Hcnro „SURSIM GOROA" te SCUOORL BEZOEKT DE BOOM- EN HOEHKEIII Ingezonden Stukken. BOERDERIJ en XEEHOUDERIJ Boekhouden in het landbouwbedrijf. Houd Uw nieren gezond! fi Voor*hst inde week zetten BILLY BOO. Iedere lepel Kelp! om Lis»/ beneiLAw'clheicl te K£xlnr>eerer», LU*/ Koe^l: te bedoren, U.v*/ adem. bcil!r*0©or0cu-*en te vfer^terH^r»: neem AK»c*ra Abdi4airooio (Adv. In Blokschrift) Een leeraar aan een der gemeentelijke lagere onder wijsinrichtingen, van oordeel zijnde, dat het nnttig en noodzakelijk is, de moderne scholieren de kennis van vreemde woorden bij te brengen, wenscht zijn discipelen te wennen aan het tegenwoordig zoo veel voorkomende woord encephalltis en draagt de leerlingen en zijn klas op een zin te vormen, waarin deze barbaarsche uit drukking voorkomt! Alle jongens zitten te ezelen als polderjongens, tot kleine Moos, het veelbelovend zoontje van den Kauscheren slager, Meijer Augurkl, zijn vet vingertje opsteekt en zegt: Meester, as dat ik het voor mekaar heb! Meester wrijft zich voldaan in de handen en zegt ge- noegeüjk lachend: Ja. aan de zonen van het oude volk kunnen Jullie allemaal *n puntje zuigen, jongelui! En zijn bewondering wordt nog belangrijk vergroot, als hij in het schrift van Moos leest: „Mevrouw Kikkerveer uit de droge boterhammenstraat hep an mijn vader geseg, asdat ze het kalfsvleesch niet kan betalen, omrede ze__geen centen heb enzefailetls". Ja, goede slokkérs, je moet Je tegenwoordig in G.G.- B.B. zelf maar kietelen, wil Je lachen! En het is voorzeker een verdienstelijk werk om die brave Grootgortbuikenburgers voor het laatst van 't jaar nog eens op te kikkeren, daar eerstdaags de aan slagbiljetten voor de inkomstenbelasting zullen worden uitgereikt Dan is het radicaal afgeloopen met ginnegappen! God zij dan mijn arme mede ellendelingen genadig! D. D. J. Moerbeek, 24 October 1929. Mijnheer de Redacteur, Mag ik U verzoeken mij een plaats in Uw veelgelezen blad toe te staan, naar aanleiding van 't raadsverslag van Nieuwe Niedorp, dato 18 October, wil ik even een lettertje schrijven. Door 13 inwoners van de Moerbeek is een verzoek schrift in gezonden aan den Raad van Nieuwe Niedorp, vermeldende radio-distributie te mogen aansluiten naar gewoon tarief bij den heer G. de Geus te Lutjewinkel. Naar aanleiding hiervan zeggen B. en W. alle moge lijke medewerking toe, doch als ik de heeren was ge weest, had ik dat maar niet overluid gezegd, daar wij van B. en W. nog nergens steun in gehad hebben. Spre kende feiten daarvan zijn: 't verzoekschrift om gas te krijgen, de aanleg van waterleiding, 't verzoekschrift om een assistent in de school, en nu weer de radio. Ja, we kunnen radio krijgen, doch moeten, net als met de waterleiding, weer meer betalen, en dat willen wij, die ook dezelfde lasten betalen als u, niet. De heer Pluister zegt dat iemand, die in een buitenwijk woont, weet dat hij niet krijgen kan hetgeene als zij, die in de kom wonen. Dat zij wij volkomen eens, wij verlangen dat ook niet, en willen gaarne bijdragen aan die dingen, waarvan wij geen gebruik kunnen maken, doch aan de radio-distributie meer betalen als U, dat doen we vast niet Hadden B. en W. medewerking in deze willen ver- leenen, dan had u voor 't voorstel-Gaijaard moeten stemmen, daar de schuld van het door ons meer te betalen bedrag bij B. en W. berust is zeker. Want, waarom bij 't .verleenen van de concessie aan den heer Coops er niet bij vermeld, dat Indien er voor de buiten wijken voordeeliger aanvragen binnen kwamen, deze zouden worden toegestaan, Indien de heer Coops 't voor hetzelfde bedrag niet wilde aanleggen; dan hadden wij dezen winter, voor gewonen prijs, kunnen genieten van de radio. Nu hebben B. en W. in deze niet alle schuld, ons raadslid, de heer Wit heeft weer eens geslapen. Bij 't voorstel-Gaijaard, om de meerdere onkosten voor de gemeente te nemen, stemden voor de heeren Gatj- aard, Borst en Keesoom, en de heer Wit tegen. Weet WIE SCHRIJFT, DIE BLIJFT. Het boekhouden in landbouwkringen is nog van jongen datum. Tot voor een 15-tal jaren terug was het bij de meeste landbouwers nog geheel onbekend. Wat men ontving stak men in „zijn buur en wat men moest betalen, haalde men weder daar uit, zon der er aan te denken iets op te schrijven. Wanneer men maar steeds aan zijn betalingsverplichtingen kon voldoen en men nog eens wat overhield om een paar effecten of een stukje land te koopen, dan was men tevreden en men voelde geen enkele behoefte aan een bookhouding. Ook nu nog wel wordt door oudere boeren beweerd, dat een boekhouding een overbodige last is, daar zc aan hun portemonnaie voldoende kunnen zien, of de zaken goed of slecht gaan. Dergelijke beweringen kunnen wij evenwel gevoegelijk onder de sprookjes rangschikken. Immers, stel het geval eens zoo, dat een boer het resultaat van zijn bedrijf zou willen bepa len, door op een zekeren datum van ieder jaar zijn contant geld te tellen en dan te zien of dit meer of minder bedroeg, dan op dienzelfden datum van het vorige jaar. Wat zou hij daarmede bereiken? Het eene jaar zal hij op dien datum juist een partij kunstmest betaald hebben, het andere jaar zal hij den kunst mest eenige dagen na dien datum betalen; het eene jaar zal hij zijn 6tal nog vol vee, zijn zolder nog vol graan hebben, het andere jaar zal hij op dien datum alles hebben verkocht. Ook de meest verstokte tegenstander van boekhou den, zal toch, behalve over zijn portemonnaie, nog wel eens zijn oog laten gaan over zijn stallen en voorraadschuren en hij zal ongetwijfeld met veel be haaglijker gevoel in zijn hoekje bij den haard krui pen, wanneer hij heeft bemerkt, dat zijn stallen goed bezet zijn met gezond vee en zijn schuur gevuld met graan en hooi, dan wanneer hij heeft moeten consta- teeren, dat zijn stallen en schuren veel ledige plaat sen vertoonon. Evenmin zal een aantal onbetaalde re keningen hem die gemoedsrust geven, die Poot aan leiding gaf te dichten: Hoe genoeglijk rolt het leven Eens genisten ïandmans heen. Hieruit volgt dus wel, dat men ook in landbouw bedrijven, ter bepaling van het resultaat, niet alleen rekening kan houden met het geld, dat op een be paald oogenblik in kas is. Dit vormt slechts een klein onderdeel van het totale kapitaal, dat in het bedrijf is gestoken. Alleen een goede boekhuding geeft het juiste resultaat aan. Is het dan noodig, dat men het resultaat van zijn bedrijf zoo nauwkeurig mogelijk jaar voor jaar leert kennen? Zeer zeker is dit een dringende eisch. In ieders bedrijf. Men moet weten of het bedrijf veel of weinig winst, of misschien verlies heeft opgeleverd, niet alleen, omdat men zijn leefwijze zooveel mogelijk zou kunnen regelen naar de grootte der winsten, doch vooral ook, omdat bij slechte resultaten uitgezien inoet worden naar middelen om het resultaat te ver beteren. Ook zonder boekhouding bemerkt men op den duur wel, dat het bedrijf niet goed gaat, doordat men ten slotte niet meer bij machte is, om zijn schulden op tijd te betalen, doch dan is het meestal te laat, om nog maatregelen tc nemen, die verbetering zouden kunnen brengen, ten gewaarschuwd man geldt voor twee, is een Fransch spreekwoord. En in hoogc mate is dit juist voor een bedrijfsleider. Zoodra het resul taat van eenlg jaar onvoldoende is, is het de plicht van den bedrijfsleider, de oorzaken hiervan op te spo ren, ten einde deze zoo mogelijk weg te nemen. Aan een goede bookhondlng na kan men den elsch stel len, dat ze die oorzaken moet aanwijzen en de lonten moot aangeven, die In het beheer zijn gemaakt. Ze is do waarachtige vriendin, die ons, en wel zonder leedvermaak, onze feilen toont. Wil men de vereischte gegevens aan de boekhouding kunnen ontleenen, dan moet ze niet alleen het totale resultaat aangeven, doch eveneens moet tot uitdruk king komen het resultaat van leder onderdeel van het bedrijf, m.a.w. men moet uit de boekhouding de gege vens kunnen halen, die noodig zijn, om den kostprijs van ieder product, dat men voortbrengt, te berekenen. In fabriekszaken wordt tegenwoordig aan de kostprijs berekening veel aandacht geschonken. Alle moge lijke moeite wordt daar gedaan, om zoo nauwkeurig mogelijk de kostprijzen der gefabriceerde artikelen te kunnen berekenen. Kent men den kostprijs niet, dan weet men ook niet, tegen welken prijs men moet verkoopen, om te verdienen. Dat wil niet zeggen, dat men daarom altijd in staat is, om met winst te ver koopen, doch men weet dan ten minste waar men aan toe is. En nu wordt m.i. In het landbouwbedrijf tot nog toe weinig aan kostprijsberekening gedaan, ten minste deze komt bij de meeste methoden van landbouwboekhouding niet voldoende tot uiting. Ie dere boer weet, wat op een zeker oogenblik de ver koopsprijzen zijn voor zijn producten, doch of hij door tegen dio prijzen te verkoopen, op zijn producten wint of verliest, weet hij doorgaans niet, evenmin als hij weet, wat gemiddeld meer opbrengt., erwten of booncn, tarwe of gerst. Ook het resultaat van den veestapel is doorgaans niet genoeg tot in bijzonderiie- den hekend. Moet men in het bedrijf kalveren fokken, vee mesten, melkkoeien houden? Doet men het ver standigst om jonge paarden, die men niet voor het bedrijf noodig heeft, te verkoopen op 1-, 2-, of 3-jarigen leeftijd? Men moet het antwoord hierop vaak schul dig blijven. De eene boer doet dit, de andere boer doet juist het omgekeerde, beiden omdat ze er voor dcel in zien. Wie heeft nu gelijk? Het doel der landbouwboekhouding moet dus in verband met het bovenstaande zijn: le. het berekenen van het totale finantieele resul taat van het bedrijf over een bepaalde periode, meestal een jaar; 2e. het berekenen van het resultaat van ieder onder deel van het bedrijf gedurende een jaar of een gedeelte van een jaar. Het feit dat de boekhouding in het landbouwbedrijf nog alles te wenschen overlaat, terwijl ze in andere bedrijven tot op hoogen top van ontwikkeling is ge komen, spruit voort uit verschillende ooi-zaken. In de eerste plaats zouden we dit willen toeschrijven aan feit, dat in het landbouwbedrijf bijna alles contant verhandeld wordt, zoodat een bepaalde boekhouding die in andere zaken noodig is, om te weten, wat men te goed liccft, of moet betalen, in 1 andbouwbedrij ven meestal niet noodig is. In andere zaken, waar veel op crediet gekocht en verkocht wordt, is althans een eenvoudige boekhouding onmisbaar. Zoodra de zaak van eenigen omvang wordt is men daar zelfs genoodzaakt, een bepaald persoon met de bookhou ding te belasten, iemand, die speciaal zijn studie van boekhouden heeft gemaakt. Daardoor wordt van zelf de boekhouding langzamerhand vollediger, niet alleen omdat dit meer voldoening schenkt aan den boekhouder, doch voorabook omdat de patroon het nut der boekhouding door en door voelt. In landbouwkringen is het vooral geweest onder den drang van den fiscus, dat men langzamerhand begonnen is met het bijhouden van een eenvoudige boekhouding, ten einde de winst, die aangegeven moet worden voor de inkomstenbelasting, te leeren kennen. Dat men daartoe eerst in de laatste 15 jaar pas toe is overgegaan, komt ook, omdat tot 1914 het inko men van landbouwers vrijgesteld was van belasting. De goede oude tijd. Toen echter vooral in de oorlogs jaren de boeren met krasse hand ging aanpakken, be gon men in te zien, dat een boekhouenng wel haai nut zou hebben, om gewaarborgd te zijn voor te hooge aanslagen. De minder goede jaren na den oor log deden dit nut nog scherper voelen, toen de fiscus, aan de groote winsten gewoon, niet zoo gemakkelijk met de lage winstcijfers genoegen wilde nemen. Evenals in handelszaken vinden we dus ook, dat in het landbouwbedrijf de boekhouding geboren is uit de noodzakelijkheid, al is dan in beide takken van bedrijf die noodzakelijkheid niet voortgekomen uit de zelfde oorzaak en is ze in handelskringen eenige hon derden jaren vroeger gevoeld dan in landbouwkrin gen. Men wil ook het gemis van een boekhouding wel eens toeschrijven aan het conservatisme der boeren, d.vv.z. aan de karaktereigenschap der boeren om steeds aan de oude toestanden te blijven vasthouden. „Omdat mijn grootvader hot zoo gedaan heeft, doe ik het ook zoo." Echter treft men ook ln andere kringen ditzelfde conservatisme steeds in meerdere of mindere mate aan en wanneer men let op de voortschrijding der techniek in het landbouwbedrijf, op het gebruik van moderne machines, op de toepassing der wetenschap bij veredeling van gewassen of verbetering van het veeras, dan kan men niet beweren, dat de boeren meer conservatief zijn dan andere menschen. Bovenstaand stukje ontleende ik voor een gedeelte aan een boekje, getiteld: de Administratie van het Landbouwbedrijf, door L. J. Aarnoudse-en geeft m.i. een juisten kijk op den toestand. Omdat ik weet dat er bij velen nog geen voldoende routine en inzicht bestaat aangaande een landbouwboekhouding, heb ik een idee, dat maar niet uit mijn gedachten wil. Ik zou voor de lezers der Schager Courant wel eens een geheele landbouwboekhouding willen bespreken bij wijze van een schriftelijken cursus. Iedere week zou ik dan een gedeelte van de boekhouding van een ge mengd bedrijf over een geheel jaar willen behande len, een en ander van aanteekeningen en opmer kingen voorzien. De belangstellende lezers zullen dan deze gedeelten in cahiers moeten opschrijven en uit werken. Van tijd tot tijd zullen eenige vraagstukken worden ingelast om deze zelfstandig te verwerken, waarna ze door ondergetekende zullen worden ge corrigeerd. De lange winteravonden zijn er juist voor geschikt om zoo'n werkje eens op te knappen. Doch alvorens er mede te beginnen, moet een heel groot aantal lezers hun verlangen te kennen geven aan de Redactie, dat zij dezen schriftelijken landbouwboek- houdcursus wenschen te volgen; anders heeft het geen zin om aan dit werkje te beginnen. Wanneer er lezers of lezeressen zijn, die dus iets voor mijn idéé gevoelen, laten die hiervan dan blijk geven door het zenden van hun naamkaartje of berichtkaart aan de Redactie. Dart kan de zaak in overweging worden genoden. Ik ben nieuwsgierig naar het aantal deel nemers. We zullen zegen, dat de termijn van aan gifte sluit op 1 Nov. a.s. Kosten zijn er natuurlijk niet aan verbonden. u weT, heer Wit, doordat tl tegenstemde, u hoogstwaar schijnlijk voor een gedeelte van de inwoners van Moer beek 't onmogelijk maakt, om ooit gebruik te kunnen maken van radlo-dlstrlbutie, u begrijpt toch zeker wel, dat als 't lang mocht duren, degenen dit 't kunnen betalen, 't zelf aanschaffen en dan komt hier geen distributie, maar wat voelt u daarvoor, u zegt in den raad, dat 't zoo hinderlijk is, 't stof op den weg voor de Moerbeker school, doch weet u, wat veel ergerlijker is: dat middelmatige onderwijs dat de kinderen ontvan gen. Daar heeft u zich, toen we een verzoekschrift naar den Raad stuurden, om een assistent, heelemaal niet voor Ingespannen, doch tegengewerkt Treurig is 't, maar denk om de volgende verkiezing, dan zullen we allen ons best doen, u uit 't zadel te wippen. Mijnbeer de Redacteur, nog even een bedankje aan de heeren Gaijaard, Borst en Keesoom, voor de wel willende medewerking In deze. Dank voor de ^plaatsing, Hoogachtend, JAN ZIJP Jz. Vrije wandeling, zonder verplichting. Massa voorraad. Uiterste prijzen. mm TUINARCHITECTUUR M WETENSCHAP. WONDERLIJKE GENEZINGEN; Een Spaansche rlieumatiek-speciaJisL S. V. Dr. Aauero geeft zich uit voor rheumatiek-speciallst en hij zou wonderlijke genezingen hebben bereikt door het electrlsch wegbranden van een bepaalde zenuw ln den neus. Als de methode tegen rheumatiek te kort mocht schieten, dan zou toch resultaat worden bereikt tegen aoofheid en vooral allerlei zenuwaandoeningen. Dr. Asuero houdt consult in het hotel del Principe te San Sebastian en het doktersbedrijf schijnt nauw verbonden met het hotelbedrijf. Een paar Haagsche dames zijn ook heil gaan zoeken bij den wonderdokter. Een van de twee, mevrouw K., ging ln gezelschap van een ervaren pleegzuster, die na tuurlijk goed haar oogen den kost gaf. Een langdurig onderhoud, dat wij met mevrouw K. en de pleegzuster, ln tegenwoordigheid van den dokter, hadden noopt ons zeer ernstig tegen dr. Asuero te waar schuwen. De patiënte lijdt sinds 3 Jaar aan rheumatiek en de kwaal wordt steeds erger. Ten einde raad besloot ze de groote reis te doen. Haar trouwe verpleegster ging mee. Te San Sebastian gekomen moesten ze zeven dagen wachten, voor dr. Asuero tijd had. Men voelt de combi natie van de twee bedrijven, waarop we reeds wezen. Bij nierzwakte blijven urinezuur en andere vergiftige onzuiverheden in het bloed achter, waardoor uw geheele gestel bedreigd wordt. Daarom is het zoo verkeerd de eerste waarschuwende verschijnselen te verwaarloozen als rugpijn, urinestoornissen, stijve en ge zwollen gewrichten, blaaszwakte, be zinksel in de urine, hoofdpijn, duizelig heid enz. De nieren moeten hulp ontvangen en versterkt worden, terwijl het tijd is. Beproef Foster's Rugpijn Nieren Pillen, het sedert jaren bekende middel. Vraag ernaar in uw omgeving en hoor hoe zij worden aangeprezen. Verkrijgbaar bij alle drogisten enz. in glazen verpakking f 1.75 p. flacon. de* wosck alleen Henkel's Wascli- en Bleek-Soda spaart U veel moeite en lijd. FaMUa» Hetskcl lC» AC Toen dr. A de patiënte en haar reeds ernstige vergroei ingen zag, legde hij weinig zin voor behandeling aan den dag. Dien indruk kreeg althans mevrouw K. Eindelijk had de dokter dan een oogenblikje. Hij kwam binnen met een glazen bakje, waarin een paar instru menten lagen. Hij nam daaruit een 5 knoppige soude, hield deze even boven een spiritusviammetje en porde daarmee eenige oogenblikken in den neus der patiënte. Daarna gaf hij haar een tikje tegen het voorhoofd en onder de kin, Met zijn vingers bewerkte hij vervolgens even het gelaat, waarna hij de verlamde arm en hand schudde onder hevige pijn der patiënte. Daarna liet hij haar eenige gymnastische bewegingen maken of, beter gezegd, hij maakte die zelf en beval den volgenden dag terug te komen. Aldus geschiedde. Na een heele poos wachten verschenen dr. A. een paar assistenten en een pleegzuster in zeer opgewonden toestand, waaraan al cohol en morphine vermoedelijk niet vreemd waren. De zelfde behandeling werd alleen eenigszins ruwer, her haald en daarna werd de genezing zou nu zeker volgen een rekening van 300 peseta's gepresenteerd. Mevr. K., die we aan haar ziekbed bezochten, ver klaarde dat zij niet de minste baat bij de behandeling gevonden heeft. Zij is Integendeel pijnlijker geworden, maar ze wil daarvan het ziekteproces en niet dr. A. de schuld geven. Volgens haar kan men niet genoeg tegen den wonderdokter waarschuwen. Hij heeft haar alleen een stuk armer gemaakt. De pleegzuster die jarenlange ervaring heeft, is nog veel minder over dr. A te spreken. Van de toegezegde electrische neuszenuw-ontbranding is niets gekomen. m Een kliniek of laboratorium kon zij, bij navraag niet te zien krijgen daar die eenvoudig niet beslaan. Dr. A zou ook doofheid behandelen, maar, hoewél ze zelf aan doofheid lijdt, zou ze zich, verklaarde zij ons, voor geen f 100.000 aan dezen „kwakzalver" onderwerpen. Diep teleurgesteld en met zeer verlichte portemonnaie het hotel rekende per persoon f 15 per dag is het tweetal teruggekeerd. Toen ze vernamen, dat een andere dame ln onze stad ook wilde gaan, hebben zij die dame van de heele zaak verteld. Zij is toch gegaan, maar ze heeft den voorzorg genomen dr. A dadelijk en ln den morgen te kunnen raadplegen, hetgeen voor de noodige peseta's extra al tijd te bereiken moet zijn. De dame onderging dezelfde 'behandeling. Wij verna men echter, dat haar kwaal met zenuwen in verband moet staan. De Haagsche dokter, die het interview bij woonde, merkte op, dat dr. A wellicht door suggestie op dat terrein iets kon bereiken, maar overigens hecht ook hij aan dr. A. en zijn reflextheorie absoluut geen waarde. Hoe dit zij, de tweede dame meent zich eenigszins ver licht te voelen. Dr. A zond haar huiswaarts met de boodschap dat ze zich maar goed moet „oefenen." MERKWAARDIGE VONDSTEN DER MODERNE WETENSCHAP. Serum-Injectie voor hen, die door bloedver lies den dood nabU zijn. Als het betrokken couranten-bericht waarheid bevat, heeft dr. Jean Palnlevé te Parijs met succes serum experimenten genomen bij dieren en menschen, die, door bloedverlies den dood nabij, in enkele seconden weer geheelop krachten kwamen. Zoo meldt net Reuter-te- legram, dat men een hond door een insnijding in de maag liet „dood"-bloeden. Toen h^t zoo ver was dat het dier alle teekenen vertoonde van den naderenden dood, naaide men de wond dicht en gaf den hond een serum-injectie. „Na enkele oogenblikken sprong het dier op, dronk water en begon rond de operatie-tafel te loopen" Een niet minder merkwaardig verhaal vinden we ln een Engelsche courant, die verslag geeft van een lezing door lord Moynihan, president van het Kon. College van Geneesheeren, gehouden over operaties verricht op de overblijfselen der Egyptische Pharao-dynastie van oiA- streeks 1000 jaar vóór Christus. Volgens de met lichtbeelden verduidelijkte voordracht heeft men geconstateerd, dat een tante van een der Pharao's ooit een van haar ringvingers gebroken heeft; doch het wonderlijkste lijkt wel de verzekering, dat met het hart van den Pharao, onder wiens bestuur de uit tocht der Hebreën uit Egypte plaats had, ln bijzonder goed geconserveerden staat moet hebben aangetroffen waarbij de geleerde onderzoekers konden vaststellen, dat Zijne Majesteit aan atheroom heeft geleden. Door deze ziekte verliest het hart zijn elasticiteit, wat mede van Invloed is op de psyche. De voordracht-houder meende ln deze ontdekking een bevestiging te mogen zien van het Bijbelverhaal, dat van den verdrukker der Israëlieten In Exodus getuigt: „En de Heer verharde het hart van Pharao." Verbaasd riep Bllly: „O hemel Wat ls hier alles fijn. Wat kan dat wezen, Kan 't soms een kikker zijn?" Kikfters hebben pooten, zei Jerry, Maar een staart hebben ze niet, En ook geen schubben, zei Redneb, 't Is geen kikker, die ge ziet." PlotsHlng stond de vlsch ln 't water En zei: „Knlcky, doe me een plezier Zeg tegen die rare snaken. Dat ze zoo gauw moog'lijk gaan van hier Laten zij zich niet met mij bemoeien Want hun geklets staat mij niet aan, Hun kijken maakt me misselijk, Laten ze hier niet blijven staan." We kunnen het ons voorstellen, altijd zoo te worden aangegaapt

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1929 | | pagina 10