HET STUKJE VOOR TANTE JOSINE REULING. Lientje moet voor Tante Cor een stukje spelen op de piano, het lieve wicht heeft er wel stierlijk het land aan, maar Maaa zegt, dat het moet. „Je weet toch, dat Tante zooveel van muziek houdtook doet zij ons nog wel eens een plei zier." Dat Tante zooveel van muziek houdt, is Lien- tje nog nooit opgevallen. Haar voortdurende stekelige opmerkingen over die dure pianolessen én op de H.B.S. én op dansles en dat zij dat nooit gehad had in héér jeugd.... als dat soms Tante's liefde voor de muziek moest verbeelden. »iou Haar eindeloos gezeur over de tegenwoor dige jeugd „U weet net zoo goed als ik, Moe, dat zU enkel maar leutert over de dure piano-lessen. Alsof Zi) ze betaalt Ook dat voortdurend gekanker op de tegenwoordige jeugd, wat eigenlijk alleen op mij slaat, want wat weet zij van de tegen woordige jeugd, daar op haar Hoffie". „Heb toch niet zoo'n praats, jij. En wat een uitdrukking„Kankeren „Kankeren is een heel goed Hollandsch woord, nog veel te goed voor dat vervelende mensch". „Hou nu je mond maar, brutale meid. Doe liever wat je gezegd wordt en heb niet altijd honderd op- en aanmerkingen." Lientje zwijgt, maar zij trekt een gezicht, waar Ma maar liever niet naar kijkt, want dan voelt zij haar handen jeuken. Dat echte vleeelsnuit zooals meisjes van 13, 14 jaar zoo prachtig kun nen zetten Ma zuchtO, die tegenwoordige jeugd. Die kinderen, die alles beter weten. Natuurlijk heeft Lientje gelijk. Tante Cor is 'n vervelend mensch. een van die familie-meubelen, die in bijna elke familie voorkomen. En wat weet Cor van de jeugd van tegenwoordig. Maar Ma weet er des te meer van, met haar 2 zoons en haar dochter Lientje. Ma is niet de eenige moeder, die ervan weet mee te praten, hoe de jeugd alles beter weet, hoe je kinderen je altijd tegenspreken en als het heelemaal wil, je maar laat praten en dat handen-jeukende-snoet trekken. Wéér om kan Lientje haar nu dat pleizler niet doen en een stukje spelen voor Tante volgende week. Cor zit nu eenmaal op dat Hofje, zij is er eigenlijk te jong voor en de heele familie helpt mee om haar om beurten te inviteeren om haar verjaardag in hun familiekring door te brengen Dat kan Lientje toch wel begrijpen. En dan Cor schuift nogal eens wat af. Daar gaat het grootendeels om. En alles is voor Lientje. Ma zucht opnieuw en hurkt omslachtig neer voor het muziekkastje, sjort een pak oude muziek, vol scheuren en ezelooren. te voorschijn, begint haar door te kijken. Hier, prachtig, een pak schitte rend Salonstücke. Allemaal oude koek, maar juist geschikt voor Tante. Die moet van alles, wat modern is, niets hebben en al heelemaal niet van moderne moppen. Die muziek is letter lijk onzedelijk, zegt zij. Nu, „Die Mühle am Bachesrande", is één kuisch wat eraan is. denkt Ma. Gut zij heeft het zelf nog gespeeld. Dat was óók in de grijze oudheid. Ma probeert met stijve vingers van de linkerhand op haar knie. Lientje - Is een vlug kind. Je mag zeggen wat je wilt, zij speelt alles vlot en gemakkelijk. Hè, die Tante met haar eeuwige gezeur over hoe goed hun kind het heeft en hoe verwend zij wórdt, maar alles mag leeren, maar overal aan mee mag doen. Alsof zij dat hun kind niet willen gunnen en dikwijls met de grootste opofferingen. Trouwens, dat weet Cor. Maar zij vindt, dat Lientje heele maal niet dankbaar is. Ach, de kinderen van tegenwoordig zijn niet dankbaar. Zij vinden het vanzelfsprekend, dat zij alles mogen doen, dat zü veel pretjes en pleiziertjes mogen hebben en zooveel mogelijk hun eigen gang mogen gaan. Zij vinden, dat het zoo hoort. Dankbaar, denkt Ma, dankbaar Neen. zij becritizeeren je nog, en je mag blij zijn, dat ze je niet belachelijk maken, zooals zij hun onderwijzers doen." Hier, dit is een mooi stukje voor Tante, wel wat uit de oude doos, maar Ma speelde het vroe ger zelf zoo graag en Tante zal het zeker prach tig vinden. Zij gluurt naar Lientje, haar dochter, haar jongste spruit, haar 14-jarige lieveling. Na tuurlijk. tóch haar lieveling. Lientje roffelt toon ladders, zucht en kijkt op haar armbandhorloge. Nog 5 minuten I Dat vervelende toonladderen. Moppen spelen is wel leuk, vooral bij een fuif of op een huiselijk partijtje, zoo onder elkaar en als erbij gedanst wordt. Maar toonladderen. Zij had ook moppen leeren spelen, zonder die toonlad ders. Enfin, daarvoor betalen je ouë-lui de piano lessen. Gelukkig, nog 5 minuten Ma staat moeizaam op. Ja, dit moet Lientje spelen voor Tante, een prachtig salonstuk, een beetje ouderwetsch. dat hindert niet. Juist goed tegenover Cor. die oude Troel, dit stukje. „La prière d'une vierge". .JDas Gebet einer Jungfrau" „Llen i" „Nee-hee, wacht nog even, Moe, nog één mi nuut toonladderen". Moe-lief wacht geduldig, het Gebet der Jung frau, oud en vol ezelooren, in haar zenuwachtige handen. „En Wat is er, Lieve .Duister nu's, Lien I Wil je je Moeder een plei zier doen „Ja-ha. Een stukje spelen voor Tante, die haar verjaardag bij ons komt vieren, wat wij allemaal heerlijk vinden, want zij doet ons ook wel eens een pleizier", galmt Lientje over moedig. Ma negeert dochters schamperen toon. blijft vriendelijk, zet het salonstuk op de piano. Lientje houdt het door ouderdom wat slap ln zijn lenden geworden papier vast. leest ien titel en proest. „Ph I La prière d'une vierge. Het gebed eener maaaaagd. Net Iets voor Tante. Gewoonweg ge- cnipt. Vooruit maar En Lientje zet in met don- ier en bliksem. „Zie Je wel, je speelt het zoo op 't eerste ge- dcht", roept Ma opgetogen. „A vue. noem je dat, lieve mensch," merkt 'jientje doodbedaard op. „Goed hoor. ik zal spelen volgende week. Na len eten. Na de feestmaaltijd 11 Is er wijn aan afel, Moekje Mag ik Mies vragen, dan is het liet zoo saai. Wij zullen ons netjes gedragen 1 1 lè, toe Moekje kijkt haar lieveling aan Toch een leuk ind. die Lientje met haar jongenshoofd en haar ndeugende kijkers. Wel een brutale rakker, laar goed op school en ijverig O. die Tante Iet is allemaal omdat zij nog wel's wat afschuift één geld. daar zit ze op kis een bok op de haver- ist, maar mooie sieraden, van waarde, zooals erleden Jaar, die broche en met Sinterklaas het rachtlge antieke horloge en laatst die mooie II ver en theepot Misschien krijgt zij nu zoo oetjes aan het heele servies. Dat is dan voor ientje Later 1 „Goed vraag Mies dan maar Dus dit speel Je. t leg het bij Je muziek. Je moet het wèl een paar keer doorspelen, hoor kind 1' „Hadden we maar een pianola, ik draalde het voor d'r in galoptempo." „Je moet maar denken, Tante geeft ons ook nogal eens wat en zij heeft mooie dingen. Voorwerpen van wéérde." „Ja, daar gaat het dan ook om. Ik geef er anders niet om hoor, om haar ouderwetsche spullen. Zeker die rare broche en die dikbuikige theepot. Laat zij liever een lapje van 10 geven voor mijn vacantie of zoo." „Lien, Lien, wat sla je weer door." „Ja, hè, net een vink. Dag schat, tot straks." Lientje holt weg. Zij moet zich haasten, zij is laat. Haar band is lek. Vooruit, dan maar op een lekkende band naar school. Wat zal dat heer lijk bonken. Weinig had Ma vermoed, dat de dikbuikige theepot het eenige zou zijn, wat zij van het zil veren servies in haar bezit zou krijgen. Op den dag van Tante's verjaardag, toen het plechtige oogenblik gekomen was, stond Lien op en liep met een strak en ernstig gezicht naar de piano. .Lientje zal een stukje voor Tante spelen", kondigde Ma gewichtig aan, een beetje zenuw achtig. „Voor Uw verjaardag". Het vriendinnetje Mies zag vuurrood. Zeker van de wijn. „Ik speel uit mijn hoofd," kondigde Lien aan, „het is een zangnummer." Ma sperde toen niet alleen haar ooren, maar ook haar oogen wijd open. En Lientje speelde eerst het voorspelEen heerlijk, rythmisch voorspel om daarna in te zetten, uit volle borst„Ich küsse Ihre Hand. Madame Géén gebed, géén jonkvrouw, maar een zuur gezicht van Tante en een bedorven stemming voor den verderen avond. Toen de visite weg was, kwam het tot een hevige woordenwisseling tusschen Ma en haar dochter. Woedend viel Ma uit tegen Lientje „Je had het my beloofd. Een leelijke, brutale snotneus ben je, om de boel zoo voor den gek te houden. Wat denk je eigenlijk wel „Niets denk ik. Maar ik spéél geen malle an tieke stukjes voor een Tante, die niets geeft om muziek, die niets geeft om mij, die enkel maar kan fitten en zuurzoet vriendelijk kan doen. Als U dat een pleizier doen noemt, om Tante te vrind te houden voor haar oude spullen, die zij aan U geeft, dan doe ik U dat pleizier niet. Laat zij haar rommel maar houden." „Genoeg. Geen woord meer. Ga nu maar naar bed. Onmiddellijk." Boos, zonder Ma goedennacht te zeggen, holde Lientje de kamér uit. Ma, bijna huilend van zenuwachtigheid, ging den boel opruimen. Daar had je de poppen aan het dansen. Tante was woedend, Lientje was woedend, juist het omge keerde van wat zij beoogde, had Ma bereikt. Alles wat Tante gegeven had en nog gegeven zou hebben, was voor Lientje. Het heele zilveren servies zou voor haar geweest zijn. Nu was het verkeken. Lientje zou misschien later van Tante erven, want zij kón nu eenmaal haar geld, waar zij nu nog op zit. niet meenemen in haar graf en Lientje was haar eenige nicht. Alles, wat van Tante kwam, had Ma voor Lientje bestemt. Nu had zij het zelf bedorven. O. die Jeugd van tegen woordig. Wat je ook doet, goed is het nooit. Ma zuchtte en veegde een traan weg, terwijl zij de kopjes in het buffet zette. Of was het toch een beetje Ma's eigen schuld, was het wel éérlijk van Lientje als je 14 Jaar bent, wil Je nog zoo graag heel eerlijk zijn om geen stukje te spe len voor Tante, omdat Tante nu eenmaal Tante was. die enkel kon fitten en zeuren, die wel gaf. maar gierig gaf. niets van harte gaf. al hadden de dingen dan „waarde". Ja, voor Ma. maar niet voor Lientje Ma zuchtte heel diep. Een zucht," die een vraagteeken was. Om te onthouden. Vlekken krijgt men uit bruine schoenen door ze te bestrijken met een schijf rauwe aardappel. de Chine met rose figuurtjes bedrukt. De rok is in vorm gesneden. Het bovenlijf, dat aan het middel gedrapeerd is, heeft revers van rose crêpe de Chine die een plastron laten zien in dezelfde tint. 2. Een japon in bedrukt crêpe de chine. Vooraan op den rok een groote holle plooi, met een strik aan het decolleté, een aan het middel en ruitvormige incrustaties alle in effen crêpe de chine. De mantel, eveneens ln effen crêpe is gevoerd met dezelfde stof als de japon. 3. Een japon in geel crêpe de chine, zwart bedrukt. Een volant gaat dwars over het bovenlijf van décolleté tot middel, op den rok drie volants in tegenovergestelde richting. 4. Een japon in safierblauwe crêpe de chine. Een halsdoek-kraag ln blauw en rose bedrukt crêpe. Twee geplisseerde volants geven de noodige ruimte aan den rok, die van achteren langer is dan van voren. 5. Japon in beige crêpe de chine, gegar neerd met een dubbel geïncrusteerde befvor- mige jabot. Terzijde van den rok bevinden zich drie puntvormige slippen. EEN NIEUWTJE IN DE PARIJSCHE DAMES BOUDOIRS. De telefoon is een héérlijke uitvinding en wij zouden niet meer zonder kunnen. Intus- schen kan men nu niet zeggen dat een tele foon-apparaat bijzender aesthetisch is, vooral niet in een dameskamer. Daarom heeft men voor de coquette vrou wen iets gevonden om de telefoon zoo handig mogelijk te verstoppen. Zoo heeft men toilet tafels, waarin het toestel geheel kan verdwij nen. Maar er is nog iets veel vindingrijkers. Er bestaan n.1. tegenwoordig mooie poppen, met de rok in wijde schelpvormige volants, waaronder apparaat en draden geheel ver dwijnen. Deze poppen plaatst men over het toestel evenals een tea-cosy over den trekpot en in- plaats van een leelijk toestel is de kamer er een aardig voorwerp rijker door geworden ONZE PATRONEN. Patronen van de modellen van mantels en kinderjurken zijn verkrijgbaar bij onze mode-redactrice Mejuffr. L. Berendes, Joan Maetsuyckerstraat 96, Den Haag. De patronen voor dames kosten f 1. die voor kinderen f 0.80. Het duurt onge veer 10 dagen alvorens ze in het bezit komen van degenen die patronen aanvragen. Aan de lezeressen die een patroon bestel len, wordt beleefd verzocht bij de aanvrage het verschuldigde bedrag in te sluiten, ter voorkoming van administratiekosten. REDACTIE. JAN LIGTHART. Er is heelemaal geen bijzondere aanleiding? om over Jan Ligthart te schrijven. Geen 25 of 50 of 100 jaar geleden is het, dat hij geboren werd of stierf: 't wordt hoe langer zoo meer gebruik trouwens: een zeer lof waardig gebruik om zorgvuldig na te gaan eiken dag van den kalender of misschien heden voor X jaren het genie X in deza wereld verscheen of wel dat heden voor X jaren het genie X dit aardsche tranendal verliet. Dat lk juist vandaag een reeks artikelen over Jan Ligthart ga beginnen is louter willekeur, maar m.i. volkomen gerechtvaar digd door het feit dat Jan Ligthart een „iemand" was en kennismaking of herha ling van kennismaking met een „iemand" if altijd de moeite waard, heeft altijd groots beteekenis voor onszelf, al was het alleen maar hierom, dat we daardoor wellicht ook een kansje krijgen om tot een „iemand" op te groeien. Ik geloof nJ. dat de mogelijk heid daartoe bestaat ook bij velen die door het vlakke, nivelleerende leven daarto® nooit zouden komen, indien ze maar eens onder den invloed kwamen van een mensch, die inderdaad zeer de moeite waard is. M'n bedoeling is, een serie van opstellen te leveren, die vereenigd zouden kunnen worden onder den naam die hierboven staat afgedrukt, in dien zin dan, dat elk artikel op zichzelf een eenheid vormt, terwijl de in vloed van Jan Ligthart a. h. w. de roods draad is die door allen heenloopt. Jan Ligthart dan. Eerst enkele doodgewone mededeelingen, die toch ook gedaan moeten worden. Hij werd geboren te Amsterdam den Hén Ja nuari 1859; hij overleed te Laag-Soeren den 16en Februari 1916. Hij was onderwijzer en paedagoog, niet verwijten dat ik mij schuldig maak aan wat met een geleerd woord heet: tautologie, d.w.z. herhaaldelijk hetzelfde zeggen. Ik be doel: U moet me niet verwijten dat ik moet laten vallen „onderwijzer" of dat ik moet laten vallen „paedagoog", aangezien dat twee woorden zijn voor een en hetzelfde be grip. Was dat maar waar! De ondervinding wijst uit dat er onderwijzers zijn die aan paedagoog-zijn niet geroken hebben, zoo als dezelfde ondervinding uitwijst dat er paedagogen zijn die nooit in-hun leven on derwijzers zijn geweest. Maar alleen de onderwijzer die paedagoog is, is, een goede onderwijzer, terwijl de pae dagoog die geen onderwijzer is, zich op velerlei gebied nog uitermate verdienstelijk kan maken door de gave die hij van d® natuur heeft meegekregen. Een mensch is paedagoog of hij (zij) li het niet. Wie het niet is, wordt het nooit. En meer dan door het aantal acten wordt de waarde van den onderwijzer bepaald door zijn al-of-niet-paedagoog-zijn. Jan Ligthart nu was èn schoolmeester èn opvoeder. Ook was Jan Ligthart paedoloog, d. w. 1. kinder-kenner. Paedagoog is wie het kind opvoedt. Paedoloog is wie de wetenschap van het kind beoefent, d.w.z. de wetenschap waar van het kind object is. Nu hoeft U heelemaal niet bevreesd te wezen, dat ik in deze rubriek een soort van populair college paedagogiek of paedó- logie zou ten beste geven. Dat zou heelemaal in strijd zijn met dén persoon van Jan Ligthart. B. v.: Hij is paedagoog en wil krachtens zijn paedagogisch principe van paedagogiek niets weten. Hij is paedoloog en wil krachtens zijn paedologisch principe van paedologie niets weten. Hij is n.1. de man van het leven, niet van de theorie. Hij is paedagoog „par droit de naissance" en hij is paedoloog „par droit de naissance" en nog steeds wil het me voorkomen dat tegenover de „wetenschap", die altijd het gevaar van de abstractie en van de verdor ring in zich draagt, de begenadigde mensch van onvergelijkelijke beteekenis is. Overbekend zijn de woorden van Goethe „Greift nu hinein ins volle Menschen- leben, Und wo ihr es packt da ist es auch interessant" deze woorden zijn volkomen op hun plaats als men van Jan Ligthart gaat vertellen. Wie over het werk van Jan Ligthart gaat spreken moet beginnen met te spreken van zijn leven. Zijn werk is resultaat van zijn leven. Beter nog zijn werk is de keerzijde van zijn leven. Hij is door het leven-zelf ge worden tot wat hij geworden is. Vandaaf b.v. ook dat in zijn boeken zoo merkwaardig weinig aanhalingen van anderen voorkomen. In dit verband moge herinnerd worden aan zijn boek „Jeugdherinneringen". Wat heeft die man, door zich zijn eigen Jeugd voor oogen te stellen, ontzettend veel paeda gogiek geleerd Wellicht zullen we gelegenheid hebben, om hier nog eens op terug te komen. EEN UIT STROO GEWIKKELDE TULBAND mag in geen uitzet voor de reis ontbreken. Wan neer men 's avonds laat in een hotel aankomt vervult deze de plaats van den coiffeur. De tulband wordt gekozen uit zwart stroo met op gestikte zilveren garneering kleine sterren en dergelijke en kan dan bij elk donker avond-\ toilet gedragen worden.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1929 | | pagina 8