van deze aangelegenheid in andere gemeenten. Hier
bij is gebleken, dat in enkele gemeenten voor radio
distributie uitzonderingstarieven zijn vastgesteld, o.a.
te Alkmaar, Den Helder en Purmerend.
In verband hiermede stellen B. en W. voor, ook
voor adressant een uitzonderingstarief vast te stel
len, in dien zin, dat de berekening van industrie-
stroomprijs op de inrichting van adressant van toe
passing zal zijn, met dien verstande, dat de veroor
zaakte maximale belasting, te berekenen naar de
aansluitwaarde, door adressant wordt vergoed, en de
regeling te doen ingaan 1 Mei j.1.
Adressant wijst er in zijn verzoek op, dat zijn
stroomverbruik is te schatten over 1929 op 2000
K.W.U. Het vastrechttarief geeft hem eenig voordeel,
I maar 1600 K.W.U. moet hij toch betalen tegen 27 cent.
j Dit steekt heel ongunstig af tegen de kleininduatrie,
die 10 cent geeft boven 500 K.W.U. Bij de kleininda-
'strie wordt voor 2000 K.W.U. betaald f235, de heer
-Willemse betaalt f472. Gelijke behandeling met de
kleinindustrie is niet mogelijk, zegt adressant, omdat
er bij zijn bedrijf geen sprake kan zijn van sper-
1 uren, maar daaraan is tegemoet te komen door hem
te laten betalen de belastinig welke zijn installatie
eventueel veroorzaakt.
De heer Bakker heeft tegen de voorgestelde regeling
geen bezwaar, maar dringt er bij B. en W. op aan zich
met adressant in verbinding te stellen om na te gaan of
ook in de buitenwijken radio-distributie tot stand kan
i komen. Spr. weet natuurlijk niet of er voldoende belang
stelling zal zijn en begrijpt dat de kosten voor den on
dernemer niet onbelangrijk zullen zijn, maar bijv. b ct
gebruik van de palen van het electrisch net zou die
kosten al niet onbelangrijk beïnvloeden. Spr. noemt de
wijken Lagedijk, Snevert en Grootewal.
De Voorzitter zegt dat B. en W. met genoegen pogin
gen willen doen.
Het voorstel van B. en W. wordt zonder hoofdelijke
Btemming aangenomen.
Adres van de bewoners van Grootewal,
om aansluiting van hnnne perceelsn aan
het gasbuizennet.
Naar aanleiding van dit verzoek deelen B. en W.
'den Raad mede, dat zij niet onsympathiek tegen
over dit plan staan.
Hierbij wordt echter opgemerkt, dat indertijd reed?»
ter zake van de ondervverpelijke aangelegenheid ;s
gecorrespondeerd met den heer Hoofdingenieur-Di
recteur van den Provincialen Waterstaat, met het
oog op den aanleg van een primairen weg langs
Grootewal.
Genoemde Hoofdingenieur gaf in overweging met
den aanleg van het gasbuizennet te wachten tot het
tracé van bedoelden weg bekend zal zijn.
In verband hiermede stellen B. en W. voor, de
zaak aan te houden, totdat het tracé van bedoelden
weg bekend zal zijn.
Het adres was geteekend door 12 bewoners.
De heer Bakker zou graag zien dat de raad in begin
sel besloot dat zoodra de weg er zich voor leent, over
gegaan zal worden tot den aanleg van gas- en water
leiding.
De heer Overtoom kan hiertoe niet direct besluiten,
want 9pr. wil eerst een kostenberekening zien. Vorig
maal heeft spr. aangedrongen op 't overleggen van een
berekening van kosten voor aansluiting van alle buiten
wijken, zoo uitgebreid mogelijk.
De heer Van Erp wil dat B. en W. opnieuw stappen
doen bij den H. I.-Directeur van den Prov. Watersfaat,
misschien is die nu wel meer bekend. En laten B. en W.
zich ook in verbinding stellen met het P.W.B.
De Voorzitter zegt dat de Commissie voor wegen en
kanalen zich tot den H. I.-Directeur van den Prov.
Waterstaat heeft gewend met de vraag hoe de precieee
i loop van de wegen en kanalen zou zijn. Geantwoord is
dat op deze vraag nader zou worden teruggekomen, dat
de zaak in verregaande staat van voorbereiding was.
i Met algemeene stemmen wordt het voorstel van B.
en W. aangenomen.
Verzoek van H. L. Vader om aansluiting
van zijn perceel aan het net van het
G. E. B.
Naar aanleiding van dit verzoek deelen B. on W.
den Raad mede, dat door den Directeur der Lichtbe-
drijven een berekening is gemaakt ten opzichte van
de aansluiting bovengenoemd.
Hierbij bleek, dat de aansluiting van bedoeld per
ceel, van de leiding van den Ouden Dijk af, lengte
450 M., f 500 zal kosten.
Wordt de leiding doorgetrokken naar de perceelen
bewoond door de Wed. Dekker en Heddes, afstand
400 M., dan zal het bedrag der kosten worden f 1000.
Ook bij aansluiting van het Noord af, is de afstand
niet korter en zijn de kosten minstens even hoog.
Bij deze hooge kosten van aanleg en het te ver
wachten geringe stroomverbruik, zal een dergelijke
aansluiting niet anders dan groote schade voor het
r bedrijf opleveren, in verband waarmede wordt voor
gesteld op het verzoek niet in fe gaan.
De heer Van Nuland wijst er op dat men niet altijd
moet zeggen het kost zóóveel en dus ben ik er niet voor
Het algemeen belang dient in 't oog te worden gehou
den. Het is echter beter het advies van B. en W. af
te wachten over de algeheele aansluiting der buiten-
Wijken.
De Voorzitter zegt bij voorbaat reeds dat dit rapport
biet zeer bemoedigend ia. Verscheidene menschen wil
len niet aansluiten, anderen weer' hebben brongas.
Overeenkomstig het voorstel van B. en W. wordt he
lsloten.
Brief van het Bestaar van den Vleesch-
kenringsdienst Kring Barsingerhorn, be
treffende deelname in het reservekapi-
taaL
Naar aanleiding van dezen brief, waarin de bijdra
ge voor Schagen wordt bepaald op f750, deelen B.
en W. den Raad mede, dat de meerderheid in het
College voorstelt hierop niet in te gaan.
Zij is van oordeel, dat, nu de regeling van den
dienst in geheel nieuwe banen komt, de bij de oude
regeling gemaakte reserve onder de gemeenten, die
deze hebben gevormd, moet worden verdeeld cn een
nieuwe reserve moet worden gevormd.
De minderheid in het College is het hiermede niet
eens, en acht het gewenscht, dat de reeds gevormde
reserve bestaan blijft.
j De Voorzitter zegt dat de meerderheid van B. en W.
gevormd wordt door den heer Leguit en spreker, do
minderheid is de heer Schoorl.
Den heer De Vries komt het voor, dat de meerder
heid het niet bij het rechte eind heeft Voor iedere zaak
is het hebben van een reserve gewenscht en wat is er
dan op tegen dat de gemeente voor een gelijk deel deel
neemt aan het vormen der reserve. Spr. begrijpt het
standpunt van de meerderheid niet
De Voorzitter zegt ,dat de vraag misschien naief was.
maar hij heeft gevraagd, waarvoor de dienst zoo'n hooge
reserve noodig had. Voor de verwerkingsinrichting was
het niet, dus was het voor den Vleeschkeuringsdienst,
voor de noodslachtplaats misschien. Spr. vindt het
betor, dat de gevormde reserve wordt verdeekKen men
opnieuw begint. Jammer zou het wezen als de gemesnte
moest beginnen met deze uitgaaf.
De heer De Vries wijst er op, dat het bedrag 'liet
wordt uitgegeven. Elke zaak heeft behoefte aan een
reserve. Als Schagen niet meedoet, zullen de andeie 3
gemeenten de gevormde reserve wel moeten verdeeh.n
en legt op die wijze één gemeente haar wil op aan 9
gemeenten.
De heer Gorter oordeelt dat als men een zaak op
richt, men n iet direct gaat reserveeren. Een reserve
wordt langzamerhand gekweekt. Spr. heeft het idee,
dat de reserve ergens anders voor moet dienen. Men
had de vraag direct moeien stellen.
De beer Van Nuland is het eens met den heer De
Vries, het is de voortzetting van een bedrijf, het wordt
een renteloos voorschot.
De heer Van Erp vraagt wat er in de vergadering
der Commissie is besproken.
De heer Schoorl zegt dat de kwestie in de eenige ver
gadering, waar spr. niet aanwezig was uitvoerig is be
sproken. Er waren 2 mogelijkheden, de reserve laten
bestaan of opheffen en men kwam tot de conclusie, dat
het beste was, de reserve te laten bestaan. Later heeft
men spr.'s standpunt gevraagd en spontaan heeft spr.
geantwoord, dat de bestaande reserve niet moet worden
opgeheven, maar getracht moet worden haar te ver
sterken. De zaak heeft een groote uitbreiding gerre-
gen, zij heeft de eerste jaren risico en het zou te be
treuren zijn, als de^reserve werd opgeheven. Als men ip
een andermans zaak komt, koopt men zich ook naar
evenredigheid in. De reserve is voor 10 gemeenten van
niet zoo'n groote beteekenis.
De Voorzitter vraagt opnieuw waar de reserve 'oor
noodig is, voor de verwerkingsinrichting is het niet.
De heer Schoorl: Waaruit concludeert U dat
De Voorzitter: Dat heeft U zelf gezegd.
De heer Van Erp denkt, dat het komt, dat de lee
ning van f 125.000 niet toereikend is en daar zai nu
de reserve voor moeten dienen.
De heer Schoorl begrijpt nu, waar de Voorzitter op
doelt. Spr. heeft gezegd, dat de reserve niet dient voor
de andere inrichting van de verwerkingsinrichting. Den
heer Van Erp antwoordt spr. dat de reserve niet mag
worden gebruikt voor dat doel, als de leening ontoerei
kend is, zal er bijgeleend moeten worden.
De heer Leguit oordeelt, dat men in den beginne had
moeten zeggen, dat men de reserve wilde behouden.
Uit de gewone middelen kunnen de f 750 niet worden
betaald en zal dus een leening moeten worden gesloten,
en dat acht spr. niet gewenscht.
De heer Gorter zegt, dat nog moet blijken dat de
reserve noodig is. Voorloopig houdt spr. het £eld liever
in zijn zak. Voor het reservefonds wil spr. geen leening
sluiten.
Met 6 tegen 4 stemmen wordt het voorstel van de
meerderheid van B. en W. aangenomen, tegen stemden
de heeren Kooij, Schoorl, De Vries en Van Nuland.
Benoeming onderwijzeressen.
De voordrachten zijn:
le vacature: 1. mej. G. Hettinga, te Terhorne; 2.
mej. D. H. van Dieren te Scharwoude; 3. mej. T. F.
Molenaar te Heerhugowaard Zuid.
2e vacature: 1. mej. T. Barkman te Schagen;
2. mej. T. F. Molenaar te Heerhugowaard, Zuid; 3.
D. H. van Dieren te Scharwoude.
Benoemd de dames
Hettinga en Barkman respectievelijk met 6 en 8
stemmen.
Voorstel tot wijziging van de vezdseling
der gemeente in stemdistricten.
fi. en W. bieden de ontwerp-verordening betreffen
de bovenvermeld onderwerp, den Raad andermaal
aan, onder mededeeling, dat zij het voorstel, zooals
dit in de vorige vergadering is gedaan, de beste op
lossing vinden.
Het raadhuis vormt het centraal punt onzer ge
meente en nu mag het waar zijn, dat op sommige
oogenblikken de toeloop van kiezers groot is, be
langrijke stagnatie is tot heden niet voorgekomen.
De bepaling, dat niet meer dan 1000 kiezers tot één
stemdistrict mogen behooren is niet imperatief, arti
kel 31 der Kieswet bepaalt alleen, dat een stemdistrict
in den regel niet meer dan 1000 kiezers zal Bevatten.
De hoofdzaak waar het om ging, was het bezwaar,
dat de bewoners van het R.K. Liefdegesticht nun
stem hoven moesten uitbrengen en aan dit bezwaar
wordt door de voorgestelde regeling tegemoet geko
men.
De heer Van Nuland handhaaft zijn bezwaren, vorig
maal naar voren gebracht en meent dat het beneden-
stemlokaal onvoldoende verlicht is, en te klein en wil
dan ook een definitieve verandering. Spr. wil dus dat
lokaal uitschakelen en noemt als andere plaats de
U.L.O.-school. Wat een derde stemlokaal bct.-s't, het
mag niet imperatief zijn, de wetgever heeft toch zijn
bedoeling gehad, en er zijn wel meer dingen die niet
Imperatief zijn voorgeschreven en wel gebeuren. Gelet
op de toename van het aantal kiezers wil spr. de ge
meente in 3 stemdistricten verdeelen.
De Voorzitter had verwacht dat de heer Van Nuland
dan een tegenvoorstel zou doen. Als er 3 districten ko
men, dan blijft het bezwaar tegen het tegenwoordige
tweede stemlokaal bestaan. Spr. wy'st er op geen klach
ten te hebben gehoord.
Den heer Gorter is het bedoelde lokaal goed genoeg.
Met de laatste verkiezing ging het er ordelijk toe.
De heer De Vries "meent dat het lokaal boven veel
lastiger is, door dien akeligen trap.
De heer Overoom zegt dat het stemlokaal in het 2e
district wel geen ideaal lokaal is, maar spr. acht de
bezwaren niet zoo groot om tot decentralisatie over tc
gaan. Spr. kan zich dan ook met het voorstel vereenigen
Spr. wijst er echter op dat hij de inrichting van het
lokaal altijd ongelukkig heeft genoemd, maar daar kat.
nog wel eens op teruggekomen worden. Als er politie
toezicht is, komt het overige wei voor elkaar.
Het voorstel van B. en W. wordt aangenomen, tegen
stemde de heer Van Nuland.
Voorstel tot wijziging data paarden
markten.
Ten aanzien van deze aangelegenheid deelen B. en
W. den Raad mede, dat de Mei paardenmarkt in deze
gemeente wordt gehouden op den len Maandag in
die maand, op welken dag tekens wordt gehouden de
groote voorjaarsmarkt te Purmerend, welke samen-
valling zeer ten nadeele van onze markt moet wor
den geacht.
Het is daarom, dat B. en W. voorstellen, bedoelde
markt voortaan te houden op den tweedon Maandag
in Mei.
Ten opzichte van de Juli-paardenmarkt alhier,
welke wordt gehouden op den dag voor de Juli-
paardenmarkt te Haarlemmermeer, wordt medege
deeld, dat laatstgenoemde paardenmarkt is verval
len, waardoor onzekerheid is ontstaan ten opzichte
van den datum van onze markt.
Voorgesteld wordt deze paardenmarkt voortaan te
houden op den len Donderdag na IS Juli, een en an
der behoudens goedkeuring door Ged. Staten dezer
Provincie.
Den heer Van Erp doet het genoegen dat B. en W.
met dit voorstel komen. Het had ook spr.'s aandacht
en spr. vraagt of vooral de wijzigingen in de jaarmarkt
boekjes enz. geplaatst zuilen worden. Met het oog op
de vermakelijkheidsbelasting heeft spr. ook aandacht
geschonken aan de Juni-paardenmarkt. Dit jaar volg
de de Heldersche kermis direct op onze kermis. Maar
volgend jaar blijkt dat niet het geval te zijn.
Met algemeene stemmen wordt overeenkomstig het
voorstel van B. en W. besloten.
3 jaarlijksche afrekening met het Bs-
s-.uu# van de R.K. Parochiale school,
overeenkomstig het bepaalde in art. 103
der Lager Onderwijswet 1920.
Volgens art. 101 der Lager Onderwijswet 1920 moet
de gemeente aan het Roomsch-Katholick Schoolbe
stuur de kosten van instandhouding met uitzon
dering van de jaarwedden en wedden der onderwij
zers van de door dit Bestuur geëxploiteerde schooi
voor gewoon lager onderwijs vergoeden.
Deze vergoeding wordt berekend naar het gemid
deld aantal leerlingen over het betreffend jaar en
naar de kosten per leerling van de openbare lagere
school. De vergoeding zal echter niet meer mogen be
dragen dan de door het Schoolbestuu werkelijk ge
maakte kosten en in geen geval zal de vergooding
hooger zijn dan de gemiddelde kosten per leerling
van het openbaar lager onderwijs.
Elk jaar ontvangt het schoolbestuur een voorschot
tot ten hoogste 80 van de gemiddelde kosten per
leerling van het openbaar onderwijs. De definitieve
vaststelling der vergoeding heeft plaats nadat de ge
meenterekening over het betreffende dienstjaar is
goedgekeurd door Gedeputeerde Staten.
Om de drie jaren heeft een afrekening plaats tus-
schen schoolbestuur en gemeente. Daar de gemeen
terekening over het dienstjaar 1927 thans is goedge
keurd, kan worden overgegaan tot deze driejaarlijk-
sche afrekening over de jaren 1925, 1926 en 1927.
De door het Schoolbestuur werkelijk gemaakte
kosten, als bedoeld in art. 101, 5e lid der Lager On
derwijswet 1920, bedragen blijkens de overgelegde
bewijsstukken over het jaar 1925 f 1869.41
over het jaar 1926 f2279.68
over het jaar 1927 f 1970.93
Totaal f 0120.02
De gemiddelde kosten per leerling van het open
baar lager onderwijs hebben bedragen over 1925 f 9.b3,
over 1926 f 10.03 en over 1927 f 9 78.
Het gemiddeld aantal leerlingen van de R.K. school
berekend op de wijze als in art. 28 der Lager Onder
wijswet 1920 is aangegeven, bedroeg over 1925 12934,
over 1926 132%., over 10:27 136.
Krachtens het bepaalde bij art. 101, 2e lid der La
ger onderwijswet, bedraagt de aan het Schoolbe
stuur uit te betalen vergoeding over:
1925 12934 X f 9.83 M272.98V4
1926 13254 X f 10.03 f 1331.48
1927 136 X f 9.78 f 1330.08
Totaal f 3934.54/4
Aan het Schoolbestuur werd uitgekeerd
over 1925 f 1272.98>S
over 1926 f 1331.48
over 1927 f 1011.63 f3616.09>4
Zoodat de gemeente nog verschuldigd is f 318.45
Wij hebben de eer den Raad voor te stellen dit be
drag aan de R.K. Parochiale school over het drie
jarig tijdvak 1925, 1926 en 1927 nog uit te keeren.
Hoewel het niet tot de competentie van den raad be
hoort, zegt de heer De Vries dat het hem heeft ge
frappeerd dat de kosten per leerling aan de R. K. school
zooveel hooger waren dan die van de O. L. school, het
is ongeveer anderhalf maal zoo duur.
Het voorstel van B. en W. wordt zonder hoofdelijke
stemming aangenomen.
Toelage Onderwijzer Hoofdacte.
B. en W. deelen mede, dat zij andermaal pogingen
hebben aangewend om tot herclassificatie te komen
onzer gemeente volgens het bezoldigingsbesluit.
De onderhandelingen zijn gaande en mochten deze
tot resultaat hebben dat onze gemeente in de 2e
klasse van het bezoldigingsbesluit zou worden ge
plaatst, dan zal den Raad het voorstel worden ge
daan, bodoeld besluit in te trekken. B. en W. stel
len daarom voor f 100 extra boven de rijksregeling
te geven aan den onderwijzer met hoofdacte.
De heer Van Nuland is benieuwd naar de pogingen
die B. en W. doen om de gemeente in een andere klas
te krijgen.
De Voorzitter zegt dat het verzoek tot den Minister
van Finantien is gericht en deze heeft het in handen
gesteld van Ged. Staten. Uitvoerige adviezen hebben wij
daarop verstrekt. Op de vraag of het feit zich ook voor
deed bij benoemingen van rijksambtenaren, hebben B.
en W. zich gewend tot den directeur cïer posterijen,
rijksontvange; directeur der rijkslandbouwwinterschool
en den chef bij de Ned. Spoorwegen. En alle 4 hebben
zo uitvoerige adviezen verstrekt, die naar Ged. Staten
zijn opgezonden. Spr. gelooft wel dat er een ernstig
onderzoek is ingesteld en dat er kans van slagen is.
De heer Schoorl deelt nog mede dat de Minister van
Finantiën zich ook tot den Minister van Onderwijs heef
gewend en deze heeft geïnformeerd bij den Inspecteur
van het L. O., die ook gunstig hèeft geadviseerd. Ook
dat zal de pogingen steunen.
Het voorstel van B. en W. wordt met algemeene
stemmen aangenomen.
Gemeenterekening.
De commissie, belast met het nazien der gemeente
rekening, bestaande uit de heeren C. Kooij, Jb. de
Vries en K. Bakker, brengt een woord van lof aan
den directeur der lichtbedrijven voor de uitvoerige
verslagen, eveneens aan directeur en personeel der
eiervefling voor buitengewonen ijver en toewijding.
De commissie vestigt de aandacht op de groote
winsten der lichtbedrijven over 1928, n.1. f4365.7214
voor gas cn f 7132/72 voor electriciteit, afgescheiden
van de betaalde recognities van f2600 en f1500.
Gaarne zal worden vernomen hoe die h.i. to hooge
winsten zullen worden voorkomen, hetzij door uit
breiding der netten in de buitenwijken of door ta
riefverlaging.
De gemeenterekening sluit met een batig slot van
f2004.47.
B. en W. merken op dat met ingang van 1 Januari
de gasprijs met 1 cent is verlaagd, wat een winst
derving zal geven geschat op f4673.--, waardoor al
leen de vrijkomende recognitie van f2600 do winst
zal zijn bij een zelfde verbruik.
B. en W. achten deze winst noodig voor verster
king van het vernieuwingsfonds, met het oog op
woningbouw- en andere noodzakelijke vernieuwing.
Voor verdere tariefsverlaging achten B. en W. geen
termen aanwezig.
Wat de electriciteit betreft, wijzen B. en W. op
invoering met 1 Februari j.1. van het vastrechttarief
en de gevolgen hiervan niet zijn te overzien. Voor
een groot deel zullen de beschikbare middelen heen
gaan voor kabellegging. Ook hier dus geen reden
voor tariefsverlaging.
Met de opmerking van B. en W. over de gasfabriek
kan de heer De Vries zich vereenigen, maar niet met
die over het electrisch bedrijf. Er is niet minder dan
f8600 winst gemaakt, wat abnormaal groot is. Wan
neer we het lichtstroornverbruik op 150.000 K.W.U.
nemen, dan zou een verlaging van 3 cent per K.W.U.
een mindere ontvangst van 4y2 duizend gulden ge
ven en bleef dus nog een belangrijk surplus over.
Door B. en W. wordt steeds gewezen op de onzekere
uitkomst wat de invoering van het vastrechttarief
betreft, maar dat is ook opgenoemd toen 't ging om de
vraag of het tarief op 10 of op 8 cent moest worden
bepaald. Veiligheidshalve heeft de Raad het op 10
gesteld, maar dan is het ook niet juist meer om het
nogmaals naar voren te brengen. Spr. is van mee
ning, dat binnenkort tot tariefsverlaging overgegaan
dient te worden.
Do Voorzitter zegt, dat B. en W. van dat advies een
dankbaar gebruik zullen maken. Bij de begrooting
1930 zal het ter sprake worden gebracht.
De heer De Vries zegt. dat als dat het antwoord
van B. en W. was geweest, hij er zich bij neer had
gelegd.
De heer Gorter zegt een ander standunt in te ne
men en dan in de eerste plaats voor te staan de aan
sluiting van de buitenwijken.
De Voorzitter zegt, dat dit ook in het rapport der
commissie staat.
De heer De Vries zegt, dat ook de opmerking over
de kabellegging achterwege had kunnen blijven. Dat
is maar één keer en drukt niet op 1929.
De heer Schorol zegt dat dit wèl het geval is.
De heer Gorter vraagt waar de kabellegging zal
plaats vinden en wordt door den heer Schoorl ge
antwoord van Stationsweg, Plantsoen, Spoorlaan,
Regentenstraat en Stille Laan.
De rekening wordt voorloopig goedgekeurd.
De Voorzitter zegt nu gekomen te zijn tot het laat
ste punt, wat niet het minste is, n.1.:
Kwijtschelding van straf aan den Direc
teur der Lichtbedrijven.
Van de raadsleden K. Bakker en J. W. Lookman is
een brief ingekomen waarin zij wijzen op het raadsbe
sluit van 12 Anril_ i.1^ waarbij den directeur, van het_
Gasbedrijf kwijtschelding is verleend van de hem op
gelegde straf. Dat besluit is genomen in onvoltallige
zitting van een geforceerde en naar aller rechtsgevoel
geheel onjuiste samenstelling.
Zij overwegen dat de aan den Directeur opgelegde
straf, gezien de geheel uit eigen beweging aan de bei
de wethouders gedane bekentenis, nog altijd zeer
clement moet worden geacht; dat het geforceerde
raadsbesluit van 12 April j.1. in flagranten strijd is
met het algemeen rechtsgevoel en dat het wenschelijk
is te voorkomen, dat onjuiste inzichten ontstaan door
het feit van het niet verder vervolgen door de
justitie.
Zij verzoeken daarom:
le. in het openbaar voorlezing te doen van het
rapport van den rechtskundigen adviseur der ge
meente betreffende deze zaak;
2e. het meergenoemde besluit van 12 April 1929,
waarbij den Directeur kwijtschelding van zijn gelde
lijke straf werd verleend, in te trekken.
Het advies van Mr. W. C. Bosman en het contra
advies van Mr. Buiskool, vindt men elders in dit
blad.
B. en W. stellen voor in te gaan op de gedane
verzoeken.
Voor den heer Van Nuland is het een groote teleur
stelling dat dit verzoek door de beide raadsleden
wordt gedaan. Spr. had gemeend dat deze zaak 2
jaren na het tot stand komen 'van het rapport, niet
'meer aanhangig zou worden gemaakt. Er is heel
wat over gesproken en we heblxm niet anders kun
nen zien dan dat er geen enkele daad is bijgeko
men, die een ongunstige beoordecling zou kunnen
teweeg brengen. Elk mcnsch die werkt, maakt fou
ten en spr. twijfelt niet of ook de heer Blaeser zal
zijn fouten hebben gemaakt. Maar spr. vereenigt zich
met de hulde, die de commissie, belast met het onder
zoek der rekening, brengt aan den directeur voor
diens werk en de uitvoerige verslagen.
Op prijzenswaardige wijze heeft de heer Blaeser
zijn best gedaan om de belangen van het bedrijf, wat
ook onze belangen zijn, te behartigen. Twee jaren
achter elkaar is hij het object geweest van vergui
zing, van verdachtmaking en spr had eerder ver
wacht, dat men nu royaler zou zijn geweest, dat wat
gebeurd was, wa6 gedaan door een opwelling des.
gomoeds, maar dat mon niet zoo onbarmhartig zou
zijn geweest om in te gaan tegen het besluit van 12
April jl. Spr. had gehoopt, dat geoordeeld zou zijn,
wat geweest is, is geweest., uiaar niet dat men op
nieuw den strijd zou gaan verscherpen, door zich
niet aan de revisie te onderwerpen, doch zijn wil
door te drijven en den directeur opnieuw de straf
op te leggen. Een niet verdiende straf, naar spr.'s
mcening niet alleen, maar ook volgens het rechts
kundig advies. Want men moet zich op het stand
punt plaatsen: heeft de directeur fooien aangeno
men? Men spreekt wel van steekpenningen, maar
dat is heel iets anders. Steekpenningen zijn oin
iemand om te koopen, fooien niet en spr. verwerpt
dan ook het woord steekpenningen m alle opzichten.
Spr. wijst zoowel op het rapport van B. cn VV. als
van den rechtskundigen adviseur cn wijst er op, dat
als de directeur steekpenningen had aangenomen,
hij voor de wet strafbaar zou zijn geweest. Zeer te
recht wordt door Mr. Bosman opgemerkt, dat het
aannemen van fooien niet stiafbaar is. Gelukkig
hebben wij een onpartijdige rechtspraak. Onder eede
hebben personen verklaard aan den heer Blaeser
geen fooien te hebben afgegeven.
Spr. wijst er clan verder op, dat van omkoopen
niets is gebleken en Mr. Bosman schrijft dat dit ook
wel niet het geval zal zijn geweest. Wij allen zijn
overtuigd dat dit niet heeft plaats gehad. De meest
verzachtende omstandigheden waren aanwezig. De
heer Blaeser heeft erkend fooien te hebben aange
nomen, doch niet erkend tot het bedrag in het rap
port van B. en W. genoemd Spr. noemt het 't kar
dinale punt dat het niet Blaeser was die de bestel
lingen deed, doch de lichtcomnnssie en acht het een
fout van den Voorzitter den heer Van der Stel te
raadplegen; Van der Stel, de meest onbarmhartige
mensch van Nederland, die zonder bewijs oud-col
lega's beschuldigde en die toen gelukkig een paar
zeer actieve menschen hem aanklaagde, door de ju
stitie werd vervolgd en in de gevangenis werd ge
worpen, omdat zijn beschuldigingen ongegrond ble
ken te zijn. B. en W. zijn met een verkeerden opzet
begonnen en elk kind begrijpt dat het rapport iede-
ren formeelen grond mist om strat op te leggen.
Waar in het adres van de beide raadsleden gewe
zen wordt op de onvoltallige raadszitting van 12
April en de geforceerde samenstelling, moet spr. een
protest laten hooren. Wie is de schuld ervan dat de
raad niet voltallig was? Dat was de eerste ondertee
kenaar van het verzoek, de heer Bakker, die als een
kwajongen weggeloopen is en die de consequentie
had moeten aanvaarden en die nu iemand, die een
paar dagen lid van den taad is, er voor gaat span
nen. Ma.r het is niet anders -dan om het gevoel van
wraak tegen den directeur naar voren te laten
komen. Spr. bejammert het, dat dit is gebeurd, het
zal de gemeente geen voordeel doen en men begaat
veel onaangenaamheden tegenover den directeur.
Twee jaar lang heeft het gezin veel verdriet gehad
en spr. had gehoopt dat de raad eendracMig de hand
in den schoot zou leggen. Dat was wenschelijk ge
weest tegenover onze ambtenaren, en er zou niet een
onwettige daad worden verricht. Want het is niet 4
bewezen, dat de gemeente is benadeeld geworden.
Het rechtsgevoel zal dan ook pas tot uiting komen,
als de raad unaniem het voorstel van de beide leden
afwijst.
Op de dichtbezette tribune teekenen van instem
ming, maar de Voorzitter hamert.
De heer Bakker had verwacht dat de heer Van
Nuland nieuwe gezichtspunten naar voren had ge
bracht. Spr. had verwacht dingen te zullen hooren,
waaruit dan zou zijn op te maken, dat Blaeser vrij
uitging. Het rapport is gevolgd door een aanvechting
met niets zeggende dingen en spr. blijft van meening
dat door de kleine straf, hem na serieus onderzoek
opgelegd, de directeur zeer clement is behandeld.
Spr. zegt, dat het bij hem niet is een wraak, het is
een zaak, het gaat niet om den persoon. Verschei
dene woorden zijn er reeds over deze zaak gesproken
maar spr. handhaaft het voorstel.
De heer Van Erp vraagt, of de Voorzitter uitvoe
ring heeft gegeven aan net besluit van den Raad op
12 April.
De Voorzitter zegt, dat het den heer Van Erp wel
bekend is, dat dit niet is gebeurd.
De heer Van Erp zegt, dat dus de Voorzitter gc-
sanctionncerd heeft een besluit van de meerderheid
van den Raad. Het was des Voorzitters goed recht
het besluit ter vernietiging voor te dragen bij da
Kroon, maar toen die vernietiging uitbleef, doordat
het schrijven ter Griffie was blijven liggen, had spr.
verwacht, dat de Voorzitter zich had gehouden aan
de uitspraak van den Raad en de gestorte bedragen
zou hebben terugbetaald.
De Voorzitter zegt al eerder te hebben gezegd,
daartoe niet de middelen te hebben en B. en W. zou
den geen voorstel doen voor een suppletoire begroo
ting.
De heer Van Erp zegt dat de Voorzitter dus in deze
onmachtig is. Spr. zal hier niet de gemoederen in
beweging brengen, maar waar de heer Bakker zegt
dat er zich geen nieuwe gezichtspunten voordoen,
vraagt spr. wie kan aantoonen dat de gemeente is
benadeeld. Dat kan u niet zegt spr., en dat kunnen
de rechters niet. Er moet hier recht gebeuren, zegt
spr.. Spr. wil aannemen dat de directeur verkeerde
handelingen heeft verricht, maar do gemeenschap
pleegt dezelfde handeling, als dit voorstel van de
2 raadsleden wordt aangenomen. Doch spr. heeft nog
vertrouwen.
Niemand der leden verlangt meer het woord, zoo
dat het voorstel BakkerLookman in stemming
wordt gebracht en aangenomen met 6 tegen 4 stem
men. Voor stemden de heeren Kooij, Leguit, Bakker,
Lookman, Schoorl cn De Vries; tegen stemden de
Le.ëffia.Gorter* Van Erp, Overtoom en Van Nuland.