an jir.
EEN NIEUWE PACHTWET.
Kort verhaal
B
Gemengd Nieuws.
Zonderling avontuur van een Russisch
BILLY BOO.
n
Voor we "overgaan tot bespreking van het huidige
pachtstelsel en van de fouten die het aankleven, lijkt
het ons gewenscht even na te gaan, welke plaats land
en tuinbouw innemen in het economisch leven van Ne
derland. Natuurlijk moeten wij ons daarbij groote be
perking opleggen.
Van onzen geheelen uitvoer bedroeg de waarde van
de geëxporteerde land- en tuinbouwproducten:
In 1925 726 millioen of 40
In 1926 632 millioen of 36
In 1927 729 millioen of 38
Hokt de uitvoer, dan is Holland in last. Is het wonder,
dat er op het platteland geen enthousiasme heerscht
voor hooge tariefmuren?
Omstreeks 650.000 personen verdienen hun brood in
land- en tuinbouw. We dienen het er nu niet over te
hebben, dat voor de meesten dit brood niet meer is dan
droog brood en de rest naar rato.
650.000 dat is ongeveer één elfde van de bevolking.
Met hun of haar gezinnen vertegenwoordigen zij wel
2.5 millioen zielen of één derde van de bevolking. Dat
wil nog al iets zeggen, en vroolijlc stemt het niet, als
men denkt aan de schrale boterham.
In handel en verkeer zijn minder menschen werkzaam
Van allen die een'beroep uitoefenen, zijn ongeveer 23
betrokken bij land- en tuinbouw, en bij handel en ver
keer bijna 20 terwijl dit percentage voor alle takken
van nijverheid nog geen 38 bedraagt.
Die 650.000 bewerkers van den grond zijn voor twee
derden landarbeiders en landarbeidsters. De overige,
ruim 200.000 in aantal, zijn boeren of tuinders op bedrij
ven van 1 H.A. of meer.
43.8 van hen is volgens de beroepstelling van 1920
pachter, tezamen exploiteerende ongeveer de helft van
den beschikbaren cultuurgrond. Deze beslaat een opper
vlakte van omstreeks 2% millioen H.A., ruw onderver
deeld als volgt:
Bouwgrond bijna 900.000 H.A.
Grasland bijna 1250.000 H.A.
Tuingrond bijna 100.000 H.A.
In Noord-Holland verhouden pachters en eigenaars
zich als 49.2 tot 50.8, terwijl de pachters 50.94 van
den cultuurgrond in gebruik hebben.
Wat nu de pachtkwestie zoo moeilijk maakt, is dat de
vraag naar grond het aanbod verre overtreft Er
heerscht „landhonger", niet alleen in Nederland, doch in
heel West-Europa naar het schijnt, alleen Frankrijk uit
gezonderd.
Wel komt er nu hier, dan daar wat cultuurgrond bij
door drooglegging, ontginningen enz.
Veel goede grond gaat echter ook verloren voor de
cultuur.
In haar rapport van 1924 becijfert de Staatscommis-
sic-Lovink, dat in de jaren 1912—1922 ruim 24.000 HA.
cultuurgrond aan zijn eigenlijke bestemming is ont
trokken en wel voor de volgende doeleinden:
voor bouwterreinen 10.700 H.A.
voor wegen en straten 5.500 H.A*
voor particuliere tuintjes 5.400 H.A.
voor kanalen en haven3 2.500 H.A.
Samen 24.100 H.A.
Hoeveel dit is, kunnen wij ons in deze omgeving vrij
gemakkelijk voorstellen, als we bedenken, dat de inge
dijkte Wieringermeer een aanwinst brengt van ten-
naastenbij 22.000 H.A.
Eigenaars van grond staan dus in een zeer sterke
positie. Om den prijs van hun bezitting op te jagen,
hebben zij zelf niets te doen. Daar zorgen de liefhebbers
wel voor, die tegen elkaar opbieden ver over de grens
van het redelijke, ja van het mogelijke. Zweet en bloed
en levensvreugde kost het dan om de pachtsom bij
elkaar te schrapen en van den eersten dag af grijnst
de vraag hen tegen: Hoe moet het straks, als de pac-V-
tijd om is?
Natuurlijk gaat het niet zoo voor 100 Er zijn
loffelijke uitzonderingen, maar hun aantal is gering en
den algemeenen toestand verbeteren ze niet.
Toch moet er verbetering kom en vele jaren wordt
daar reeds om geroepen. Van vage wenschen is het
gekomen tot nauwkeurig geformuleerde eischen, waar
van de vervulling zich echter laat wachten, omdat de
belanghebbenden tot nog toe verzuimden, er hun ge
zamenlijke macht achter te zetten.
Wat noodig is, om den pachter een behoorlijke rechts
positie te verzekeren, komt hierop neer, dat hij omtrent
de volgende punten redelijke zekerheid moet hebben:
lo. wat betreft het recht op voortzetting van dè pacht;
'(continuatie-recht)
2o. wat betreft het recht op kwijtschelding van een
gedeelte van de pachtsom, als zijn inkomsten door bi-
zondere omstandigheden beneden het normale blijven,
(remissie-recht)
3o. wat betreft het recht op vergoeding voor aan
gebrachte verbeteringen;
4o. wat betreft het betalen van een redelijke pacht
som.
Over deze punten willen we nu iets zeggen.
We gaan niet in op de principieels vraag, of het
particulier bezit van den grond afgeschaft dient te
worden. Of men op het standpunt staat: de grond moet
aan de gemeenschap toebehooren, of dat men daarvan
een volstrekt tegenstander is, de kwestie van de
pacht vraagt n u om een oplossing en nu is de grond
grootendeels in particuliere handen.
Wat is nu een redel (jke pachtsom?
Als eigenaar en pachter alleen aan hun eigen porte-
monnaie denken, zegt de eerste:
Oorspronkelijke Novelle
door JULIUS MEI TER.
(Nadruk verboden.)
Tijdens de laatste manoeuvres lag ons bataljon als
reserve aan den zoom van een sparrebosch en daar ons
na den middag nog een zwaren strijd te wachten stond,
wij moesten n.1. den vijand in den flank aanvallen en
de bedding van een klein riviertje trachten te veroveren,
werden ons eenlge uren van heerlijke rust gegund.
Wij reserve-onderofficieren hadden een koel plekje in
't bosch opgezocht en waren na ons twaalf-uurtje (kuch
en kaas) e<*n beetje aan het opscheppen over onze mili
taire avonturen.
Verschillende bekende, overbekende en minder be
kende „militaire moppen" waren reeds de revue gepas
seerd .toen tijdens een pauze in 't gesprek een troepje
officieren langs den boschrand galoppeerden.
Onze ouwe majoor Instructeur, om zijn ruigen snorre-
baard de „Heiboender" geheeten, die tot dusver gezwe
gen had omdat de verhalen van ons, broekjes, hem maar
matig interesseerden, hij had ze vaker gehoord,
vroeg opeens:
„Ken jullie dien korten, dikken majoor op dat schim-
meltje? Neen? Dan zal ik jullie van hem een geestig
verhaal vertellen, die bovendien de verdienste heeft
echt gebeurd te zijn. Luister dan maar.
Toen de mobilisatie alle Nederlandsche helden... de
„Heiboender" pauzeerde even om veelbeteekenend zijn
keel te schrapen, „tezamen had geroepen en menig
bleek stadskereltje nóg bleeker was geworden van angst,
was die majoor nog kapitein en z'n compie was in de
buurt van het stadje Waterkerk gelegen. Hij had zich
de hoogste, die ik krijgen kan,
terwijl de tweede de som, waarvoor hij ten slotte
pachter wordt, vrij zeker veel te hoog en dus o n redelijk
zal vinden.
Wanneer bij koop of verkoop, huur en verhuur de
twee partijen vrij zijn, kan het voorkomen en komt
het ook heel dikwijls -voor dat de transactie ver
loopt tot beider tevredenheid.
Bij het pachten van land verkeert de eene partij echtei
in een dwangpositie. Hij moet land hebben of zijn
bedrijf er aan geven.
Het is nog ergeix behalve hij zijn er nog vele anderen
die voor de zelfde keus staan. Niet twee honden vech
ten om een been, maar een heel koppel.
Onderwijl zit de eigenaar op fluweel.
Waarschijnlijk krijgt hij voor zijn land veel meer dan
hij ooit zou durven vragen.
Zooals de verhoudingen in dezo maatschappij zijn,
heeft de verhuurder aanspraak op rente. Stijgt de pacht
som boven de grens, welke den pachter een redelijk
bestaan in zijn stand onthoudt, dan mag er o.l. gespro
ken worden van een onredelijk hoogs huur.
Het is een kwestie van leven en laten leven, welke
door het tekort aan grond niet anders tot oplossing is
te brengen dan door dwingend ingrijpen van den wet
gever.
Zoover gaat het aanhangige wetvoorstel niet, natuur
lijk niet .zouden we geneigd zijn te zeggen, doch het
brengt wel kleine verbeteringen. Daarover nader.
TOEN HIJ WEIGERDE OP BEVEL NAAR MOSKOU
TERUG TE KEEREN.
Een. verhaal in het Parijsche blad de „Matin" over
een zonderling avontuur, den Russischen gezantschaps-
raad Bessedowski bij afwezigheid van den gezant in het
gebouw van de ambassade overkomen, past in de actie
van dit blad tegen het communisme. De andere bladen
reppen niet van het incident, schrijft de Parijsche corr.
van de N.R.Ct.
Volgens de Matln heeft Bessedowski in het gezant
schapsgebouw een hevige woordenwisseling gehad met
een afgevaardigde van de gepeoe uit Moskou, Besso-
dowski vertelde aan de Matin, al een poos lang in po
litieke oneenigheid met zijn regeering te zijn. De afge-
vaardigdg liet hem bij zich komen om hem daarover te
onderhouden. Deze meeningsverschillen betroffen zoowel
Ruslana's binnen- als buitenlandsche politiek. Besse
dowski b.v. is voor een liberale politiek jegens de boeren
Van de opvordering van koren vreest hij groeiende on
tevredenheid. Verder wenscht Bessedowski democrati
sche verkiezingen zooals in andere landen. De afgevaar-
digde gelastte hem daarop terstond naar Moskou terug
te keeren om zich te verantwoorden. Bessedowski wei
gerde dit. Hij is niet zeker daar vrijelijk zijn stellingen
te kunnen verdedigen en wil liever in het buitenland zijn
politieke opvattingen ontwikkelen. Daarop keerde Besse
dowski terug naar het apartement, dat hij in de am
bassade met vrouw en kind bewoont. De familie besloot
toen terstond heen te gaan. Zij pakte haar koffers en
Bessedowski zelf wilde een taxi gaan halen. Op het
oogenblik echter dat hij de poort wilde uitgaan, werd
hij door twee conciërges op last van den afgevaardigde
van de geloe tegengehouden. Dezen beschouwden hem
op zijn kamer in arrest. Toen Bessedowski wilde door-
loopen, richtte een van de mannen zijn revolver op hem
Als hij nog een beweging zou maken, zou hij worden
neergeschoten. Bessedowski deed toen, alsof hij naar
zijn kamer terug ging. In werkelijkheid holde hij zijn
tuin door, waar hij op een twee meter hoogen muur
klom. In den tuin daarnaast liet hij zich vallen. Daar
echter zat hij opgesloten, want het huis bleek onbe
woond. Hy herhaalde toen die gymnastiek en kwam
terecht in een andere binnenplaats naast het Neder
landsche gezantschap. Met den conciërge van dat huis
meldde hij zich bij de politie. De directeur van de ge
rechtelijke politie zelf ging er op af om mevrouw Bese-
dowski en het kind te bevrijden. Dit alles ging niet zoo
eenvoudig in zijn werk. De eerste vraag was of de ex
territorialiteit op deze manier mocht geschonden worden
Deze vraag werd bevestigend beantwoord. Aan de am
bassade echter begon men te protesteeren. Na lang ge
redekavel kon mevrouw Bessedowski en het kind ver
trekken. De familie heeft zich in een hotel in Parijs
gevestigd. Als Bessedowski In verband met deze zaak
bedreigd wordt, wil hij zich onder bescherming van de
Fransche politie stellen.
BOMMEN ONTPLOFT IN ARGENTINIë.
Vijf gewonden.
Reuter meldt uit Buenos Aires:
In een garage is een bom ontploft. Er hadden geen
persoonlijke ongelukken plaats.
Door een bomontploffing in een tramwagen te Ro-
sario zijn vijf personen gekwetst.
WIJ BREIEN
en repareeren alle soorten Wollen Kleeding, Kousen
en Sokken, ook de allerfijnste. JAAP SNOR. Zuid-
straat 15, DEN HELDER. Let op den gelen winkel.
Depot Schagen: C. de Moei, Noord.
toen al een bijzondere reputatie onder de troepen ver
worven door zijn humoristische opmerkingen. Zoo be
weerde hij op een keer, toen er weer eens bruine boonen
als diner gereserveerd werden en de „jongens" hem eer-
biediglijk wezen op diverse maiskorrels tusschen dit de
licate gerecht, met een jloodernstig gezicht zei dat dit
mais bedoeld was als „krachtvoer" met het oog op een
aanstaanden militaire marsch!
Deze kapitein dan droeg in de wandeling de kernach
tige naam van „koffiepot", omdat ie kort en breed was
en behept met een zeer dikke buik...
't Was een reuzen-kerel, goed voor de manschappen en
ze mochten hem graag. De naam van „koffiepot" was
dan ook meer als een vriendelijkheid bedoeld dan als
een beleediging.
De compie was gedeeltelijk opgeborgen in een afge
dankt fortje, „De Klop" genaamd.
Of die naam beteekende dat het de bedoeling was om
daar te zijner tijd den vijand klop mee te geven, óf er
zelf klop te ontvangen, is niet bekend, maar In elk ge
val, het „klopte" er niet al te precies.
Het vijvertje om het speelgoed-dingetje was ietwat
opgedroogd en één goed gemikt commissiebrood uit een
„dikke Bertha" of zoo, zou voldoende zijn!
De bewoners bezongen hun verblijfplaats ip verschil
lende schoone liederen. Een daarvan was bijvoorbeeld;
„De Klop is goed, de Klop is fraai,
Je krijgt er snert met rapsig spek,
De kuch is hard, het vleesch is taai,
En dat moet alles in je bek.
En als je goed den Klop beziet,
Dan weet je 't rechte toch nog niet!
Onder de zangers waren er twee afkomstig uit Sappe-
meer, waar dat goed voor geweest Is, ie me nooit recht
duidelijk geworden," vervolgde de droog-humorlstische
sergeant-majoor zijn verhaal. „Luie kerels en onmogelij
ker soldaten heb ik nooit in mijn leven gezien. Als ze
niet voor den dokter waren 's morgens, dan zaten ze in
de „petoet", en waren ze daar bij toeval niet dan hingen
ze met hun neus in een vat bier of over een borrelglas...
Eons op een keer, op een kouden wintermorgen, toen
DE ARGELOOZEN.
(Lustige Sachse.)
Heb je ooit een lawine gezien?
Nee, en ik hoop er ook «ooit een te mfien zien.
DE KRACHT VAN EEN HAAL
Twee vlsschers van het eiland Jersey haalden giste
ren op de kust bij Corbière een haai van 16 voet lengte
in hun netten op. Zij wisten het net boven water te
bevestigen en gingen naar het haventje om hulp te
halen om het dier aan land te brengen. Toen zij een
goed half uur later bij hun schip terug kwamen, had
de haai het heele net stuk gebeten en was weer in zijn
element verdwenen.
BELGISCHE TREILER OP DE ROTSEN.
Drie menschenlevens verloren*
Reuter meldt d.d. 3 October uit Londen:
De Belgische stoomtreiler „Commanclant Bultinck"
is 's morgens bij Fleetwood in Lancashire op de rotsen
geworpen. Er gingen drie menschenlevens verloren.
De menschen aan de kust konden de noodkreten hoo-
ren, maar konden geen hulp bieden voor de zee kal
mer werd, waarop de rest van de bemanning gered
werd.
HET BEZOEK VAN MACDONALD AAN DE
VEREENIGDE STATEN.
Groote eerbewijzen.
V.D. verneemt uit Londen:
Uit New York wordt gemeld, dat de Amerikaansche
kruisers Mephis en Trenton Woensdagmiddag van de
reede van Hampton zijn vertrokken om de Beren-
garia, waarmede MacDonald thans naar de Ver-
ecnigde Staten onderweg is, tegemoet te varen.
BANKZWENDEL IN FRANKRIJK.
STALEN MIJNSTUTTEN.
Bezwaren der mijnwerkers.
Dezer dagen werd gemeld dat in Northumerland
(Engeland) 2000 mijnwerkers den arbeid hadden neer
gelegd in verband met de invoering van stalen mijn-
stutten en dat eenige duizenden andere mijnwerkers
dreigden dit voorbeeld te zullen volgen. Uit nadere
berichten in de Engelsche bladen blijkt, dat een toe
nemend aantal mijnen bezig is stalen in plaats van
houten mijnstutten te bezigen, zoowel uit een oog
punt van veiligheid als van bezuiniging. Daartegen
over betoogen de mijnwerkers, dat stalen s/tutten ge
vaarlijker zijn dan houten, daar de laatste, door te
scheuren waarschuwen dat er een ongeluk dreigt te
gebeuren. De stakers zijn intusschen weer aan den
arbeid gegaan om de aan den gang zijnde onderhan
delingen niet te storen.
GROOTE BOSCHBRAND OP DEN ARDJOENO.
Militairen uit Malang helpen blusschen.
Aneta meldde Donderdag uit Malang:
Op den Ardjoeno woedt een boschbrand die zich
steeds uitbreidt. Uit Malang zijn 350 militairen ge
zonden om behulpzaam te zijn bij de blussching. Uit
de omgeving zijn duizenden bewoners van de dessa
gerequireerd.
Een deficit van zes millioen francs.
V.D. verneemt uit Parijs:
Woensdag heeft men te Parijs een nieuwen bank-
zwendel ontdekt. Het betreft hier de Banc Industrielle
Nationale sn de Crédit Orléannais, die gezamenlijk
hun praktijken uitoefenden en elkaar wederkeerig
dekten. De schade wordt op 6 millioen francs ge
schat, welke grootendeels door kleine beleggers ge
leden wordt. De beidé directeuren zijn gearresteerd.
DORPSBRAND IN HET ZWARTE WOUD.
Het dorp Bettmaringen in het Zwarte Woud is gis
teren, naar het W. B. meldt, door een geweldigen
brand geteisterd. Binnen twee uren waren 25 gebou
wen, waaronder het nieuwe raadhuis, in de asch ge
legd. De brand, die door den heerschenden storm
werd aangewakkerd, verfoestte een derde gedeelte van
hot dorp.
EEN DUBIEUS SUCCES.
(Lustige Kölner Zeitung.)
(cr
Je hebt haar hand gekregen?
Net zooals je het opneemt.... op m'n
faciel
Al pikkend in de apekoppen,
Hielp Redneb een handje mee.
De apen begonnen te gillen
Schreeuwden van ach en wee.
Redneb bleef steeds pikken,
En hij kraaide schel en luid.
„Als jullie Knickey niet loslaat,
Pik ik jullie d'oogen uit."
En zoo redde onze Redneb,
En hij toonde daarbij veel moed
Onzen Knickey Knock, de noot
Van het woeste apengebroed.
Juichend riepen toen de menschen:
„Bravo, Redneb, blijf paraat."
„Sta mij toe," zei Knock tot Billy:
„Dat ik even met jullie praat."
Wat zou die te vertellen hebben?
ze absoluut niets konden bedenken om zich van den
dienst af te draaien, liepen ze pardoes uit 't gelid en
gingen zwemmen in een breede tochtsloot waar we ge
dekt langs marcheerden om den vijand, voorgesteld
door vier rooie vlaggen) te overrompelen... De „Koffie
pot" brieschte, of toepasselijker gezegd: kookte over...
Ze zwommen ondertusschen naar het einde van de
vaart en kropen doodverkleumd en bibberend den wal
op, kleverig en stinkend-smerig door hun verblijf in het
drabbig, gore watertje. Onder geleide van den eeuwigen
korporaal naar huis, kwartierziek onder de wol. Deze
dag leverde weer voldoende stof voor het amusement
en de conversatie van de compie!
Jelui moet weten dat bij het „fortje" een barak
stond met twee verdiepingen. Beneden woonden de
eerste, een trap op bivakkeerde de tweede sectie. Op die
bovenverdieping was het heerlijk frisch. De dakraam
pjes sloten niet al te best, zoodat wind en regen in
voldoende mate kenden binnenkomen. Maar nietwaar,
frlssche lucht en licht zijn de eerste behoefte voor een
flink soldaat!
Dat de landweervent die juist onder zoo'n dakraampje
sliep, wel eens vochtig werd 's nachts, was niet meer
dan een onbelangrijke bijkomstigheid; op marsch
droogde 's mans „sous pantalon" wel weer door den
wind.
Op diezelfde verdieping nu stond een reusachtig vat
vol water, vlak bij de trap; om bij het begin van brand
voldoende bluschmiddelen bij de hand te hebben. Een
bewijs van vooruitziendheid van onze leger-autoriteiten!
De beide Sappermeerlingen hadden het land aan dat
vat, omdat er alleen maar water in zat, ze hadden
meer op met andere vloeistoffen en als in de nabij
heid van het vat Bluimerende krijgshelden er het
minst op verdacht waren, werden ze bekletst met stralen
helder nat, om het vat leeg te krijgen", volgens de
Sappermeerders.
Doch eiken morgen moest de kamerwacht het vat ln-
specteeren en zoo noodig bijvullen tot eenige c.M. van
den bovenrand af, zoodat de burgers van Sappenneer
geen vat der Danaïden te vullen, maar te ledigen had
den! „Ja, ja," lichte de majoor toe, toen hij onze ver
wonderde gezichten zag, „ik heb op school ook veel
van die ouë fabeltjes geleerd, maar hoor verder: Op
een vroolijken morgen werden we verblijd door de
order: verhuizen. We zouden rullen met de beide an
dere secties ,en dus ingekwartierd worden in het stadje.
Dat was nog eens een bericht voor de jongens! Bur
gereten, burgerbed, burgermenschen om mee te praten
's avondsze wisten zich geen raad van plezier, de
kerels, ze dansten en brulden als idioten.
- 't Was voor een militair afschuwelijk om aan te zien
hoe blij die burger-soldaten waren
's Morgens inspectie, 's middags af marsch!
Alles stond gereed voor het hek, klaar om af te
marcheeren na het appèl.
Toen rapporteerde de Sergeant Blaasman dat de beide
Sappermeerders niet verschenen waren,
„Haal ze!" gelaste de Koffiepot.
In spanning wachtten we allen het verdere verloop
af. Blaasman kwam terug met de mededeeling dat de
heeren in de barak op de 2e verdieping waren, er niet
afwilden en wel na zouden komen. Ze hadden blijk
baar niet veel zin om zich naar de huiselijke regels
van een behoorlijk gezin te schikken.
De kapitein werd woest, sprong méér dan hy liep naar
de barak en riep de achterblijvers toe, dat ze onmid
dellijk beneden moesten komen
Een hoongelach was alle antwoord.
Met één reuzenstap stond onze bevelhebber op de
derde treê, toen opeens met een suizend geweld een
waterval van boven schoot,' zóó vervaarlijk, dat de
„ouwe" er geheel in verdween en we één moment
niets zagen dan één breeden stroom water...
„Banjir" gilde de Koffiepot, die vijf jaar in Indië
gedetacheerd is geweest en hij trok zijn klewang...
Toen de waterval nog maar enkele venijnige druppel
tjes afgaf, zagen we hem vastgekleefd aan de trap
hangen, heftig met zijn broodmes zwaaiend...
De luitenant redde de situatie door mij bevel te ge
ven met den troep af te marcheeren...
De Sappermeerkerels heb ik nooit meer gezien," be
sloot de verteller," maar de Koffiepot werd spoedig
daarna Majoor en kreeg een bataljon en het watervat
werd met een ketting en een hangslot aan den muur
bevestigd.