1928 31 Augustus 1929. Een jaar van Koninklijken arbeid HM. de Koningin te Amsterdam tijdens het bezoek van H.M. Koningin-Moeder aan de hoofdstad. H.M. de Koningin en Z.K.H. Prins Hendrik bij hun bezoek aan Amsterdam. haar deelneming getuigenis wil komen afleggen, als rampen het land treffen. Dan vooral weet haar volk haar te eeren, als zi] tracht den nood te lenigen. Een Koninklijk voorbeeld heeft onze vorstin ook daarin gegeven en dat weet het Nederlandsche volk te waardeeren. En al uiten wij. Hollanders, die waardeering niet altijd In woorden en enthousiasme, we doen het mooier, door daden. Holland is een land van de daad. Dat is een lof, waar iedere natie trotsch op zou willen gaan, want daden zeggen meer dan woorden. Deze illustratie-pagina, te midden waarvan de beeltenis van H. M., wil niet de pretentie dragen, volledig te zijn. Ze wil sléchts een grëep doen uit het afgeloopen jaar van Koninklijken arbeid, dat thans besloten wordt en brengt nog even in herinnering verschillende gelegenheden, waarbij H. M. de Koningin in het openbaar optrad. Onder Koninklijke hoede veilig en bewust van de waarde van een jaar van Koninklijken arbeid gaat Nederland voor waarts, steeds groeiend in nationale en internationale be- teekenis, omdat „onze" Koningin aan het hoofd staat. Bij een èenvoudigen gelukwenscb mag de vreugde en dankbaarheid hierover niet blijven. Ze moet in daden wor den omgezet Dat zal de grootste belooning zijn voor het Koninklijk wérk van Koningin Wllhelmina, naar wie onze eerbiedige gdükwenschen in deze uren uitgaan. De Koninklijke Fa milie op het Malie- veld te Den Haag bij het eeuwfeest der regimenten Grena diers en Jagers. Het bezoek van H.M. de Koningin aan de ruïne van het stad huis te L/tiden na den ernstigen brand. m J HM. de Kóningin bij haar bezoek aan Hr. Ms. .JDè Ruyter". De Koningin verlaat de commandobrug na de De opening der Staten-Generaal. HM. de Koningin verlaat de Ridderzaal na het uitspreken van de Troonrede inspectie. HM. de Koningin tijdens het bezoek aan de Volks tuintjes bij den Zuidelijken Wandelweg te Amsterdam. HM. bezichtigt, het rotspark. H.M. Koningin Wilhelmina, en Z.KH. Prins Hendrik. plicht heeft gemaakt, piee te leven met haar volk, te'luisteren naar zijn wenschen, te helpen, waar haar hulp gevraagd Wordt, te troosten, waar droefheid gédragen wordt, Zich te verheugen, als er reden tot .blijdschap is, maar ook te be sturen met onwrikbare hand, wanneer haar majestatische waardigheid als koningin dit eischt. Te weten, dat onze Koningin medeleeft met haar volk, geeft een zekerheid, dat de belangen.van land en onderdanen in veilige handen zijn, in handen van eene, die weet wat regeeren is en die-een suprème opvatting van haar taak hul digt. De uitvoering van die taak treedt niet altijd naar buiten. Bijna nooit neemt de groote massa daarvan kènnis. Slechts den ingewijden is het gegeven te weten wat de Koninklijke arbeid omvat. De regeeringstaak van onze vorstinne is er niet eene, van uiterlijk vertoon, doch van arbeid temidden harer raads lieden, die haar met hun kennis terzijde staan. Slechts dan zien wij haar, wanneer het afleggen van een bezoek haar optreden in het openbaar vraagt, of wanneer zij'zelf van- Bezoek aan Groningen bij gelegenheid der Studenten lustrumfeesten. Een jaar van Koninklijken arbeid ligt weer besloten in het tijdvak van den 31 sten Augustus 1928 tot den Koninginne dag van het huidige jaar. Typisch woord, echt Nederlandsch, dat „Koninginnedag". Maar juist omdat het zoo echt karakteristiek Hollandsch is, heeft „Koninginnedag" bij ons volk ook zulk een geheel apart cachet gekregen. En is dat te verwonderen? We voelen het direct aan. Het is de dag van „onze" koningin. „Onze", zeggen we met nadruk. Want Nederland heeft een uitzonderingspositie in dit opzicht tegenover andere Europeesche naties en kan er trotsch op gaan, door een vrouw geregeerd te worden. Door een vrouw, wier ka rakter gevormd is met liefdevolle maar gestrengeen zich van groote verantwoordelijkheid bewuste leiding; door een vrouw, voor wie elk rechtgeaard vaderlander een plaatsje in het hart heeft ingeruimd, voor wie niemand onverschillig blijft, omdat zij niet boven, maar temidden van haar volk regeert en er een eer in stelt die taak tot in alle onderdeden te vervullen. Als Koningin Wilhelmina komt, staat stad en land in feestgloed, gaat de Oranjejubel in top, tegelijk met de onvolprezen vaderlandsche driekleur. Iedere Koninginnedag is een nieuwe ongezochte gdegen heid o& dien geestdrift te hernieuwen. Maar dan ook op een echt Hollandsche karakteristieke manier, want we eeren haar, die het zich tot allerduursten

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1929 | | pagina 12