Uilgevers: N.V. v.h. TRAPMAN Co., Schagen.
Eerste Blad.
mojbrniseermg van het Siamessche
Koninkrijk.
MüigMBi
EEN VR00LIJKE
ROMANCE
De heer Verschure Gedeputeerde?
Woensdag 2 October 1929.
72ste Jaargang No. 8538
Dit blad verschijnt viermaal per week: Dinsdag, Woensdag, Donder
dag en Zaterdag. Bij inzending tot 's morgens 8 uur, worden Adver-
tentiën nog zooveel mogelijk in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
POSTREKENING No. 23330. INT. TELEF. No. 29.
Prijs per 3 maanden f 1.65. Losse nummers 6 cent. ADVERTEN-
TlëN van 1 tot 5 regels f 1.10, iedere regel meer 20 cent (bewijsno.
inbegrepen). Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
DIT NUMMER BESTAAT UIT TWEE BLADEN.
Eet bezoek van Koning Prajadhipok aan
Nederlandse!» Oost-Indië.
Koning Prajadhipok van Siam, die met zijn ge
malin, Koningin P.ambaibarni, Prins Traidos (Minis
ter van Buitenlandsche Zaken van Siam) en een
klein gevolg momenteel een bezoek brengt aan Ne-
derlandsch Oost-Indië, zal volgens het vastgestelde
plan op 3 October a.s. van Boelcleng aan boord van
de Maha Chakri naar Singapoer vertrekken. De te
genwoordige Koning van Siam is nog een jonge man;
bij ontving zijn opleiding te Eton en te Woolwich in
Engeland, en was gedurende den oorlog verbonden
aan de Fransche Generale Staf. Hij spreekt vloeiend
Fransch en Engelsch, en bezocht reeds zeer vele lan
den in Europa en ook Amerika.
Z.M. Koning Prajadhipok van Siam.
Hij kwam op den troon van Siam op 25 Novem
ber 1625, na den dood van zijn broeder, Koning
Rama VI, en werd in den aanvang van 1926 na
luisterrijke feesten, welke drie weken duurden, ge
kroond. De Koning begon zijn land te rcorganiseeren
en te consolideeren naar Westersche begrippen, be
hield echter die Oostersche instellingen, waaraan zijn
onderdanen principieele waarde hechtten. Hij is de
FEUILLETON
P. G. WODEHOUSE.
34.
Baxter was met bange voorgevoelens ontwaakt. Iets zei
hem dat de scarabee gedurende den nacht gestolen was,
en nu had hij spijt dat zijn post door hem verlaten was.
Terwijl hij zich haastig naar de hal begaf, heerschte
er rust in huis. Langs een venster loopende, zag hij Lord
Elmsworth in een daagsch oud pakje, dat den bisschop
geërgerd zou hebben, met een schop in de hand over
een bloembed gebogen staan, maar hij was de eenige
die buiten was, en binnenshuis liet zich niemand zien.
De hal had haar Zondagsche uiterlijk, alsof zij met rust
gelaten wenschte te worden en een ieder het betreden
daarvan vóór de lunch kwalijk nam; een eenzaamheid
die alleen gevoeld kan worden door een logeergast in
een groot huis, die thuisgebleven is als alle anderen naar
de kerk gegaan zijn.
De familieportretten aan de wanden, inzonderheid de
overleden Gravin van Elmsworth, voorgesteld als Venus,
oprijzende uit de golven, keken Baxter bij zijn binnen
treden, met koude, verwijtende blikken aan. Zelfs de
stoelen schenen norsch en onvriendelijk. Maar Baxter
was in geen stemming om zich er aan te storen. Zijn
geweten sliep. De eenige gedachte die hij koesterde en
die alle andere verdrong, gold de scarabee en het lot
dat haar waarschijnlijk getroffen had. "Welk een schan
delijk verzuim van hem, dat hij den afgeloopen nacht
de wacht niet gehouden had! Lang voor hij de museum
deur opende, stond het bij hem vast dat het ergste
gebeurd moest zijn.
En zijn. voorgevoelens hadden hem niet bedrogen. Het
museum was nog op zijn plaats; het bordje, verkondi
gende dat hier een scarabee was uit de regeering van
Cheops van de Vierde Dynastie, door Mijnheer J. Preston
Peters aan den Graaf van Elmsworth aangeboden, was
er ook nog; de mummies, de vogeleieren, de tapijten,
de misboeken, en de geheele overige verzameling van
Lord Elmsworth, verkeerden in de beste orde.
Maar de scarabee was verdwenen.
eenige Boedhistische Koning in de wereld, en het
Boedhisme is wel de zuiverste vorm van den ouden
leer. De Koning is wel een van de laatste der waar
lijk souvereine vorsten. Maar met zijn Europeesche
ondervinding stichtte hij weldra een Oppersten
Staatsraad, bestaande uit de vijf oudste prinsen, man
nen van ondervinding cn met een bezadigd oordeel.
Het is slechts een adviseerende Raad, maar vormt
een eerste stap naar den constitutioneel en staat; kort
hierna deed de Koning een twe.ede stap door het
instellen van een wetgevenden Raad van veertig per
sonen, gekozen door den Koning. De eenige eischen,
welke de Koning aan de te benoemen leden stelde,
waren, dat zij van Siameesche nationaliteit waren
en personen, die zich door hun bekwaamheid en
hoogstaand karakter het vertrouwen van den Koning
waardig maakten. Het ir werkelijkheid een meer
beraadslagend dan actief baam, maar in een adres
aan de leden bij de formccle opening zcide de Ko
ning: „Ons voornaamste verlangen is om de wijze
van beraadslaging, zooals deze in groote vergade
ringen wordt 'toegepast, in te leiden en te ontwik
kelen, zoodat, wanneer de tijd rijp is voor een ver
andering van het bestuur, het gemakkelijk zal zijn.
om zulk een verandering in te voeren." Dezelfde
geest van onzelfzuchtige gezindheid heeft alle regee-
ringsdaden van den Koning gekarakteriseerd. Gedu
rende de korte periode, dat de Koning aan het be
wind is, heeft hij reeds de kolossale taak op zich ge
nomen, om de financiën van zijn koninkrijk op orde
te brengen. Toen hij den troon besteeg, wees het
budget reeds vier jaar lang een deficit aan. Dit
deficit werd binnen twee jaar weggewerkt, zonder
zwaardere lasten aan de bevolking op te leggen, en
wel door een rationeelo reorganisatie van de depar
tementen. Meer dan 6000 staatsambtenaren vonden
elders een betrekking. De uitgaven van het Konink
lijk Huis werden op drastische wijze besnoeid.
Langzamerhand realiseeren de Westersche Mo
gendheden het feit, dat Siam een moderne staat is
geworden, en in den loop van de laatste jaren zijn
de laatste resten van ex-territorialiteit afgeschaft.
Hiermede kwam de mogelijkheid van een herzien en
belangrijk gereduceerd tarief, met de hiermede ver
band houdende toenemende voorspoed van den han
del. Door een bewonderenswaardige perswet werd
het peil van de Siameesche pers belangrijk verhoogd,
en is thans belangrijk beter dan in verschillende
Europeesche Staten.
De toename van de. welvaart van het land bood
grootere mogelijkheid voor interne ontwikkeling. Zoo
werd het goede spoorwegnet nog uitgebreid en ver
beterd. Wegen werden aangelegd. Luchtpostdienst
werd ingevoerd, nieuwe draadlooze stations opge
richt, en het onderwijs belangrijk verbeterd.
Groote belangstelling werd getoond in landbouw
kundige vraagstukken, hetgeen zeer juist gezien is
in een land, waar het grootste gedeelte van de be
volking van den landbouw leeft. Irrigatie werken
worden gebouwd voor de rijstcultuur en een beter
type graan geprobeerd om de opbrengst van den
oogst per H.A. te vergrooten. Bij al dit werk kan
de Koning rekenen op den bekwamen steun van Ko
ningin Rambaibarni, en niet het minst op de groote
populariteit van de Koninklijke familie bij de bevol
king, welke te danken is aan haar persoonlijke
charm en sympathie.
Na het harde werken van de laatste jaren heeft de
Koning een ontspanning hard verdiend. Het hooge
Siameesche gezelschap heeft na do officieele ont
vangst door den Gouverneur-Generaalvan Neder-
landsch Oost-Indië reeds heel wat van Java ge
zien. Het Koninklijk echtpaar bezocht de voornaam
ste bedrijven van het land, als de kinine-fabriek,
electrische waterkrachtinstallaties, rubberfabrieken,
thee- en koffieplantages, het groote draadlooze sta
tion Malabar, suikerfabrieken, olievelden, en een
olieraffinaderij. Ook werd zeer veel aandacht be-
HI.
Al kwam het precies uit zooals Baxter verwacht had,
duurde het nog geruim tijd tot de Pientere zich van
den slag hersteld had. Wezenloos, en met opengesperde
oogen, stond hij naar de ledige plaats te staren.
Hij deed het nog, toen Lord Elmsworth binnenkwam.
De Graaf van Elmsworth neusde graag overal rond,
en de Zondagmorgen was een bij uitstek geschikte tijd
om overal rond te neuzen. Sedert het ontbijt had hij in
den tuin rondgeneusd, in de stallen, in de bibliotheek.
En nu ging hij eens rondneuzen in het museum.
„Lord Elmsworth!"
Toen Baxter hem in het oog kreeg en hem aanriep,
was de graaf op korten afstand van zijn secretaris met
rondneuzen begonnen. Een gefluister zou hem zelfs
bereikt hebben, maar de gemoedstoestand van Baxter
was van dien aard, dat hij de woorden uitte met een
stentorstem, die een scheepskapitein, die een van zijn
matrozen in het kraaiennest iets toeschreeuwt, eer aan
gedaan zou hebben. Lord Elmsworth sprong zes voet
hoog, en, na z:ch uit een oud wandtapijt losgewerkt te
hebben, bracht hij een hand naar zijn oor, wreef het,
en keek zijn secretaris aan.
„Wat sta je me daar zoo aan te blaffen, Baxter?
Hoor eens, je gaat langzamerhand alle perken te buiten.
Je wordt een kolossale lastpost."
„Lord Elmsworth, zij is verdwenen. De scarabee is
weg."
„Je hebt mijn trommelvlies gescheurd."
„Lord Elmsworth, iemand heeft de scarabee gesto
len, die u door Mijnheer Peters ten geschenke gege
ven is."
Het lot van zijn trommelvlies hield op en zijn onver
deelde aandacht van den graaf te hebben. Hij volgde den
wijzenden vinger van zijn secretaris met een verschrikt
oog, en onderzocht de plek waar het drama zich afge
speeld had.
„Wel heb ik ooit. Je hebt volkomen gelijk, beste jon
gen. Iemand heeft de scarabee gestolen. Dat is hoogst
vervelend. Mijnheer Peters zal er zeer boos om zijn. Ik
zou de gevoelens van mijnheer Peters voor geen geld
van de wereld kwetsen. Hij zou zeggen dat ik er beter
op had moeten passen. Maar wie kan haar in 's he
melsnaam gestolen hebben?"
Baxter was op het punt te antwoorden, toen er uit
de richting van de hal, licht gedempt door een tusschen-
liggende deur en een eind gang. een geluid weerklonk
alsof er een emmer steenkolen op een ijzeren plaat uit
gestort werd. Een zwaar lichaam bonkte van de trap
steed aan Java's natuurschoon. Zoo werden deels
bezocht of zullen nog bezocht worden de Botanische
tuinen te Buitenzorg, de warme bronnen te Tjisolok,
Tjipanas, de Dago-waterval, de krater van den
Tangkoeban Prahoe, Garoet het Lelcs- en Bagendit-
meer, de krater van den Ivawah Kamodjan, Pameung-
peuh, de krater van den Papandjan, Wonosobo cn
het Diëngplateau, Salatiga mot de schitterendste ro
zentuinen, Solo, Djokja cn de oude tempels, de Pram-
banan, de Mendoet en de Boroboedoer, Kediri, Son-
goriti, Blitar, de tempel te Panakaran, W'V.Aig, Sin-
gosari, Nongkojadjar, Tosarie de Bromoil..°^vr en de
Zandzee, Penandjan met de wondervolle vergezich
ten, de proeftuinen te Pasoeroean en de dierentuin
te Soerabaja.
Bij den toer op Bali zal een bezoek worden ge
bracht aan Sigaradja, Gigit, Moendoek, den Pasar,
Karangasem, Batoeriti, Kintamani, Bangli, Tampak-
siring cn andere plaatsen, beroemd door hun unieke
architectuur.
Koning Prajadhipok zal terugkeeren met nieuwe
kennis in onze koloniën opgedaan, en met frisschen
moed om het groote werk van de moderniseering van
zijn land voort te zetten.
De K.K. Statenfractie heeft nu definitief besloten
haar voorzitter, den heer Verschure, candidaat te stellen
als lid van Gedeputeerde Staten in de V3cature, welke
is ontstaan, nu de heer Hendrix zijn verkiezing tot lid
der Eerste Kamer heeft aanvaard. Naar verluidt, heeft
de heer Verschure na rijp beraad besloten, die candi-
datuur te aanvaarden.
Of daarmede zijn verkiezing verzekerd is?
Wij achten dit wel waarschijnlijk, hoewel het reeds
vast moet staan, dat de Vrijheidsbond ook met een
candidaat zal uitkomen. Met zijn 10 leden, zoo is zijner
zijds bij herhaling betoogd, heeft hij recht op een plaats
in het College.
De stand was aldus:
aantal aantal
zetels Gedeputeerden
S.D.A.P. 24 2
R.K. 17 2
A.R. en Chr. Hist. samen 14 1
V.D. 8 1
Vrijheidsbond 10 0
Wat het aantal zetels betreft, zou dus de V.B. eerder
in aanmerking komen voor een Gedeputeerde dan de
V.D. Het streven is echter geweest het College van
Ged. Staten zoo democratisch mogelijk te maken. Wie
daaraan wil meewerken, kiest de V.D. boven den V.B.,
die bovendien in den voorzitter van het College, in den
Commissaris der Koningin, een geestverwant, zij het
dan ook geen partijgenoot, mag zien. De heer Roëll is
immers van liberalen huize.
Om deze redenen heeft de V.B. totnogtoe geen kans
gehad, een van de bij verkiezing te bezetten zetels in
het College te veroveren.
Dat die kans nu gekomen zou zijn, gelooven wij niet,
hoewel het niet geheel onjuist is, als men beweert, dat
een fractie van 17 leden met twee leden in het College
wel wat royaal bedeeld is.
Men kan echter moeilijk een verdeeling maken, die
nauwkeurig zou zijn tot op halve Gedeputeerden.
Al zal men toestemmen, dat er wel eens halve Gede
puteerden zijn geweest al waren ze dan niet gehal
veerd zoo goed als er geweest zijn, die wel voor
1% golden!
af, en een stem, die zij beiden als aan den Hoogwelge
boren Freddie toebehoorende herkenden, stiet een vloek
uit. Deze eindigde in een geweldige bons en een muzi
kaal gerinkel, dat door Baxter gemakkelijk herkend
werd als van brekend porcelein afkomstig te zijn.
Het kostte noch Lord Elmsworth, noch Baxter eeni
ge moeite, om te begrijpen wat er gebeurd was. De Hoog
welgeboren Freddie was van de trap gevallen.
Met een weinig handigheid kan dit gedeelte van het
verhaal van de scarabee van mijnheer Peters gemakke
lijk omgezet worden in een leerrijk tractaatje, er op wij
zende, hoe gevaarlijk het, zelfs in deze wereld, is, om
des Zondagsmorgens uit de kerk weg te blijven. Als de
Hoogwelgeboren Freddie ter kerke gegaan was, zou hij
op dit uur niet van de groote trap van Blandings Castle
gevallen zijn; en, als hij op dat uur niet van de groote
trap van Blandings Castle gevallen was, zou hij niet
in aanraking gekomen zijn met Muriel.
Muriel was een Perzische kat en het eigendom van
Lady Warblingdon. Lady Ann had in haar kamer het
ontbijt gebruikt en was laat in bed gebleven, want zij
verbeeldde zich dat een van haar hoofdpijnen op komst
was. Muriel had de kamer verlaten in het zog van het
theeblad waarop het ontbijt weggebracht werd, daar zij
gaarne de begrafenis wilde bijwonen van de restjes
van een gebakken tong, waaruit het eenvoudige ont
bijt van Lady Ann bestaan had. De kat was dus het
dienstmeisje naar de hal gevolgd. Hier aangekomen,
begon het meisje, dat het land aan de kat had, het ge
luid van een geopende flesch gemberbier na te bootsen,
deed tegelijkertijd een uitval naar poes, en gaf haar een
schop met de punt van haar schoen. Verontwaardigd
en verschrikt, deed de kat een sprong in de richting van
de*trap, juist tegen den Hoogwelgeboren Freddie, die,
om de een of andere reden groote haast hebbende,
haar vlug afdaalde.
Er kwam een oogenblik waarop Freddie zich had
kunnen redden, als hij zijn voet boven op den rug van
Muriel geplaatst had, maar zelfs tijdens dié crisis be
dacht hij dat het niet aanging dat hij bij al zijn misdrij
ven ook nog de snoodheid beging van de lievelingskat
van zijn tante dood te trappen, zoodat hij een slecht be
rekenden zijsprong maakte. De gespaarde kat ondernam
den verderen tocht naar boven, terwijl Freddie, nu en
dan de trap aanrakende, naar beneden tuimelde.
Geheel beneden gekomen, zat hij tusschen het gebro
ken porcelein rond te kijken als Murius tusschen de
ruinen van Carthago, en onderzocht hij waar hij zich
bezeerd had. Hij koesterde een toenemende vrees dat
zijn gebeente op minstens twaalf plaatsen gebroken was
.Toen zjjn vader en de Pientere Baxter, op de plek
WETENSCHAP.
De gevreesde Engelsche zweetziekte
in Holland. 1529 October 1929.
De menschen van heden mogen zich gelukkig prij
zen, dat de geneeskunde op zoo'n hooge trap van ont
wikkeling staat, waardoor zij in staat worden ge
steld, cm zich te wapenen tegen besmettelijke ziekten,
en epidemieën in vele gevallen den kop kan worden
ingedrukt. Geheel anders stond het met de menschen
van vroeger tijden, die bij duizenden als slachtoffer
vielen, wanneer een besmettelijke ziekte bezit had
genomen van een land. Zoo verging het ook onze
vaderen, nu juist vier eeuwen geleden. In ons land
heerschte toen een besmettelijke ziekte, de Engel-
sche zweetziekte genaamd (sudor Anglicum). welke
duizenden slachtoffers ten grave sleepte. Zooals de
naam aanduidt, is deze ziekte, van Engelschen oor
sprong. Zij kwam het eerste voor in het Engelsche
leger van Koning Hendrik VII in 1 ?.S6. In lateren tijd
brak de ziekte verschillende malen met groote he
vigheid uit, maar slechts éénmaal breidde zich deze
ziekte over een groot deel van Europa uit, namelijk
in het jaar 1529, toen ook Holland de cijns moest
betalen aan deze gevreesde zoekte. De eerste voor
boden van deze ziekte waren benauwdheid cn hart
kloppingen. Hierna volgden rheumatische pijnen cn
begon de patiënt hevig te transpireeren. Bij vele lij
ders zwollen de ledematen, terwijl de ziekte soms
ook in het hoofd sloeg, waarhij men zware hoofd
pijn en ijlkoortsen kreeg. Binnen 24 uur kwam reeds
de crisus, en overleefde men deze, dan volgde bin
nen veertien dagen reeds genezing. Honderden per
sonen vielen als slachtoffer van deze ziekte, doordat
zij tijdens.de zweotperiode een zware koude oplie
pen. In vele gevallen ging de ziekte over in de be
ruchte hersenontsteking, waarna meestal de dood
volgde, of krankzinnigheid. Vermeldenswaardig is,
dat de meeste lijders aan deze ziekte den verstik
kingsdood stierven. Dit kwam minder door den aard
van de ziekte, als wel door te groote ijver van do
verzorgers van de patiënten. Men meende, dat, a!s
de patiënten met goed gevolg door de zweetkuur
kwamen, zij wel zouden genezen. De patiënten wer
den dan in stapels dekens ingepakt, en men deed
dan zoo'n moeite, om de zweetkuur maar goed tot
haar recht tc doen komen, dat bij het toedekken van
den patiënt men hem geheel den adem benam. In
het jaar, dat deze besmettelijke ziekte zich over het
geheele Noordelijke deel van Europa verspreidde,
had men in al deze landen last gehad van groote
overstroomingen, waarop een tijdperk van ondrage
lijke hitte gevolgd was. Londen was de bakermat van.
deze ziekte. Daar brak de epidemie uit in de maand
Mei 152D. De besmetting werd door een schip naar
Hamburg overgebracht, waar in drie weken tijd
meer dan duizend menschen aan deze ziekte stier
ven. In Polen cn Rusland begon de ziekte zich uit
te breiden in de maand Augustus. Ook over Scan
dinavië breidde de epidemie zich uit; waaraan in
Kopenhagen alleen in één dag vier honderd perso
nen als slachtoffer vielen. Ook Oostenrijk en Zwit
serland hadden veel van deze ziekte te lijden, ter
wijl in het Turksche leger, dat onder bevel van So-
liman Weenen belegerde, geheele afdeelingen gede
cimeerd werden. Zooals reeds gezegd, werden ook de
Nederlanden niet gespaard. De stad Antwerpen
schijnt verschrikkelijk geteisterd te zijn; daar stier
ven in een paar dagen tijd vijf honderd menschen.
In Den Haag brak de epidemie uit in de maand
October 1529; in enkele dagen tijd werden bijna
twee duizend gevallen van deze ziekte gemeld. De
verschenen, zagen zij dat Freddie op de been geholpen
werd door Ahse Marson.
Op het oogenblik dat Baxter zijn ontdekking dat het
museum 's nachts bestolen was deed, was Ashe dicht
in de buurt geweest. Om de waarhedi te zeggen, had hij
zich reeds een paar minuten eerder van de verdwijning
van de scarabee overtuigd. Hij had eenigen tijd achter
de groen baaien deur staan wachten, in de hoop gele
genheid te hebben om te gaan zien of Joan in haar
voornemen zich van de scarabee meester te maken ge
slaagd was, en, toen de hal door ledereen verlaten was,
had hij naar het museum kunnen sluipen. Eerst toen hij
'Baxter had hooren schreeuwen, begreep hij hoe het een
haartje gescheeld had of* hij was gesnapt. Hij had tij
dens het onderhoud van Lord Elmsworth met Baxter in
zijn schuilplaats gewacht, en was door het lawaai van
den val van Freddie naar de trap gelokt.
Hij beproefde het slachtoffer omhoog te hijschen,
maar Freddie bleef met een hevig gekerm op den grond
zitten. En daar zat hij nog toen de anderen er bij kwa
men. Hij keek zwijgend en aandoenlijk naar hen op.
„Maar in 's hemelsnaam, Frederick," zei Lord Elms
worth, „wat heb je nu weer in je hoofd gekregen."
„Het kwam door die leuke poes van Tante Ann, vader
Ik kwam op de trap over haar te struikelen. Mijn enkel
is gebroken, geloof ik."
„Je hebt zeker een massa gebroken," antwoordde zijn
vader hardvochtig. „Jij en Baxter doen hun best zoowat
alles iri huis te breken."
„Dank je, man," zei Freddie dankbaar tot Ashe, toen
deze hem overeind geholpen had. „Ik wou graag dat ja
me naar mijn kamer bracht."
„En Baxter, mijn brave jongen," zei Lord Elmsworth,
„telefoneer jij eens naar Market Blandings, naar dok
ter Bird, en vraag of hij hier komt. Het spijt me Fred
die," wendde hij zich tot dezen, „dat dit ongeval je over
komen is. maar... maar... alles schijnt hier den laatsten
t(jd zoo verkeerd te loopen, dat... dat ik er... kapot van
ben."
Ashe en Freddie begaven zich langzaam door de hal<
Freddie hinkende, Ashe met een soort van polka-step.
Baxter keek hen peinzend na. Het zien van Ashe, on
middellijk gevolgd op het ontdekken van de verdwijning
van de scarabee, had hem dieper dan ooit laten gevoe
len dat men hem te slim af geweest was. Hij was er
volkomen van overtuigd dat Ashe de dief was, en de
onmogelijkheid om hem te ontmaskeren stemde hem
uiterst bitter.
Buiten werd geratel van wielen vernomen, en de voor
hoede van de kerkgangen, keerde in huis terug.
„Het is mooi en wel het zoo te laten voorkomen dat