Beestes-Sport en Hersei-Gyntna stiek EVENTJES DENKEN. UIT HET DAGBOEK - VAM EEN MELAATSCHE VOOR ONZE SCHAKERS. VOOR ONZE DAMMERS. KAARTEN. Vraagstuk No. 435. Vraagstuk No. 436. Vraagstuk No. 437. Vraagstuk No. 438. Vraagstuk No. 439. WARE WOORDEN. Bijvoegsel der Schager Courant van Zaterdag 2 November 1929. No. 8556. 1 M onder leiding van GEO VAN DAM. r i „HOE MEN EEN WEDDENSCHAP KAN VERLIEZEN". Iemand ging eens de weddenschap aan van Bilthoven (station) naar Utrecht (Centraal-Station) te loopen, hldaar een perronkaartje te koopen als bewijs dat hij daar inderdaad geweest was, en weer denzelfden, kori sten weg loopend terug te keeren, tegen dat een vriend de honderd keien zou trachten op te rapen, die in een rechte lijn op twee meter afstand van elkander liggen, onder de voorwaarde, dat hij met den eersten te be ginnen telkens één steen zal oprapen en hem in een op zeker, onveranderlijk punt geplaatsten mand zal werpen! Aannemende, dat A, die naar Utrecht gaat en terug-, een afstand aflegt van 24 K.M., terwijl A zoowel als B .(de keien-raper)| even snel loopen, n.1. 5 K.M. per uur, en zij beiden gelijktijdig aanvangen, wie van beiden zal dan het eerst zijn taak voleindigd hebben? „EEN LASTIG LUCIFERS-KUNSTJE". Gevraagd om uitsluitend met behulp van zes gave lucifers, die niet gebroken of op eenige andere wijze bewerkt mogen worden, vier gelijkzijdige driehoeken te vormen. De lucifers mogen daarbij óók niet op elkaar gelegd worden. Het schijnt zeer lastig en toch is het zoo eenvoudig, als men 't maar weet! OPLOSSINGEN DER PUSZLES Nos. 423 en 424. No. 423. „DICTé". Het getal dertien duizend dertien honderd en dertien, schrijft men in cijfers aldus: 14313, hetgeen een Ieder zal blijken uit de optelling: 13000 1300 13 14313 Velen zijn er in geloopen en gaven als uitkomst op 131313, doch dat is: „honderd een en dertig duizend drie honderd dertien", dus heel wat meer! No. 424. „TOOVEREN". Uitsluitend met behulp van zes lucifers er drie en een half dozijn van te maken gaat zeer gemakkelijk op de volgende wijze in Romeinsche cijfers: m en VI (3) (6=% dozijn) FEUILLETON door J. SCHAAP. (Nadruk verboden). 11. Zonder eenig vermdeden, zoc* vertelde het verpleeg stertje, wat hij eigenlijk van mij wilde, naderde ik het bsd om de waterkaraf van het nachttafeltje te nemen. Plotseling sprong hij op en greep mij beet. Ik riep niet dadelijk om hulp, verrast als ik was door zijn plotseüngen aanval. Ik begreep zijn bedoeling, want hij fluisterde me allerlei gemeene woor den in het oor. Ik wist mij los te rukken, doch hij was van zijn bed gesprongen en greep mij opnieuw beet. Toen wist ik zijn keel te grijpen en met inspanning van alle krachten drukte ik mijn vingers om zijn keel. Ik liet niet eerder los dan toen ik merkte, dat hij bewusteloos werd en op het bed viel. Toen eerst schreeuwde ik om hulp. De andere zuster kwam er bij. Even daarna kreeg ik een aanbieding als verpleegster in Indië op te treden. Ook deze taak is niet gemakkelijk. Ik werd in een afdeeling geplaatst, waar uitsluitend inlanders werden verpleegd. Het was moeilijk hun vertrouwen te winnen. Za geven dit niet gauw. Iloe dat komt, weet ik niet, al vermoed ik het. Ze hebben natuurlijk eerst hun afkeer voor de Westersche geneeskunde moeten overwinnen. Hun voorouders en zij hadden zoo lang de hulp aange nomen van den dorpsdoekoen (inlandsche kwakzalver), die met zijn middelen rekening houdt met de animis tische gevoelens van de meeste inlanders, dat ze wel wat huiverig waren zich onder behandeling te stellen van den Europeeschen geneesheer. Doch zijn ze eenmaal overtuigd, dat ze bij den blanken baat vinden, dan zijn ze spoedig gewonnen. Doch hun echt vertrouwen heeft men dan nog niet. Ze aanvaarden de behandeling in de ziekenverpleging, zooals ze een ziekte aanvaarden, doch hun innerlijke gevoejens weten ze te verbergen. Ik heb Jne wel vaak afgevraagd hoe het komt, dat de inlander cr.s bijna nooit het echte vertrouwen schenkt Komt het omdat hij ons eigenlijk niet vertrouwd? Is het omdat van H. Bolton. Zwart: 1. abcde fgh Wit: 4. De diagramstand ln cijfers behoort te lulden: Wit Kf4, Tc8, Pd8 en een pion op c2. Zwart Kd4. Wit speelt en geeft mat lnzeven zetten!! Dit fraaie probleem uit de oude doos zal ook thans nog vele bewonderaars trekken. OTLOSSING PROBLEEM No. 144, van S. L o y d. De diagramstand in cijfers was: Wit Kg3, en twee paarden op fl, en f4. Zwart Khl en een pion op g4. Wit speelt hier als sleutelzet Pf4h3, zwart moet nu wel antwoorden met g4Xh3, waarng. wit vervolgt met Kg3f2. Thans volgt op den volgenden zet van zwart het mat. Het thema: „activiteit van één wit stuk", hier het Paard, heeft altijd een wit voetje gehad bij componisten, die van grappige effecten hielden. The matisch kan men onderscheiden meerzettige proble men, waarin een wit paard fanatiek rondspringt en problemen, gebaseerd op de mogelijkheid zwart mat te zetten met slechts één wit paard, wanneer de zwarte koning „onbetrouwbare vrienden" heeft, zooals hier. geslachten na geslachten den Europeaan hebben leeren beschouwen als hun vijand? Wie kan het zeggen? Ik heb mij ook aan de lijdende inlanders gegeven, zooals ik me heb gegeven aan de Europeesche zieken en ze hielden van me. Het is dwaas te gelooven. dat de In lander niet dankbaar is. U moet eens met mij meegaan naar de afdeeling Inlanders, die zich bevindt aan de overzijde van de rivier. Daar zult U zien, hoe zij ook weten te waardeeren wat voor hen wordt gedaan. Wilt U een staaltje? Ik was nog verpleegster in de zieken- inrichting te Semarang. Daar had ik een oude inland sche vrouw verpleegd, heel lang verpleegd. lederen dag keerde ze naar het ziekenhuis terug, toen ze al genezen was, om mij te zien en ze bracht anderen mede om mij te toonen. Ik werd er verlegen onder. In een slen dang (draagdoek) bracht ze altijd fruit mede. Van allerlei soort, wat het jaargetijde meebracht. Een jaar lang heeft ze het volgehouden. En op een dag kwam ze niet. Dat bevreemde me en ik ging Informeeren. Ik zocht haar kampong op en ik hoorde, dat ze was ge storven. In den nacht gestorven. Plotseling. En op een balébalé stond reeds de slendang met vruchten voor mij gereed. Ik heb haar helpen begraven op het kleine inlandsche kerkhofje tusschen de sawa's uitgespaard. Men begreep niet, hoe zulk een belangstelling van mij mogelijk was. Ja, de Inlanders zijn weinig van ons ge wend. Sinds vier jaar ben ik hier. En ik heb hier heel wat gezien en meegemaakt. Nu weet U alles en als U lust hebt, eens met me mee te gaan naar de afdeeling der inlanders, dan wil ik U graag vergezellen. 8 Juli 19... Vanmorgen stond ik bü de brug over den stroom, die de inlandsche en Europeesche afdeelingen scheidt. Het is een sterk strocmende rivier, die van do nabije bergen komt en ze rolt over groote steenen, Ze stroomt langs de woningen der inlandsche melaatschen, langs de over dekte ruimte, waar zij gezamenlijk eten. De stroom schijnt uit den bergwand te komen, om met een grooten bocht, daarin weer. aan de overzijde te verdwijnen. De inlandsche melaatschen hebben geen steenen huif jes, zooals wy. Hun woningen zijn van bamboe opgetrok ken, met daken van atap (bladen van den waterpalm). Ik heb mij in den beginnen afgevraagd, waarom die schelding tusschen blank en bruin. Zijn we niet allen menschen met dezelfde aandoeningen, zelfde lijden en zelfde smarten? Heft het gemeenschappelijk ongeluk niet elk onderscheid op? Doch Ik heb later begrepen, dat men goed heeft gedaan in de kolonie der melaatschen een scheiding te maken. Men heeft ieders gewoonten willen eerbiedigen. Men heeft het den Inlander gemak- van A. K. W. D a m m e, Amsterdam. Zwart: 2. Wit: 3. De diagramstand in cijfers behoort te zijn: Zwart 1 schijf op 13 en 1 dam op 27. Wit 3 dammen op 1, 39 en 40. Wit speelt en forceert op aardige en leerzame wijze de winst OPLOSSING PROBLEEM No. 428, van G. L. Gortmans, Zandvoort. De diagramstand in cijfers was: Zwart 3, 6, 7, 9, 10, 13, 14, 17, 18, 22, 23, 28, 29. Wit 13 schijven op 25, 27, 30, 31, 32, 35, 37, 40, 4245 en 48. Wit speelt hier achtereen volgens 3126, 42—38, 43—39, 39 X 8, 30—24, 48—42, 40—34 en 35X2, wint! Dit probleem dateert nog uit Gortmans' begin-periode als problemist. Men ziet dat hij toen evenals alle beginnende problemisten-ook gevangen was in het net der verlokkingen van... „groote slagen". Het vuurwerk-systeem, dat den leek zoo overbluft. Nu de winterdag weer nadert zullen vele onzer leze ressen en lezers ongetwijfeld weer een kaartje gaan leggen en meenen we goed te doen, evenals het vorig jaar hun practische kennis aan te vullen met eenige theoretische vraagstukken. Meestal zullen het problemen zijn, die betrekking hebben op ons nationaal spel, het Pandoeren, aan gezien ons uit ervaring bekend Is, dat daarvoor altijd nog de meeste belangstelling bestaat Voor de liefhebbers van de andere spelen zullen we niettemin van tijd tot tijd ook Bridge-, Whist-, Ombre- en Quadrilleer-problemen opnemen. PANDOERrPROBLEEM. (Misère Ouverte Impériale-Praatje) A. heeft: b. 6, 9 en boer; kl. 8; sch. 8; r. 7, 10 en vrouw. keiijker willen maken zich thuis te gevoelen en senang (tevreden). Hij moest leven onder zijn kornuiten, zijn rasgenooten, zooals vroeger. Geen levensgenooten moch ten worden onderdrukt of geweld aangedaan. Zoo kon men hem beter voor de kolonie behouden. Zoo kwam niet in hem de neiging om weg te loopen. Zoo werd hier een hem eigen atmosfeer geschapen, zoodat hij zich steeds waant in eigen kampong te zijn. De inlander, die heel zelden uit zijn desa komt, gewend gauwer aan een opsluiting, wat toch eigenlijk het verblijf ln de melaat- schenkolonie is, dan de Europeaan, die meer van de wereld heeft gezien en in wien nog niet het verlangen naar rust is. De inlander, de tani (landbouwer), is al tevreden als hij zijn balé-balé en zijn strootje heeft. Terwijl ik stond bij de brug, wachtende op het ver pleegstertje, die met mij e^n tocht door de inlandsche afdeeling zou maken, zag ik plotseling een oploop. Een aantal inlanders achtervolgde een ander, die zich Ijlings uit de voeten maakte. Zij, die de achtervolging waren begonnen, waren in de uniform van een „oppas" (in landsche politieagent) gekleed. Doch ook de melaatschen lieten zich niet onbetuigd. Ook zij poogden de politie mannen te helpen. De kreupelen, de verminkten tracht ten hard te loopen, doch zij zagen, tenslotte zelf in, dat ze de anderen toch niet konden bijhouden. De achter volgde liep als een bezetene. Hij sprong tegen den heu vel op, omdat hem den weg naar den gewonen uitgang was afgesneden, baande zich een weg door het struik gewas. Ik zag hem eindelijk op de hoogte van den heu vel. HU scheen even uit te rusten en keek rond, waar schijnlijk om waar te nemen, waar zijn vervolgers zich bevonden. Toen daalde h(j den heuvel af en weldra was hij aan mijn oog onttrokken. Ook de agenten verdwenen spoedig aan de hndere zijde van den heuvel. In den middag heb ik de meest eigenaardige geschie denis van den laatsten tijd gehoord. De man die vluchtte en achtervolgd werd, was een beruchte rampekker (roover) die al menige roofpartij en moord op zijn geweten had. Zich niet meer veilig wanende, had hij zijn broeder, die in de kolonie werd verpleegd, weten over te halen hem te verbergen. In het huisje van dien broeder had hij zich. bijna een jaar, we ten schuil te houden. Met zijn broer het eten deelende, blijkbaar niet bevreesd door de mclaatschhcld te worden aangetast. Was er scherpere tegenstelling denkbaar dan tusschen hem en den Europeaan, die uit de kolonie was gevlucht om de vrijheid op te zoeken? De laatste verlaat de ko lonie om de vrijheid te herwinnen, de andere komt om de vrijheid te behouder. Hun zucht naar vrijheid deed hun andere wegen kiezen. B. heeft: h. aas; kl. 7 en 10; r. 8 en heer; sch. 7, 9 en vrouw. C. heeft: h. 7 en 8; kl. boer, heer en aas; sch. 10, boer en aas. D. heeft: h. 10 en vrouw; kl. 9 en vrouw; sch. heer; r. 9, boer en aas. De kijkkaart is harten heer, terwijl klaver troef Is. A. speelt kl. 8. ATTENTIE! Alle brieven, inzendingen van dam-, schaak- of kaart- problemen en puzzles, alsmede alle oplossingen en ver zoeken om inlichtingen gelieve men steeds rechtstreeks te zenden aan den redacteur van de rubriek „Geestes- Sport en Hersen-Gymnastiek", Geo van Dam, Huize „Zonnestralen", Deylerweg 3, Wassenaar. Het innerlijke, het ware geluk moet gezocht worden door innerlijke volmaking. o Laat het er niét bij, uw jongén te vertelenen, dat hij/ goed moet doen. Toon hem, hoe hij 't doen moet. o Ware menschenliefde, warme deelname in het lot van anderen, krachtig ontwikflceld plichtsgevoel, al deze eigenschappen behoeden voor een werkelijk egoïsme. o Wie ontrouw is aan plicht, recht en rede, breekt drie draden in het weefgetouw en zal de gevolgen van zijn fout ondervinden, als hij wellicht aan de oorzaak niet meer denkt. o Pluk dankbaar de bloemen, Die 't leven u geeft, En pluk ze ook voor anderen, Zoolang ge hier leeft. o Ware moed in zaken, ls als een vlieger: tegcnwlna doet hem stijgen. o Liefde is meer dan recht. De liefde is de meeste. Maar dc liefde is niet de eerste. Éérst moet het recht er zijn. Ontbreekt de vaste bodem van het recht, dan kan ook de liefde haar heerlijk huis niet bouwen. DE WAAKZAME BESTUURDER. (Hummel.) Het paartje aan den voorsteven begon het een beetje te warm te krijgen. Daarom heb ik ze een kleine afkoeling gegeven. Ik sprak er met dengeen over, die uit de kolonie ge vlucht weer was teruggekeerd. Mijn beste meneer, zeide hij, ledereen heeft zijn eigen middelen om zijn doel te bereiken. De dief c'.clde zich, om de vrijheid te behouden, aan ernstige gevaren bloot. Liever vrijwillig verborgen dan tegen je zin op geborgen. En hoe kwam men er toe hem hier te zoe ken? De vrouw was weer in het spel en toen kwam het verraad. Om de vrouw en terwille van de vrouw doet men veel. Maar wie zich aan een vrouw verbindt, wie zijn lot laat afhangen aan dat van een vrouw, is niet meer vrij. Is gebonden aan handen en voeten. Mijn opvatting is dat het huwelijk een gevangenis is. Het is maar goed, dat anderen er een andere mee ning op na houden. Omdat ze er niet voor uit durven komen. De on dervinding leert: eerst als ze getrouwd zijn, komen de menschen, althans de meeste menschen, tot de ontdek king, dat het met hun vrijheid gedaan is. U bedoelt niet te kunnen doen en laten wat men wil. Het huwelijk legt verplichtingen op, welke men heeft te eerbiedigen. Verplichtingen beperken de vrijheid, zeide hij, ter wijl hij heenging. 9 Juli 11: hoorde vanmorgen van de verpleegster, d;t de ram pekker was gepakt door de politie-agenten. die hem had den achtervolgd. Hij was door zijn eigen broeder ver raden, omdat deze had gemerkt, dat hij zijn schoonzus ter niet met rust kon laten, zijn melaatsche schoonzus ter. Ik heb die schoonzuster gezien toen ik, waarlijk voor de eerste maal de inlandsche afdeeling bezocht, vergezeld door de verpleegscr. Ik heb de vrouw gezien, voor wie de rampekker de gastvrijheid wilde schenden. I!c zou me zelf verafschuwen, als lk er aan zou denken, die vrouw te begeeren. Doch ik herinner me den nacht, waarin ik met den egoist vocht en ik begrijp. Ja. ik begrijp. Want hier in zulk een beperkte ruimte r.ls in een melaatschenkolonie, waar hot aantal vrouwen scliaarsch is, komen nog meer dan in de groote wereld, waar alles in de groote massa verloren gaat, de dier lijke instincten van den mensch naar voren. Om de vrouw vergeet men zijn verlangen naar vrijheid, om de vrouw wordt de eene broer de verrader van den an dere, om de vrouw moordt men. Ja. lk begrijp waarom die rampekker zich vergreep aan de vrouw van zijn broeder, ik begrijp omdat ik zelf een verlatene, nu weer denk aan het verpleegstertje.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1929 | | pagina 21