KEG's THEE KEG's KOFFIE Humt» Nitus- COURANT. GEESTELIJK LEVEN. Smetten, DoorziHet) Siukloopen der Huid GRATIS Uitgevers: N.V. v.h. TRAPMN Co., Schagen. Eerste Blad. Voor jonge menschen. B 1 pak Keg's JAVA RIJST (ter waarde van 25 ets.) Vraagt Uwen winkelier! Staatsloterij. Zaterdag 24 Augustus 1929. SCIAGER 72ste Jaargang No. 8516 Dit blad verschijnt viermaal per week: Dinsdag, Woensdag, Donder dag en Zaterdag. Bij inzending tot 's morgens 8 uur, worden Adver- tentiën nog zooveel mogelijk in het eerstuitkomend nummer geplaatst. POSTREKENING No. 23330. INT. TELEF. No. 20. Prijs per 3 maanden fl.G5. Losse nummers 6 cent. ADVERTEN- TIcN van 1 tot 5 regels f 1.10, iedere regel meer 20 cent (bewijsno. inbegrepen). Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend. DIT NUMMER BESTAAT UIT VIER BLADEN. Met eenige aarzeling ga ik dit artil el schrijven; ik heb er ernstig aan gedacht om het ongeschreven te laten en mij met een particulieren brief te richten tot hem, op wiens verzoek ik mij ditmaal wend tot jonge menschen in het bijzonder. Ik heb echter mijn aarzeling overwonnen door te bedenken, dat ik een bewijs van vertrouwen van de zijde van een jongen man niet beter kon toonen te waardeeren dan door te voldoen aan het door hem gedane verzoek. De zaak is deze: iemand van 21-jarigen leeftijd vraagt me iets te schrijven over wat de Duitschers noemen „Sturm und Drang". Hij maakt een lastige periode door, heeft met innerlijke moeilijkheden te kampen. Hij is zijn stuur blijkbaar wat kwijtge raakt. Hij kan tobben over de kleinste nietigheden. En omdat men hem de verzekering heeft gegeven, dat alle jonge menschen zoo iets doormaken, richt hij zich tot mij met 't bovenvermeld verzoek, in de overtuiging, dat ik daardoor hem en anderen tot sleun kan wezen. Het zal me inderdaad verheugen, wanneer dit arti kel iets kan bijdragen om jonge menschen te hel pen om zonder groote geestelijke schade den inder daad zwaren tijd, waarop de jeugdige schrijver doelt, door te maken. Want inderdaad, die zware tijd is er. Wanneer het aantal levensjaren ongeveer zes tien of zeventien is geworden (soms ook reeds eer der) komt er een groote verandering in het leven van den jongen en het meisje. Het is de periode van man- en vróuwwording. Dan wordt men zich zeer sterk van zijn geslacht bewust. In het lichaam gaan krachten gisten, welke de gedachten in een bepaalde richting voeren, de fantasie prikkelen en verlangens tevoorschijn roepen. Deze verlangens, welke niet vervuld worden, brengen vaak een gevoel van onvoldaanheid en onbevredigdheid. Deze ver langens zijn duister en vaag, maar brengen toch on rust in het gemoed en onzekerheid in het leven. Ze zijn het-dikwijls-onbewuste-begeeren naar het an dere geslacht. Wanneer wij, menschen, nog leefden in den toestand der eenvoudige natuurlijkheid, dan zou de moeilijkheid niet zoo groot zijn, dan zou de lijfsbegeerte drijven tot hare vervuiling en daarin bevrediging vinden en het evenwicht zou niet ver stoord worden in den mensch. Maar wij zijn geen alléén-natuurlijke menschen meer. In ons is de geest ontwaakt; wij gevoelen te moeten rekenen met zede lijke overwegingen; wij willen boven de alléén natuurlijkheid uitstijgen; wij beseffen dat waarachtig mensch-zijn iets anders is dan dier-zijn en hoe 't verschil juist hierin ligt, dat de lijfsbe geerten komen te staan onder de tucht van den geest. Daarbij komt dat we leven in een wereld, waarin zich in den loop der tijden een bepaalde moraal heeft gevormd, die haar invloed oefent ook op ons. Het gevolg hiervan is, dat er onevenwichtigheid komt in 't jonge menschenleven, waarin de zooeven aangeduide krach,ten beginnen te gisten. De fanta sie begint te werken. In den droom heeft zij vrij spel. Het in den droom doorleefde doet 't verlangen groeien om met volle bewustheid de droomheerlijk- heid als werkelijkheid te leeren kennen. De onmoge lijkheid hiervan door 't verzet van den geest, door den invloed der moraal, door religieuse bezwaren roept een conflict te voorschijn. Dit conflict is van verschillenden aard en hangt samen met het geslacht, waartoe men behoort. Het is, als regel, anders bij den man dan bij de vrouw. Bij den man komt 't gevoel van kracht op, het sterke trekt hem aan. Daarom zien we op den leeftijd van ongeveer 16 tot 21 of 22 jaar hoe jongens de neiging vertoonen om zi^h groot, manhaftig voor te doen. Ze hangen graag den „brani" uit. In hun gesprekken houden zij zich bij voorkeur bezig met groteske da den, zij zijn opschepperig en hebben behagen in woordspelingen, en grappen, die in verband staan met het sexueele leven. Waar zij hun sexueelen drang niet kunnen bevredigen, vinden zij in de woordenkuischheid een zekere voldoening. Bij meisjes komt iets op, wat wij misschien het best kunnen omschrijven als een stil wachten op een vermoed geluk; een ggluk, dat zij niet precies onder woorden vermogen te brengen, maar waaraan zij toch de gedachte verbinden van een zich geheel geven aan hèm; aan hem, voor wien zij eens een groote liefde zullen voelen en zij denken zich die overgave als bedwelmende zaligheid, waarbij alles wordt vergeten. Daar komt bij het onbewust verlan gen in elke vrouw om ééns moeder te worden, moe der van een kind van hem, dien zij liefheeft. En ook zij voelt zich onbevredigd zoo lang zij niet gevonden heeft dien éénen, in wien zij haar ideaal belichaamd ziet. En deze onbevredigdheid openbaart zich bij haar in buien van onbestemde weemoed, in wispelturig heid, in een zoeken naar iets, waardoor zij inhoud aan haar leven denkt en hoopt te geven. Want het ligt in het wezen van de vrouw, dat zij zich wijdt in dienende liefde. Maar ook, als zij een werkkring vindt, zelfs een zoodanigen, die haar gansche per soonlijkheid opeischt, blijft héél in de diepte van haar wezen toch het verlangen sluimeren naar hèrn d.i. naar dien éénen man voor wien zij alles, alles zou willen zijn. En zij zal, vooral wanneer zij nog jong is, een 5nooie, geldelijk voordeelige betrekking opgeven om een leven van zorg te leiden naast hem, in wiens liefde zij -gelooft. Het ligt voor de hand dat deze periode in het jonge menschenleven haar eigenaardige bezwaren en gevaren met zich brengt. Weinigen zijn er, die dit niet bij ondervinding weten. Hoe kunnen wij die bezwaren overwinnen en die gevaren vermijden? Hier wijs ik allereerst op den grooten zegen van den arbeid. Vooral de jonge mensch heeft behoefte aan bezigheid. Hij moet werk verrichten, waarvoor hij iets gevoelt. Deze arbeid kan lichamelijk en gees telijk zijn, maar eerste vereischte is, dat hij arbeidt met lust en daarvoor is noodig dat hij zoo veel mo gelijk werkt in de richting van eigen aard en aan leg. Niets doen is uit den booze! Verderfelijk is het, zonder slaap in bed te blijven liggen. Ik ben er nog altijd dankbaar voor, dat ik, van mijn vroege jeugd af, van mijn ouders heb ge leerd om, zoodra ik, wakker werd des morgens, on middellijk op te staan. Hoe herinner ik me nog, dat mijn moeder me altijd zeide, „het bed is om te sla pen, niet om wakker te liggen en te luieren". Zij had er aan toe kunnen voegen: en niet om onreine gedachten te koesteren. Er zit een schat van wijsheid in die oud-IIolland- sche spreuk: ledigheid is des duivels oorkussen. Daarom is het zoo jammer, dat onze opvoeding ten opzichte van de jongens m.i lijdt aan het gebrek, dat zij geen handwerken leeren. Ik zou wenschen, dat zij, evenals de meisjes, dit leerden en dat men eindelijk eens ging begrijpên, hoe dwaas het is om dit voor jongens als minderwaardig en belachelijk te qualificeeren. Zoolang dit echter gebeurt, is hst gewenscht dat jongens dan tenminste iets anders- Ie éren, b.v. figuurzagen, houtsnijden, timmeren. Natuurlijk moet er ook ontspanning zijn. Deze is te zoeken in sport en openluchtspelen. Daarnaast kan de natuur, indien den jongen menschen gewezen wordt op haar schoonheid en haar geheimen, een bron worden van ongekend genot. Zelfs een kleine tuin kan reeds zoo veel doen. Wie met toewijding en liefde zijn planten verzorgt, zijn bloemen kweekt, zijn zaad wint, weert in zich zelf verkesrde gedach ten, omdat hij met zijn gansche ziel bij het werk is en de vreugde smaakt van zijn werk te zien beloond door de kleurenpracht van zijn paradijsje. Dit alles is echter niet voldoende, althans voor de meesten niet. Daar zijn er, die niet gevoelen voor sport, nóch voor vrijen arbeid: hun liefhebberij is b.v. de lectuur. Welnu, ook deze heeft haar groote waarde. Maar dan moet die lectuur met zorg wor den gekozen. Daar zijn boeken, die een verderfelijken invloed kunnen hebben, doordat zij verkeerde ge dachten oproepen. Er wordt soms gelezen met de be doeling sexueel te worden geprikkeld. Dan wordt het gemoed vergiftigd en de fantasie op den verkeerden weg gebracht. Het zegenrijkst zijn boeken, die ons doen meeleven met sterke karakters, met verheven geesten. Of boeken, die onzen gezichtskring verrui men en ons denken prikkelen, die ons doen peinzen over de raadselen des levens, die wijding brengen over onze zielen. Daarom heb ik onlangs met zoo veel liefde gewezen op het prachtige boekje van J. Mathijs Acket. Het is niet in woorden uit te drukken wat van zulk een boekje uitgaat. Daardoor wordt die echte vroomheid aangekweekt, welke de groote kracht is van den zedelijken mensch. Bovenal is niet te vergeten de ontzaglijke waarde van gezond idealisme. Laat de jeugd gerust wat overmoedig zijn, laat zij leven in de verbeelding, in een ommezientje de wereld te zullen herscheppen. Ik heb er vollen vrede mede. Als zij maar idealen heeft! Geen beter middel haast is denkbaar tegen de Vanaf Maandag 19 f.m. Zaterdag 31 Aug. 1929 ontvangt iedere kooper van 2 ons Keg's Thee en 1 halfpondsp. Keg's Koffie daarbij if i i II H ili iiii Illlifl II IéBHiH—II I' iiII ii III I i i KEG's Thee in prijzen van 48, 42, 39^ 37, 32 en 25 ct. p. ons KEG's KOFFIE in prijzen v. 75, 65,60,55,50 en 45 ct. p.1 /2 pond KEG's Zelfrijzend Bakmeel KEG's 3 Minuten Havermout KEG's Javarijst KEG's Griesmeel per pak 20 per pondspak 25 25 22'/2 onbevredigdheid, de moedeloosheid, dan 't verlangen om met frisschen moed in die wereld op te treden tegen al wat door de jeugd wordt beschouwd als on rechtvaardig, liefdeloos, hard, wreed, ruw. Daarin komt dan tot uiting iets van de krachten, die in haar gisten en een uitweg zoeken. Ik 'houd van jonge menschen, die zich werkelijk jong voelen, vol bruischende levenskracht en die daarom lust hebben in hun arbeid. Daarom is 't me altijd een vreugde als ik bij dien arbeid hun lied hoor schallen. Het is me een bewijs dat zij werken mot plezier. Het is een gezonde gebruikmaking van de kracht, die zich uiten moet. Maar ik houd ook van jonge menschen, die zich opmaken ten strijde. En ziet: hunne oogen stralen van geestdrift, hun houding is fier en hoog richten zij op hun banier. Daarin vindt óók hun kracht een gezonden uitweg. Want in dien strijd worden hunne gedachten bepaald bij ideëele dingen, die somber heid en onbevredigdheid tot een minimum beperken, zoolang niet het oogenblik is gekomen, waarop een zuivere, groote, waarachtige liefde de ziel vervult cn door haar wijdinig de lijfsbegeerte heiligt. ASTOR. Aan v. R. te A. Aardig dat ge mij hebt geschreven. Natuurlijk ben ik het met je eens. Maar dit te zeggen lag buiten het kader van 't artikel. Ik zal nog wel eens gelegenheid krijgen daarover te schrijven. Saluut! Trekking van Woensdag 21 Augustus 1929. 3de Klasse 3de Lijst No. 8856 met f 1000. Nos. 9102 16992 19383 met f 400. No. 1181 met f 200. Nos. 1654 3076 10641 12723 18303 20067 met f 100. Prijzen van f 45. 20 82 92 93 239 246 338 346 348 368 531 600 601 604 609 636 644 653 706 708 729 787 809 827 865 868 871 876 880 893 901 953 962 1024 1029 1035 1043 1071 1126 1130 1132 1170 1202 1225 1451 1507 1544 1551 1863 1872 1918 1942 2346 2357 2387 2486 2731 2753 2765 2766 3013 3111 3136 3207 3363 3369 3371 3379 3590 3600 3664 3665 3759 3775 3880 3898 4121 4154 4156 4164 4357 4381 4481 4499 4620 4682 4756 4762 4945 4959 4967 5132 5344 5354 5413 5474 5605 5672 5707 5948 6335 6341 6372 6385 6496 6645 6663 6665 7018 7033 7070 7090 7363 7370 7403 7468 7782 7788 7837 7944 8198 8203 8204 8264 8454 8468 8521 8729 8827 8829 8930 8951 9590 9605 9639 9666 9903 9913 9980 10043 10123 10147 10198 10237 10445 10455 10567 10574 10807 10812 10822 10835 10976 10995 11025 11129 11335 11384 11412 11499 11742 11787 11831 11845 12195 12298 12332 12370 12502 12639 12688 12698 12935 12936 12940 12946 13229 13316 13317 13360 13570 13597 13642 13671 13916 14102 14103 14155 14295 14466 14481 14491 14588 14637 14653 14686 14961 14969 14981 15006 15100 15102 15116 15120 15373 15402 15409 15413 15594 15674 15681 15756 15897 15960 15992 16009 16165 16198 16235 16411 16716 16897 16928 16963 17229 17350 17404 17468 17769 17849 17852 17886 18208 18227 18240 18274 18557 18605 18647 18688 18910 18951 19006 19039 19207 19273 19274 19357 19772 19793 19854 19980 20109 20163 20226 20278 20446 20498 20527 20599 20741 20763 20772 20803 20977 1276 1348 1362 1388 1678 1706 1719 1736 1983 2006 2225 2265 2521 2549 2585 2674 2834 2869 2884 2983 3215 3232 3240 3330 3385 3412 3480 3531 3667 3699 3702 3703 3924 4007 4050 4074 4217 4227 4257 4329 4502 4545 4568 4576 4774 4812 4835 4901 5140 5168 5179 5212 5504 5533 5558 5566 6185 6199 6289 6321 6398 6421 6425 6433 6728 6803 6969 6998 7109 7136 7210 7265 7479 7483 7544 7701 7964 8028 8094 8122 8311 8336 8417 8430 8757 8764 8793 8806 9126 9134 9149 9194 9810 9849 9850 9881 10046 10056 10063 10101 10258 10346 10423 10435 10597 10676 10680 10686 10841 10842 10861 10929 11217 11234 11256 11291 11548 11585 11595 11716 11930 11937 11975 12035 12444 12471 12480 12494 12738 12742 12785 12810 12994 13106 13185 13199 13369 13453 13513 13551 13799 13855 13884 13892 14186 14219 14221 14260 14493 14525 14576 14584 14702 14860 14871 14916 15012 15065 15083 15092 15146 15172 15225 15382 15430 15460 15525 15527 15791 15822 15854 15862 16014 16034 16120 16164 16543 16590 16634 16667 17107 17173 17197 17206 '17493 17676 17705 17753 17971 18025 18043 18160 18307 18380 18448 18472 18797 18816 18843 18882 19081 19087 19141 19161 19467 19500 19618 19650 19989 19991 20051 20077 20322 20367 20369 20404 20604 20645 20684 20702 20837 20853 20908 20963

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1929 | | pagina 1