SchagerCourant VERMAKELIJKE KRONIEK Zaterdag 19 October 1929 72ste Jaargang. No. 8548 Derde Blad. UIT DE ZAKENWERELD. Zenuwstillend Mijnhardt's Zenuwtabletten VAN Groot Gortbuikenburg, door DIRK DUY VEL Junior. Hoofdstad van Opper-Kafferstein H FEUILLETON- VERTELLINGEN. Brabaniscke brieven. KOOPEN OP AFBETALEN"G. i Toen "wij over dit onderwerp eenige opmerkingen maakten in de „Schager" van 7 September j.1., ver wachtten en hoopten we, dat er eenige discussie op zou volgen. Tot onze teleurstelling is dat niet gebeurd. In bovenbedoeld artikel wezen wij er reeds op, dat Dr. Th. v. d. Waerden deze kwestie in Het Volk aan de orde had gesteld en tientallen pennen ln beweging had weten te brengen. Eindelijk is de inleider zelf weer aan het woord gekomen en in een tweetal artikelen heeft hij de voor- en nadeelen van het afbetalingssysteem «amengevat en er zijn conclusie bijgevoegd. Het lijkt ons wel de moeit waard, hier een en ander verkort weer te geven. Dat de verkooper van het afbetallngssysteem voordeel heeft, spreekt duidelijk genoeg. Hij heeft er slechts voor zorgen, dat zijn grooter risclo voldoende gedekt is. l De contracten laten in dit opzicht zeker weinig j wenschen over! I De kooper kan zich, terwijl hij nog pas een klein deel kontant betaalt, direct in het bezit stellen van wat hij I begeert, laten we zeggen: noodig heeft. Dit geldt met i name voor productieve goederen: men kan direct aan ,den slag. \f( Ook kan niet ontkend worden, dat het huurkoopstel- t 'sel in de plaats kan treden van het,vooral in de klein- j'/ handel voorkomende „ln het wilde krediet", dat voor kooper en verkooper veel gevaarlijker kan zijn dan .,aen goedgeregelde koop op afbetaling. Voor gebruiksartikelen geldt hetzelfde. Hoewel het op zichzelf voortreffelijk is niet te trou wen alvorens men voldoende voor z'n meubeltjes ge spaard heeft, kan men toch de vraag stellen of iemand die een behoorlijk inkomen heeft, maar tot dusver „te- genstander" was van trouwen en dus niets overlel, >nu jaren moet wachten, wanneer onverwacht het ideaal op zijn levenspad verschenen is. Een andere omstan- 1 digheid wijst ook in de richting van voordeel: men kan er bij een gemakkelijk afbetalingsstelsel toe komen, zich beter in te richten dan met goedkoop-en-slecht; dit bevordert de volkhuisvesting, legt een kultureele •basis en is op den langen duur gelijk aan besparing. Dat een langdurig contract tusschen kooper en ver kooper een waarborg geeft voor de goede kwaliteit van het geleverde, gaat soms wel op, maar lang niet altijd. Dat het koopen op afbetaling, als alle berekeningen falikant uitkomen, de wandeling naar een of andere „Oome Jan" tegenhoudt (want huurkoopgoederen mogen niet beleend worden) zal door velen als een bijkomend voordeel worden aangezien. f Ten slotte kan het een middel zijn tot gedwongen topai'en, krachtiger dan eenig ander systeem dat ooit uitgedacht werd om sparen te vergemakkelijken en te bevorderen. Men kan wel beweren, dat het geen eigen lijk sparen is; ook, dat hij, die werkelijk spaart, op een gegeven oogenblik nog de vrije keus heeft wat hij zal koopen; maar niemand die zich door huurkoop een naaimachine, stofzuiger of ameublement verworven heeft, heeft dan toch hetzelfde bereikt als hij die het kocht na eerst overgelegd te hebben. En al geven wij vol mondig toe, dat de laatste methode beter, solieder en voordeeliger is: feit is, dat overleggen veel moeilijker is, voor sommige naturen onmogelijk; en hij wien 't lukt onder afbetalingsvoorwaarden goed gestoffeerd te raken, heeft er van meet af aan voordeel van en be reikt wat hij anders niet bereiken zou. Voor de gemeenschap kan het bevorderen van vlug ger en meer koopen voordeelig zijn voor zoover groo- tere hoeveelheden kunnen worden geproduceerd en bij gevolg meer rationeele voortbrengingsmethoden, dus goedkooper voortbrenging, kan worden bereikt" ,J)averend" zijn de voordeelen niet aat ons nu zien, welke nadeelen de heer Van der .Waerden vond. Wie op crediet koopt weet in den regel precies hoe ver hij kan en mag gaan. De rem is bij het huurkoopsysteem verslapt of weg; het gemak werkt de lichtvaardigheid ln de hand, dus het gevaar verplichtingen op zich te emen, die geza menlijk ten slotte veel te zwaar worden. En haast on merkbaar stapelen de lasten zich op. Daarbij komt, dat het stelsel zich niet beperkt tot <5e noodzakelijke dingen van het leven, maar evengoed tracht aan den man (en aan de vrouw misschien nog meer!) te brengen wat men best missen kan of althans niet onmiddellijk noodig heeft wat dus luxe te noemen ls. Waar de grens tusschen luxe en gebruiksnut te stel len is, kan niet worden uitgemaakt, dat verandert bij welvaartsvermeerdering, met maatschappelijke ver houdingen en ls ook verschillend voor de individuen. Echter zijn er reeksen voorwerpen waarover wij het eens ^ljn, dat ze tot de categorie luxe behooren; maar die dingen komen even gemakkelijk bijna onder het be reik en de huurkoopgelegenheid prikkelt veel verder te gaan dan men kan. „Het systeem werkt er toe mee, neen, is er op gebaseerd, deze menschelijke karaktereigert- schappen, waarvan reeds zoovelen de dupe zijn gewor den, aan te wakkeren." (Coster p. 50.) Men zwicht voor de luchtige aanprijzing van den colporteur, maar merkt te laat dat die vriendelijke man ineens in een ijskoud, harteloos individu kan overslaan. De vraag ls ook of de arbeider, die vastzit aan een aantal huurkoopen, daardoor niet verzwakt als organi satie-man; de contributie kan er niet meer af en de zorgen vullen het denken te veel, om plaats te laten voor gedachten aan solidariteit, samenwerking en offervaar digheid. Het huurkoopsysteem is duur, 12 25 duurder dan contant, soms zelfs nog erger. Eenmaal de prikkel gegeven om boven z'n krachten te huurkoopen, is het dus te verwachten, dat er slachtof fers vallen. Slachtoffers van misrekening hunner draag kracht, slachtoffers van kwade onvoorziene tijden, ook slachtoffers van - een ongezonde begeerte naar overbo dige dingen van „koopziekte". Een der inzenders raadt hiertegen als middel aan, dat het huurkoopcontract de handteekening van de man behoeft voor wat de vrouw heeft aangeschaft. We kunnen hiervoor ln zooverre voe len, dat twee voorzichtiger zijn dan' één, doch we zou den er aan willen toevoegen: dan ook omgekeerd. Daar komt nog een groot gevaar bij we wezen er daareven reeds op, dat dit volstrekt niet alleen denk beeldig ls dat zwakkere karakters of in uiterste nood gedrevenen er toe overgaan de goederen te verduiste ren door beleening of anderszins. Hiermee vervallen ze tot misdrijf, daar de waren, eerst als ze tot de laatste cent afbetaald zijn, hun eigendom worden. Prikkel dus, die in zijn uitwerking tot toenemende krlmlnaliteit kan leiden. Gezwegen nog van het nieuw-opgekomen misdrijf van goederen in huurkoop nemen, en die tegen lagere prijs, contant, van de hand doen. Hierop wordt echter niet verder ingegaan, daar deze uitzonderingen weinig bewijzen tegen bona fide toepassing van het stelsel. Tot zoover de voor- en nadeelen wat de betrokken per ionen betreft, de vcrkoopers en de koopers. Er zyn ech ter ook nadeelen voor de maatschappij als geheel. Als economisch nadeel van het huurkoopstelsel wordt door sommigen gevreesd, dat de geforceerde opvoering van de verkoop het gevaar meebrengt van een te groot opzetten van het productie-apparaat met het uiteinde lijk gevolg van een crisis. Dit heeft men ook reeds Ja renlang voor Amerika voorspeld, doch het tijdstip van verzadiging blijkt telkens verder af te liggen, al wordt hiermee niet ontkend, dat het komen kan. Ook de verschijning van een nieuwe schakel tusschen producent en consument de colporteur zou een economisch nadeel kunnen beteekenen, voor zoover al thans. als hij niet ln de plaats treedt van de handels reiziger of winkelbediende, die anders bij het aan de man brengen van de waren zouden te pas komen. Een andere groep van nadeelen treffen niet het stel sel zoodanig, maar wel de praktijken, waartoe het aan leiding heeft gegeven. We bedoelen de inhoud van de huurkoopcontracten. Deze kunnen onschuldig zijn, maar Zoo zyn er bepalingen die de „eigenaresse" het recht geven, zoodra de „huurder" handelt in strijd met de overenkomst, zonder tusschenkomst van den rechter het goed zonder meer terug te nemen, terwijl de huur der dan nog een boete van 10 pCt. van de prijs heeft te betalen, ja soms ook nog de resterende termijnen, of schoon men het goed kwijt is. In een ander contract komt weer de bepaling voor, dat de eigenaar ten allen tijde het recht heeft binnen te treden (dringen) ln de lokaliteit waar zijn eigendom zich bevindt. Stel u voor, dat een eigenaar van dit recht gebruik maakt bij iemand die een electrische bedde- kruik gehuurkocht heeft, en dan bijv. om drie uur 's nachts Dr. Van der Waerden's conclusie is deze, dat hij zich onder het noodige voorbehoud, een voorstander noemt van het stelsel toegepast op productieve goederen. Daaronder rekent hij dan niet alleen motoren, werktui gen en gereedschappen voor het bedrijf, maar ook ge reedschappen voor de huishouding: naaimachine, stof zuiger, gascomfoor, en dergelijke. Het voorbehoud betreft dan de gezinnen, waar de hoofden gevoel voor verantwoordelijkheid hebben en rekenen kunnen. Ieder verstandig rooker Heelt GOMARUS in z'n koker! Sigaren Seriemerk van 5-20 ets. Wat de consumptieve goederen betreft zou ik voor zichtiger zijn en slechts het allernoodzakelijkste toela ten, mits gegrond uitzicht is op regelmatige verdienste. Dus meubelen en ander huisraad. En dan zou ik de ge zinnen de raad willen geven: maak alleen gebruik van huurkoop, als er groot belang is bij directe aanschaf fing. In den laatsten ongedacht kouden Winter bijv. zal de mogelijkheid van het onmiddellijk verkrijgen van een warme deken of winterjas in huurkoop voor velen een uitkomst geweest zijn, al kan ook hieruit weer som tijds geldnood onstaan. Echter, alles wat normaal onder luxe gebracht wordt of kan worden, zou ik zonder eenige aarzeling uitscha kelen. Daar beginnen voor mij de groote gevaren, de opschroeving van de begeerten, de weg naar tegensla gen en wanhoop. Een zoodanige scheiding zouden m.i. dan ook de over- heids- en coöperatieve bedrijven moeten maken tusschen artikelen die wèl en die niet voor huurkoop toelaatbaar zijn." Hierby zullen wij het laten. Onze conclusie Is deze: Eerst sparen en dan het pas koopen, is beter, maar dit is niet altijd in practijk te brengen. Dan moet men van de nood een deugd maken, omdat het noodzakelijk is. Het blijft echter: een noodzakelijk kwaad. en Zenuwsterkend is de werking van Glazen buisje 75 ct. Bij Apoth. en Drogisten 7/ winter comes. - Pietje Biggevanger verwisselt van handelsartikel. ■- Strenge kou de gewenscht ter beteugeling van het wilde bloed der Grootgorlbuikenhurgers. - De agent der K.N.L.M. aan pap geslagen. - De wereld wil bedrogen zijn. - Geen ,.Loude Visser, maar LouZeppelin. - Lachen de Haarlem mers. - Meer gehorig opzien zal de kwali teit der. Gortbuiken verbeteren. - Een zielver kwikkend Godsdienstig weekblad. - Op de keien geschopt. - 'n Zeldzame rechtzaak. - Twee kijvende ambtsbroeders. - Zachtmoe digheid en verdraagzaamheid in praktijk ge bracht. - Het zwaard van Petrus en het lief de-predikend woord van Paulus. - Een be roep in Groofgortbuikenburg vurig gehoopt. - Traktatie op roomsoescn. - Steeds onder des predikers gehoorwelk een zaligheid per portie. - De klasse justitie van Korte Turf land niet onpartijdig. - Orthodoxe dominees, die zich als zittend het dichtst bij de korte turven, het beste kunnen warmen. - De muil van het nijlpaard. - Rijst met behangselspij kertjes en gedraaid glas als voorkeurspijs. - 'n Kernachtig en beoefeningswaardig leer aarsavond tot besluit. Zeer gewaardeerde Mundus vult declpianen! De nationale en locale feesten zijn in de beste orde gevierd. Het bier wordt te koud op de maag en het wordt tyd aan warme punch en cognac-groc met een sch. Ijfje te denken, want ik heb met bezorgdheid waar genomen, dat onze stedelijke ijscoman, Pietje Bigge vanger, aldus geregistreerd vanwege zijn kromme schragen, de roomijs-negotie heeft vervangen door den handel in briketten en lange en korte turf en uit welke handelsmutatie, ik distilleer, dat de winter, zooal niet vlak voor de deur, toch aan het einde van de steeg staat Het wordt ook tijd dat het heete en bruischende bloed van de Grootgortbuikenburgenaren eens door 'n frisch nachtvorstje van 12 tot 18 graden Celclus wordt gekal meerd. Het is maar gelukkig, dat die lapzwansen niet in een tropisch klimaat leven, want dan konden lede ren dag ongelukken verwacht worden. Beslist was er dan gepasseerden Zondag geen ruit van het Stadhuis heel gebleven en lag de agent van de Luchtvaartmaat schappij ln het neutrale ziekenhuis, met omzwachtelde kersepit en zyn roggebrood-beenen onder een omge keerde biggenkori geëtaleerd. Wat zijn de sloome duikelaars van G.G.B.B. en Mosterdbuurt er weer fijn tusschen genomen! Eerlijk gezegd, lk heb me slap gelachen over zooveel onnoozelheid bij volwassen en lebensfahige ingezetenen en logé's van G.G.B.B.! Nog nooit heb ik met zooveel kinderlijk geloof en onwrikbaar vertrouwen, zooveel menschen in mijn ne- gory naar den Hemel zien staren! 'n Geloof en 'n vertrouwen, dat helaas jammerlijk beschaamd ls ge worden. Het was hier een droevige variatie op Caesar's gevleugeld woord: veni, vldi, viel! Ik kwam, keek, maar zag geen Zeppelin! Nee, dat hebben de Haarlemsche Muggen, concur renten in de gunst van de Spanjolen in 1573, de Gort- buiken nu eens lekker afgesnoept! Ha, Ha! Die het laatst lacht, lacht nog niet het slechtste. Maar laat ons, geliefden, naar aanleiding van dit op tische bedrog, hartelijk hopen, dat de Grootgortbuiken- burgers Zondag hebben geleerd, eens wat meer op te zien naar den Hemel, niet om zich ijdelijk te verlus tigen in wereldsche en den rustdag des Heeren storen de uitvindingen, maar om zegen en voorspoed af te bidden op hun gezin, hun zaken en ondernemingen en hun geestelijk leven te versterken. En nu lk toch zoo ongemerkt in een geestelijke at- mospheer ben gekomen, grijp ik onwillekeurig naar een dierbaar en stichtelijk weekblaadje, waarmede lk dezer dagen kennis maakte en dat zonder eenigen twijfel ln het vervolg het eenig en ondeelbaar richtsnoer van mijn godsdienstig leven zal zijn. Hoe ik aan deze kostbare schat ben gekomen? alzoo hoor ik u met vleiende belangstelling vragen, geliefden? Laat ik met enkele woorden uw begrijpelijke nieuws gierigheid bevredigen! Op 'n mooien zomerdag, toen ik door mijn kaj^talis- tische patroon, 'n engharterige Grootgortbuikenburger- boereswas, op de keien was gedeponeerd, omdat ik met de beste bedoelingen en om haar liefde in te boezemen voor de oranjekleur, een snoezig hummeltje van de Sovjet op 'n glaasje sinesoppelllmonade met een rietje had getracteerd, meende ik één dag van mijn opge drongen vacantie te moeten besteden met het bijwonen van de zitting van het Grootgortbuikenburger straf gerecht. Nu moet ik zeggen, dat ik van alle publieke verma kelijkheden, ik nooit 'n vrijkaartje vraag voor deze voorstellingen. Maar je weet 't: Ledigheid is des dui vels oorkussen en zoo was ik als dwalend stempelaar ln een mij geheel onbekend milieu terecht gekomen. Nunc est Ridendum! Nu dient er gelachen te worden! Lach dan, Paljasso! Maar ik moet in waarheid getuigen, ik heb allerminst spijt van mijn escapade gehad! Want ik trof daar twee eerwaardige bedienaren des evangeliums, des geeste lijken woords, die elkander met de pen te lyf waren gegaan, met het éclatante gevolg, dat een der strijders van het merk Swan of Eversharp, zich gegriefd gevoe lende, zijn eerw. confrère en ambtsbroeder, om het nu maar eens in eenvoudige woorden te zeggen, de blauwe trap had opgeleid en hem een plaats had bereid op de bank der verdachtelingen. Zoo'n exeptioneel en hartverheffend schouwspel biedt zelfs de zaal der gerechtigheid maar zelden, zoo ik veronderstel! Evenwel heeft het bijwonen van deze zaak, bij mij een groote sympathie gekweekt voor den persoon des kla gers, zonder dat ik daarom mag zeggen, dat lk het land heb gekregen aan den helaas niet overmatig, zicht baar althans, boetvaardigen zondaar op het verdachten bankje, daar ik het als het eerste en voornaamste gebod beschouw, mijn evenaaste gelijk mij zeiven te beminnen! Maar er kunnen voorzeker omstandigheden* zich voor doen, dat zelfs een prediker des naastenliefde ver plicht ls, krachtig op te komen met alle geoorloofde middelen voor de eere zljn's onbevlekten naams. En dat middel ls, zich te wenden tot den strafrechter ter offi- cieele eere-restauratie. Zooals blijkbaar ook het geval v/as met dezen Evangelieprediker uit krentenbollen- stad en Hoofdredacteur van het mij zoo dierbaar ge worden en mij godsdienst-levend-houdende weekblaadje. Een gulden tijdschrift, waarvan zoo gehèèl alle persoonlijk element, alle lndlvidueele gegriefdheid, alle hoovaardigheid des levens ls uitgeschakeld. Wanneer zoo duidelijk in eiken regel en in ieder woord naar voren dringt het vermanend woord van Paulus, ons predikende, dat al bezitten wij alle schatten des Hemel en der aarde en wij hebben de liefde niet, het ons niet zal baten. (De desbetreffende teksten en de heerlijke brieven van dezen grooten Apostel aan de diverse Galathiërs, Corinthiërs, Heebreeuwen, enz. zelf s.v.p. op te zoeken, daar mij den beschikbaren tijd wegens werkzaamheden aan de waschmachien, helaas op dit moment ontbreekt). Wat zou mijn hart juichen, indien deze met den moed eens leeuws en zachtmoedigheid eens lams bedeelden voorganger eens werd beroepen ln Grootgortbulkenburg! Waarlijk, dat zou mij een ware feestdag zijn, die ik op gepaste wijze zou willen vieren door traktatie van smaakveredelende roomsoesen bij de morgen-mokka! O, wat zou ik mij dikwerf scharen onder het gehoor van dien voorbeeldigen leeraar, die in zijn Heiligen toorn zijn gezalfden medebroeder niet spaart, waar het geldt zijn wankele schreden vastheid te geven op den weg der waarheid en het leven! Inderdaad, ben lk het geheel eens met dezen tuch- tiger der ongerechtigheden, ofschoon zijn hart bloedt (dat zie lk mijn geest) over de wonden die hij moet slaan. Hoe weet hij met één enkel krachtig gebaar de aandacht te vestigen op het ontstellende feit, dat het opperste opperhoofd der justitie van Korteturfland en de rechters van Opperkaffersteln (met Gcd weet welke duistere bedoelingen) de orthodoxe predikers bevoor rechten! En laat er nu een of andere dikkoppige Kaffer- stelner onverlaat zijn, die onverschillig met zijn nijl paardenmuil gapend zegt: Geef mijn maar ryst met behangselspykertjes en gedraaid glas, maar dan zeg lk tegen zoo'n ongevoelig stuk slapdarm: Consumeer jij je rijst, met gestampt glas maar; geef m ij den prediker Harm uit Krentenbollenstad, die mij door woord, door daad en geschrift zal leeren en doen beoefenen het groote beginsel van wereld- en volkenvrede: Leer van mij, dat ik zachtmoedig en ootmoedig van harte ben... Am... (Ontijdig afgebroken wegens voorlooplge aanstelling met onmiddellijke indiensttreding als volontair bij de G. R. afd. T. S. D. D. Jr. Gemeente-Reiniging - afdeeling tonnelstelsel. Noot van den vertaler. TB," Ulvenhout, 14 Oct. 1929. Menier. Keb staan kijken, keb staan turen, maar niks horre! Of „niks", da mag 'k ok nie zeggen, al v/as 't nie veul biezonders. Waant toen ik 'n oogenblikske zoo te kijken sting onder m'nen notenboom, toen viel er 'n noot, mee bolster en al, ter grotte van 'n kiep-ei, kwak! nel boven op m'n oog da'k docht da'k 'nen dXfer op m'n gezicht kreeg, dat de sterrekes om m'nen kop stingen te pinkelen. As "en kakkerlak, mee allebei m'n haanden aan m'n linkeroog, hek om d'n stam van dieën boom heenen geloopen van de pijn. Sodejabel wa was ie raak. En toen ik daar zoo blindelings, mee groote stappen, m'nen kop in m'n haanden, rond dieën boom divveleerde, heurde-n-ik Trui aan de deur komen en die floot toen 'n lie-ke op de maat van mijnen pas! En ln blinde kwaaiëgheid rende-n-ik op 't gevuul op Trui af en op 't mement da'k docht 's kwiek teugen d'raan te bonzen, toen... was ze net weg! En lag ik teugen de plevuizen aan, boven op de poes. „Och rm beestje, èrm poeske, komde gij maar gaauw bij de vrouw; hee-d-'n stouten baas jouw pijn gedaan? 't Is schaande!" Amico. 'k docht da'k uit mekare spatte, 'k Was heel de pijn aan m'n oog glad vergeten, ok al vuul lk 't nouw nog gloeiën. Keb ze toen d'r vet leggen te geven, amico, keb daar teugen die plevuizen aan leggen te kafferen teugen d'r da-d-et „èrm poeske" uit d'r haanden sprong en d'n erft oprende mee z'n ooren achterover om nie- meer thuis te komen veur 's avonds. Meer zal ik 'k er maar nie van vertellen: de rest be- grepte zóó wel! Maar da's (Jan mijn Zeppelin-erva ring. Di e vergeet ik veurloopig nie, da kunde aan d'n teut van oewen klomp voelen. As 'k er nóg aan denk, dan zou'k die serpenten, die kat en Trui mee d'r ooren kunnen pakken en deur mekaar schudden, da-d-et wit van d'r oogen as zuren melk wier. Maar ollee, keb 'm dan nie gezien, d'n Zeppelien, die „as 'nen vogel deur de locht" gong. zooas ik in de kraanten gelezen eb. Wa-g-anders maar 'nen vogel noemt! Keb 'r is eenen gezien in d'n oorlog, 'n Jaar of veftien gelejen. Da zat zoo! 't Was in d'n zomer en 't zonneke sting al ferm in de locht toen 'k er 's naar keek om te zien hoe laat 't was. En meteen, amico glinsterde-n-er iets in m'n oogen da'k er scheel van keek De stralen van scherpe lichtjes ketsten d'r af! Net 'nen grooten worst in zilverpampier, zoo zweefde-n-ie daar deur d'n hemel. Wel eenen van twee meters laank. 'k Wis nie wa'k zag. Mee 'nen open mond m'n pepke viel er van op m'nen klomp kapot hè'k 'm wel 'n vol kertierke na staan oogen. Aan de blaauwe locht, hongen allemaal van die witte schapenwolkskes en daar vrong le nouw en dan z'ncn snoet in. Dan dook ie, as 't ware, in 'n blaauw gat da-d-in d'n hemel gopte. om er na 'n oogenblikske weer mee statige kalmte uit te stijgen. Schoon! In één woord! Maar 'nen dag later las ik zoo maar aarige dingskes van dieën schoonen zwever. Hij was naar Londen gevaren en daar had ie, van uit veilige hogte, net 'nen olifant, allemaal groote ronde moppen naar benejen laten patsen op de koppen van de zjentlemannekes en dito-vrouwkes. Ik beloof oew, ami co, -as er zo'n dink boven oew durp trekt en van die bommen op oew donderement mikt, da-d-oew haar daar lillek van ln de wèr gaat zitten, jonk, en da ga dan heel wa schietgebetjes on... 't ln oew broek doet. Kek. da's de pee van al die uitvindings. Zoogaauw as 't oorlog ls, dan worren ze gebruikt om oew 't leven er mee te verzuren; om oew de smoor ln te jagen. Maar genogt; zaand erover, 'k Wouw 't nouw nie over oorlog emmen. Na da geval van giestermergen hè'k m'nen buik nog knapkes-vol van al die krekeelderij. Maar over uitvindings gesproken: wa zegde van dieën uitvinder daar in Duitschland, die goud kan maken uit 'n ouwe looien gasbuis of gootpijp. Tausend hiet ie, „Dazend" zouwen wij zeggen, en as ge wa-d-ouwe looien pijpen over hebt, z'n adres is op d'n oogenblik: Huize-Van- Bewaring, Berlijn. Zemmen 'm zuinig opgeborgen; h(J mokte tevéul goud!... En ze schijnen er heel hard aan te twijfelen of le da- d-allemaal van ouwe lekke dakgoten mokt, zlede! Z'nen avvekaat, die netuurlijk d'n kweil uit z'n mond lopt bij de gedachte aan zo'n zelfgoudmakend kliejèntje eeg-get zóó weten te friemelen da menier Duzend In 't gevang, in de parapluu, z'n fabriekasie deurzet! Da's wiedes. Zo'n bedrijf stop-zetten is gekkenwerk. En ver draaid, amico, d'r ls goud te veurschijn gekomen in 't celleke, maar nouw twijfelen ze weer aan de siegretjes die menier Duzend daar rokt. Hij zit daar schijnbaar in 't afdeeling Rook en! Maar lk eb daar 's bij nagedocht en 'k ben tot 'n aarige konklusie gekomen, amico. Keb zóó gedocht: as Duzend 't lukt, om 'n goei end aan die uitvinding te maken, as ie na veul getob en gesallemaander d'r achter is. (hij is er al „achter" zulde zeggen), dan heet le nóg maar 'n en wind in 'n netje gevangen! Waant op 't relfste memènt, hee-g-et goud nie meer wèèrde as 'n lekke looien pijp. Dan geef ik veur gin honderd gouwen tientjes éénen 'bos peeën af, amico. Dan, dan zitten me zonder centen; allemaal. Rokkeveller net zoo goed as Hadjomemaar. Groote gebouwen, museums, kerken en zoo, waar veul goud in zit, waren in eenen slag èrm! De kelders van de Nederlandsche Baank waren nie veul meer as uitdragerijen. Oome Jan, mee z'n gouwen klokskes waar ie 'n schuin briefke voor afgegeven had, gong op de flesch. Aandeelen in de Nederlaandsche In- destrie kundde (veur zoover ze 't toch al nie zijn.) As lk mee m'nen guuntenwagel van huis af gong. dan mocht ik er nog wel 'nen leegen wagel bij emmen, om de „.ontvangsten" op te laalen.D an verruilde-n-ik. bij gebrek aan centen onder de menschen 'nen boerenkool veur 'n krükske bier; 'nen kielo juin veur 'n pakske tabak; 'nen blomkool veur 'nen p..pot (thuis zit er 'n scheur ln), 'n mud èrpels veur 'n paar Zondagsche schoe nen veur Trui: kortom dan kwam lk eiken mergen thuis mee 'n kepleete bazaar. Veur dieën hersjaft Du zend z'n lol! Ok de pollitiek zou z'n eigen heelemaal wijzigen. De kamerlejen wieren betaald per spiets. Veur 'n rede voering van 'n uur, 'n doos keelpijntabletjes; veur een van 'nen dag. tien doozen. Veur 'n goel veurstel 'nen zak spruitjes en veur 'n lntarupsie 'n rolleke pruim of 'n siegretje naar keus enzoovoorts. De pertijen van weg-mec-'t-kappietalisme gongen vaneiges feljiet en de belastingmannen... maar ollee, da's te mooi om waar te kunnen zijn, amico! M'nen zeun uit Amsterdam. Dré d'n verver, ee me geschreven, dat ie mee alle belankstelling die affaire van Duzend volgt. „As 't 'm lukt", zoo schreef ie. „dan is Duzend d'n tweede verlosser der wèreld", zooda 'k. onder ons gezeed en gezwegen amico, op d'n oogenblik weer nie veul feduusie eb in z'n ververij... 'k Denk. da'k weer heel gaauw de kunst zal motten gaan beschermen! D'r is al 'n vracht èrpels, appels en zoo onderwege veur d'n winterprevisle en heet d'n kunst al de eerste zij gesponnen bij de looienbuizenaffalre van Duzend die er zeivers ok al 'nen „gezeten" man meo is geworren.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1929 | | pagina 9