Alitllti Nitms- Mmititit- LiilMM HET WESTFRÏESCHE KANALENPLAN. De Srhooue Duivelin Uitgevers: N.V. v.h. TRAPMAN Co., Schagen. Eerste Blad. Een bladiuizenpraatje. Gemengd Nieuws. Muiterij in een gevangenis. Woensdag 24 Juli 1929. SCHAGER 72ste Jaargang No. 8498 COURANT. Dit blad verschijnt viermaal per week: Dinsdag, Woensdag, Donder dag en Zaterdag. Bij inzending tot 's morgens 8 uur, worden Ad ver ten tién nog zooveel mogelijk in het eerstuitkomend nummer geplaatst. POSTREKENING No. 23330. INT. TELEF. No. 23. Prijs per 3 maanden fl.65. Losse nummers G cent. ADVERTEN- TIcN van 1 tot 5 regels f 1.10, iedere regel meer 20 cent (bewijsno. inbegrepen). Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. DIT NUMMER BESTAAT UIT TWEE BLADEN. I Weet u, lezer, hoe het daarmee staat? Indertijd leek het wel, of niemand in West-Friesland gezond zou kunnen blijven, als dit kanalenplan niet In korte jaren tverd uitgevoerd. Provinciale Staten be handelden deze zaak met spoed en reeds op 2 Februari 1926 viel het besluit om voor rekening der Provincie te doen uitvoeren: 1. de verbetering van den vaarweg over het Alk- maardermeer, en 2. den aanleg van 14 zegge en schrijve veertien kanalen. We zijn nu weldra 3% jaar verder en nog is de eerste spade niet in den grond gezet, om met dit grootsch opgezette werk te beginnen. En waarom niet? Omdat nog altijd niet is voldaan aan deze o.i. toch niet onredelijke voorwaarde, dat de direct belangheb benden in de te kanaliseeren streken 1/6 gedeelte van de aanlegkosten der kanalen voor him rekening nemen. •De Provincie krabbelt niet terug. Bij elke passende gelegenheid wordt de zaak besproken, laatstelijk nog bij de behandeling van de begrooting voor 1929. In het verslag der Afdeelingen lezen we over dit onderwerp het volgende: „Zooals oök bij de bespreking van het Werkloos- „heidsrapport moge blijken, hadden de leden in alle „afdeelingen groote belangstelling voor den stand van „zaken van het Westfriesche Kanalenplan. Het had „teleurstelling gewekt, dat deze met zooveel aandrang „begeerde kanalen-aanleg, nu het op de medewerking „der naast-belanghebbenden aankwam, niet tot uit voering kon komen. Met name de kleinere gemeenten „bleken tot 't brengen van een toch betrekkelijk gering „offer niet bereid. Gaare wilde men omtrent den stand „van zaken nader ingelicht worden en vernemen, hoe ver de Commissie-van Aalst met hare werkzaamheden „gevorderd is. „Zijn er geen gedeelten van het plan, welke wèl voor „de uitvoering in aanmerking komen, doordat de be treffende gemeenten voldoenden steun hebben toege legd; zoo ja, dan zou men er prijs op stellen, dat met „den aanleg van die gedeelten werd begonnen..." Gelijk men ziet: de Staten willen daden en Gede puteerde Staten wenschen niet anders, zooals uit hun schriftelijk antwoord op het bovenstaande blijkt. Dit luidt als volgt: „Ook Gedeputeerde Staten heeft het teleurgesteld, „dat de bereidwilligheid van de naast-belanghebbenden „om ten behoeve van den aanleg der Westfriesche ka- „nalen de naar evenredigheid toch zoo geringe bijdrage „te verleenen, die in het Statenbesluit van 2 Februari „1926, no. XIII, alsvoorwaarde is gesteld, niet groo- „ter is geweest. „Na den jarenlang door die belanghebbenden uitge- „oefenden aandrang om deze kanalen tot stand te doen FEUILLETON door DET. DUNN. 23. HOOFDSTUK XXVII. WEG. Hoewel de tijd kostbaar was ging Barnard toch naar de deur. Hij schoof de grendels weg. Aggy wankelde bleek, ademloos, met verward haar binnen. „Haast je!" hijgde ze heesch," ze komen naar bene den." „Wie?" „Vader en de kerél, die er bij is." Barnard liet zich niet haasten. Hij keek snel op en het saamgeknepen lippen vestigde hij zijn cogen op het zenuwachtige meisje. Zij zweeg eenige seconden. „Wat is dat voor een vent? Een detectieve?" „Ja. En ik geloof dat je hem blind geschoten hebt. Ik had me in de keuken verstopt .toen ie voorbij holde, vreeselijk jammerend en vloekend. Hij hield zijn zak doek voor zijn oog. Ik ben hem gevolgd om te zien wat hij van plan was en hij ging naar zijn jas, die hij had uitgegooid en in de voorkamer neergelegd en haalde er een revolver uit. O, haast je toch! Als je niet maakt dat je weg komt. krijgen ze je te pakken. Ik wil niet dat ze je krijgen. Ik wou nog liever zelf gepakt wor den." Aggy's stem beefde en ze legde haar handen smee- kend op den arm van den veroordeelde. Max Barnard had zich niet verroerd. Er was een vreemde, norsche, harde uitdrukking in zijn gezicht ge komen. Aggy stond er met kloppend hart bij, haar vin gers beefden van opwinding, haar gezicht was rood, haar lippen geopend en haar groote oogen schitterden. De groote ontroering had haar een eigenaardige be koring gegeven. Niemand zou kunnen zeggen dat ze mooi was. Haar trekken waren onregelmatig en wer den alleen verfraaid door haar groote heldere oogen. Nu echter zag ze er wonderlijk bekoorlijk uit. Haar heele gezichtje sprak van medeleven en bezorgdheid. Haar oogen rustten op Barnard met dien ernstigen blik, dien men soms ziet bij een trouwen hond. Er weerklonken voetstappen in de verte. Helston kwamde trap af. Hij was roekeloos, radeloos. Hij dorstte naar het bloed van den man, dien liy haatte. Hij „komen, had men reden om anders te verwachten. Het zelfde geldt trouwens met betrekking te de verbe tering van. den vaarweg over het Alkr^aardermeer „naar de Zaan, welke reeds jarenlang urgent werd „genoemd, doch ten behoeve waarvan enkele Zaan- „gemeenten tot dusverre elke bijdrage weigeren. „De Commissie-van Aalst, die bereidwillig de taak op „zich heeft genomen, de belanghebbenden tot het ver teenen van de noodige medewerking te bewegen, heeft „onlangs verslag van het resultaat der daartoe ingestel- „de pogingen uitgebracht. Haar rapport is thans bij „Gedeputeerde Staten in onderzoek ter overweging van „de vraag of de toegezegde bijdragen het wellicht mo- „gelijk maken, dat gedeelten van het plan tot uitvoe ring worden gebracht." Hieruit blijkt dus, dat niet zonder meer gezegd kan worden, dat enkele of vele? boerengemeente- raden de uitvoering der kanalisatie tegenhouden door gebrek aan durf en uit vrees voor wat hoogere belas ting. Ook Zaansche gemeenten toonen een soortge lijken onwil. Hoe dit echter zij, of het onverstand van boeren is of van anderen, het resultaat is hetzelfde: het werk wacht nog op het eerste begin van uit voering! Wij, Hollanders, zijn van nature wel eens wat al te voorzichtig. We gaan niet over ijs van één nacht. Graag kijken we de kat uit den boom. Als het kan, laten we anderen de kastanjes uit her vuur halen. Niet' waar: wie zich aan een. ander spiegelt, spiegelt zich zacht Gelukkig geven we ook wel blijk, dat we andere opvat tingen huldigen en toonen wij, iets aan te durven, dat de aandacht trekt van gansch de wereld. Reeds nadert een gedeelte van dit grootsche wertc zijn voltooiing. De wegen er heen kunnen tegelijkertijd klaar ziin. Maar de kanalen? Het is geen kunst, achter de feiten aan te loopen. Meer doorzicht en meer ondernemingsgeest is noodig, om van nieuwe mogelijkheden onmiddellijk profijt te trekken. Zeker, de cost gaet voor de baet uit. Voorbij is echter de tijd, waarin we kunnen handelen naar het motto van Van Lennep Ferdinand Huyck: Wat baat het, of gij slaaft en zwoegt en verhit? Fortuin liefst hem bezoekt, die wacht en stillezit! Twee dingen wenschen wij nu nog op te merken. In de eerste plaats: Bovenstaand antwoord van Gedeputeerde Staten is gedagteekend 14 November 1928. Het is dus acht maanden oud. Zou het nu geen tijd worden, dat het College eens wereldkundig maakte, wat zijn antwoord is de vraag „of de toegezegde bijdragen het wellicht mogelyk maken, dat gedeelten van het plan tot uitvoering worden gebracht? Soms moge het waar zijn, dat tijd gewonnen, veel gewonnen is, in gevallen als dit lijkt „gewonnen" tijd ons verspilde tijd. In de tweede plaats: Wie zyn de onwilligen en of onmachtigen, die de uitvoering van het kanalenplan tegenhouden? Wie ons blad goed gevolgd heeft, herinnert zich wel een aantal gemeenten, die gunstige beslissingen hebben genomen en andere, die dat weigerden. Een duidelijk overzicht ontbreekt ons echter en wij kunnen bijv. niet zeggen: Wat den aanleg van de kanaalvakken SchagenStol leed ondragelijke pijnen, en die pijn was geestelijk zoo wel als lichamelijk. Hij vreesde dat hij blind was en af gescheiden van de ellende van aan één cog blind te zijn, begreep hij, dat hij nu zijn succes bij vrouwen voor goed verdwenen zou zijn. Welke vrouw kon iets voelen voor een half blinden man? Hij was voor zijn heelen leven misvormd. Aggy hoorde niet zoo scherp als Barnard, maar ze hoorde Helston toch even duidelijk naderen als de ver oordeelde het deed. „Ga, ga!" riep ze doodsbang. „Ik zal je helpen het luik open te maken." Terwijl ze sprak liep ze naar de ijzeren valdeur. Ze kende precies de manier om haar open te maken eri in een seconde was zij open gewor pen en zag men den vierkanten zwarten afgrond bene den. Barnard verroerde zich niet. Er was iets vreemds in Aggy's verhaal dat hem deed gelooven, dat het niet een detectieve was geweest die hem had bespied. Hij keerde zich snel naar het meisje en fluisterend, bijna sissend zei hij: „Noemde je vader dien vent bij zijn naam?" „Wat nou weer?" antwoordde het meisje. „Waarom smeer je hem niet, nu je de kans hebt?" „Eerst moet je me antwoorden. Hoe heet hij? Vooruit ermee." Hij was bijna even opgewonden als het meisje. Hij vermoedde, dat ze met opzet den naam voor hem ver zweeg, doch dit was niet zoo. „O," antwoordde Aggy, bijna wanhopig. „Ik weet zijn naam wel. Die is Helston. Zoo noemt vader hem soms. Ook wel eens Alec." Het volgende moment wou ze dat ze haar mond had gehouden. Barnard leek wel veranderd in een krank zinnige. „Was het die ploert?" riep hij zijn armen omhoog stekend. „Verd... dan zal ik blijven en met hem afre kenen." „Nee. neer, dat zal je niet, riep het meisje en trachtte hem naar het open luik te duwen. „Je hebt zijn oog uitgeschoten. Is dat nog niet genoeg?" Tegelijkertijd stopte ze iets, dat ze In haar hand had in zijn zak. Barnards woede verdween bijna even snel als ze was opgekomen. Hij was ongewapend en ongetwijfeld sprak Aggy de waarheid als ze zei, dat Helston een revolver bij zich had. Misschien had hij ten slotte, als hij Hel ston werkelijk blind had gemaakt reeds wraak geno men. Helston levend en half blind was erger dan Hel ston dood. „Je hebt gelijk." fluisterde hij en zijn manieren ver anderden plotseling. „Je bent een beste, Aggy. Goeien dag. He zal je niet vergeten." Barnard klom de trap af en Aggy sloot het luik bo ven hem. Op hetzelfde oogenblik klonk een knal uit pen en SchagenKolhorn betreft, hokt het daar en daar. Toch is dit van belang. Het is immers heel iets anders om een verzoek om steun te weigeren, als men nog veronderstellen kan, dat ook anderen het zullen afwijzen, dan te volharden bij die weigering, terwijl men weet, daardoor een heele reeks van buren te dwarsboomen. Alleen openhartigheid kan hier helpen. De publieke opinie is een machtig wapen. Men ver- zuime niet het te gebruiken, nu de tijd dringt! {""CortaclemigUeici xv'ordt ru«lig en W,oöi die|3 eadcm na Kei ^ebruif^ ,/an Ak<er-e AbdU^i roop (Adv. In Blokschrift.) De bladluizen spelen zulk een belangrijke rol in den tuinbouw, dat het werkelijk niet zoo gek is er een apart stukje aan te wijden. Dit geldt dubbel in een zomer als deze, waarin we veel droogte hebben en dientengevolge ook veel luizen; de luizen houden namelijk van veel warmte en droogte. Op het oogen blik heeft dan ook ieder bouwer last van luizen in het een of andere gewas; hoe er af te komen is echter dikwijls de groote vraag, want, hoewel er vele middelen zijn tegen luizen, toch is het soms heel moeilijk een goed middel te vinden, dat (en dat voor al) in de praktijk te gebruiken is. In vruchtboomen heeft men het minste last van luizen, als men in boomen in den winter spuit met vruchtboomcarabolineum, maar daar hebben we op het. oogenblik niets aan, zoodat. we ook daar naar bestrijdingsmiddelen moeten uitzien die nu te ge bruiken zijn. In do eerste plaats trachten we dergelijke onaan genaamheden in den tuin te voorkomen of tegen te gaan met natuurlijke middelen en we hebben reeds verteld, dat luizen van droogte en warmte houden; koude en vochtigheid zouden dus reeds middelen zijn om luizenschade te voorkomen, maar deze middelen zijn ook weer niet. gemakkelijk toe te passen, uitge zonderd vochtigheid, daar kunnen we nog wel ge deeltelijk voor zorgen. Met het bespuiten of begieten met gewoon water kan men dan ook soms zeer aar dige resultaten verkrijgen en dan vooral in kassen of bakken; ook in particuliere tuintjes waar men b.v. last beeft van luizen in rozen, kan men iederen avond met de spuit er op wel wat bereiken. Nu hebben we boven gezegd, dat ze ook van warm te houden, maar toch kan men ze ook bestrijden met warmte. In bakken b.v. kan men ze soms dooden, door alles te sluiten en dan de temperatuur op te laten loopen; de planten worden niet zoo spoedig beschadigd van de warmte, want, men weet, dat in een afgesloten ruimte de verdamping ophoudt als de ruimte verzadigd is met. waterdamp. Het spreekt vanzelf, dat men de planten desniettegenstaande goed in het oog moet houden. de richting van het kijkgat en het meisje uitte een kreet van pijn. Een kogel uit Helstons revolver, die met den loop door het kijkgat stak, had haar in den schou der getroffen. Door de pijn, gevoegd bij de vreeselijke opwinding en den hevigen angst om Barnard, viel ze flauw. Intusschen stond Helston voor het kijkgat, hij kromp van piin, maar een duivelsch gevoel neutraliseerde die pijn. Vóór hij den loop van zijn revolver door het gat stak, had hij natuurlijk eerst gekeken waar Barnard was om beter op hem te kunnen mikken. De veroordeelde stond toen dicht bij het luik. Hel ston hief zijn arm op om het pistool in de juiste fich- ting te brengen. Hij was vreeselijk zenuwachtig en of schoon het heel gemakkelijk scheen om den loop door het gat te steken, gelukte het hem toch pas na twee of drie vergeefsche pogingen. Toen hij den trekker overhaalde, was Barnard al door het luik verdwenen en Aggy ving het voor hem bestemde schot op. Helston hoorde Aggy's stem en meende, dat het die van Max Barnard was. Hij kon natuurlijk niets zien. „Raak!" mompelde hij met een triomfantelijke glim lach om zijn dunne lippen. „Met nog vijf schoten over hoef ik niet bang te zijn voor dien hond. Ik wil hem wel het hoekje zien omgaan. Ik hoop dat het een lang zame dood zal zijn. Ik zal voor de andere vijf schoten mijn tijd nemen." Voorzichtig sloop de moordenaar naar de deur en voelde naar de grendels. Tot zijn verbazing waren zij terug geschoven. Barnard had ze zoo gelaten toen hij op zoek ging naar den vermeenden detective. „Verduiveld, wat beteekent dat?" mompelde hij. „De ouwe Rag zei me dat hij den vent secuur had opgeslo ten." Hij was zóó bang voor den veroordeelde, hoewel hij toch vast geloofde, dat hij hem met zijn schot onscha delijk hg.d gemaakt, dat hij de eerste seconden de deur niet durfde open doen. Hij vermoedde dat Barnard op hem loerde. Toen. al zijn moed bij elkaar rapende, gooide hij plot seling de deur open met de bedoeling Barnard zoo te overrompelen. Hij deinsde verbaasd terug. Inplaats van den ver oordeelde zag hij Aggy op den vloer liggen. Toen een reeks vloeken en daarna riep hij den ouden Rag. Na eenige oogenblikken kwam de valsche munter ontdaan bü hem. „Zie je dat?" riep Helston Rags arm grijpende. „Die verdoemde dochter van je heeft ons verraden. Wist je niet dat ze in huis was?" „Op m'n woord niet," antwoordde Rag, van het hoofd tot de voeten bevende. „Ilc wist er niks van. Dat zal ik haar betaald zetten, de leugenachtige, gemeene sloerie. Ik heb nooit een cent aan haar gehad." De oude ellendeling liep naar Aggy toe met de be Van de chemische middelen die voor het dooden van bladluizen gebruikt kunnen worden is Calcium- cyanide wel liet gemakkelijkste, het meest afdoende en het goedkoopste. Jammer echter mag dit artikel niet gebruikt worden door iedereen. Wil men van dit middel gebruik maken, dan moet men persé bij een ambtenaar van den PJantenziektenkundigen Dienst terecht komen. De wet schrijft namelijk voor, dat par ticulieren niet mogen wérken met C.yaangassen en toen die wet gemaakt werd was dit betrekkelijk nieuwe product wellicht nog niet bekend; zou men hot vrij willen geven voor de tuinbouwers, dan zou men wellicht die wet moeten veranderen. Iloe het ook zij, liet. middel is afdoende en zeer gemakkelijk en het wordt ook zeer veel gebruikt, vooral in tuin bouwcentra, waar men eén ambtenaar van den Plan- tenziektenkundigen Dienst in de buurt hoeft. Ook in Noordholland raakt men er steeds meer mede bekend. Men kan het alleen in kassen of hakken gebruiken. Bij het gebruik ervan moet mni er echter wel de gelijk aan denken, dat het een middel is, dat niet al leen gevaarlijk kan zijn voor mensrhen of dieren als het niet met de noodige voorzichtigheid wordt gehan teerd, maar, dat men er ook aan denken moet met de luizen niet tegelijk do plan ten te dooden. Men geeft van dit middel heel kleine hoeveelheden cn komt men over die hoeveelheden, dan heeft men spoedig beschadiging van het blad of in het ergste geval gaan de planten dood. We schrijven een beetje uitvoeriger over dit goedje, omdat het zoo eigenaardig is, dat de wet toelaat, dat men het in huis heeft; men mag het dus wel koopen, maar gebruiken mag men het niet. Een zonderlinge toestand, die wellicht nogeens de oor zaak zal zijn, dat er ongelukjes gebeuren, want, zou men een bus van dit goedje hier of daar in een kamertje zetten cn zou die bus eens niet goed ge sloten zijn, dan is het niet onmogelijk dat we er nog eens rare dingen mede beleven; voorzichtigheid is dus altijd wel geraden. Onder de nicotinehoudende fabricaten zijn er vele die min of meer aan te bevelen zijn als luizenbe strijdingsmiddelen. Ook kan men zelf een aftreksel maken van niet te dure tabak of van zgn. tabaksstof in water cn daarmede de planten of boomen spuiten; afspuiten den volgenden dag met gewoon water is meestal wel aan te bevelen. In afgesloten ruimten, als kassen en bakken, kan men tabak verbranden of men kan een nicotinebcvattcnd rookmiddcl aan wenden. Zeepspirifus hebben we v roe ere r reeds besproken. Men gebruike hiervoor 1 toi 2 K.G. zachte zeep cn een L. brandspiritus per 100 L water Hoeveel zeep men gebruiken zal hangt af van het gewas dat men van luizen afhelpen wil; het beste is eerst een proef te nemen met een of een paar planten. St. Pancras. VAN HERWIJNEN. TWEE DOODEN, C.A. TWINTIG GEWONDEN, Plattsburgh (N. York), 22 Juli. In de Clintonge- vangenis te Dannemora zijn ruim 1500 gedetineerden aan het muiten geslagen. Zij wondden twee bewakers staken een werkplaats in brand en trachtten te ont snappen, waarin zij echter niet slaagden, daar 124 ge wapende bewaarders de muiters zoolang in bedwang doeling om haar te slaan, toen hij een bloedvlek op haat; arm zag. Hij deinsde terug. „Zie je dat?" fluisterde hij. „Je hebt op haar gescho ten." „D'r verdiende loon," bromde Helston. „Laten we geen tijd verknoeien aan die meid. Waar is de tabaks zak? Hij heeft hem misschien niet meegenomen." Ze doorzochten koortsachtig 't vertrekje, en toen ze ontdekten, dat r.iet alleen de veroordeelde, maar mét hem het zakje met den diamant hun door de vingers was geglipt stonden ze elkaar luid vloekende aan te staren. „Waar is ie naar toe?" vroeg Helston scherp. „Waar wij hem niet kunnen volgen," antwoordde Rag norsch. „In het kanaal natuurlijk." „Wat nou? Hoever moet ie zwemmen voor ie bij het jaagpad komt?" „We zitten hier zoowat in het midden een kwart mijl nahr eiken kant." „Hij moet toch aan een van de twee kanten eruit ko men," zei Helston snel. „Dat is nogal glad." „Nou, als jij dan naar den eenen kant gaat en ik naar den andere, moeten we hem snappen" De intense opwinding en de ontzaggelijke vernedering en teleurstelling hadden Helston een oogenblik zijn wond en zijn pijn doen vergeten. Maar zulk een ze nuwspanning kon niet lang duren en alle pijn kwam weer met dubbele hevigheid terug. Hij moest dadelijk naar een dokter gaan, maar dat beteekende de kans verliezen om Barnard een kogel door het hoofd te jagen. Hoe lang zou je noodig hebben voor een kwart mijl door het kanaal zwemmen? Een kwartier of een half uur? Nou, misschien zou het niet zoo erg hinderen als zijn gewonde oog dien korten tijd nog verwaarloosd werd. De oude Rag mompelde iets onhoorbaars. Hij was een geslepen ouwe baas en het kwam hem zoo voor of zijn beloofde rijkdom in rook vervlogen was. Wat hem zelf betrof had hij heelemaal geen behoefte om Barnard te verraden en hoewel hij woedend op zijn dochter was, was hij toch om haar te minder geneigd Helston te helpen, maar dat zou hij niet zeggen. „Arijt!" was zijn antwoord. „Als je dat wilt, dan moeten we geen tijd verliezen. Effetjes zien wat je de meid gedaan hebt." Hij boog zich over Aggy heen en zag dat het bloed uit een wond aan den schouder kwam en dat ze niet ernstig gewond was. ..Het zal haar geen kwaad doen als ze hier blijft lig gen," zei hij. Wordt vervolgd.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1929 | | pagina 1