar en beloofde hem op het volgende bal in dezelfde zaal weer te ontmoeten. Ze hield haar woord. Ze ont moetten elkaar daarna nog op verschillende bals en de verliefde jongeman werd hoe langer hoe doller op haar Toen, juist toen hij op het punt stond haar ten hu welijk te vragen, verdween zij. Zij had beloofd hem te ontmoeten en samen ergens te dineeren, om daarna naar de comedia te gaan, maar ze hield zich niet aan de afspraak. Sedert dien dag tot nu hij haar tegen kwam in Hatton Garden had hij haar nooit meer ge zien. Ze was even verrast over de ontmoeting als hy. Maar ze was evenzeer verlegen, als blij en vroeg hem met een smeekenden blik in haar oogen, die hij niet weer staan kon, om haar niet op te houden, daar ze veel haast had en beloofde hem eerlijk hem den volgenden avond bij het Charing Cross station te treffen, dan zou ze hem meteen alles uitleggen. Ze gaf hem de hand en drukte die zoo teeder, dat hij haar wel om den hals had willen vallen. Ze trippelde weg en hij ging naar zijn kantoor, een en al verrukking en toch ietwat verwonderd ook, want, hoewel Leonie hem had gezegd, dat ze vreeselijke haast had, was het toch een feit, dat ze heel langzaam kwam aanslenteren toen hij haar voor het eerst zag. Drie g oed gekleede heeren, met jassen, die blijkbaar in West-End waren gemaakt, en met de glanzendste hooge hoeden op, passeerden hem, en toen hij zich een minuut later omkeerde om zijn kantoor binnen te gaan, draaide hij het hoofd om en zag tot zijn verbazing en ergernis, dat ze de'jonge dame inhaalden en met haar meeliepen. Dus zij had op die drie fatten gewacht, besloot hij, en die gedachte gaf hem een kneep van jalouzie. Maar zijn ijverzucht verdween, toen hij mijnheer Burrows bewusteloos op den vloer van de binnenkamer vond liggen, de safe-deur open en voor een waarde van 15.000 werd aldaar aangehouden door den gemeenteveldwach ter Bleijenda&l, aan wien D. desgevraagd echter niet kon toonen een geldig rijbewijs. Wel had hij een der gelijk consent, doch dit gold alleen voor motoren, niet sneller rijdend dan 30 K.M, en volgens D., die heden terecht stond, was hem dat rijbewijs bij vergissing uitgereikt. Geen enkele veldwachter, die hem vóór dezen had gecontroleerd, had daarop aanmerking gemaakt, doch thans had hij zich een rijbewijs voor onbeperkte snel heid aangeschaft. Eisch en vonnis f 2 boete of 2 dagen. ZIJN TRAMONTANEN VERLOREN. De heer A. K., 'n 41-jarige slager uit Oterleek, te Alkmaar in zij vierwielig motorrijtuig op den Scher- merweg aangehouden door een controleerend motor agent in casu den heer A. Wijnberg, moest tot zijn leedwezen ontwaren, dat de remmen van zijn wagen niet behoorlijk werkten en hij desweg geverbaliseerd moest worden. Heden terecht staande, deelde K. mede, dat zijn remmen in goede conditie verkeerden, doch hij had verzuimd, te debrouilleeren en daarom hadden de remmen geen werking getoond. Aangezien men echter deze opheldering niet zonder nader onderzoek accepteerde, werd de zaak aangehouden tot a.s. week, ten einde den heer Wijnberg gelegenheid te geven tot nadere verklaring. EEN MAGNETISEUR ALS VERDACHTE. PA- TIcNT OVERLEDEN. In November '28 werd door den 32-jarigen heer J. F. v. d. P., magnetiseur, wonende te Amsterdam, in de gemeente Limmen, alwaar de heer v. d, P. de reputatie genoot, een soort wonderdokter te zijn, op verzoek van de familie in behandeling genomen den groentenhande- laar T. A., welke persoon leed aan chronische jicht, be nevens een afscheiding veroorzakende wond in het been en niet in staat was zijn bedrijfswerkzaamheden te ver richten. Bedoelde A. was reeds jaren patiënt en door Dr. v. Noppen, arts aldaar, overgenomen van zijn voor ganger. Het gelukte Dr. Van Noppen de zwerende wond aan het been dicht te krijgen, doch genezing van de jicht bleef uit, zocdat de familie besloot hem onder be handeling te stellen van den vermaarden heer v. d. P., die tegen betaling van f 2 per visite daartegen geen bezwaar maakte, en den lijdenden man niet alleen mag netiseerde, doch hem voor inwendig gebruik voorschreef een aftreksel van tamarinde, venkel, knoflook en selde- riepoeder, welk medicijn door de vrouw des huizes zelf gemakkelijk bereid kon worden. De wonde aan het been was inmiddels ook weer open gebroken, doch den heer v. d. P. baarde dit verschijnsel geen zorg, daar dit juist dienstig was om de kwade stoffen uit het zieke lichaam af te scheiden. Behalve dat ook de wond op de gebruikelijke wijze werd gemagnetiseerd, be hoefde er niets anders aan gedaan te worden, dan er een droge lap over te leggen. De heer v. d. P. garan deerde voorts de familie den patiënt in 10 maanden zoo vooruit te brengen, dat hij in staat zou zijn, z'n werkzaamheden persoonlijk weer uit te oefenen. On danks die verzekering echter nam de wond aan het been onrustbarend toe in afmetingen en den algemee- nen toestand van den huisvader was op 26 Febr. van dien aard, dat de familie de verantwoording niet langer durfde dragen en aan Dr. van Noppen, die begrijpelij- lijkerwijze den patiënt onder behandeling van een kwakzalver niet meer bezocht, het verzoek richtte, den grooten zorg barenden patiënt opnieuw in behandeling te willen nemen. De geneesheer gaf daaraan gevolg en constateerde direct, dat A. er heel slecht aan toe was en In stervensgevaar verkeerde, tengevolge van bekomen bloedvergiftiging tengevolge van de ondeskundige en on steriele behandeling van de etterende beenzweren, die een grootte van een handpalm hadden gekregen. Dr. Van Noppen adviseerde, dat aan den heer A. onmiddel- pond sterling aan diamanten gestolen. De politie rook onmiddellijk lont en was het er over e-ens, dat de dieven de drie goed gekleede mannen moesten zijn geweest. Zij had hen het huis zien binnen gaan en er uitkomen, juist omstreeks den tijd, dat de diefstal plaats had gevonden. Het horloge van mijnheer Burrow was stil blijven staan toen hij viel. Het stond op drie uur en Carew kwam om vijf minuten over drie binnen, zoodat de mannen, die hem waren gepasseerd regelrecht van hun misdaad moesten zijn afgekomen. Carew kon niet anders denken, dan dat Leonie, ook al wist ze niets van den inbraak, toch de dieven kende, en die gedaclvte was martelend. Hij kon niet gelooven, na wat er gebeurd was, dat ze op de afgesproken plaats, de eerste-klas wachtkamer van het Charing Cross station, zou komen, maar ze was er wel en was het bekoorlijkste beeld van tragi sche droefheid en zorg, dat men zich kan voorstellen. Ze beefde over al haar leden en was heel bleek toen ze hem vroeg haar een glas wijn te geven. Bij een wan deling langs de kade kwam het geheim er uit ze was de vrouw van een van dé drie mannen. Ze zei niet van welken en verzweeg zijn naam. Peter Carew, sentimenteel en vol sympathie, voelde een brok in zqp keel. Hoe vreeselijk om te moeten denken, dat dit in nemende, onschuldige, natuurlijke kind aan zoo'n schurk gebonden was. „Bewaar mijn geheim," smeekte ze. „Ik voel dat ik U vertrouwen kan met mijn geheele /.iel! Wilt U me dat beloven?" Natuurlijk wilde hij dat. Hoe had hij kunnen weige ren? Maar hij voerde een kleinen strijd met zijn gewe ten. Hij voelde dat het zijn plicht was de politie in te lichten. Wat Leonie zou zeggen als ze dat wilde zou van onschatbare waarde zijn bij het opsporen van de bende. Maar Peter kon het niet over zijn hart ver krijgen het meisje, dat hij lief had te verraden. Dat ze al getrouwd was maakte voor hem geen verschil. De zaken liepen echter zoo, dat de polietie ook zon der hulp van Carew kon optreden. Ze slaagde erin een van de bende te pakken, een man, Max Barnard ge- heeten; de twee anderen ontkwamen en werden nooit gevonden. Scotland Yard liet zich maar heel vaag uit over de wijze waarop zij Max Barnard hadden te pakken ge kregen. Het was door „ontvangen inlichtingen" 1). De schijn was sterk tegen Barnard. Mijnheer Burrows her kende hem als den derden man, die door de twee an deren voorgesteld was. Er waren bloedspatten op zijn Niets qaat'bvven lijk de laatste H.H. sacramenten moesten worden toe gediend en eenige dagen later is A. dan ook overleden.. Bij de lijkschouwing, waaraan Dr. v. d. Sluijs, specialist te Alkmaar, ook deel nam, werd de diagnose van Dr. Van Noppen omtrent de doodsoorzaak bevestigd. Tegen den magnetiseur werd opnieuw een strafver volging Ingesteld ter zake overtreding art 436 Wetb. v. Strafr., het onbevoegd uitoefenen der geneeskunde en deze heer, vergezeld van zijn echtgenoote, zijn rechtskundige raadsman en verdediger, mr. Rits uit Amsterdam, stond thans voor het geïncrimineerde feit als verdachte voor den kantonrechter. In deze zaak werden gehoord een 3-tal getuigen, de vrouw en zoon van den overledene en Dr. Van Noppen, welke laatste verklaarde, dat de heer A. was over leden aan bloedvergiftiging, uitgaande van geïnfecteerde beenwonden. Indien deze wonden behoorlijk steriel wa ren behandeld, dan had dit doodsgevolg voorkomen kunnen worden en den thans overledene nog jaren kun nen leven. Voorts werd verklaard door de familieleden dat verdachte f 2 per visite had aangenomen, wat door v. d. P. niet werd tegengesproken. Door den ambtenaar van het O. M., mr. de Breys Tack, werd een fel requi sitoir gehouden, waarin op scherpe wijze uitkwamen de betreurenswaardige gevolgen, wanneer een magnetiseur vrij spel krijgt en als het ware wordt losgelaten op patiënten, van welke behandeling hij niet de minste ken nis of bevoegdheid bezit. De ambtenaar deed nog uit komen, dat het hier zeer zeker een ergerlijk geval betrof, waarin verdachte zijn handelingen als magne tiseur was te buiten gegaan met een noodlottig gevolg en spreker aarzelde dan ook niet, de hoogste straf, die de wet toelaat, n.1. f 300 boete of 100 dagen te vorderen. Nadat verdachte eenige opmerkingen had gemaakt, waarbij de kantonrechter hem in verband met zijn on tactische uitdrukkingen aan het adres van Dr. Van Noppen, het zwijgen oplegde, kwam mr. Rits aan het woord tot 'het houden van een uitvoerig pleidooi en zegt, dat het eenige ergerlijke in het geval is, dat v. d. P. een onjuist adres heeft gegeven en ditmaal geen succes heeft gehad. Pleiter wijst echter op verschillende geval len, waarin v. d. P. wèl slaagde. Uitvoerig staat pleite? stil bij de jurisprudentie van de noodzaak bij de be handeling door onbevoegden en vestigt de aandacht op een zaak, behandeld door den Kantonrechter te Middel burg. waarbij een dergelijke onbevoegde een hopeloos kankergeval had pogen te genezen en daarbij had aan gewend het nog warme vleesch van een pas geslacht hondje! Deze verdachte was veroordeeld tot 2 maanden principale hechtenis, doch in een ingezonden artikel van het Weekblad v. h. I-eCht van 10 Dec. 1924 no. 112/9 was de ambtenaar van het openbaar ministerie tegen dit veroordeelend vonnis in krachtige bewoordingen opgekomen. Dit artikel werd beantwoord door Dr. Pink- hoff, die natuurlijk een geheel tegenovergesteld stand punt innam, doch het pleit alweer voor de stelling van verdediger, dat het hier eenvoudig geldt de kwestie- jurist contra geneesheer. Maar pleiter is van meening, dat niet zoo zwaar moet worden gestraft, indien een onbevoegde een enkelen maal ter goeder trouw faalt, wat ook een bevoegd geneesheer kan gebeuren, maar die dan straffeloos uftgaat. Pleiter acht hier dan ook ondanks den betreurens- waardlgen afloop, geen termen aanwezig, een zoo hooge straf toe te passen als door den heer Ambtenaar ge- overjas, een ploertendooder met bloedsporen en een paar grijze haren eraan gekleefd werd, benevens eenige van de diamanten, In zijn woning gevonden. Hoe verradelijk iemand ook tegenover Barnard ge handeld had, hij bleef trouw. Hij weigerde een woord los te laten, trachtte niet een alibi te vinden en hoorde het vonnis van twintig jaar gevangenisstraf wegens diefstal en poging tot moord met volkomen zelfbeheer- sching aan. Na de ontmoeting met Leonie aan het station, ver loor Peter Carew haar weer uit het oog en langzamer hand ging hij zijn roman beschouwen als iets, dat hij het best deed te vergeten. Zij was klaarblijkelijk voor altijd uit zijn leven verdwenen. Nu echter, toen hij haar weerzag, kwam al zijn liefde terug. Hij had haar willen ondervragen, er was zooveel dat hij verlangde te weten. „Je bent vroeger zoo goed voor me geweest, Peter", zei de gravin bedroefd, „ik heb nooit gelegenheid gehad om je te bedanken." „Je bent verdwenen." „Ja, ik ben verdwenen. Het was het eenige wat ik doen kon. Ik was bang, dat ik in die afschuwelijke zaak betrokken zou worden. Ilc stond alleen op de wereld. De man, die ik trouwde dacht alleen om ziohzelf. Hij vluchtte naar Amerika, werd in een gevecht in een ge- meene kroeg in San Francisco betrokken en werd dood geschoten. Het was een verlossing voor me. Ik was te Parijs toen ik het hoorde." „Ik ben blij dat ik dat weet." ze Carew, toen ze op hield en hij gelegenheid kreeg om te spreken. „Ik be doel," voegdè hij er bij, „ik ben blij dat je vrij bent." „Ja niet alleen vrij van een man, die een bruut voor me was, maar ook vrij van de gehate bende, waar hij bij hoorde. Na allerlei avonturen werd ik een echte gravin Het komt er niet op aan hoe dat in zijn werk is gegaan. Laat het je genoeg zijn, dat de graaf van Lanchester me tot zijn vrouw nam." „En ben je gelukkig?" Wordt vervolgd. 1) In negen en negentig van de honderd gevallen be- teekent „ontvangen inlichtingen," dat een of andere „kameraad" geklikt heeft. Zonder de hulp van verraad van de een of andere soort, zou de politie nog minder dan nu een stap kunnen doen. Natuurlijk verklappen ze nooit de bronnen waaruit ze hun „inlichtingen" krij gen. DIXON DUNN.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1929 | | pagina 1