Raad Sint Pancras.
Een voetreis door Albanië.
Binnenlandsch Nieuws.
1 DE AFSCHUWELIJKE
MOORD IN DE RESIDENTIE
Gemengd Nieuws.
Wederom een bomaanslag te Luneburg.
DE VERDACHTE BLIJFT HARDNEKKIG
ONTKENNEN.
Toestand van de gewonde halshondster naar
omstandigheden goed.
Omtrent den afschuwelijken roofmoord aan het Be-
zuidenhout in Den Haag (zie ook 1e voorpagina van
het Derde Blad), worden nog de volgende bijzonderhe
den gemeld:
De verdachte.
De als verdacht aangehoudene is de 45-jarige W.
Kr. v. d. M., geboren te Doniawerstal, in Friesland
Tot 4 5 jaar geleden was hij stationschef te Hoo-
geveen, uit welke functie hij is ontslagen. De laatste
jaren leefde hij van de hand in den tand; o a. werkte
hij af en toe voor de z.g. Schrijfkamer, een instelling
die werklooze personen aan schrijfwerk helpt. Zoo
als bekend is, werd hij door de politie gezocht in
verband met een diefstal van ongeveer f 100.
De verdachte blijft pertinent ontkennen; hij wei
gert alle inlichtingen aan politie en justitie over al
les wat met het misdrijf verband kan houden. De
man wordt echter positief herkend door de huis
houdster mej. H. en ook door de trambeambten, die
hem uit het huis hebben zien komen en die hem
daarna hebben achtervolgd en aangehouden.
Er moet zijn komen vast te staan, dat de verdach
te met de familierelatie van db vermoorde vrouw
D., die een vermogende vrouw was, op de hoogte
was.
Bij het geheele verhoor door de politie-autoriteiten
en het parket bleef de verdachte een cynische hou
ding aannemen.
Het onderzoek.
1 t
Over het onderzoek in de woning wordt nader ge
meld dat het parket tot half vijf n.m. daar aanwezig
is geweest. Ruim vijf uur werd de verdachte, met
de handen op den rug geboeid, naar buiten geleid
en onmiddellijk per gewonen auto onder bewaking
van drie rechercheurs naar het hoofdbureau van po
litie aan het Alexanderveld overgebracht en daar
weer in bewaring gesteld. De verdachte zag er zeer
vermoeid en bleek uit.
j Nader wordt nog gemeld:
t\ Het ie gisteren vrijwel den geheelen dag in de om
geving van het huis aan den Bezuidenhoutschen weg,
waarin zich Donderdagnamiddag het moorddrama heeft
afgespeeld, druk geweest. Eenige politie-agenten zorg
den, dat de nieuwsgierigen op een behoorlijken afstand
bleven. Den geheelen middag is het onderzoek in het
huis aan den Bezuidenhoutschen weg voortgezet Eerst
DE EERSTE INDRUKKEN EN DE ALBANEESCHE
HOOFDSTAD. DE BRIEF, DIE NIET AAN
KWAM. IN MOEILIJKHEDEN. DE
BEMOEDIGENDE OPVATTING VAN
DEN DEENSCHEN ZEEMAN.
(Particuliere correspondentie.)
TIRANE, Juli 1929.
Het was Zaterdagsmorgens niet te vroeg, toen we ons
opmaakten de laatste tien kilometer tot Tirane af te
leggen; niet te vroeg, omdat we er aan wilden komen
ais het postkantoor reeds geopend zou zijn om er mijn
verwachten aangeteekenden brief „poste restante" in
ontvangst te nemen, een brief met dollarbiljetten.
De eerste Indruk vaen Tirane was zeer gunstig. Men
komt de stad binnen langs een breeden boulevard, waar
boven groote electrische booglampen hangen. Terzijde
van den boulevard staan vele nieuwe gebouwen, nieuw
gebouwde departementsgebouwen, die in al hun eenvoud
smaakvol van architectuur zijn, nieuwe vila's, maar ook
nog lage, kleine huisjes, die op den duur natuurlijk
zullen verdwijnen. Er was zeer veel verkeer, voorname
lijk ln de richting naar de stad, meest boeren met
lastdieren, ook wel, maar zeldzamer, met ossenwagens,
die hun groenten en vruchten naar de stad brachten.
Vele boeren hadden zich voor deze gelegenheid in hun
feestkleed gestoken en droegen over hun helder wit
hemd met rooden gordel een zwart vest met korte
mouwen, langs den hals en op de schouders Versierd
met bont, terwijl aan de rugzijde lange, zwarte franje
hing, een wel zeer warme dracht ln den feilen Alba-
neeschen zomertijd. Politie-agenten in nette blauwe,
i andere met khaki-kleurige uniformen en tropenhelmen,
hielden toezicht en regelden het verkeer.
1 De boulevard, waarlangs men de stad binnenkomt,
mondt uit op een plein, met aan de eene zijde tamelijk
moderne huizen, waaronder eenige hotels. Aan de ande
re zijde zijn reeds enkele nieuwe gebouwen, een villa,
een kazerne, iets achteraf het parlementsgebouw, klein
en bescheiden, ontstaan; in het midden van het plein
is nog een groot, onbestraat gedeelte. Dit alles ziet er
Jiiet veel anders uit dan de buitenwijk van een Euro-
peesohe stad, die zich uitbreidt, doch er is ook een
oude „dzjamia" (klemtoon op de eerste lettergreep),
©en moekee, gevoelig van lijn, met een slanke, blanke
minaret Europeesch gekleede menschen gaan hier rond
tusschen een publiek, dat bont ls door de verschillende
kleeding, want de drachten der verschillende streken
in Albanië wijken sterk van elkander af.
Den weg naar het postkantoor wist mijn reismakker
reeds van zijn vergeefschen tocht den vorigen dag en we
gingen door een winkelstraat met lage huisjes. Hier
trokken vooral mijn aandacht enkele winkeltjes van
Zilversmeden met heerlijk filigrain-werk, prachtig be
arbeidde sabels, dolken en pistolen. Opgewekt door
wandelden we de levendige, schilderachtige stad met
haar bont gewoel. We zouden één of twee nachten in
een hotel wonen, ln een bed slapen en dan de marscb
door Albanië voortzetten. Tot nu toe was de reis prach
tig geweest^ vol afwisseling, zij het zonder groote avon
turen.
Ach, het groote avontuur wachte ons te Tirane, maar
dat wisten we op dat oogenblik nog niet Vol vertrou
wen stapten we het postkantoortje binnen, dat een veel
minder gunstigen Indruk maakt dan de meeste andere
openbare gebouwen der stad. Ik legde aan het loket
„poste restante" mijn paspoort voor. Er was niets
voor me gekomen.
Dat was een slag. We informeerden: voor Maandag
kon er niets komen uit West-Europa, daar er vöor
dien tijd geen boot uit Italië meer werd verwacht. De
post uit Nederland deed er dus blijkbaar veel langer
over, dan ik had berekend.
Twee dagen moesten we wachten met drie kroon
(goed vijftig cent) op zak. Er bleef niets anders over
dan een hotel te zoeken, waar men ons oredlet zou
willen geven, crediet aan twee reizigers vrijwel zonder
bagage, met bestofte kleederen, terwijl van een dier
reizigers de sok al door een der schoenen begon te ste
ken. Een Nederlandsch of een Deensch consultaat is er
niet te Tirnae, dus waren we geheel oj> ons zelf aan
gewezen.
om vijf uur werd verdachte met een auto der politie,
onder geleide van drie rechercheurs, naar het hoofd
bureau overgebracht De man maakte den indruk erg
vermoeid te zijn. Hij zag zeer bleek.
Tot het laatste toe bleef hij ontkennen. Justitie en
politie hebben echter voldoende getuigenverklaringen
om hem in bewaring te houden.
Na afloop van dit verhoor is last gegeven, den ver
dachte over te brengen naar het Bezuidenhout, waar ln
het pand, waar de moord heeft plaats gehad, het on
derzoek verder werd voortgezet
De verdachte wenschte aan de politie na zijn aanhou
ding zijn naam niet op te geven; sommige leden van
het politiekorps kenden hem wel van aanzien.
Later kwam een hoofdinspecteur, die vroeger al eens
met verdachte te doen had gehad, en deze kon aan
commissaris Paré den naam mededeelen.
Ook kwam men daardoor achter het adres van ver
dachte, en commissaris Paré achtte het gewenscht 's
avonds nog een onderzoek in te stellen in het huis van
verdachte. Dit onderzoek heeft evenwel geen enkel re
sultaat opgeleverd.
Naar bij geruchte evrnomen werd, woont verdachte
in bij een neef van de vermoorde mevrouw Odem.
De toestand van de bij het misdrijf gewonde huls
houdster was gisteravond naar omstandigheden goed.
De doctoren hebben alle hoop op herstel.
NIEUWE PROV. GRIFFIE VAN N.-HOLLAND.
Opening door H. M. de Koningin in April.
Uit Haarlem wordt meegedeeld, zal het nieuwe ge
bouw van de Prov. Staten van Noordholland, het zgn.
Paviljoen te Haarlem, in den Haarlemmer Hout, ver
moedelijk in April in gebruik worden genomen.
De opening van het gebouw zal geschieden door H.
M. de Koningin.
GROOTE MATERIEELE SCHADE. GEEN SPOOR
VAN DE DADERS.
V.D. verneemt d.d. 6 September uit Luneburg:
In den afgeloopen nacht tegen 1 uur ontplofte met
een geweldigen knal een bom naast den hoofdingang
van het regeeringsgebouw te Luneburg.
Persoonlijke ongevallen kwamen niet voor, maar de
materieele schade is aanzienlijk.
Een pijler van het kelderraam, waartegen de bom
was neergelegd, werd uiteengerukt en de stukken er
van vlogen tegen den muur van het op 25 meter af
stand gelegen raadhuis, met zulk een kracht, dat de
muur er de duidelijke sporen van vertoont.
Bijna alle ruiten van het regeeringsgebouw, het
raadhuis en van tallooze huizen in de omgeving wer
den ingedrukt.
Het keldergewelf werd beschadigd en in het daar
in het eerste hotel, waar we binnen traden, verstond
de directeur Grieksch, Turksch, Albaansch en Roe-
meensch, talen, die we geen van beiden beheerschten.
Met hem was dus niets aan te vangen. Het tweede hotel,
waar wij ons geluk beproefden, was hotel „Bristol",
dat door drie compagnons wordt gedreven. Een dier
compagnons leefde lang in Amerika en hem vielen we
in handen. Hij sprak uitstekend Engelsch en hem kon
den we de aangelegenheid verklaren. Dadelijk was hij
bereid ons twee, drie dagen crediet te verleenen, en
's middegs aten we in het keurige restaurant van hotel
Bristol, waar vele elegante Albaansche officieren ko
men. Onder de Albaansche officieren zijn er namelijk,
die ook in de beste restaurants van Parijs of Londen
een goed figuur zouden maken. Eenvoudig, min of meer
naar Engelsch model, ls hun uniform.
Wij zaten er wel vreemd tusschen: ik met kapotte
schoenen en kleederen, die men den langen, zwaren
dienst kon aanzien. Mijn vriend de zeeman ls een
pracht-kerel voor marschen door wouden en over ber
gen, maar in een eenigszins mondain restaurant is hij
minder op zijn plaats en meermalen moest ik hem
aanwijzingen geven hoe zich te gedragen, wat ik ge
lukkig kon doen in het Nederlandsch, dat niemand der
anderen kon verstaan. Hij begreep tenminste vanzelf,
dat hij in het restaurant niet zonder colbertje kon zitten
en daarvoor was ik den hemel dankbaar. Als de brave
Deen zijn jasje uittrekt, stroopt hij onherroepelijk ook
zijn hemdsmouwen op en zijn armen zijn een levende
tentoonstelling van kleurige teekeningen: harten, an
kers, vrouwekoppen, die er in alle mogelijke haven
plaatsen der wereld op zijn getatoeerd.
Intusschen, we hadden te eten en we hadden een
onderdak. Dat was reeds veel. 's Nachts sliep ik weder
tusschen twee witte lakens, zonder slangen en schild
padden ln de nabijheid.
Den Zondag bracht ik luierend na den zwaren tocht
door. Ik wist toen nog niet, wat me boven het hoofd
hing.
Rustig ging lk 's Maandags naar het postkantoor: er
was niets voor me. In het hotel bleven de menschen
echter kalm en vroegen niets. Dinsdags was er aan de
post nog niets voor me.
Ik verwachtte geld per aangeteekende brief, dollars,
van het Nederlandsche kantoor eener overzeesche uit
geversmaatschappij, waarmede ik reeds vele jaren In
relatie sta. Nog nooit, hetzij in het Poolgebied, hetzij
in Afrika had dit bureau me in den steek gelaten.
De Engelsch sprekende hotelier kreeg blijkbaar on-
eenigheid met zijn twee compagnons over de twee ver
waarloosde reizigers zonder geld, die aten, dronken,
logeerden, zonder aanstalten te maken Iets te betalen.
De heeren wilden me spreken en ik stond voor hen
met kapotte schoenen, bevlekte kleederen (die er van
een voetreis en in de vrije lucht bivakkeeren, ook niet
beter op worden), groezelig overhemd en zette de ge
schiedenis uiteen. De heeren keken argwanend 9n
somber. Ik troostte hen echter, dat er den volgenden
dag wel geld zou zijn.
Den volgenden dag, Woensdag, schudde men aan
het postkantoor, waar men me begon te kennen, alleen
het hoofd, toen lk er kwam. Er was niets.
Het geval werd hoogst onaangenaam, maar mijn
Deensche metgezel, die in zijn leven tweemaal een
scheepsbrand in volle zee medemaakte en nog enkele
malen schipbreuk leed, was niet zoo spoedig uit het
veld geslagen. „Alles is in orde", beweerde hij. De baas
van het hotel krijgt zijn geld, dat weten wij, al maakt
hfj zich ongerust. En wij hebben te eten, te slapen en
niets te klagen." Terwijl hij dit zeide, draaide hij een
sigaret van de tabak, die ik ten geschenke had gekregen
van een Albanees, voor wien lk naar zijn gebrekkig
Duitsch een brief in het Fransch had geschreven.
„Jawel", wierp lk tegen, „we hebben te eten en een
onderdak, zoolang het duurt, maar als de hotelier ons
het crediet opzegt?"
Mijn Deensche kameraad keek me eens lachend aan.
Dat doet hij niet. We hebben nu over de honderd Al
baansche kroon te betalen en zoolang hij nog de
kleinste hoop heeft, dat alles in orde komt, zegt hij het
crediet niet op, uit vrees alles te zullen verliezen."
Tegen zijn opvatting was weinig in te brengen, maar
hoogst pijnlijk was de toestand toch wèl.
J. K. BREDERODE.
HET DIEET.
(Sondagsnisse Strhc))
Ta, als ik het dieet van den dokter op
heb, ben ik nogr zoo hongerig, dat ik miin
Efewoon maal ook nogr eet.
boven gelegen bureau van de districts-commissie wer-
dengroote verwoestingen aangericht.
Een schrijfbureau, dat in het plafond van de kel
derverdieping werd geslagen en een metershooge sta-
pelkast met gerangschikte acten werden geheel door
elkaar geworpen.
De regeeringspresident dr. Herbst, die zijn slaap- en
woonvertrekken heeft in een gedeelte van het gebouw,
dat groot gevaar had kunnen loopen, bleef ongedeerd.
Zooals bij bijna alle bomaanslagen, die den laatsten
tijd te Luneburg cn in Sleeswijk plaats vonden, ont
breekt ook hier elk spoor.
De dader van den aanslag op het Rijksdag-
gebouw meldt zich aan.
Wolff meldt uit Berlijn:
De „Voss. Ztg." meldt uit Frankfort aan den Main dat
bij het openbaar ministerie aldaar een dertig jarig koop
man Josef Heft zich Donderdagavond aanmeldde die
zeide den bomaanslag op het rijksdaggebouw te Berlijn
te hebben gepleegd.
Bij een scherp verhoor voor het openbaar ministerie
verklaarde hij, dat hij den aanslag wegeus politieke
redenen had gepleegd, om daardoor tot uitdrukking te
brengen, dat hij en zijn politieke vrienden ontevreden
zijn met de tegenwoordige toestaröen. Hij beweerde, dat
politiek fanatisme hem tot de daad had gebrachi en
thans had hij het voornemen, zijn daad ook voor de
bevoegde instanties te bekennen.
Van de medeplichtigen, die hij daarbij moet hebben
gehad, heeft hij nog niemand genoemd.
De indruk, dien 's mans uitlatingen bij het openbaar
ministerie hebben gemaakt, ls, dat men ze ernstig moet
opvatten.
Belooning uitgeloofd.
De regeeringspresident dr. Herbst heeft voor het vat
ten dor daders van den jongsten bomaanslag een beloo
ning van 10.000 mark uitgeloofd.
Op de plaats van den bomaanslag te Luneburg zijn
eenige onderdeelen gevonden, die volkomen overeenstem
men met die, welke na de andere slagen to Luneburg
in Sleeswijk en te Berlijn werden gevonden.
Evenals bij den eersten bomaanslag te Lucburg op 1
Augustus 1929, is ook thans weer de verdenking geval
len op een motorwielrijder.
GEVOLGEN VAN ONVOORZICHTIGHEID.
Op het grondgebied van het Belgische stadje Mee-
nen West-Vlaanderen is door onvoorzichtigheid van
een voorbijganger, die een brandende lucifer weg
wierp, de benzinepomp in den kelder van een café
ontploft. Het pand stortte geheel in; zeven perso
nen, die ziclrin de gelagzaal bevonden, werden on
der het puirPbedolven en zwaar gewond. Drie hun
ner verkeeren in doodsgevaar.
BRAND nsr EEN AUTOFABRIEK TE SURESNES.
Groote schade.
Uit Parijs wordt gemeld:
Gistermiddag is brand uitgebroken in een automo
bielfabriek te Suresnes. De schade is aanzienlijk.
ZWAAR WEER IN SPANJE.
Tal van menschen omgekomen.
Uit de Spa&nsche provincies valencla en Andaluzlë
worden zware onweders met hageslag gemeld, die een
groot deel van den oogst hebben vernietigd. 50 dorpen
en stukken spoorweg zijn overstroomd. Er zijn vijftien
menschen verdronken en er stond er vele door den
menschen verdronken en er zouden er vele door den
bliksem zijn gedood of gekwetst.
ERNSTIGE ONTPLOFFING IN ZUID-AMERIKA.
Ettelijke slachtoffers.
Uit New-york wordt gemeld:
Naar de Ass. PreBs. uit Rio de Janeiro meldt, heeft
'ln de buurt van de fabrieken der Atlantic Refining Cy.
in Sao Paolo een ontploffing plaats gehad, waarbij tal
rijke personen werden gedood en 16 gewond. In een
wijden kring werden de huizen verwoest. De aangerichte
materieele schade is zeer groot.
,n HET ADVIES.
(Pages Gaies, Yverdan.)
Neem dat van 31.
Waarom?
Dat beteekent 13 jaar korter huwelijks#
ZESTIGTAL DOODEN OP DE PHHJPPIJNEN.
Slachtoffers van den typhoon.
Reuter meldt uit Manilla:
Berichten uit de provincies Bulr.' en Lagund mel
den, dat het aantal dooden, als gc van den tyhoon,
tot 61 ls gestegen.
ZONDAG 8 SEPTEMBER.
NED. HERv. GEMEENTE te:
Callantaoog, voorin. 10% ur, Ds. Witkop.
GEMEENTE SCHAGEN.
Geboren: Jan, zoon van Klaas Pater cn van Al-
berta Arliëtta ter Horst.
Ondertrouwd: Cornelis Spoor, oud 27 jr. te Ha
renkarspel, en Grietje Wardenaar, oud 25 jaar, te
Schagen.
POLITIE. verloren: een portemonnale. Gevonden: een
aktetasch.
HET WERD GEBRUIKT.
(Lustige Köllner Zeitung)
ZQ: Ik zal dit vieze pak maar weg doen?
//jr: Wel nee, dat moet ik aantrekken als ik
naar het belastingkantoor ga.
Vrijdagavond half acht vergaderde de kaad dezer
gemeente ten raadhuize.
Voorzitter en Secretaris: Burg. Kroonenburg.
Aanwezig waren alle leden.
Ingekomen stukken.
Van de vereen. Het Witte Kruis was een dankbe
tuiging ingekomen voor de toegekende subsidie.
Van den ambtenaar ter secretarie een dankbetui
ging voor de verhooging van zijn jaarwedde.
Ook was ingekomen het verslag over 1928 van het
Provinciaal Waterleidingbedrijf.
Van de Commissie tot onderzoek van de genoten
5 door den directeur der Lichtbedrijven is be
richt ontvangen, dat voor degenen, die zulks wen-
schen, de gelegenheid is opengesteld, hun opmer
kingen omtrent deze zaak schriftelijk in te dienen.
Tevens deelt bovengenoemde Commissie mede, dat
Zaterdag 14 Sept. a.s., des morgens 10 uur, in de
Bestuurskamer der Gasfabriek, de gelegenheid voor
alle betrokkenen open is. hunne opmerkingen mon
deling toe te lichten. Hiervan wordt schriftelijk me-
dedeeling verwacht bij de z.g. Langendijk-commis
sie te Bloemendaal vóór 9 Sept. a.s. Voor kennisge
ving aangenomen.
Van de Vereen, tot wettelijke dierenbescherming
een adres met verzoek een bepaling op te nemen in
de woning- en bouwverordening, waarin eischen
worden gesteld, waaraan veestallen moeten voldoen.
Om bestaande toestanden te verbeteren, zal wel
niet meevallen, maar als er nieuw gebouwd wordt,
willen B. en W. er wel eenige rekening mee houden.
Zij stellen voor, het schrijven voor kennisgeving
aan te nemen.
Na eenige bespreking waarbij vooral gewezen wordt
op menschen die voor één of twee koeien een onvol
doende stalling hebben, wordt op voorstel van den
heer Snel besloten, het adres tot de volgende vergade
ring aan te houden.
Van de Algemeene Vereen, voor Bloembollencultuur
een verzoek, om verschillende voor wratziekte zeer
vatbare aardappelsoorten te verbieden, daar de export
van die aardappelen uitgesloten is. Bijv. in Anna Pau-
lowna is de verbouwing van Bravo, Kampioen en de
Wet verboden. Het is in het belang der streek, als
deze aardappelsoorten werden verboden.
B. en W. waren van meening, dat de winteraardap
pel voor deze streek is de Bravo, maar aan den ande
ren kant is het ook heel nuttig, dat de Bravo enz.
worden verboden, met het oog op de bloembollen- en
andere culturen, want bloembollen uit een streek
waar wratziekte heerscht, worden in het buitenland
niet genomen. Als er echter iets moet worden gedaan,
moet de heele Langendijk en omstreken deze aardap
pelen verbieden.
B. en W. stellen daarom voor, om bericht en raad aan
de L.G.C. te vragen. Die zitten nu toch ook in de bloem
bollen. Er moet een uniforme regeling komen om de
wratziekte op een afdoende wijze tegen te gaan.
De heer Lek is het met B. en W. eens.
De heer Duljf zegt, dat als de raad er hier voor ls,
het toch niet geeft, de heele streek moet het doen.
De heer Snel vindt het zeer eigenaardig, dat zij geen
andere soorten aan de hand doen, die niet voor do
wratziekte vatbaar zijn.
Er wordt besloten conform het voorstel van B. en W.
.Onderhoud Koedykerpad.
Voorzitter deelt mede, dat aan Koedijk bericht Is ge
daan, dat onze raad op zijn standpunt blijft staan.
Er ls antwoord van Koedijk gekomen, dat zij één
stemmig van meening zijn, dat leder in eigen gemeente
moet blijven. Het meeste vruchtbare land ligt in Sint-
Pancras. Er wordt op spoedige behandeling aangedron
gen en antwoord terugverwacht voor 1 October a.s.
Voorz. zegt, dat allen wel gelezen zullen hebben wat
er in den Raad van Koedijk ls voorgevallen. Spr. wil
niet Ingaan op uitlatingen als „parasiteeren op Koedijk"
en „Holland op z'n smalst".
De zaak ls breedvoerig genoeg besproken. 1 wee maal
is in den raad eenstemmig besloten op hetzelfde stand
punt te blijven staan. Spr. zou het evenals Koedijk zeer
betreuren, als het pad er niet kwam. Hij vindt de op
vatting van Sint Pancres de meest corrcte. Sprl. wil op
het zelfde standpunt blijven staan, maar Koedijk toch
do hand reiken.
B. en W. hebben gemeend voor te steilen. dat Sint,
Pancras en Koedijk elk iemand uit den i-aad aanwijzen,
en deze weer een derde, die dan een arbitragecommissie
zouden uitmaken. Men moest dar. besluuiien, zich abso
luut bij de uitspraak van de commissie neer te leggen
Als Koedijk dat dan ook deed, was het zro voor el
kander. Hoewel het jaar al vrij ver gevorderd is, zou
het pad toch nog wel in de herfst klaar komen.
Het voorstel van B. en W. wordt met a'.gen-.eere stem
men aangenomen.
In dien geest zal Koedijk worden bericht
Hierna sluiting.