SchagerCourant
VERMAKELIJKE KRONIEK
Zaterdag 19 October 1929
72ste Jaargang. No. 8548
Derde Blad.
UIT DE ZAKENWERELD.
Zenuwstillend
Mijnhardt's Zenuwtabletten
VAN
Groot Gortbuikenburg,
door
DIRK
DUY VEL Junior.
Hoofdstad van Opper-Kafferstein
H
FEUILLETON-
VERTELLINGEN.
Brabaniscke brieven.
KOOPEN OP AFBETALEN"G.
i Toen "wij over dit onderwerp eenige opmerkingen
maakten in de „Schager" van 7 September j.1., ver
wachtten en hoopten we, dat er eenige discussie op
zou volgen. Tot onze teleurstelling is dat niet gebeurd.
In bovenbedoeld artikel wezen wij er reeds op, dat
Dr. Th. v. d. Waerden deze kwestie in Het Volk aan de
orde had gesteld en tientallen pennen ln beweging
had weten te brengen. Eindelijk is de inleider zelf weer
aan het woord gekomen en in een tweetal artikelen heeft
hij de voor- en nadeelen van het afbetalingssysteem
«amengevat en er zijn conclusie bijgevoegd.
Het lijkt ons wel de moeit waard, hier een en ander
verkort weer te geven.
Dat de verkooper van het afbetallngssysteem voordeel
heeft, spreekt duidelijk genoeg. Hij heeft er slechts voor
zorgen, dat zijn grooter risclo voldoende gedekt is.
l De contracten laten in dit opzicht zeker weinig
j wenschen over!
I De kooper kan zich, terwijl hij nog pas een klein deel
kontant betaalt, direct in het bezit stellen van wat hij
I begeert, laten we zeggen: noodig heeft. Dit geldt met
i name voor productieve goederen: men kan direct aan
,den slag.
\f( Ook kan niet ontkend worden, dat het huurkoopstel-
t 'sel in de plaats kan treden van het,vooral in de klein-
j'/ handel voorkomende „ln het wilde krediet", dat voor
kooper en verkooper veel gevaarlijker kan zijn dan
.,aen goedgeregelde koop op afbetaling.
Voor gebruiksartikelen geldt hetzelfde.
Hoewel het op zichzelf voortreffelijk is niet te trou
wen alvorens men voldoende voor z'n meubeltjes ge
spaard heeft, kan men toch de vraag stellen of iemand
die een behoorlijk inkomen heeft, maar tot dusver „te-
genstander" was van trouwen en dus niets overlel,
>nu jaren moet wachten, wanneer onverwacht het ideaal
op zijn levenspad verschenen is. Een andere omstan-
1 digheid wijst ook in de richting van voordeel: men kan
er bij een gemakkelijk afbetalingsstelsel toe komen,
zich beter in te richten dan met goedkoop-en-slecht;
dit bevordert de volkhuisvesting, legt een kultureele
•basis en is op den langen duur gelijk aan besparing.
Dat een langdurig contract tusschen kooper en ver
kooper een waarborg geeft voor de goede kwaliteit van
het geleverde, gaat soms wel op, maar lang niet altijd.
Dat het koopen op afbetaling, als alle berekeningen
falikant uitkomen, de wandeling naar een of andere
„Oome Jan" tegenhoudt (want huurkoopgoederen mogen
niet beleend worden) zal door velen als een bijkomend
voordeel worden aangezien.
f Ten slotte kan het een middel zijn tot gedwongen
topai'en, krachtiger dan eenig ander systeem dat ooit
uitgedacht werd om sparen te vergemakkelijken en te
bevorderen. Men kan wel beweren, dat het geen eigen
lijk sparen is; ook, dat hij, die werkelijk spaart, op een
gegeven oogenblik nog de vrije keus heeft wat hij zal
koopen; maar niemand die zich door huurkoop een
naaimachine, stofzuiger of ameublement verworven
heeft, heeft dan toch hetzelfde bereikt als hij die het
kocht na eerst overgelegd te hebben. En al geven wij vol
mondig toe, dat de laatste methode beter, solieder en
voordeeliger is: feit is, dat overleggen veel moeilijker
is, voor sommige naturen onmogelijk; en hij wien 't
lukt onder afbetalingsvoorwaarden goed gestoffeerd te
raken, heeft er van meet af aan voordeel van en be
reikt wat hij anders niet bereiken zou.
Voor de gemeenschap kan het bevorderen van vlug
ger en meer koopen voordeelig zijn voor zoover groo-
tere hoeveelheden kunnen worden geproduceerd en bij
gevolg meer rationeele voortbrengingsmethoden, dus
goedkooper voortbrenging, kan worden bereikt"
,J)averend" zijn de voordeelen niet
aat ons nu zien, welke nadeelen de heer Van der
.Waerden vond.
Wie op crediet koopt weet in den regel precies hoe
ver hij kan en mag gaan.
De rem is bij het huurkoopsysteem verslapt of weg;
het gemak werkt de lichtvaardigheid ln de hand, dus
het gevaar verplichtingen op zich te emen, die geza
menlijk ten slotte veel te zwaar worden. En haast on
merkbaar stapelen de lasten zich op.
Daarbij komt, dat het stelsel zich niet beperkt tot
<5e noodzakelijke dingen van het leven, maar evengoed
tracht aan den man (en aan de vrouw misschien nog
meer!) te brengen wat men best missen kan of althans
niet onmiddellijk noodig heeft wat dus luxe te noemen
ls. Waar de grens tusschen luxe en gebruiksnut te stel
len is, kan niet worden uitgemaakt, dat verandert bij
welvaartsvermeerdering, met maatschappelijke ver
houdingen en ls ook verschillend voor de individuen.
Echter zijn er reeksen voorwerpen waarover wij het eens
^ljn, dat ze tot de categorie luxe behooren; maar die
dingen komen even gemakkelijk bijna onder het be
reik en de huurkoopgelegenheid prikkelt veel verder te
gaan dan men kan. „Het systeem werkt er toe mee, neen,
is er op gebaseerd, deze menschelijke karaktereigert-
schappen, waarvan reeds zoovelen de dupe zijn gewor
den, aan te wakkeren." (Coster p. 50.) Men zwicht
voor de luchtige aanprijzing van den colporteur, maar
merkt te laat dat die vriendelijke man ineens in
een ijskoud, harteloos individu kan overslaan.
De vraag ls ook of de arbeider, die vastzit aan een
aantal huurkoopen, daardoor niet verzwakt als organi
satie-man; de contributie kan er niet meer af en de
zorgen vullen het denken te veel, om plaats te laten voor
gedachten aan solidariteit, samenwerking en offervaar
digheid.
Het huurkoopsysteem is duur, 12 25 duurder dan
contant, soms zelfs nog erger.
Eenmaal de prikkel gegeven om boven z'n krachten te
huurkoopen, is het dus te verwachten, dat er slachtof
fers vallen. Slachtoffers van misrekening hunner draag
kracht, slachtoffers van kwade onvoorziene tijden, ook
slachtoffers van - een ongezonde begeerte naar overbo
dige dingen van „koopziekte". Een der inzenders raadt
hiertegen als middel aan, dat het huurkoopcontract de
handteekening van de man behoeft voor wat de vrouw
heeft aangeschaft. We kunnen hiervoor ln zooverre voe
len, dat twee voorzichtiger zijn dan' één, doch we zou
den er aan willen toevoegen: dan ook omgekeerd.
Daar komt nog een groot gevaar bij we wezen er
daareven reeds op, dat dit volstrekt niet alleen denk
beeldig ls dat zwakkere karakters of in uiterste nood
gedrevenen er toe overgaan de goederen te verduiste
ren door beleening of anderszins. Hiermee vervallen ze
tot misdrijf, daar de waren, eerst als ze tot de laatste
cent afbetaald zijn, hun eigendom worden. Prikkel dus,
die in zijn uitwerking tot toenemende krlmlnaliteit kan
leiden. Gezwegen nog van het nieuw-opgekomen misdrijf
van goederen in huurkoop nemen, en die tegen lagere
prijs, contant, van de hand doen. Hierop wordt echter
niet verder ingegaan, daar deze uitzonderingen weinig
bewijzen tegen bona fide toepassing van het stelsel.
Tot zoover de voor- en nadeelen wat de betrokken per
ionen betreft, de vcrkoopers en de koopers. Er zyn ech
ter ook nadeelen voor de maatschappij als geheel.
Als economisch nadeel van het huurkoopstelsel wordt
door sommigen gevreesd, dat de geforceerde opvoering
van de verkoop het gevaar meebrengt van een te groot
opzetten van het productie-apparaat met het uiteinde
lijk gevolg van een crisis. Dit heeft men ook reeds Ja
renlang voor Amerika voorspeld, doch het tijdstip van
verzadiging blijkt telkens verder af te liggen, al wordt
hiermee niet ontkend, dat het komen kan.
Ook de verschijning van een nieuwe schakel tusschen
producent en consument de colporteur zou een
economisch nadeel kunnen beteekenen, voor zoover al
thans. als hij niet ln de plaats treedt van de handels
reiziger of winkelbediende, die anders bij het aan de
man brengen van de waren zouden te pas komen.
Een andere groep van nadeelen treffen niet het stel
sel zoodanig, maar wel de praktijken, waartoe het aan
leiding heeft gegeven. We bedoelen de inhoud van de
huurkoopcontracten.
Deze kunnen onschuldig zijn, maar
Zoo zyn er bepalingen die de „eigenaresse" het recht
geven, zoodra de „huurder" handelt in strijd met de
overenkomst, zonder tusschenkomst van den rechter
het goed zonder meer terug te nemen, terwijl de huur
der dan nog een boete van 10 pCt. van de prijs heeft
te betalen, ja soms ook nog de resterende termijnen, of
schoon men het goed kwijt is.
In een ander contract komt weer de bepaling voor,
dat de eigenaar ten allen tijde het recht heeft binnen
te treden (dringen) ln de lokaliteit waar zijn eigendom
zich bevindt. Stel u voor, dat een eigenaar van dit recht
gebruik maakt bij iemand die een electrische bedde-
kruik gehuurkocht heeft, en dan bijv. om drie uur 's
nachts
Dr. Van der Waerden's conclusie is deze, dat hij zich
onder het noodige voorbehoud, een voorstander noemt
van het stelsel toegepast op productieve goederen.
Daaronder rekent hij dan niet alleen motoren, werktui
gen en gereedschappen voor het bedrijf, maar ook ge
reedschappen voor de huishouding: naaimachine, stof
zuiger, gascomfoor, en dergelijke.
Het voorbehoud betreft dan de gezinnen, waar de
hoofden gevoel voor verantwoordelijkheid hebben en
rekenen kunnen.
Ieder verstandig rooker
Heelt GOMARUS in z'n koker!
Sigaren Seriemerk van 5-20 ets.
Wat de consumptieve goederen betreft zou ik voor
zichtiger zijn en slechts het allernoodzakelijkste toela
ten, mits gegrond uitzicht is op regelmatige verdienste.
Dus meubelen en ander huisraad. En dan zou ik de ge
zinnen de raad willen geven: maak alleen gebruik van
huurkoop, als er groot belang is bij directe aanschaf
fing. In den laatsten ongedacht kouden Winter bijv. zal
de mogelijkheid van het onmiddellijk verkrijgen van een
warme deken of winterjas in huurkoop voor velen een
uitkomst geweest zijn, al kan ook hieruit weer som
tijds geldnood onstaan.
Echter, alles wat normaal onder luxe gebracht wordt
of kan worden, zou ik zonder eenige aarzeling uitscha
kelen. Daar beginnen voor mij de groote gevaren, de
opschroeving van de begeerten, de weg naar tegensla
gen en wanhoop.
Een zoodanige scheiding zouden m.i. dan ook de over-
heids- en coöperatieve bedrijven moeten maken tusschen
artikelen die wèl en die niet voor huurkoop toelaatbaar
zijn."
Hierby zullen wij het laten. Onze conclusie Is deze:
Eerst sparen en dan het pas koopen, is beter, maar
dit is niet altijd in practijk te brengen. Dan moet men
van de nood een deugd maken, omdat het noodzakelijk
is. Het blijft echter: een noodzakelijk kwaad.
en Zenuwsterkend is de werking van
Glazen buisje 75 ct. Bij Apoth. en Drogisten
7/ winter comes. - Pietje Biggevanger
verwisselt van handelsartikel. ■- Strenge kou
de gewenscht ter beteugeling van het wilde
bloed der Grootgorlbuikenhurgers. - De agent
der K.N.L.M. aan pap geslagen. - De wereld
wil bedrogen zijn. - Geen ,.Loude Visser,
maar LouZeppelin. - Lachen de Haarlem
mers. - Meer gehorig opzien zal de kwali
teit der. Gortbuiken verbeteren. - Een zielver
kwikkend Godsdienstig weekblad. - Op de
keien geschopt. - 'n Zeldzame rechtzaak. -
Twee kijvende ambtsbroeders. - Zachtmoe
digheid en verdraagzaamheid in praktijk ge
bracht. - Het zwaard van Petrus en het lief
de-predikend woord van Paulus. - Een be
roep in Groofgortbuikenburg vurig gehoopt.
- Traktatie op roomsoescn. - Steeds onder
des predikers gehoorwelk een zaligheid per
portie. - De klasse justitie van Korte Turf
land niet onpartijdig. - Orthodoxe dominees,
die zich als zittend het dichtst bij de korte
turven, het beste kunnen warmen. - De muil
van het nijlpaard. - Rijst met behangselspij
kertjes en gedraaid glas als voorkeurspijs. -
'n Kernachtig en beoefeningswaardig leer
aarsavond tot besluit.
Zeer gewaardeerde Mundus vult declpianen!
De nationale en locale feesten zijn in de beste orde
gevierd. Het bier wordt te koud op de maag en het
wordt tyd aan warme punch en cognac-groc met een
sch. Ijfje te denken, want ik heb met bezorgdheid waar
genomen, dat onze stedelijke ijscoman, Pietje Bigge
vanger, aldus geregistreerd vanwege zijn kromme
schragen, de roomijs-negotie heeft vervangen door den
handel in briketten en lange en korte turf en uit welke
handelsmutatie, ik distilleer, dat de winter, zooal niet
vlak voor de deur, toch aan het einde van de steeg staat
Het wordt ook tijd dat het heete en bruischende bloed
van de Grootgortbuikenburgenaren eens door 'n frisch
nachtvorstje van 12 tot 18 graden Celclus wordt gekal
meerd. Het is maar gelukkig, dat die lapzwansen niet
in een tropisch klimaat leven, want dan konden lede
ren dag ongelukken verwacht worden. Beslist was er
dan gepasseerden Zondag geen ruit van het Stadhuis
heel gebleven en lag de agent van de Luchtvaartmaat
schappij ln het neutrale ziekenhuis, met omzwachtelde
kersepit en zyn roggebrood-beenen onder een omge
keerde biggenkori geëtaleerd. Wat zijn de sloome
duikelaars van G.G.B.B. en Mosterdbuurt er weer fijn
tusschen genomen! Eerlijk gezegd, lk heb me slap
gelachen over zooveel onnoozelheid bij volwassen en
lebensfahige ingezetenen en logé's van G.G.B.B.!
Nog nooit heb ik met zooveel kinderlijk geloof en
onwrikbaar vertrouwen, zooveel menschen in mijn ne-
gory naar den Hemel zien staren! 'n Geloof en 'n
vertrouwen, dat helaas jammerlijk beschaamd ls ge
worden. Het was hier een droevige variatie op Caesar's
gevleugeld woord: veni, vldi, viel!
Ik kwam, keek, maar zag geen Zeppelin!
Nee, dat hebben de Haarlemsche Muggen, concur
renten in de gunst van de Spanjolen in 1573, de Gort-
buiken nu eens lekker afgesnoept! Ha, Ha! Die het
laatst lacht, lacht nog niet het slechtste.
Maar laat ons, geliefden, naar aanleiding van dit op
tische bedrog, hartelijk hopen, dat de Grootgortbuiken-
burgers Zondag hebben geleerd, eens wat meer op te
zien naar den Hemel, niet om zich ijdelijk te verlus
tigen in wereldsche en den rustdag des Heeren storen
de uitvindingen, maar om zegen en voorspoed af te
bidden op hun gezin, hun zaken en ondernemingen en
hun geestelijk leven te versterken.
En nu lk toch zoo ongemerkt in een geestelijke at-
mospheer ben gekomen, grijp ik onwillekeurig naar een
dierbaar en stichtelijk weekblaadje, waarmede lk dezer
dagen kennis maakte en dat zonder eenigen twijfel ln
het vervolg het eenig en ondeelbaar richtsnoer van mijn
godsdienstig leven zal zijn.
Hoe ik aan deze kostbare schat ben gekomen? alzoo
hoor ik u met vleiende belangstelling vragen, geliefden?
Laat ik met enkele woorden uw begrijpelijke nieuws
gierigheid bevredigen!
Op 'n mooien zomerdag, toen ik door mijn kaj^talis-
tische patroon, 'n engharterige Grootgortbuikenburger-
boereswas, op de keien was gedeponeerd, omdat ik met
de beste bedoelingen en om haar liefde in te boezemen
voor de oranjekleur, een snoezig hummeltje van de
Sovjet op 'n glaasje sinesoppelllmonade met een rietje
had getracteerd, meende ik één dag van mijn opge
drongen vacantie te moeten besteden met het bijwonen
van de zitting van het Grootgortbuikenburger straf
gerecht.
Nu moet ik zeggen, dat ik van alle publieke verma
kelijkheden, ik nooit 'n vrijkaartje vraag voor deze
voorstellingen. Maar je weet 't: Ledigheid is des dui
vels oorkussen en zoo was ik als dwalend stempelaar
ln een mij geheel onbekend milieu terecht gekomen.
Nunc est Ridendum! Nu dient er gelachen te worden!
Lach dan, Paljasso!
Maar ik moet in waarheid getuigen, ik heb allerminst
spijt van mijn escapade gehad! Want ik trof daar twee
eerwaardige bedienaren des evangeliums, des geeste
lijken woords, die elkander met de pen te lyf waren
gegaan, met het éclatante gevolg, dat een der strijders
van het merk Swan of Eversharp, zich gegriefd gevoe
lende, zijn eerw. confrère en ambtsbroeder, om het nu
maar eens in eenvoudige woorden te zeggen, de blauwe
trap had opgeleid en hem een plaats had bereid op de
bank der verdachtelingen.
Zoo'n exeptioneel en hartverheffend schouwspel biedt
zelfs de zaal der gerechtigheid maar zelden, zoo ik
veronderstel!
Evenwel heeft het bijwonen van deze zaak, bij mij een
groote sympathie gekweekt voor den persoon des kla
gers, zonder dat ik daarom mag zeggen, dat lk het
land heb gekregen aan den helaas niet overmatig, zicht
baar althans, boetvaardigen zondaar op het verdachten
bankje, daar ik het als het eerste en voornaamste gebod
beschouw, mijn evenaaste gelijk mij zeiven te beminnen!
Maar er kunnen voorzeker omstandigheden* zich voor
doen, dat zelfs een prediker des naastenliefde ver
plicht ls, krachtig op te komen met alle geoorloofde
middelen voor de eere zljn's onbevlekten naams. En dat
middel ls, zich te wenden tot den strafrechter ter offi-
cieele eere-restauratie. Zooals blijkbaar ook het geval
v/as met dezen Evangelieprediker uit krentenbollen-
stad en Hoofdredacteur van het mij zoo dierbaar ge
worden en mij godsdienst-levend-houdende weekblaadje.
Een gulden tijdschrift, waarvan zoo gehèèl alle
persoonlijk element, alle lndlvidueele gegriefdheid,
alle hoovaardigheid des levens ls uitgeschakeld.
Wanneer zoo duidelijk in eiken regel en in ieder woord
naar voren dringt het vermanend woord van Paulus,
ons predikende, dat al bezitten wij alle schatten des
Hemel en der aarde en wij hebben de liefde niet, het
ons niet zal baten.
(De desbetreffende teksten en de heerlijke brieven
van dezen grooten Apostel aan de diverse Galathiërs,
Corinthiërs, Heebreeuwen, enz. zelf s.v.p. op te zoeken,
daar mij den beschikbaren tijd wegens werkzaamheden
aan de waschmachien, helaas op dit moment ontbreekt).
Wat zou mijn hart juichen, indien deze met den moed
eens leeuws en zachtmoedigheid eens lams bedeelden
voorganger eens werd beroepen ln Grootgortbulkenburg!
Waarlijk, dat zou mij een ware feestdag zijn, die ik op
gepaste wijze zou willen vieren door traktatie van
smaakveredelende roomsoesen bij de morgen-mokka!
O, wat zou ik mij dikwerf scharen onder het gehoor
van dien voorbeeldigen leeraar, die in zijn Heiligen toorn
zijn gezalfden medebroeder niet spaart, waar het geldt
zijn wankele schreden vastheid te geven op den weg
der waarheid en het leven!
Inderdaad, ben lk het geheel eens met dezen tuch-
tiger der ongerechtigheden, ofschoon zijn hart bloedt
(dat zie lk mijn geest) over de wonden die hij moet
slaan. Hoe weet hij met één enkel krachtig gebaar de
aandacht te vestigen op het ontstellende feit, dat het
opperste opperhoofd der justitie van Korteturfland en de
rechters van Opperkaffersteln (met Gcd weet welke
duistere bedoelingen) de orthodoxe predikers bevoor
rechten! En laat er nu een of andere dikkoppige Kaffer-
stelner onverlaat zijn, die onverschillig met zijn nijl
paardenmuil gapend zegt: Geef mijn maar ryst met
behangselspykertjes en gedraaid glas, maar dan zeg lk
tegen zoo'n ongevoelig stuk slapdarm: Consumeer jij je
rijst, met gestampt glas maar; geef m ij den prediker
Harm uit Krentenbollenstad, die mij door woord, door
daad en geschrift zal leeren en doen beoefenen het
groote beginsel van wereld- en volkenvrede: Leer van
mij, dat ik zachtmoedig en ootmoedig van harte ben...
Am...
(Ontijdig afgebroken wegens voorlooplge aanstelling
met onmiddellijke indiensttreding als volontair bij de
G. R. afd. T. S.
D. D. Jr.
Gemeente-Reiniging - afdeeling tonnelstelsel.
Noot van den vertaler.
TB,"
Ulvenhout, 14 Oct. 1929.
Menier.
Keb staan kijken, keb
staan turen, maar niks
horre! Of „niks", da mag
'k ok nie zeggen, al v/as 't
nie veul biezonders. Waant
toen ik 'n oogenblikske zoo
te kijken sting onder m'nen
notenboom, toen viel er 'n
noot, mee bolster en al, ter
grotte van 'n kiep-ei, kwak!
nel boven op m'n oog
da'k docht da'k 'nen dXfer
op m'n gezicht kreeg, dat de
sterrekes om m'nen kop
stingen te pinkelen. As "en
kakkerlak, mee allebei m'n
haanden aan m'n linkeroog, hek om d'n stam van dieën
boom heenen geloopen van de pijn. Sodejabel wa was
ie raak. En toen ik daar zoo blindelings, mee groote
stappen, m'nen kop in m'n haanden, rond dieën boom
divveleerde, heurde-n-ik Trui aan de deur komen en die
floot toen 'n lie-ke op de maat van mijnen pas! En ln
blinde kwaaiëgheid rende-n-ik op 't gevuul op Trui af
en op 't mement da'k docht 's kwiek teugen d'raan te
bonzen, toen... was ze net weg!
En lag ik teugen de plevuizen aan, boven op de poes.
„Och rm beestje, èrm poeske, komde gij maar gaauw bij
de vrouw; hee-d-'n stouten baas jouw pijn gedaan? 't
Is schaande!"
Amico. 'k docht da'k uit mekare spatte, 'k Was heel
de pijn aan m'n oog glad vergeten, ok al vuul lk 't nouw
nog gloeiën. Keb ze toen d'r vet leggen te geven, amico,
keb daar teugen die plevuizen aan leggen te kafferen
teugen d'r da-d-et „èrm poeske" uit d'r haanden sprong
en d'n erft oprende mee z'n ooren achterover om nie-
meer thuis te komen veur 's avonds.
Meer zal ik 'k er maar nie van vertellen: de rest be-
grepte zóó wel! Maar da's (Jan mijn Zeppelin-erva
ring. Di e vergeet ik veurloopig nie, da kunde aan d'n
teut van oewen klomp voelen. As 'k er nóg aan denk,
dan zou'k die serpenten, die kat en Trui mee d'r ooren
kunnen pakken en deur mekaar schudden, da-d-et wit
van d'r oogen as zuren melk wier.
Maar ollee, keb 'm dan nie gezien, d'n Zeppelien, die
„as 'nen vogel deur de locht" gong. zooas ik in de
kraanten gelezen eb. Wa-g-anders maar 'nen vogel
noemt! Keb 'r is eenen gezien in d'n oorlog, 'n Jaar
of veftien gelejen. Da zat zoo! 't Was in d'n zomer en
't zonneke sting al ferm in de locht toen 'k er 's naar
keek om te zien hoe laat 't was. En meteen, amico
glinsterde-n-er iets in m'n oogen da'k er scheel van keek
De stralen van scherpe lichtjes ketsten d'r af! Net 'nen
grooten worst in zilverpampier, zoo zweefde-n-ie daar
deur d'n hemel. Wel eenen van twee meters laank. 'k
Wis nie wa'k zag. Mee 'nen open mond m'n pepke
viel er van op m'nen klomp kapot hè'k 'm wel 'n
vol kertierke na staan oogen. Aan de blaauwe locht,
hongen allemaal van die witte schapenwolkskes en daar
vrong le nouw en dan z'ncn snoet in. Dan dook ie, as
't ware, in 'n blaauw gat da-d-in d'n hemel gopte. om
er na 'n oogenblikske weer mee statige kalmte uit te
stijgen. Schoon! In één woord! Maar 'nen dag later
las ik zoo maar aarige dingskes van dieën schoonen
zwever.
Hij was naar Londen gevaren en daar had ie, van uit
veilige hogte, net 'nen olifant, allemaal groote ronde
moppen naar benejen laten patsen op de koppen van de
zjentlemannekes en dito-vrouwkes. Ik beloof oew, ami
co, -as er zo'n dink boven oew durp trekt en van die
bommen op oew donderement mikt, da-d-oew haar daar
lillek van ln de wèr gaat zitten, jonk, en da ga dan
heel wa schietgebetjes on... 't ln oew broek doet.
Kek. da's de pee van al die uitvindings. Zoogaauw as
't oorlog ls, dan worren ze gebruikt om oew 't leven er
mee te verzuren; om oew de smoor ln te jagen. Maar
genogt; zaand erover, 'k Wouw 't nouw nie over oorlog
emmen. Na da geval van giestermergen hè'k m'nen
buik nog knapkes-vol van al die krekeelderij. Maar over
uitvindings gesproken: wa zegde van dieën uitvinder
daar in Duitschland, die goud kan maken uit 'n ouwe
looien gasbuis of gootpijp. Tausend hiet ie, „Dazend"
zouwen wij zeggen, en as ge wa-d-ouwe looien pijpen
over hebt, z'n adres is op d'n oogenblik: Huize-Van-
Bewaring, Berlijn. Zemmen 'm zuinig opgeborgen; h(J
mokte tevéul goud!...
En ze schijnen er heel hard aan te twijfelen of le da-
d-allemaal van ouwe lekke dakgoten mokt, zlede! Z'nen
avvekaat, die netuurlijk d'n kweil uit z'n mond
lopt bij de gedachte aan zo'n zelfgoudmakend kliejèntje
eeg-get zóó weten te friemelen da menier Duzend In
't gevang, in de parapluu, z'n fabriekasie deurzet! Da's
wiedes. Zo'n bedrijf stop-zetten is gekkenwerk. En ver
draaid, amico, d'r ls goud te veurschijn gekomen in 't
celleke, maar nouw twijfelen ze weer aan de siegretjes
die menier Duzend daar rokt. Hij zit daar schijnbaar
in 't afdeeling Rook en!
Maar lk eb daar 's bij nagedocht en 'k ben tot 'n
aarige konklusie gekomen, amico. Keb zóó gedocht: as
Duzend 't lukt, om 'n goei end aan die uitvinding te
maken, as ie na veul getob en gesallemaander d'r achter
is. (hij is er al „achter" zulde zeggen), dan heet le nóg
maar 'n en wind in 'n netje gevangen! Waant op 't
relfste memènt, hee-g-et goud nie meer wèèrde as 'n
lekke looien pijp. Dan geef ik veur gin honderd gouwen
tientjes éénen 'bos peeën af, amico. Dan, dan zitten me
zonder centen; allemaal. Rokkeveller net zoo goed as
Hadjomemaar. Groote gebouwen, museums, kerken en
zoo, waar veul goud in zit, waren in eenen slag èrm! De
kelders van de Nederlandsche Baank waren nie veul
meer as uitdragerijen. Oome Jan, mee z'n gouwen
klokskes waar ie 'n schuin briefke voor afgegeven had,
gong op de flesch. Aandeelen in de Nederlaandsche In-
destrie kundde (veur zoover ze 't toch al nie zijn.)
As lk mee m'nen guuntenwagel van huis af gong. dan
mocht ik er nog wel 'nen leegen wagel bij emmen, om
de „.ontvangsten" op te laalen.D an verruilde-n-ik. bij
gebrek aan centen onder de menschen 'nen boerenkool
veur 'n krükske bier; 'nen kielo juin veur 'n pakske
tabak; 'nen blomkool veur 'nen p..pot (thuis zit er 'n
scheur ln), 'n mud èrpels veur 'n paar Zondagsche schoe
nen veur Trui: kortom dan kwam lk eiken mergen
thuis mee 'n kepleete bazaar. Veur dieën hersjaft Du
zend z'n lol!
Ok de pollitiek zou z'n eigen heelemaal wijzigen.
De kamerlejen wieren betaald per spiets. Veur 'n rede
voering van 'n uur, 'n doos keelpijntabletjes; veur een
van 'nen dag. tien doozen. Veur 'n goel veurstel 'nen
zak spruitjes en veur 'n lntarupsie 'n rolleke pruim of
'n siegretje naar keus enzoovoorts. De pertijen van
weg-mec-'t-kappietalisme gongen vaneiges feljiet en de
belastingmannen... maar ollee, da's te mooi om waar
te kunnen zijn, amico!
M'nen zeun uit Amsterdam. Dré d'n verver, ee me
geschreven, dat ie mee alle belankstelling die affaire
van Duzend volgt. „As 't 'm lukt", zoo schreef ie. „dan
is Duzend d'n tweede verlosser der wèreld", zooda
'k. onder ons gezeed en gezwegen amico, op d'n
oogenblik weer nie veul feduusie eb in z'n ververij... 'k
Denk. da'k weer heel gaauw de kunst zal motten gaan
beschermen! D'r is al 'n vracht èrpels, appels en zoo
onderwege veur d'n winterprevisle en heet d'n kunst
al de eerste zij gesponnen bij de looienbuizenaffalre van
Duzend die er zeivers ok al 'nen „gezeten" man meo
is geworren.