De Wereldreis van Dicky en Dirrekie Durf
EVENTJES DENKEN.
VOOR ONZE SCHAKERS.
VOOR ONZE DAMMERS.
m
m
WETENSWAARDIGHEDEN.
Vraagstuk No. 402.
Vraagstuk No. 403.
Vraagstuk No. 404.
Vraagstuk No. 405.
B
H
gil
11
m
In
p
m
13
18
m
m
Hf
m
8
H
B
Hf
ui
n
18
B
SS?
fjf
m
8
s
41
ÜI
H
8
Hf
Hl
46
B
11
in
50
WARE WOORDEN.
gegeven." „Maar die man Is eerlijk, hij zal mfl de paar
den leveren of wel het geld terugbrengen." Lopez ant
woordde toen: „Dan zal Ik uw naam doorstreepen en
zijn naam er voor in de plaats zetten."
Een andere nar maakte den Koning kwaad door een
te vrijmoedig antwoord. De Koning zette toen een paar
flinke dienstboden aan de deur, om de wacht te houden,
met de opdracht, om flink op den nar los te slaan, zoo-
dra deze de poort inkwam. De grappenmaker bemerkte
echter spoedig, toen hij de dames daar zag staan, dat
er onraad was. „Dames," zei hij, „ik heb geen bezwaar
tegen die afranseling, op voorwaarde, dat degene, die
ik het laatste zal zoenen, mij het eerste zal slaan." De
vrouwen keken elkaar vragend aan, en van dat oogen-
blik maakte de nar gebruik om vlug de deur in te glip
pen, zoodat hij er zonder pak slaag afkwam.
In Engeland stond de nar Owen Tudor, door zijn
geestigheid hoog aangeschreven bij Koning Hendrik V,
en later door zijn knap mannelijk uiterlijk bij de we
duwe van den koning, de jonge Catharina van Valois,
■waarom hij met haar in het huwelijk zou treden. Eerst
moet er echter een onderzoek naar zijn afkomst worden
Ingesteld. De afgevaardigde vond zijn moeder in zijn
geboorteland Wales. Zij zat op een bank met een haring
op haar knie, welke zij aan het opeten was, terwijl zij
een troep geitebokken oppaste. Het verslag van den
gezant luidde onder toezicht van Owen Tudor als volgt:
„Wij hebben haar gevonden in een groote zaal met een
blauw gewelf, temidden van krijgshaftige gezellen met
omhoog stekende speren, zij at van een tafel welke zij
voor geen geld van de wereld af zou willen staan." Het
huwelijk werd bevestigd en de nakomelingen van Owen
Tudor bestegen later den troon van Engeland.
Wij zullen hier niet spreken over Peter de Groote,
die zelf dolle fratsen uithaalde; men denke o.a. aan de
afdruk van de pruik van zijn buurman om zijn eigen
hoofd te bedekken.
Czarlna Elisabeth was in de zaal aan het dansen, toen
haar grootkanselier Besterchef haar een document ter
onderteekening aanbood; de man bleef achter haar
aanloopen, en smeekte haar het stuk toch te teekenen,
totdat de czarina ten slotte onder een onbedaarlijk
lachen toegaf.
Killigrew die eerst in dienst was bij Karei de I (om
streeks 1649) daarna tijdens diens ballingschap, en later,
na de troonbestijging bij Karei II, veroorloofde zich
een groote vrijmoedigheid. Dat Karei n meer aan zijn
eigen genoegen dacht, dan aan de belangen van Enge
land is een welbekend feit. Op zekeren dag had Killi
grew zich in pelgrimgewaad en een staf in de hand
aan den Koning vertoond. „Waarheen?" vroeg de ko
ning. „Naar de hel om den duivel te verzoeken Crom-
well terug te sturen om voor de belangen van Engeland
te zorgen, daar zijn opvolger te zeer bezig is met andere
dingen." Bij een andere gelegenheid had bij het gewaagd
te zeggen: „De toestand van Engeland is hachelijk,
maar daar is wel raad voor te vinden, als..." „Als?".
„Ik ken een goeden bekwamen kerel, die, als Uwe Ma
jesteit hem gebruiken wil, alles weer spoedig in orde
zal brengen." „Wie is dat?" „Wel, Karei Stuart, die nu
zijn tijd en verstand voor allerlei andere dingen ge
bruikt, maar als Uwe Majesteit hem aan het werk zou
zetten..." Ook deze wijze woorden mochten Diet baten...
Is het U bekend:
dat tot eind Augustus de zomer van 1929 in West-
Europa het zonnigste seizoen is geweest sedert 18 ja
ren?
dat het gebruik van fietsen nog steeds toeneemt?
dat er in Amerika 2000 luchthavens of landingster
reinen zijn?
d a t de eerste soort v*in stenographie (snelschrift) ge
patenteerd werd in het jaar 1568 door een Britsch dok
ter, Timothy Briglit?
dat de onlangs in de Westminster kathedraal te
Londen aangebrachte lift de hoogste en snelste van
Europa is?
dat deze de bezoekers in 32 seconden tot een hoogte
van 62 meter brengt?
dat men van den top van deze kathedraal heel Lon
den kan overzien.
dat S Engelsche vorsten, Hendrik m, George III en
Koningin Victoria langer dan een halve eeuw regeer
den?
DE MIDDELSTE.
Negen centen worden op tafel gelegd volgens onder
staand figuur.
O O O
O O O
O O O
Gevraagd wordt om de middelste weg te nemen uit
het midden, zonder het geldstuk op eenigerlei wijze aan
te raken; dus het gebruik van handen, noch eenig
voorwerp, wat dan ook, is toegestaan. Wegblazen, ge
steld dat zulks door een of anderen sterken blazer
mogelijk is, wordt niet toegestaan.
Hoe dus deze puzzle op te lossen?
DE PIENTERE HOTELIER.
Het hotel-restaurant „Schijn Bedriegt" in het provin
ciestadje P., genoot een groote bekendheid en wel
doordat de eigenaar daarvan de gewoonte had om met
zeer veel tact aan zijn diners een weelderig aanzien
te geven en alzoo bij zijn gasten buitengewone ver
wachtingen te wekken, waaraan het middagmaal zelf
evenwel maar al te dikwijls in het geheel niet beant
woordde. Hij vergenoegde zich niet alleen met op het
sneeuw-witte tafellaken groote tuilen papieren bloemen
te plaatsen, doch hij wist ook met veel smaak en gevoel
voor symmetrie heerlijk-uitziende kartonnen pasteitjes
en fruit van geschilderd porcelein op tafel te rang
schikken.
Ook vele flesschen wijn stonden op de tafel en brach
ten de gasten in den waan, dat zij zich naar hartelust
zouden kunnen te goed doen, maar ook in dit opzicht
was onze waard zeer slim, want hij schikte met veel
kunst de half ledige of geheel ledige flesschen tusschen
de volle door, zpodat de aanzittenden ten slotte geheel
in het onzekere waren omtrent de hoeveelheid wijn,
die zij gebruikt hadden.
Stel, dat de hotelier 21 flesschen had, waarvan er 7
vol, 7 half vol en 7 geheel ledig waren, die hij over drie
tafels moest verdeelen, op welke wijze moest hij de
flesschen dan rangschikken om op elke tafel evenveel
flesschen aanwezig te doen zijn?
OPLOSSINGEN DER PUZZLES
Nos. 390 en 391.
No. 390. DE T O O VERRUIT.
De tooverruit was niet zoo lastig op te lossen als zij
wel leek. Door systematisch zoeken kan men zelfs vrij
spoedig tot resultaten komen. Doch we zullen weer
eens aantoonen, h oe men ook door logisch redeneeren
de oplossing kan vinden. De ruiten moesten de nummers
dragen van 1 tot en met 9, terwijl iedere rij 15 tot som
moest geven. De som der cijfers van 1 tot en met 9
45. Er zijn feitelijk 3 rijen waarin ieder cijfer één
maal voorkomt en dan niet meer in de twee andere
rijen, zoodat dus de cijfers in die 3 rijen te samen (laten
we de rijen AHG, BFK en CDE noemen) 45 tot som
dienen te hebben.
ABC
H K D
G F E
De vraag is nu de ruiten zoodanig te nummeren, dal
de som van de nummers van iedere rij gelijk is. Wij
kunnen dit bereiken door de volgende berekening:
AKEenBKFenCKGenDKH
AenBenCenD enEenFenGenHen (4 X K)60
AenBenCenDenEenFenGenH=45
ergo is 3XK=15
en is K= 5
De rijen die over het middelpunt K moeten gaan
vormen dus altijd 5+10. Dit is te bereiken met de
volgende cijfergroepen: 1 en 9 2 en 8; 3 en 7 en 4 en 6.
Een randrij vormt echter eveneens 15, hetwelk samen
gesteld kan worden door 2 even en 1 oneven cijfer (3
oneven cijfers is uitgesloten daar we slecht de beschik
king hebben over 2 paar oneven cijfers).
ABC en CDE en EFG en AHG bestaat uit 4X(2 even
en 1 oneven cijfer) 8 even en 4 oneven cijfers. Alleen
de A? CE en G komen dus dubbel voor, zoodat deze dus
met de 4 even getallen, waarover we beschikken, ge
vormd moeten worden. 1 en 9 kunnen dus b.v. geplaatst
worden op resp. D en H (bij plaatsing op H? D? B? F
of F, B blijft de verdere oplossing in principe hetzelfde,
alleen ontstaan dan de z.g. spiegelbeeld-oplossingen).
A en H en G moet thans 15 vormen, waarvoor we nog
ter beschikking hebben 2 en 8, 3 en 7 en 4 en 6. Daar
H reeds 9 is moet in totaal dus voor die 2 ruiten A en
G nog slechts 6 worden bijgevoegd. Dit kan alleen ge
vormd worden uit 2 en 4. We plaatsen dus 2 op A en 4
op G (of omgekeerd). Tegenover A kan nu alleen 8
komen, om te samen daarmede 10 te vormen. E is dus
8, terwijl tegenover G (4) dan 6 (=C) komt B en F
worden dan gevormd door de overblijvende 3 en 7,
waarmede dan de oplossing dezer tooverruit door logi
sche redeneering is verkregen!!
No. 391. EEN GEHEIMZINNIG VERMENIG-
VULDIGGETAL.
Het vermenigvuldiggetal is 37, dat op de voorgestelde
wijze vermenigvuldigd, de volgende typische uitkomsten
oplevert.
3 X 37=111 12X 37=444 21X37=777
6 X 37=222 15 X 37 =555 24 X 37=888
9 X 37 =333 18X 37 =666 27 X 37 =999
van Henri Rinck.
Zwart: 3.
ede
Wit: 4.
De diagramstand behoort te lulden: Wit Kc8, Pc2, Le5
en eempion op h3. Zwart Ka7, en twee pionnen op d2
en f4. Wit speelt en forceert de winst.
OPLOSSING PROBLEEM No. 392,
van Henri Rinck.
De diagramstand was: Wit Kei, Db7 en een P op e7.
Zwart Kd3 en een Dd8. Wit speelt hier als volgt om de
winst te kunnen forceeren: Db7b3, zwart Kd3e4;
Kei—e2, Ke4—f4; Db3—f3, Kf4—g5; Df3—f5; Kg5—h4;
Pe7g6, Kh4g3; Df5—f3, Kg3—h2; Pg6—e5, Dd8—e7—
e8; Kflf2 en wint. Speelt zwart bij den zevenden zet
daarentegen Kh2gl dan verloopt het spel verder als
volgt: wit dan Df3—g3, Kgl—hl; Dg3—h3, Khl—gl;
en Pe5f3 met mat!! Een zeer mooi en uiterst leerzaam
eindspel.
van H. J. A. van Gelder, Rotterdam.
1
5
6
10
11
15
16
20
21
25
26
30
31
35
36
40
45
Wit: 3.
De diagramstand in cijfers moet zijn: Zwart twee
schijven op 14 en 37. Wit twee schijven op 13 en 34,
met een dam op 36. Wit speelt en forceert op fraaie
wijze de winst.
OPOSSING PROBLEEM No. 393,
van P. K1 e u t e Jr., Den Haag.
De diagramstand in cijfers: Zwart 7 sch. op 7, 8, 12, 19,
2325 en een dam op 15. Wit 11 sch. op 21, 28, 30—
33, 35, 37, en 4143. Wit speelt achtereenvolgens 33—
29!, 32—27, 27 X 29!, 30—24 en 24X22. Eer keurig meer-
slag-probleem.
HET ERGSTE.
(Jugend).
mevrouw
Ik geloof, dat de man van
Meyer verdrinkt.
Hoe vreeselijk weduwe te zijn voordat
men gescheiden is
Goed willen is goed kunnen.
o
Leer uw zoon tien procent van wat hij verdient, te
sparen. Deze gewoonte zal hem meer geluk geven, dan
de grootste bezitting, die u hem zou kunnen nalaten.
o
Laten wij ons-zelven zijn, dat is het eenige middel
om iets te wezen.
De hoop der onsterfelijkheid rust op de onsterfelijk
heid der hoop.
o
Volmaaktheid wordt misschien nooit bereikt, maar
het loont de moeite te trachten haar te bereiken.
o
Indien de mensch beleedigingen even spoedig vergat
alp de weldaden zou er minder vijandschap In de we
reld zijn.
o
Het slechtste egoisme is dat, hetwelk nog niet eens
zoozeer het eigen voordeel zoekt als wel het nadeel van
anderen.
Intussohen nadert de auto van Gerrit, Dlcky en
Dirrekie in volle vaart het kanaal. De brug staat nog
open, maar Gerrit vermindert zijn snelheid niet. Dir
rekie wordt er angstig van. Zie je niet, dat je stop
pen moet, roept ze... Of wil je misschien het water
inrijden? Kemme niks bomme, antwoordt Gerrit on
verstoorbaar. As 'k er niet aufer ken, dan maar d'r
onder door... Maar hoe wil je dat dan doen? bibbert
Dirrekie. En zelfs Dicky wordt wat bang. Hij zegt:
Langzamer een beetje, Gerrit, anders komen er stukken
van... Maar, er komen geen stukken. Want de brug
wachter heeft niet alleen zijn pijp laten vallen, ook den
slinger van de brug heeft hij laten schieten. Bom... vlak
voor de auto slaat het gevaarte neer met een slag,
waarvan de spreeuwen in de boomen schrikken. Ook
Dirrekie geeft een gil, maar Gerrit zegt ijskoud: Sie
je wel, juffie Durfniet, dat j'em weer geknepe hep voor
niks... Een seconde later suist de auto vlak voorbij
den brugwachter, die nog niet eens van de eerste schrik
bekomen was. Wat een halve garen zijn er toch
tegenwoordig, zucht Gijs. En hij gaat mistroostig een
nieuwe Gouwenaar koopen.
Nu kan de achtervolging pas goed beginnen! Want
er komt een lang eind vlakke weg, die zoetjesaan wat
begint te stijgen. Simon Swaantjesjager denkt: Zie
zoo, nu zal ik hem eens even raken. Die smeris zal
m ij niet inhalen, daar krijgt hij gewoon de kans niet
voor. Maar ook Budovicus Lenigheid geeft hem eens
even van katoen. Zóó hard kan Simon niet voortjagen
of de diender houdt hem bij. Alleen, het is niet genoeg.
Hij moet hem ook inhalen en dat wil maar niet luk
ken. Hoe zijn motor ook voortsuist, Simon's auto blijft
evenveel voor. Een heel eind verder komt Gerrit aan
razen. 't Is of hij diender Ludovlcus Lenigheid achterna
zet, maar dat is toch de bedoeling niet. Gerrit heeft wel
gezien, dat hij hulp gekregen heeft, maar zijn ijver Is
daardoor niet bekoeld. We motte de boef nog eer te
graze hebbe dan die kerel op z'n stofzuiger, zegt hij tegen
Dicky en Dirrekie. 'k Ferlang ernaor om persoonlijk
met 'm kennis te maoke... Vraag je dan hoe het
met hem gaat? informeert Dicky nieuwsgierig. Nou
en of, bromt Gerrit 'k sel het 'em auk late voelen,
hoe het met hem gaot... Reken maor van yes!
Dan moeten we hem toch eerst hebben, brengt Dirre
kie in 't midden. Ja, dat is waar. Gerrit buigt zich
voorover en zet zijn motor nog meer aan... De auto
vliegt nu zoo snel, dat ze den weg nauwelijks schijnt
te raken...