Raad Sint Pancras. Een voetreis door Albanië. Binnenlandsch Nieuws. 1 DE AFSCHUWELIJKE MOORD IN DE RESIDENTIE Gemengd Nieuws. Wederom een bomaanslag te Luneburg. DE VERDACHTE BLIJFT HARDNEKKIG ONTKENNEN. Toestand van de gewonde halshondster naar omstandigheden goed. Omtrent den afschuwelijken roofmoord aan het Be- zuidenhout in Den Haag (zie ook 1e voorpagina van het Derde Blad), worden nog de volgende bijzonderhe den gemeld: De verdachte. De als verdacht aangehoudene is de 45-jarige W. Kr. v. d. M., geboren te Doniawerstal, in Friesland Tot 4 5 jaar geleden was hij stationschef te Hoo- geveen, uit welke functie hij is ontslagen. De laatste jaren leefde hij van de hand in den tand; o a. werkte hij af en toe voor de z.g. Schrijfkamer, een instelling die werklooze personen aan schrijfwerk helpt. Zoo als bekend is, werd hij door de politie gezocht in verband met een diefstal van ongeveer f 100. De verdachte blijft pertinent ontkennen; hij wei gert alle inlichtingen aan politie en justitie over al les wat met het misdrijf verband kan houden. De man wordt echter positief herkend door de huis houdster mej. H. en ook door de trambeambten, die hem uit het huis hebben zien komen en die hem daarna hebben achtervolgd en aangehouden. Er moet zijn komen vast te staan, dat de verdach te met de familierelatie van db vermoorde vrouw D., die een vermogende vrouw was, op de hoogte was. Bij het geheele verhoor door de politie-autoriteiten en het parket bleef de verdachte een cynische hou ding aannemen. Het onderzoek. 1 t Over het onderzoek in de woning wordt nader ge meld dat het parket tot half vijf n.m. daar aanwezig is geweest. Ruim vijf uur werd de verdachte, met de handen op den rug geboeid, naar buiten geleid en onmiddellijk per gewonen auto onder bewaking van drie rechercheurs naar het hoofdbureau van po litie aan het Alexanderveld overgebracht en daar weer in bewaring gesteld. De verdachte zag er zeer vermoeid en bleek uit. j Nader wordt nog gemeld: t\ Het ie gisteren vrijwel den geheelen dag in de om geving van het huis aan den Bezuidenhoutschen weg, waarin zich Donderdagnamiddag het moorddrama heeft afgespeeld, druk geweest. Eenige politie-agenten zorg den, dat de nieuwsgierigen op een behoorlijken afstand bleven. Den geheelen middag is het onderzoek in het huis aan den Bezuidenhoutschen weg voortgezet Eerst DE EERSTE INDRUKKEN EN DE ALBANEESCHE HOOFDSTAD. DE BRIEF, DIE NIET AAN KWAM. IN MOEILIJKHEDEN. DE BEMOEDIGENDE OPVATTING VAN DEN DEENSCHEN ZEEMAN. (Particuliere correspondentie.) TIRANE, Juli 1929. Het was Zaterdagsmorgens niet te vroeg, toen we ons opmaakten de laatste tien kilometer tot Tirane af te leggen; niet te vroeg, omdat we er aan wilden komen ais het postkantoor reeds geopend zou zijn om er mijn verwachten aangeteekenden brief „poste restante" in ontvangst te nemen, een brief met dollarbiljetten. De eerste Indruk vaen Tirane was zeer gunstig. Men komt de stad binnen langs een breeden boulevard, waar boven groote electrische booglampen hangen. Terzijde van den boulevard staan vele nieuwe gebouwen, nieuw gebouwde departementsgebouwen, die in al hun eenvoud smaakvol van architectuur zijn, nieuwe vila's, maar ook nog lage, kleine huisjes, die op den duur natuurlijk zullen verdwijnen. Er was zeer veel verkeer, voorname lijk ln de richting naar de stad, meest boeren met lastdieren, ook wel, maar zeldzamer, met ossenwagens, die hun groenten en vruchten naar de stad brachten. Vele boeren hadden zich voor deze gelegenheid in hun feestkleed gestoken en droegen over hun helder wit hemd met rooden gordel een zwart vest met korte mouwen, langs den hals en op de schouders Versierd met bont, terwijl aan de rugzijde lange, zwarte franje hing, een wel zeer warme dracht ln den feilen Alba- neeschen zomertijd. Politie-agenten in nette blauwe, i andere met khaki-kleurige uniformen en tropenhelmen, hielden toezicht en regelden het verkeer. 1 De boulevard, waarlangs men de stad binnenkomt, mondt uit op een plein, met aan de eene zijde tamelijk moderne huizen, waaronder eenige hotels. Aan de ande re zijde zijn reeds enkele nieuwe gebouwen, een villa, een kazerne, iets achteraf het parlementsgebouw, klein en bescheiden, ontstaan; in het midden van het plein is nog een groot, onbestraat gedeelte. Dit alles ziet er Jiiet veel anders uit dan de buitenwijk van een Euro- peesohe stad, die zich uitbreidt, doch er is ook een oude „dzjamia" (klemtoon op de eerste lettergreep), ©en moekee, gevoelig van lijn, met een slanke, blanke minaret Europeesch gekleede menschen gaan hier rond tusschen een publiek, dat bont ls door de verschillende kleeding, want de drachten der verschillende streken in Albanië wijken sterk van elkander af. Den weg naar het postkantoor wist mijn reismakker reeds van zijn vergeefschen tocht den vorigen dag en we gingen door een winkelstraat met lage huisjes. Hier trokken vooral mijn aandacht enkele winkeltjes van Zilversmeden met heerlijk filigrain-werk, prachtig be arbeidde sabels, dolken en pistolen. Opgewekt door wandelden we de levendige, schilderachtige stad met haar bont gewoel. We zouden één of twee nachten in een hotel wonen, ln een bed slapen en dan de marscb door Albanië voortzetten. Tot nu toe was de reis prach tig geweest^ vol afwisseling, zij het zonder groote avon turen. Ach, het groote avontuur wachte ons te Tirane, maar dat wisten we op dat oogenblik nog niet Vol vertrou wen stapten we het postkantoortje binnen, dat een veel minder gunstigen Indruk maakt dan de meeste andere openbare gebouwen der stad. Ik legde aan het loket „poste restante" mijn paspoort voor. Er was niets voor me gekomen. Dat was een slag. We informeerden: voor Maandag kon er niets komen uit West-Europa, daar er vöor dien tijd geen boot uit Italië meer werd verwacht. De post uit Nederland deed er dus blijkbaar veel langer over, dan ik had berekend. Twee dagen moesten we wachten met drie kroon (goed vijftig cent) op zak. Er bleef niets anders over dan een hotel te zoeken, waar men ons oredlet zou willen geven, crediet aan twee reizigers vrijwel zonder bagage, met bestofte kleederen, terwijl van een dier reizigers de sok al door een der schoenen begon te ste ken. Een Nederlandsch of een Deensch consultaat is er niet te Tirnae, dus waren we geheel oj> ons zelf aan gewezen. om vijf uur werd verdachte met een auto der politie, onder geleide van drie rechercheurs, naar het hoofd bureau overgebracht De man maakte den indruk erg vermoeid te zijn. Hij zag zeer bleek. Tot het laatste toe bleef hij ontkennen. Justitie en politie hebben echter voldoende getuigenverklaringen om hem in bewaring te houden. Na afloop van dit verhoor is last gegeven, den ver dachte over te brengen naar het Bezuidenhout, waar ln het pand, waar de moord heeft plaats gehad, het on derzoek verder werd voortgezet De verdachte wenschte aan de politie na zijn aanhou ding zijn naam niet op te geven; sommige leden van het politiekorps kenden hem wel van aanzien. Later kwam een hoofdinspecteur, die vroeger al eens met verdachte te doen had gehad, en deze kon aan commissaris Paré den naam mededeelen. Ook kwam men daardoor achter het adres van ver dachte, en commissaris Paré achtte het gewenscht 's avonds nog een onderzoek in te stellen in het huis van verdachte. Dit onderzoek heeft evenwel geen enkel re sultaat opgeleverd. Naar bij geruchte evrnomen werd, woont verdachte in bij een neef van de vermoorde mevrouw Odem. De toestand van de bij het misdrijf gewonde huls houdster was gisteravond naar omstandigheden goed. De doctoren hebben alle hoop op herstel. NIEUWE PROV. GRIFFIE VAN N.-HOLLAND. Opening door H. M. de Koningin in April. Uit Haarlem wordt meegedeeld, zal het nieuwe ge bouw van de Prov. Staten van Noordholland, het zgn. Paviljoen te Haarlem, in den Haarlemmer Hout, ver moedelijk in April in gebruik worden genomen. De opening van het gebouw zal geschieden door H. M. de Koningin. GROOTE MATERIEELE SCHADE. GEEN SPOOR VAN DE DADERS. V.D. verneemt d.d. 6 September uit Luneburg: In den afgeloopen nacht tegen 1 uur ontplofte met een geweldigen knal een bom naast den hoofdingang van het regeeringsgebouw te Luneburg. Persoonlijke ongevallen kwamen niet voor, maar de materieele schade is aanzienlijk. Een pijler van het kelderraam, waartegen de bom was neergelegd, werd uiteengerukt en de stukken er van vlogen tegen den muur van het op 25 meter af stand gelegen raadhuis, met zulk een kracht, dat de muur er de duidelijke sporen van vertoont. Bijna alle ruiten van het regeeringsgebouw, het raadhuis en van tallooze huizen in de omgeving wer den ingedrukt. Het keldergewelf werd beschadigd en in het daar in het eerste hotel, waar we binnen traden, verstond de directeur Grieksch, Turksch, Albaansch en Roe- meensch, talen, die we geen van beiden beheerschten. Met hem was dus niets aan te vangen. Het tweede hotel, waar wij ons geluk beproefden, was hotel „Bristol", dat door drie compagnons wordt gedreven. Een dier compagnons leefde lang in Amerika en hem vielen we in handen. Hij sprak uitstekend Engelsch en hem kon den we de aangelegenheid verklaren. Dadelijk was hij bereid ons twee, drie dagen crediet te verleenen, en 's middegs aten we in het keurige restaurant van hotel Bristol, waar vele elegante Albaansche officieren ko men. Onder de Albaansche officieren zijn er namelijk, die ook in de beste restaurants van Parijs of Londen een goed figuur zouden maken. Eenvoudig, min of meer naar Engelsch model, ls hun uniform. Wij zaten er wel vreemd tusschen: ik met kapotte schoenen en kleederen, die men den langen, zwaren dienst kon aanzien. Mijn vriend de zeeman ls een pracht-kerel voor marschen door wouden en over ber gen, maar in een eenigszins mondain restaurant is hij minder op zijn plaats en meermalen moest ik hem aanwijzingen geven hoe zich te gedragen, wat ik ge lukkig kon doen in het Nederlandsch, dat niemand der anderen kon verstaan. Hij begreep tenminste vanzelf, dat hij in het restaurant niet zonder colbertje kon zitten en daarvoor was ik den hemel dankbaar. Als de brave Deen zijn jasje uittrekt, stroopt hij onherroepelijk ook zijn hemdsmouwen op en zijn armen zijn een levende tentoonstelling van kleurige teekeningen: harten, an kers, vrouwekoppen, die er in alle mogelijke haven plaatsen der wereld op zijn getatoeerd. Intusschen, we hadden te eten en we hadden een onderdak. Dat was reeds veel. 's Nachts sliep ik weder tusschen twee witte lakens, zonder slangen en schild padden ln de nabijheid. Den Zondag bracht ik luierend na den zwaren tocht door. Ik wist toen nog niet, wat me boven het hoofd hing. Rustig ging lk 's Maandags naar het postkantoor: er was niets voor me. In het hotel bleven de menschen echter kalm en vroegen niets. Dinsdags was er aan de post nog niets voor me. Ik verwachtte geld per aangeteekende brief, dollars, van het Nederlandsche kantoor eener overzeesche uit geversmaatschappij, waarmede ik reeds vele jaren In relatie sta. Nog nooit, hetzij in het Poolgebied, hetzij in Afrika had dit bureau me in den steek gelaten. De Engelsch sprekende hotelier kreeg blijkbaar on- eenigheid met zijn twee compagnons over de twee ver waarloosde reizigers zonder geld, die aten, dronken, logeerden, zonder aanstalten te maken Iets te betalen. De heeren wilden me spreken en ik stond voor hen met kapotte schoenen, bevlekte kleederen (die er van een voetreis en in de vrije lucht bivakkeeren, ook niet beter op worden), groezelig overhemd en zette de ge schiedenis uiteen. De heeren keken argwanend 9n somber. Ik troostte hen echter, dat er den volgenden dag wel geld zou zijn. Den volgenden dag, Woensdag, schudde men aan het postkantoor, waar men me begon te kennen, alleen het hoofd, toen lk er kwam. Er was niets. Het geval werd hoogst onaangenaam, maar mijn Deensche metgezel, die in zijn leven tweemaal een scheepsbrand in volle zee medemaakte en nog enkele malen schipbreuk leed, was niet zoo spoedig uit het veld geslagen. „Alles is in orde", beweerde hij. De baas van het hotel krijgt zijn geld, dat weten wij, al maakt hfj zich ongerust. En wij hebben te eten, te slapen en niets te klagen." Terwijl hij dit zeide, draaide hij een sigaret van de tabak, die ik ten geschenke had gekregen van een Albanees, voor wien lk naar zijn gebrekkig Duitsch een brief in het Fransch had geschreven. „Jawel", wierp lk tegen, „we hebben te eten en een onderdak, zoolang het duurt, maar als de hotelier ons het crediet opzegt?" Mijn Deensche kameraad keek me eens lachend aan. Dat doet hij niet. We hebben nu over de honderd Al baansche kroon te betalen en zoolang hij nog de kleinste hoop heeft, dat alles in orde komt, zegt hij het crediet niet op, uit vrees alles te zullen verliezen." Tegen zijn opvatting was weinig in te brengen, maar hoogst pijnlijk was de toestand toch wèl. J. K. BREDERODE. HET DIEET. (Sondagsnisse Strhc)) Ta, als ik het dieet van den dokter op heb, ben ik nogr zoo hongerig, dat ik miin Efewoon maal ook nogr eet. boven gelegen bureau van de districts-commissie wer- dengroote verwoestingen aangericht. Een schrijfbureau, dat in het plafond van de kel derverdieping werd geslagen en een metershooge sta- pelkast met gerangschikte acten werden geheel door elkaar geworpen. De regeeringspresident dr. Herbst, die zijn slaap- en woonvertrekken heeft in een gedeelte van het gebouw, dat groot gevaar had kunnen loopen, bleef ongedeerd. Zooals bij bijna alle bomaanslagen, die den laatsten tijd te Luneburg cn in Sleeswijk plaats vonden, ont breekt ook hier elk spoor. De dader van den aanslag op het Rijksdag- gebouw meldt zich aan. Wolff meldt uit Berlijn: De „Voss. Ztg." meldt uit Frankfort aan den Main dat bij het openbaar ministerie aldaar een dertig jarig koop man Josef Heft zich Donderdagavond aanmeldde die zeide den bomaanslag op het rijksdaggebouw te Berlijn te hebben gepleegd. Bij een scherp verhoor voor het openbaar ministerie verklaarde hij, dat hij den aanslag wegeus politieke redenen had gepleegd, om daardoor tot uitdrukking te brengen, dat hij en zijn politieke vrienden ontevreden zijn met de tegenwoordige toestaröen. Hij beweerde, dat politiek fanatisme hem tot de daad had gebrachi en thans had hij het voornemen, zijn daad ook voor de bevoegde instanties te bekennen. Van de medeplichtigen, die hij daarbij moet hebben gehad, heeft hij nog niemand genoemd. De indruk, dien 's mans uitlatingen bij het openbaar ministerie hebben gemaakt, ls, dat men ze ernstig moet opvatten. Belooning uitgeloofd. De regeeringspresident dr. Herbst heeft voor het vat ten dor daders van den jongsten bomaanslag een beloo ning van 10.000 mark uitgeloofd. Op de plaats van den bomaanslag te Luneburg zijn eenige onderdeelen gevonden, die volkomen overeenstem men met die, welke na de andere slagen to Luneburg in Sleeswijk en te Berlijn werden gevonden. Evenals bij den eersten bomaanslag te Lucburg op 1 Augustus 1929, is ook thans weer de verdenking geval len op een motorwielrijder. GEVOLGEN VAN ONVOORZICHTIGHEID. Op het grondgebied van het Belgische stadje Mee- nen West-Vlaanderen is door onvoorzichtigheid van een voorbijganger, die een brandende lucifer weg wierp, de benzinepomp in den kelder van een café ontploft. Het pand stortte geheel in; zeven perso nen, die ziclrin de gelagzaal bevonden, werden on der het puirPbedolven en zwaar gewond. Drie hun ner verkeeren in doodsgevaar. BRAND nsr EEN AUTOFABRIEK TE SURESNES. Groote schade. Uit Parijs wordt gemeld: Gistermiddag is brand uitgebroken in een automo bielfabriek te Suresnes. De schade is aanzienlijk. ZWAAR WEER IN SPANJE. Tal van menschen omgekomen. Uit de Spa&nsche provincies valencla en Andaluzlë worden zware onweders met hageslag gemeld, die een groot deel van den oogst hebben vernietigd. 50 dorpen en stukken spoorweg zijn overstroomd. Er zijn vijftien menschen verdronken en er stond er vele door den menschen verdronken en er zouden er vele door den bliksem zijn gedood of gekwetst. ERNSTIGE ONTPLOFFING IN ZUID-AMERIKA. Ettelijke slachtoffers. Uit New-york wordt gemeld: Naar de Ass. PreBs. uit Rio de Janeiro meldt, heeft 'ln de buurt van de fabrieken der Atlantic Refining Cy. in Sao Paolo een ontploffing plaats gehad, waarbij tal rijke personen werden gedood en 16 gewond. In een wijden kring werden de huizen verwoest. De aangerichte materieele schade is zeer groot. ,n HET ADVIES. (Pages Gaies, Yverdan.) Neem dat van 31. Waarom? Dat beteekent 13 jaar korter huwelijks# ZESTIGTAL DOODEN OP DE PHHJPPIJNEN. Slachtoffers van den typhoon. Reuter meldt uit Manilla: Berichten uit de provincies Bulr.' en Lagund mel den, dat het aantal dooden, als gc van den tyhoon, tot 61 ls gestegen. ZONDAG 8 SEPTEMBER. NED. HERv. GEMEENTE te: Callantaoog, voorin. 10% ur, Ds. Witkop. GEMEENTE SCHAGEN. Geboren: Jan, zoon van Klaas Pater cn van Al- berta Arliëtta ter Horst. Ondertrouwd: Cornelis Spoor, oud 27 jr. te Ha renkarspel, en Grietje Wardenaar, oud 25 jaar, te Schagen. POLITIE. verloren: een portemonnale. Gevonden: een aktetasch. HET WERD GEBRUIKT. (Lustige Köllner Zeitung) ZQ: Ik zal dit vieze pak maar weg doen? //jr: Wel nee, dat moet ik aantrekken als ik naar het belastingkantoor ga. Vrijdagavond half acht vergaderde de kaad dezer gemeente ten raadhuize. Voorzitter en Secretaris: Burg. Kroonenburg. Aanwezig waren alle leden. Ingekomen stukken. Van de vereen. Het Witte Kruis was een dankbe tuiging ingekomen voor de toegekende subsidie. Van den ambtenaar ter secretarie een dankbetui ging voor de verhooging van zijn jaarwedde. Ook was ingekomen het verslag over 1928 van het Provinciaal Waterleidingbedrijf. Van de Commissie tot onderzoek van de genoten 5 door den directeur der Lichtbedrijven is be richt ontvangen, dat voor degenen, die zulks wen- schen, de gelegenheid is opengesteld, hun opmer kingen omtrent deze zaak schriftelijk in te dienen. Tevens deelt bovengenoemde Commissie mede, dat Zaterdag 14 Sept. a.s., des morgens 10 uur, in de Bestuurskamer der Gasfabriek, de gelegenheid voor alle betrokkenen open is. hunne opmerkingen mon deling toe te lichten. Hiervan wordt schriftelijk me- dedeeling verwacht bij de z.g. Langendijk-commis sie te Bloemendaal vóór 9 Sept. a.s. Voor kennisge ving aangenomen. Van de Vereen, tot wettelijke dierenbescherming een adres met verzoek een bepaling op te nemen in de woning- en bouwverordening, waarin eischen worden gesteld, waaraan veestallen moeten voldoen. Om bestaande toestanden te verbeteren, zal wel niet meevallen, maar als er nieuw gebouwd wordt, willen B. en W. er wel eenige rekening mee houden. Zij stellen voor, het schrijven voor kennisgeving aan te nemen. Na eenige bespreking waarbij vooral gewezen wordt op menschen die voor één of twee koeien een onvol doende stalling hebben, wordt op voorstel van den heer Snel besloten, het adres tot de volgende vergade ring aan te houden. Van de Algemeene Vereen, voor Bloembollencultuur een verzoek, om verschillende voor wratziekte zeer vatbare aardappelsoorten te verbieden, daar de export van die aardappelen uitgesloten is. Bijv. in Anna Pau- lowna is de verbouwing van Bravo, Kampioen en de Wet verboden. Het is in het belang der streek, als deze aardappelsoorten werden verboden. B. en W. waren van meening, dat de winteraardap pel voor deze streek is de Bravo, maar aan den ande ren kant is het ook heel nuttig, dat de Bravo enz. worden verboden, met het oog op de bloembollen- en andere culturen, want bloembollen uit een streek waar wratziekte heerscht, worden in het buitenland niet genomen. Als er echter iets moet worden gedaan, moet de heele Langendijk en omstreken deze aardap pelen verbieden. B. en W. stellen daarom voor, om bericht en raad aan de L.G.C. te vragen. Die zitten nu toch ook in de bloem bollen. Er moet een uniforme regeling komen om de wratziekte op een afdoende wijze tegen te gaan. De heer Lek is het met B. en W. eens. De heer Duljf zegt, dat als de raad er hier voor ls, het toch niet geeft, de heele streek moet het doen. De heer Snel vindt het zeer eigenaardig, dat zij geen andere soorten aan de hand doen, die niet voor do wratziekte vatbaar zijn. Er wordt besloten conform het voorstel van B. en W. .Onderhoud Koedykerpad. Voorzitter deelt mede, dat aan Koedijk bericht Is ge daan, dat onze raad op zijn standpunt blijft staan. Er ls antwoord van Koedijk gekomen, dat zij één stemmig van meening zijn, dat leder in eigen gemeente moet blijven. Het meeste vruchtbare land ligt in Sint- Pancras. Er wordt op spoedige behandeling aangedron gen en antwoord terugverwacht voor 1 October a.s. Voorz. zegt, dat allen wel gelezen zullen hebben wat er in den Raad van Koedijk ls voorgevallen. Spr. wil niet Ingaan op uitlatingen als „parasiteeren op Koedijk" en „Holland op z'n smalst". De zaak ls breedvoerig genoeg besproken. 1 wee maal is in den raad eenstemmig besloten op hetzelfde stand punt te blijven staan. Spr. zou het evenals Koedijk zeer betreuren, als het pad er niet kwam. Hij vindt de op vatting van Sint Pancres de meest corrcte. Sprl. wil op het zelfde standpunt blijven staan, maar Koedijk toch do hand reiken. B. en W. hebben gemeend voor te steilen. dat Sint, Pancras en Koedijk elk iemand uit den i-aad aanwijzen, en deze weer een derde, die dan een arbitragecommissie zouden uitmaken. Men moest dar. besluuiien, zich abso luut bij de uitspraak van de commissie neer te leggen Als Koedijk dat dan ook deed, was het zro voor el kander. Hoewel het jaar al vrij ver gevorderd is, zou het pad toch nog wel in de herfst klaar komen. Het voorstel van B. en W. wordt met a'.gen-.eere stem men aangenomen. In dien geest zal Koedijk worden bericht Hierna sluiting.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1929 | | pagina 16