Hcnro
„SURSIM GOROA" te SCUOORL
BEZOEKT DE BOOM- EN HOEHKEIII
Ingezonden Stukken.
BOERDERIJ en XEEHOUDERIJ
Boekhouden in het landbouwbedrijf.
Houd Uw nieren gezond!
fi Voor*hst inde
week zetten
BILLY BOO.
Iedere lepel Kelp!
om Lis»/ beneiLAw'clheicl te K£xlnr>eerer»,
LU*/ Koe^l: te bedoren, U.v*/ adem.
bcil!r*0©or0cu-*en te vfer^terH^r»: neem
AK»c*ra Abdi4airooio
(Adv. In Blokschrift)
Een leeraar aan een der gemeentelijke lagere onder
wijsinrichtingen, van oordeel zijnde, dat het nnttig en
noodzakelijk is, de moderne scholieren de kennis van
vreemde woorden bij te brengen, wenscht zijn discipelen
te wennen aan het tegenwoordig zoo veel voorkomende
woord encephalltis en draagt de leerlingen en zijn klas
op een zin te vormen, waarin deze barbaarsche uit
drukking voorkomt! Alle jongens zitten te ezelen als
polderjongens, tot kleine Moos, het veelbelovend zoontje
van den Kauscheren slager, Meijer Augurkl, zijn vet
vingertje opsteekt en zegt: Meester, as dat ik het voor
mekaar heb!
Meester wrijft zich voldaan in de handen en zegt ge-
noegeüjk lachend: Ja. aan de zonen van het oude volk
kunnen Jullie allemaal *n puntje zuigen, jongelui!
En zijn bewondering wordt nog belangrijk vergroot,
als hij in het schrift van Moos leest:
„Mevrouw Kikkerveer uit de droge boterhammenstraat
hep an mijn vader geseg, asdat ze het kalfsvleesch niet
kan betalen, omrede ze__geen centen heb enzefailetls".
Ja, goede slokkérs, je moet Je tegenwoordig in G.G.-
B.B. zelf maar kietelen, wil Je lachen!
En het is voorzeker een verdienstelijk werk om die
brave Grootgortbuikenburgers voor het laatst van 't
jaar nog eens op te kikkeren, daar eerstdaags de aan
slagbiljetten voor de inkomstenbelasting zullen worden
uitgereikt
Dan is het radicaal afgeloopen met ginnegappen! God
zij dan mijn arme mede ellendelingen genadig!
D. D. J.
Moerbeek, 24 October 1929.
Mijnheer de Redacteur,
Mag ik U verzoeken mij een plaats in Uw veelgelezen
blad toe te staan, naar aanleiding van 't raadsverslag
van Nieuwe Niedorp, dato 18 October, wil ik even een
lettertje schrijven.
Door 13 inwoners van de Moerbeek is een verzoek
schrift in gezonden aan den Raad van Nieuwe Niedorp,
vermeldende radio-distributie te mogen aansluiten naar
gewoon tarief bij den heer G. de Geus te Lutjewinkel.
Naar aanleiding hiervan zeggen B. en W. alle moge
lijke medewerking toe, doch als ik de heeren was ge
weest, had ik dat maar niet overluid gezegd, daar wij
van B. en W. nog nergens steun in gehad hebben. Spre
kende feiten daarvan zijn: 't verzoekschrift om gas te
krijgen, de aanleg van waterleiding, 't verzoekschrift
om een assistent in de school, en nu weer de radio. Ja,
we kunnen radio krijgen, doch moeten, net als met de
waterleiding, weer meer betalen, en dat willen wij, die
ook dezelfde lasten betalen als u, niet. De heer Pluister
zegt dat iemand, die in een buitenwijk woont, weet
dat hij niet krijgen kan hetgeene als zij, die in de kom
wonen. Dat zij wij volkomen eens, wij verlangen dat
ook niet, en willen gaarne bijdragen aan die dingen,
waarvan wij geen gebruik kunnen maken, doch aan de
radio-distributie meer betalen als U, dat doen we vast
niet Hadden B. en W. medewerking in deze willen ver-
leenen, dan had u voor 't voorstel-Gaijaard moeten
stemmen, daar de schuld van het door ons meer te
betalen bedrag bij B. en W. berust is zeker. Want,
waarom bij 't .verleenen van de concessie aan den heer
Coops er niet bij vermeld, dat Indien er voor de buiten
wijken voordeeliger aanvragen binnen kwamen, deze
zouden worden toegestaan, Indien de heer Coops 't voor
hetzelfde bedrag niet wilde aanleggen; dan hadden wij
dezen winter, voor gewonen prijs, kunnen genieten van
de radio. Nu hebben B. en W. in deze niet alle schuld,
ons raadslid, de heer Wit heeft weer eens geslapen.
Bij 't voorstel-Gaijaard, om de meerdere onkosten voor
de gemeente te nemen, stemden voor de heeren Gatj-
aard, Borst en Keesoom, en de heer Wit tegen. Weet
WIE SCHRIJFT, DIE BLIJFT.
Het boekhouden in landbouwkringen is nog van
jongen datum. Tot voor een 15-tal jaren terug was
het bij de meeste landbouwers nog geheel onbekend.
Wat men ontving stak men in „zijn buur en wat
men moest betalen, haalde men weder daar uit, zon
der er aan te denken iets op te schrijven. Wanneer
men maar steeds aan zijn betalingsverplichtingen kon
voldoen en men nog eens wat overhield om een paar
effecten of een stukje land te koopen, dan was men
tevreden en men voelde geen enkele behoefte aan een
bookhouding.
Ook nu nog wel wordt door oudere boeren beweerd,
dat een boekhouding een overbodige last is, daar zc
aan hun portemonnaie voldoende kunnen zien, of
de zaken goed of slecht gaan. Dergelijke beweringen
kunnen wij evenwel gevoegelijk onder de sprookjes
rangschikken. Immers, stel het geval eens zoo, dat een
boer het resultaat van zijn bedrijf zou willen bepa
len, door op een zekeren datum van ieder jaar zijn
contant geld te tellen en dan te zien of dit meer of
minder bedroeg, dan op dienzelfden datum van het
vorige jaar. Wat zou hij daarmede bereiken? Het eene
jaar zal hij op dien datum juist een partij kunstmest
betaald hebben, het andere jaar zal hij den kunst
mest eenige dagen na dien datum betalen; het eene
jaar zal hij zijn 6tal nog vol vee, zijn zolder nog vol
graan hebben, het andere jaar zal hij op dien datum
alles hebben verkocht.
Ook de meest verstokte tegenstander van boekhou
den, zal toch, behalve over zijn portemonnaie, nog
wel eens zijn oog laten gaan over zijn stallen en
voorraadschuren en hij zal ongetwijfeld met veel be
haaglijker gevoel in zijn hoekje bij den haard krui
pen, wanneer hij heeft bemerkt, dat zijn stallen goed
bezet zijn met gezond vee en zijn schuur gevuld met
graan en hooi, dan wanneer hij heeft moeten consta-
teeren, dat zijn stallen en schuren veel ledige plaat
sen vertoonon. Evenmin zal een aantal onbetaalde re
keningen hem die gemoedsrust geven, die Poot aan
leiding gaf te dichten:
Hoe genoeglijk rolt het leven
Eens genisten ïandmans heen.
Hieruit volgt dus wel, dat men ook in landbouw
bedrijven, ter bepaling van het resultaat, niet alleen
rekening kan houden met het geld, dat op een be
paald oogenblik in kas is. Dit vormt slechts een klein
onderdeel van het totale kapitaal, dat in het bedrijf
is gestoken. Alleen een goede boekhuding geeft het
juiste resultaat aan.
Is het dan noodig, dat men het resultaat van zijn
bedrijf zoo nauwkeurig mogelijk jaar voor jaar leert
kennen? Zeer zeker is dit een dringende eisch. In
ieders bedrijf. Men moet weten of het bedrijf veel of
weinig winst, of misschien verlies heeft opgeleverd,
niet alleen, omdat men zijn leefwijze zooveel mogelijk
zou kunnen regelen naar de grootte der winsten, doch
vooral ook, omdat bij slechte resultaten uitgezien
inoet worden naar middelen om het resultaat te ver
beteren.
Ook zonder boekhouding bemerkt men op den duur
wel, dat het bedrijf niet goed gaat, doordat men ten
slotte niet meer bij machte is, om zijn schulden op
tijd te betalen, doch dan is het meestal te laat, om
nog maatregelen tc nemen, die verbetering zouden
kunnen brengen, ten gewaarschuwd man geldt voor
twee, is een Fransch spreekwoord. En in hoogc mate
is dit juist voor een bedrijfsleider. Zoodra het resul
taat van eenlg jaar onvoldoende is, is het de plicht
van den bedrijfsleider, de oorzaken hiervan op te spo
ren, ten einde deze zoo mogelijk weg te nemen. Aan
een goede bookhondlng na kan men den elsch stel
len, dat ze die oorzaken moet aanwijzen en de lonten
moot aangeven, die In het beheer zijn gemaakt. Ze
is do waarachtige vriendin, die ons, en wel zonder
leedvermaak, onze feilen toont.
Wil men de vereischte gegevens aan de boekhouding
kunnen ontleenen, dan moet ze niet alleen het totale
resultaat aangeven, doch eveneens moet tot uitdruk
king komen het resultaat van leder onderdeel van het
bedrijf, m.a.w. men moet uit de boekhouding de gege
vens kunnen halen, die noodig zijn, om den kostprijs
van ieder product, dat men voortbrengt, te berekenen.
In fabriekszaken wordt tegenwoordig aan de kostprijs
berekening veel aandacht geschonken. Alle moge
lijke moeite wordt daar gedaan, om zoo nauwkeurig
mogelijk de kostprijzen der gefabriceerde artikelen
te kunnen berekenen. Kent men den kostprijs niet,
dan weet men ook niet, tegen welken prijs men moet
verkoopen, om te verdienen. Dat wil niet zeggen, dat
men daarom altijd in staat is, om met winst te ver
koopen, doch men weet dan ten minste waar men
aan toe is. En nu wordt m.i. In het landbouwbedrijf
tot nog toe weinig aan kostprijsberekening gedaan,
ten minste deze komt bij de meeste methoden van
landbouwboekhouding niet voldoende tot uiting. Ie
dere boer weet, wat op een zeker oogenblik de ver
koopsprijzen zijn voor zijn producten, doch of hij
door tegen dio prijzen te verkoopen, op zijn producten
wint of verliest, weet hij doorgaans niet, evenmin als
hij weet, wat gemiddeld meer opbrengt., erwten of
booncn, tarwe of gerst. Ook het resultaat van den
veestapel is doorgaans niet genoeg tot in bijzonderiie-
den hekend. Moet men in het bedrijf kalveren fokken,
vee mesten, melkkoeien houden? Doet men het ver
standigst om jonge paarden, die men niet voor het
bedrijf noodig heeft, te verkoopen op 1-, 2-, of 3-jarigen
leeftijd? Men moet het antwoord hierop vaak schul
dig blijven. De eene boer doet dit, de andere boer
doet juist het omgekeerde, beiden omdat ze er voor
dcel in zien. Wie heeft nu gelijk?
Het doel der landbouwboekhouding moet dus in
verband met het bovenstaande zijn:
le. het berekenen van het totale finantieele resul
taat van het bedrijf over een bepaalde periode,
meestal een jaar;
2e. het berekenen van het resultaat van ieder onder
deel van het bedrijf gedurende een jaar of een
gedeelte van een jaar.
Het feit dat de boekhouding in het landbouwbedrijf
nog alles te wenschen overlaat, terwijl ze in andere
bedrijven tot op hoogen top van ontwikkeling is ge
komen, spruit voort uit verschillende ooi-zaken. In
de eerste plaats zouden we dit willen toeschrijven aan
feit, dat in het landbouwbedrijf bijna alles contant
verhandeld wordt, zoodat een bepaalde boekhouding
die in andere zaken noodig is, om te weten, wat
men te goed liccft, of moet betalen, in 1 andbouwbedrij
ven meestal niet noodig is. In andere zaken, waar
veel op crediet gekocht en verkocht wordt, is althans
een eenvoudige boekhouding onmisbaar. Zoodra de
zaak van eenigen omvang wordt is men daar zelfs
genoodzaakt, een bepaald persoon met de bookhou
ding te belasten, iemand, die speciaal zijn studie
van boekhouden heeft gemaakt. Daardoor wordt van
zelf de boekhouding langzamerhand vollediger, niet
alleen omdat dit meer voldoening schenkt aan den
boekhouder, doch voorabook omdat de patroon het nut
der boekhouding door en door voelt.
In landbouwkringen is het vooral geweest onder
den drang van den fiscus, dat men langzamerhand
begonnen is met het bijhouden van een eenvoudige
boekhouding, ten einde de winst, die aangegeven moet
worden voor de inkomstenbelasting, te leeren kennen.
Dat men daartoe eerst in de laatste 15 jaar pas toe
is overgegaan, komt ook, omdat tot 1914 het inko
men van landbouwers vrijgesteld was van belasting.
De goede oude tijd. Toen echter vooral in de oorlogs
jaren de boeren met krasse hand ging aanpakken, be
gon men in te zien, dat een boekhouenng wel haai
nut zou hebben, om gewaarborgd te zijn voor te
hooge aanslagen. De minder goede jaren na den oor
log deden dit nut nog scherper voelen, toen de fiscus,
aan de groote winsten gewoon, niet zoo gemakkelijk
met de lage winstcijfers genoegen wilde nemen.
Evenals in handelszaken vinden we dus ook, dat
in het landbouwbedrijf de boekhouding geboren is uit
de noodzakelijkheid, al is dan in beide takken van
bedrijf die noodzakelijkheid niet voortgekomen uit de
zelfde oorzaak en is ze in handelskringen eenige hon
derden jaren vroeger gevoeld dan in landbouwkrin
gen.
Men wil ook het gemis van een boekhouding wel
eens toeschrijven aan het conservatisme der boeren,
d.vv.z. aan de karaktereigenschap der boeren om
steeds aan de oude toestanden te blijven vasthouden.
„Omdat mijn grootvader hot zoo gedaan heeft, doe ik
het ook zoo."
Echter treft men ook ln andere kringen ditzelfde
conservatisme steeds in meerdere of mindere mate
aan en wanneer men let op de voortschrijding der
techniek in het landbouwbedrijf, op het gebruik van
moderne machines, op de toepassing der wetenschap
bij veredeling van gewassen of verbetering van het
veeras, dan kan men niet beweren, dat de boeren
meer conservatief zijn dan andere menschen.
Bovenstaand stukje ontleende ik voor een gedeelte
aan een boekje, getiteld: de Administratie van het
Landbouwbedrijf, door L. J. Aarnoudse-en geeft m.i.
een juisten kijk op den toestand. Omdat ik weet dat
er bij velen nog geen voldoende routine en inzicht
bestaat aangaande een landbouwboekhouding, heb
ik een idee, dat maar niet uit mijn gedachten wil. Ik
zou voor de lezers der Schager Courant wel eens een
geheele landbouwboekhouding willen bespreken bij
wijze van een schriftelijken cursus. Iedere week zou
ik dan een gedeelte van de boekhouding van een ge
mengd bedrijf over een geheel jaar willen behande
len, een en ander van aanteekeningen en opmer
kingen voorzien. De belangstellende lezers zullen dan
deze gedeelten in cahiers moeten opschrijven en uit
werken. Van tijd tot tijd zullen eenige vraagstukken
worden ingelast om deze zelfstandig te verwerken,
waarna ze door ondergetekende zullen worden ge
corrigeerd. De lange winteravonden zijn er juist voor
geschikt om zoo'n werkje eens op te knappen. Doch
alvorens er mede te beginnen, moet een heel groot
aantal lezers hun verlangen te kennen geven aan de
Redactie, dat zij dezen schriftelijken landbouwboek-
houdcursus wenschen te volgen; anders heeft het
geen zin om aan dit werkje te beginnen. Wanneer
er lezers of lezeressen zijn, die dus iets voor mijn
idéé gevoelen, laten die hiervan dan blijk geven door
het zenden van hun naamkaartje of berichtkaart aan
de Redactie. Dart kan de zaak in overweging worden
genoden. Ik ben nieuwsgierig naar het aantal deel
nemers. We zullen zegen, dat de termijn van aan
gifte sluit op 1 Nov. a.s. Kosten zijn er natuurlijk
niet aan verbonden.
u weT, heer Wit, doordat tl tegenstemde, u hoogstwaar
schijnlijk voor een gedeelte van de inwoners van Moer
beek 't onmogelijk maakt, om ooit gebruik te kunnen
maken van radlo-dlstrlbutie, u begrijpt toch zeker wel,
dat als 't lang mocht duren, degenen dit 't kunnen
betalen, 't zelf aanschaffen en dan komt hier geen
distributie, maar wat voelt u daarvoor, u zegt in den
raad, dat 't zoo hinderlijk is, 't stof op den weg voor
de Moerbeker school, doch weet u, wat veel ergerlijker
is: dat middelmatige onderwijs dat de kinderen ontvan
gen. Daar heeft u zich, toen we een verzoekschrift naar
den Raad stuurden, om een assistent, heelemaal niet
voor Ingespannen, doch tegengewerkt Treurig is 't,
maar denk om de volgende verkiezing, dan zullen we
allen ons best doen, u uit 't zadel te wippen.
Mijnbeer de Redacteur, nog even een bedankje aan
de heeren Gaijaard, Borst en Keesoom, voor de wel
willende medewerking In deze.
Dank voor de ^plaatsing, Hoogachtend,
JAN ZIJP Jz.
Vrije wandeling, zonder verplichting.
Massa voorraad. Uiterste prijzen.
mm TUINARCHITECTUUR M
WETENSCHAP.
WONDERLIJKE GENEZINGEN;
Een Spaansche rlieumatiek-speciaJisL
S.
V.
Dr. Aauero geeft zich uit voor rheumatiek-speciallst
en hij zou wonderlijke genezingen hebben bereikt door
het electrlsch wegbranden van een bepaalde zenuw ln
den neus. Als de methode tegen rheumatiek te kort
mocht schieten, dan zou toch resultaat worden bereikt
tegen aoofheid en vooral allerlei zenuwaandoeningen.
Dr. Asuero houdt consult in het hotel del Principe te
San Sebastian en het doktersbedrijf schijnt nauw
verbonden met het hotelbedrijf.
Een paar Haagsche dames zijn ook heil gaan zoeken
bij den wonderdokter. Een van de twee, mevrouw K.,
ging ln gezelschap van een ervaren pleegzuster, die na
tuurlijk goed haar oogen den kost gaf.
Een langdurig onderhoud, dat wij met mevrouw K.
en de pleegzuster, ln tegenwoordigheid van den dokter,
hadden noopt ons zeer ernstig tegen dr. Asuero te waar
schuwen.
De patiënte lijdt sinds 3 Jaar aan rheumatiek en de
kwaal wordt steeds erger. Ten einde raad besloot ze de
groote reis te doen. Haar trouwe verpleegster ging mee.
Te San Sebastian gekomen moesten ze zeven dagen
wachten, voor dr. Asuero tijd had. Men voelt de combi
natie van de twee bedrijven, waarop we reeds wezen.
Bij nierzwakte blijven urinezuur en
andere vergiftige onzuiverheden in het
bloed achter, waardoor uw geheele
gestel bedreigd wordt. Daarom is het
zoo verkeerd de eerste waarschuwende
verschijnselen te verwaarloozen als
rugpijn, urinestoornissen, stijve en ge
zwollen gewrichten, blaaszwakte, be
zinksel in de urine, hoofdpijn, duizelig
heid enz.
De nieren moeten hulp ontvangen
en versterkt worden, terwijl het tijd
is. Beproef Foster's Rugpijn Nieren
Pillen, het sedert jaren bekende middel.
Vraag ernaar in uw omgeving en
hoor hoe zij worden aangeprezen.
Verkrijgbaar bij alle drogisten enz.
in glazen verpakking f 1.75 p. flacon.
de* wosck alleen
Henkel's Wascli- en Bleek-Soda
spaart U veel moeite en lijd.
FaMUa» Hetskcl lC» AC
Toen dr. A de patiënte en haar reeds ernstige vergroei
ingen zag, legde hij weinig zin voor behandeling aan
den dag. Dien indruk kreeg althans mevrouw K.
Eindelijk had de dokter dan een oogenblikje. Hij kwam
binnen met een glazen bakje, waarin een paar instru
menten lagen. Hij nam daaruit een 5 knoppige soude,
hield deze even boven een spiritusviammetje en porde
daarmee eenige oogenblikken in den neus der patiënte.
Daarna gaf hij haar een tikje tegen het voorhoofd en
onder de kin, Met zijn vingers bewerkte hij vervolgens
even het gelaat, waarna hij de verlamde arm en hand
schudde onder hevige pijn der patiënte. Daarna liet hij
haar eenige gymnastische bewegingen maken of, beter
gezegd, hij maakte die zelf en beval den volgenden dag
terug te komen. Aldus geschiedde. Na een heele poos
wachten verschenen dr. A. een paar assistenten en een
pleegzuster in zeer opgewonden toestand, waaraan al
cohol en morphine vermoedelijk niet vreemd waren. De
zelfde behandeling werd alleen eenigszins ruwer, her
haald en daarna werd de genezing zou nu zeker
volgen een rekening van 300 peseta's gepresenteerd.
Mevr. K., die we aan haar ziekbed bezochten, ver
klaarde dat zij niet de minste baat bij de behandeling
gevonden heeft. Zij is Integendeel pijnlijker geworden,
maar ze wil daarvan het ziekteproces en niet dr. A. de
schuld geven. Volgens haar kan men niet genoeg tegen
den wonderdokter waarschuwen. Hij heeft haar alleen
een stuk armer gemaakt.
De pleegzuster die jarenlange ervaring heeft, is nog
veel minder over dr. A te spreken. Van de toegezegde
electrische neuszenuw-ontbranding is niets gekomen. m
Een kliniek of laboratorium kon zij, bij navraag niet
te zien krijgen daar die eenvoudig niet beslaan. Dr. A
zou ook doofheid behandelen, maar, hoewél ze zelf aan
doofheid lijdt, zou ze zich, verklaarde zij ons, voor geen
f 100.000 aan dezen „kwakzalver" onderwerpen.
Diep teleurgesteld en met zeer verlichte portemonnaie
het hotel rekende per persoon f 15 per dag is het
tweetal teruggekeerd.
Toen ze vernamen, dat een andere dame ln onze stad
ook wilde gaan, hebben zij die dame van de heele zaak
verteld. Zij is toch gegaan, maar ze heeft den voorzorg
genomen dr. A dadelijk en ln den morgen te kunnen
raadplegen, hetgeen voor de noodige peseta's extra al
tijd te bereiken moet zijn.
De dame onderging dezelfde 'behandeling. Wij verna
men echter, dat haar kwaal met zenuwen in verband
moet staan. De Haagsche dokter, die het interview bij
woonde, merkte op, dat dr. A wellicht door suggestie
op dat terrein iets kon bereiken, maar overigens hecht
ook hij aan dr. A. en zijn reflextheorie absoluut geen
waarde.
Hoe dit zij, de tweede dame meent zich eenigszins ver
licht te voelen. Dr. A zond haar huiswaarts met de
boodschap dat ze zich maar goed moet „oefenen."
MERKWAARDIGE VONDSTEN DER MODERNE
WETENSCHAP.
Serum-Injectie voor hen, die door bloedver
lies den dood nabU zijn.
Als het betrokken couranten-bericht waarheid bevat,
heeft dr. Jean Palnlevé te Parijs met succes serum
experimenten genomen bij dieren en menschen, die, door
bloedverlies den dood nabij, in enkele seconden weer
geheelop krachten kwamen. Zoo meldt net Reuter-te-
legram, dat men een hond door een insnijding in de
maag liet „dood"-bloeden. Toen h^t zoo ver was dat
het dier alle teekenen vertoonde van den naderenden
dood, naaide men de wond dicht en gaf den hond een
serum-injectie. „Na enkele oogenblikken sprong het
dier op, dronk water en begon rond de operatie-tafel te
loopen"
Een niet minder merkwaardig verhaal vinden we ln
een Engelsche courant, die verslag geeft van een lezing
door lord Moynihan, president van het Kon. College van
Geneesheeren, gehouden over operaties verricht op de
overblijfselen der Egyptische Pharao-dynastie van oiA-
streeks 1000 jaar vóór Christus.
Volgens de met lichtbeelden verduidelijkte voordracht
heeft men geconstateerd, dat een tante van een der
Pharao's ooit een van haar ringvingers gebroken heeft;
doch het wonderlijkste lijkt wel de verzekering, dat met
het hart van den Pharao, onder wiens bestuur de uit
tocht der Hebreën uit Egypte plaats had, ln bijzonder
goed geconserveerden staat moet hebben aangetroffen
waarbij de geleerde onderzoekers konden vaststellen,
dat Zijne Majesteit aan atheroom heeft geleden. Door
deze ziekte verliest het hart zijn elasticiteit, wat mede
van Invloed is op de psyche.
De voordracht-houder meende ln deze ontdekking een
bevestiging te mogen zien van het Bijbelverhaal, dat van
den verdrukker der Israëlieten In Exodus getuigt: „En
de Heer verharde het hart van Pharao."
Verbaasd riep Bllly: „O hemel
Wat ls hier alles fijn.
Wat kan dat wezen,
Kan 't soms een kikker zijn?"
Kikfters hebben pooten, zei Jerry,
Maar een staart hebben ze niet,
En ook geen schubben, zei Redneb,
't Is geen kikker, die ge ziet."
PlotsHlng stond de vlsch ln 't water
En zei: „Knlcky, doe me een plezier
Zeg tegen die rare snaken.
Dat ze zoo gauw moog'lijk gaan van hier
Laten zij zich niet met mij bemoeien
Want hun geklets staat mij niet aan,
Hun kijken maakt me misselijk,
Laten ze hier niet blijven staan."
We kunnen het ons voorstellen, altijd zoo te worden
aangegaapt