De cacao. Bij de Eskimo's. VOOR DEN KANTONRECHTER TE ALKMAAR. De jeugdige filmster. De cacaoboon» voor het eerst in het jaar 1656 aangetroffen. Bijzonderheden over zijn groei en voortbrengselen. De cacaboom werd voor het eerst In het jaar 1656 aangetroffen op het eiland Martinlque. Later vond men hem ook in Spaansch Amerika en op de West-Indische eilanden. Na de cultuur in Mexico volgde al spoedig die in Peru, Chili, Guatemala, feitelijk in geheel Zuid- Amerlka, waar de cacao dan ook een volksdrank werd, zooals het bier ln Dultschland en de thee ln China. Mar tinlque bleef echter een van de beste cacaolanden, tot dat het eiland ln 1727 door een hevige aardbeving werd getroffen. Spaansch-Amerika bleef echter, en is dit ook nog altijd, de groot-importeur van cacao. Linnaeus, de groote plantenkenner, die de beroemde indeeling van de planten gaf, bracht ook de cacaoboom in zijn sy steem onder de familie der Buttneriaceeën; de plant zelf gaf hij den naam Theobroma-Cacao, d.i. spijs der Goden, om haar voortreffelijke eigenschappen aan te geven. De cacaoboom, welke veel overeenkomst ver toont met den kersenboom, kan een maximumhoogte bereiken van 6 meter. De cacaoboom heeft veel warmte noodig: in streken waar de gemiddelde temperatuur lager Is dan 24 graden Celclus, kan de boom wel groeien 1 en bloeien, maar de vruchten rijpen dan niet meer. De cacaoboom ls een schaduwplant, men treft hem steeds jaan in de schaduw van den koraalboom of Mangoe; !de Spanjaarden noemen de koraalboom dan ook wel Madre del Cacao (Moeder van de cacao). De stam van den cacaoboom blijft erg dun, ongeveer 25 c.M. Het 'hout van den boom is niet vast, maar zeer voos en licht. De schors is effen en glad, en heeft wel Iets weg van die [van den kaneelboom; zij is echter iets donkerder van kleur. De takken zijn dun en recht en dragen langwer- 'pige bladeren, welke zeer spits toeloopen. Zij vallen nooit tegelijk af, zoodat de boon mooit bladerloos ls. De bloemen van den cacoboom lijken veel op kleine roosjes, zij zijn echter reukeloos en zitten in trossen aan de steunsels van de oude bladeren. De -cm is klein, lichtrood met geel vermengd en wr volgd door een peul, welke zoo lang zij Jong zoet wit vleesch gevuld, waar tuschen de liggen. De vrucht ziet er ongeveer uit als een augurk en bevat vijf rijen zaadkorrels. In een vrucht bevinden zich on geveer 20 tot 30 boonen. De boom b loeit eerst in zijn derde jaar. De cacao-oogst geschiedt tweemaal per jaar, gewoonlijk ln December en Juni. De bereiding van de cacao-boonen geschiedt als volgt: Als de peulen rijp zijn worden zij ln een bak gelegd en met bladeren bedekt om het vocht er uit te laten trek ken; in deze bak blijven de boonen ongeveer 14 dagen staan. Daarna worden de boonen 3 tot 4 weken ln de zon gedroogd, waardoor zij donker rood van kleur wor den. Als zij droog zijn, worden de pitten in balen ver pakt en meerendeels naar Europa verzonden, waar zij tot het maken van chocolade gebruikt worden. Voor de bereiding van chocolade laat men de cacao licht bran den. Vervolgens worden de geroosterde pitten door cy- linders met ijzeren punten gedraald, waardoor zij ge schild worden. De geschilde pitten worden nu fijn ge malen en in water gekookt, waardoor de olie boven komt drijven. Deze olie, de zoogenaamde cacaoboter, wordt er later afgeschept. Nu wordt er suiker en ka neel bij het mengsel gedaan, dat dan ln een molen wordt fijngemalen. Als het mengsel goed fijngewreven ls, doet men er een weinig suiker en vanille bij. Nu giet men de chocolade ln een vorm en laat naar afkoelen, waarna zij voor het gebruik gereed is. De Indianen bereiden uit do cacao op heel eenvoudige wijze een drank. Zij bran den hun cacao ln aardon potten, malen haar tusschen twee steenen fijn en lossen dit poeder in warm water op. Door bijvoeging van enkele krulden geven zij er smaak aan. Cacaopitten, welke onrijp geplukt of be schimmeld zijn, of te lang in pakhuizen zijn opgeslagen, geven geen goede kwaliteit chocolade, wat men reeds aanstonds aan den smaak kan bemerken. Bij de be reiding wordt de chocolade dikwijls met verschillende stoffen vervalscht, zooals: tarwemeel, stijfsel, amandel olie, reuzel, geroosterde amandelen, cacaoschillen, gom, dextrine, enz. Door middel van een microscoop kan men d9 meeste van deze bedriegerijen ontdekken; zuivere chocolade bestaat uit niets anders als uit cacaozetmeel, kleine stukjes celweefsel, en brokjes schil van de pit, terwijl de zetmeelkorrels niet In het minst gelijken op de korrels van andere zetmeelsoorten. De montessorimethode wordt bij de Eski mo's reeds sedert eeuwen toegepast bij de opvoeding der kinderen. Bezigheden der jongens en meisjes. „Neuzen" in den monenschijn. Het is geen ramp, een Eskimo-kind te zijn, al moet men ook zeehondenspek lnplaats van koek en chocolade eten. De Eskimo's zijn liefdevolle ouders cn opvoeders. Nergens worden kinderen zoo vriendelijk begroet als in het witte onvruchtbare Noorden. Do Eskimo-kinderen worden zonder vroedvrouw of doktershulp geboren en omdat do Eskimo-vrouw ook geen zeep en warmwaterinrichting heeft, gebruikt zij haar tong, om haar kind schoon te likken. De Eskimomoeder is zelf de onderwijzeres van haar kinderen. Aaft dc deur van haar zomerverblijf of haar winterhut gezeten, vertelt zij haar kleinen Augutti (man) of haar Arnak (vrouw) de sage van haar volk, van de geesten en dieren. Geweld past men niet toe ln de Eskimoopvoeding. De Eskimo's zijn van meening, dat men om vriendelijkheid ln een kind te ontwikkelen, zelf aardig en vriendelijk moet zijn; want dc kinderen volgen de ouders heel ge makkelijk na. Een voornaam punt ln de opvoeding van de kleine Esklmotjes is dat men ze ln de jeugd spelen derwijs dingen leert zonder dwang. En dezo methode die al eeuwen bestaat in de Noordpool, ls dezelfde die Montessori beroemd maakte. Als jonge knapen krijgen de toekomstige jagers miniatuur modellen van hun va ders wapenen in handen. Als de kleine Eskimo ouder wordt, krijgt hij grootere modellen, waarmee hij speelt tot zijn 17e jaar. Dan krijgt hij de wapens die zijn va der gebruikt, waarmoe hij dan al kan omgaan. Met veel belangstelling volgden de ouderen de oefe ningen der jongemannen. Terwijl de jongeman zich oefent met een harpoen, een hondenzweep, en een Kajak (kano) en hij de groote haai van uit de kleine kano met de angelhaak tracht te vangen, leert het Jonge meisje naaien, kunstige hand werken te maken en een goede hulsvrouw te worden. Daarnaast verricht zij ook nog zwaarderen arbeid, bijv. het roeien met een Umiak (grooto kano) Wanneer haar opvoeding voleindigd is, wacht zij op haar aanstaande, tot hij als volwassen tot haar komen mag. Bij sommige stammen bestaat nog een proef om te zien of de man rijp ls voor het huwelijk. In die ge- I vallen moet hij een groot dier, zooals een walvlsch of [ijsbeer neerleggen. Dan mag hij naar zijn bruid, die op [hem wacht. Want nu heeft hij bewezen, dat hij voor cie I vrouw en dc verdere familie zorgen kan. Misschien haalt hij haar af, bij helderen maneschijn.. Veel wordt er samen niet gesproken, maar al gauw komen zij dichter bij elkaar cn gaan zij „neuzen", wat wij zoenen zouden noemen. Zitting van Vrijdag 8 November. HET LEUGENTJE OM BESTWIL, DOOR DE WAAR HEID ACHTERHAALD. De koopman Jan P. uit Amsterdam had de vo-, rige week als verdacht gecompareerd, zulks ter zake dat hij in een aan mej. de wed. Vlugt tocbehoorend en in den polder Noordscharvvoude gelegen viscn- water had gevischt met een hengel, zonder schrifte lijke vergunning van de eigenares. Door den heer Vrieling, keurmeester, tevens onbezoldigd rijksveld wachter, die op zich heeft genomen op eventueele overtredingen te letten cn ais compensatie gebruik mag maken van dit vischwatcr, was het feit gecon stateerd en, meer ook naar aanleiding van de door den heer P. aangenomen onwelwillende houding, pro ces-verbaal opgemaakt. Door verdachte was de vorige week ter zijner verdediging in het midden gebracht, dat hij niet vischte, doch een stuk brood en een appeltje consumeerde, een uitvlucht die heden, na het hooren van den verbalisant als getuige, door niets werd bevestigd. Op nadering van Vrieling had ver dachte zijn hengel opgehaald en naast zich neerge legd. Voorts had hij pertinent geweigerd zijn naam op en zijn hengel af te geven. Waar de zaken zoo in zijn nadeel stonden, gaf de kantonrechter gevolg aan zijn reeds.de vorige»week geuitte bedreiging en werd verdachte tot f 15 boete of 15 dagen veroordeeld. EEN RUMOERIGE KERMISNACHT. Dc zaak tegen den tuindersknecht Gerrit H. te Lim- men, betreffende ordeverstoring in staat van dronken schap, gepleegd in den kermisnacht van 23 Septem ber in het café van W. Kraakman, werd heden voort gezet met het hooren van mej. Anna Wester, thans te Heerhugowaard woonachtig, die destijds dienst als buffetjuffrouw had gedaan en nu zeer helder en dui delijk verklaarde, dat verdachte H. was begonnen met betaling der verteering te weigeren, met bier had ge goten en met glaasjes naar het buffet had gegooid. Voorts waren cr gevulde drankglaasjes omgevallen, en had verdachte het meisje aangegrepen en haar in een vlaag van niet begeerde hartelijkheid naar zich toegetrokken. Anna had zich daarop losgerukt en in veiligheid gesteld. Brigadier de Koekkoek arriveerde juist op het mo ment, dat Gerrit H. het café werd uitgewerkt. Hij ge droeg zich toen tamelijk oproerig en sloeg ook zijn, zich in z'n gezelschap bevindende vrouw van zich af. In het café zelf constateerde de brigadier een ware Augiusstal, als gevolg van gebroken glaswerk en ge morste drank, ook was er vermoedelijk door H. Zonne veld een plank van het buffet afgebroken. Na deze omstandige inlichtingen achtte de kan tonrechter zich voldoende op de hoogte gesteld van het optreden van verdachte en werd deze mitsdien veroordeeld tot f 12 boete of 12 dagen en schadebeta- ling aan Kraakman van 10 gulden volgens gedane op gaaf. EEN GELUKKIGE ZET OP HET JUSTITIEELE SCHAAKBORD. De zaak contra den handelaar Cornelis J. te Het Zand, die zich de vorige week als verdachte moest presenteoren, omdat hij op 26 October in de Lange- straat te Alkmaar, toen hij in den winkel van den heer Adaras fruit kocht, zijn auto met aangeslagen motor had achtergelaten, zonder toezicht, had heden voor den verdachte een zeer bevredigend verloop. Behalve den adj. nlspecteur werd ook nog gehoord de getuige decharge, Jb. Kooij uit Het Zand, gem. Zijpe, die medodeelde, dat hij zich in de onmiddel lijke nabijheid van de auto had bevonden. De heer Ambtenaar achtte het feit bewezen en vorderde f4 boete of 4 dagen, doch de Kantonrechter ontsloeg in zijn vonnis den verdachte van alle rechtsvervolging.; WAT AL TE LANG GETALMD MET SCHADE VERGOEDING. Een te Alkmaar woonachtig melkslijter, de heer J. Jongert, die gebruik maakt van een modern melk- wagentje, 'n motorlooze driewieler, kwam op 3 Juni des v.m. 8.20, de Nieuwstraat uitrijden cn daarbij in allesbehalve zachtzinnige aanraking kwam met een vierwielig motorrijtuig, waarvan de bestuurder, de fouragehandelaar J. H. L. van den Voordam, al daar, verzuimd had signaal te geven, toen hij, het Verdronkenoord berijdend, waartoe hij speciale ver gunning heeft, de Nieuwstraat passeerde. De heer Jongert kwam met den schrik en 'n minder aange name buiteling vrij, doch zijn driewieler was leelijk beschadigd, en aangezien trots alle schoonklinkende beloften, vergoeding der op f 60 begrootte schade uit bleef, gaf Jongert ten slotte de verdere regeling in handen der politie. De fouragier, heden terecht staan de, ontkende het feit niet, doch gaf als reden der vertraagde vergoeding op, dat hij destijds een huur wagen der firma Jac. Met chauffeerde en de verze keringmaatschappij zich toen niet aansprakelijk stel de, zoodoende was hij gedwongen de schade, door den benadeelde teruggebracht tot f50, uit eigen beurs te voldoen. Met een veroordeeling tot f 15 boete of 15 dagen werd deze procedure beëindigd. 8STE OCTOBER-VIER ING MET ZWAAR GESCHUT. Niet bepaald tot verhooging der feestelijke stemming van rustige Alkmaarsche burgers en huisvaders, werd ook dit jaar volgens traditie en volkomen voorbijzienlng der politieverordening, den tijd voor en op den vierings dag van Alkmaarsch ontzet, door de jeugd benut door het afsteken van zevenklappers en bliksembommen. Ook in den avond van 23 September had zich in het Kenne- merpark een clubje enthousiaste jongelieden geamuseerd met het verwekken van zulke geweldige explosies, dat de kinderen van de op den Nieuwlander Singel wonen den tandarts Berman in hun slaap der onschuld wreed werden verstoord. De verontwaardigde vader begaf zien direct naar buiten, in de hoop de rumoermakers te kun nen ontdekken en was ook zoo gelukkig, hen aan eenlge eveneens ter plaatse aangekomen politieagenten te kun nen aanwijzen. Dientengevolge stonden heden terecht een vijftal jon gelieden van 15- tot 18-jarigen leeftijd en wel de loop jongens J. v. B. en C. K. Voorts F. M., J.' en M. R., aan wie was ten laste gelegd het afsteken van vuurwerk zonder vergunning. De kantonrechter deelde de heeren, vón wie F. M. en M. R. niet waren verschenen, meae dat vele klachten worden ingebracht en de overtreders streng zullen worden gestraft. Als een staaltje van het roekeloos optreden van deze cathegorie Ontzet-vierders deelde de agent Wijnberg mede, dat men, toen hij op den achtsten October-avond op het Hof een geparkeerden auto wegreed, en buiten het bereik der hossende menigte bracht, een zware bom onder dezen auto liet ontploffen. De kantonrechter gaf verdachten daarop een repri mande en waarschuwing en veroordeelde drie hunner elk tot 7 guld. boete subsidiair 7 dagen hechtenis of tuchtschool, terwijl de minderjarige C. K. en M. R. zonder straf aan de ouders werden terug geschonken; In verband met deze vuurwerkzaak zou het ons prac- tisch voorkomen, indien eenvoudig het verkoopen of ln voorraad hebben van dergelijke ontploffings-middelen werd verboden. Afgescheiden nog van het feit, dat vele rustige ingezetenen worden gehinderd, behoeft men het programma der feestelijkheden niet uit te breiden met het opblazen van verkeersagenten. HET MINST GUNSTIGE OOGENBLIK GEKOZEN. De vrachtauto-chauffeur J. H. H. uit Castricum, op 29 Aug. met zijn kracht- en vrachtwagen den Kenne- merstraatweg berijdend, zag zich genoodzaakt, wegens repcratie van den weg, naar links uit te halen. Hij deed dit echter op een zoo onbehouwen en onverschillige wij ze, dal hij op het rijwielpad terecht kwam en twee ver» keersagenten, Wijnberg en Volbeda, die juist van de an dere zijde kwamen aanrijden, genoodzaakt waren van hun fietsen te springen en het veege lijf achter de hoo rnen te bergen. Deswege geïnterpelleerd, trad de be stuurder zeer onhebbelijk en onsympathiek op, zoodat proces-verbaal niet uitbleef en heden verdachte, die niet was verschenen, doch per brief een mislukte poging waagde, zijn houding te rechtvaardigen, bij verstek werd veroordeeld tot f 25 boete of 25 dagen. De ambtenaar had f 60 boete gevorderd en zelfs nog overwogen in trekking van het rijbewijs te vorderen, dus mag de heer H. in 't vervolg wel zeer voorzichtig zijn. ETEN MEERMALEN VOORKOMEND ZIEKTEGEVAL De 20-jarige dienstbode mej. Johanna W. uit Egmond aan Zee was in gebreke gebleven aan den heer W. v. d. Vall, adj.-commies R. v. A. te Alkmaar, te toonen de haar opgevraagde rentekaart. De jongedame, deswege terecht staande, deed een omvangrijk verhaal over die vermiste rentekaart, waarin verschillende autoritei ten, ook een zekere mijnheer Dekker, een rol waren toe bedeeld. De lange rede kurzes zin echter van dit betoog was, dat bedoelde rentekaart ten huize van Jan Kareis te Egmond a. d. Hoef, waar Jo destijds diende, was zoek geraakt Deze wetenschap was dan ook voldoende om den kantonrechter motief te geven het nalatige meisje tot f 1.50 boete of 2 dagen te veroordeelen. EEN BELANGRIJKE PLICHT LICHTVAARDIG VERZUIMD. De bandensnijder van de dorschmachine Gerrit M. uit Zijpersluls. was op Maandag 16 September gedagvaard op de zitting te verschijnen van den Politierechter, ten einde gehoord te worden in een mishandelingsstrafzaaK, waarin een machinist uit N. Niedorp was mishandeld en bloedend verwond. De bandensnijder had in zijn eigen wijsheid die oproeping straal genegeerd en plukte heden de wrange vruchten van zijn nonchalance, daar hij thans deswege terecht stond en na de noodige terechtwijzl- gingen van ambtenaar en kantonrechter te hebben ge slikt, ten slotte nog zeer clement werd veroordeeld tot f 7 boete of 7 dagen. EEN LASTIG DILEMMA VOOR VRACHTSCHIP PERS EN ANDERE EXPEDITEURS. De 37-jarige jonge flinke en gezondblozende motor schipper Maarten V. was op 15 September in conflict gekomen met een der artikelen van de rijkbeladen Alk maarsche politieverordening, omdat hij drie vaten olie zonder vergunning van B. en W. op den kostbaren ge meentegrond had achtergelaten. De schipper heden ter verantwoording geroepen, erkende wel het feit, doch niet zijn schuld daaraan. Het was eigenlijk een inter nationale verwikkeling. De olie was bestemd voor schip per Butter van Winkel, die beloofd had ze weg te ha len. Maar deze had zulks weer opgedragen aan schipper Groet van Kolhorn, die in gebreke bleef, omdat hij meende dat hij die olie van Winkel moest halen. Zoo komen de misverstanden en hun onaangename gevolgen in de wereld. De gedupeerde schipper wees nog op de moeilijkheden waarin zij kunnen komen door de nala tigheid van anderen. Stel, zei hij, dat ik 50 zak meel af laadt, dat door anderen moet worden weggehaald, en deze persoon geeft daaraan geen gevolg, dan kan ik, die reeds lang weer ben afgevaren, daarvan de verant woording toch niet dragen. De Kantonrechter, hoewel beamende de bezwaren van den comparant, repliceerde, dat niet hij de wet maakte maar haar moet toepassen en legde In het onderhavige geval, waar zoo duidelijk de overmacht bleek, slechts f 1 boete of 1 dag op. IEDER BURGER WORDT GEACHT DE WET TE KENNEN. Onbekendheid met de wet strekt geer» enkele burger en zelfs geen burgervader tot verschoonen, dit onder vond heden ook den Edelachtb. heer Adr. C., burgemees ter van Spanbroek, toen hij in persoon terecht stond ter zake het parkeeren van zijn auto op Vrijdag 4 Oc tober op het kerkplein, waartoe hij geen vergunning van B. en W. van Alkmaar, alwaar het ontstellende feit plaats greep, had bekomen. Natuurlijk bleek de burge meester volkomen onbekend met dit artikel dat in Span broek zeer zeker niet noodig wordt geacht. Bestond aan vankelijk nog een misverstand omtrent de plaats der verboden parkeering, zoodat tot aanhouding werd be sloten, spoedig bleek, dat de overtreding Inderdaad on aanvechtbaar was en werd de heer C. veroordeeld tot de geringe boete van f 1 of 1 dag. GEVAARLIJK SPEELGOED IN ONBETROUWBA RE HAND. De 24-jarige, zich noemend isoleerder der centrale verwarming, gedomicilieerd te Amsterdam, doch momen teel ln voorarrest, maakt een eenlgszins zonderlingen in druk, en stond daartoe afgehaald uit zijn pension door een rijksveldwachter, terecht wegens overtreding der wapenwet. Hij was op 9 October te Bergen aangetrof fen in het bezit van een repeteer pistool, een zeer ge vaarlijk wapen met groote doordringingsvermogen, waar op nog 6 scherpe patronen. Verdachte had dit wapen ontvreemd, alsmede ook eenige rijwielen en was te dier zake gedetineerd. De Kantonrechter zei hem dat hij zich heel vreemd had gedragen. Hij was uit Amsterdam verdwenen en aan die verdwijning zaten veel duistere zaken vast. De Kantonrechter hoopte, dat verdachtetot inkeer zou ko men. De verdachte zeide boe noch ba, en liet de terecht wijzing uitdrukkingloos voor zich turend, over zich heen trekken. Hij werd veroordeeld tot f 10 boete of 10 dagen met verbeurdverklaring van het wapen en daarna op de gebruikelijke wijze weggeleid. GEEN SCHULD EN TOCH STRAFBAAR. De 59-jarige heer Pieter G., caféhouder te Noordschar- woude, die ontegenzeggelijk den indrukt maakte, 'n net ten en solleden kastelein te zijn, is dan ook nog nim mer veroordeeld en stond nu terecht omdat hij in den avond van 27 October na aangezegd sluitingsuur nog bezoekers in zijn localiteit aanwezig had. Verdachte erkende zulks onvoorwaardelijk. Hij had de bezoekers reeds eenige malen zonder gevolg gewaar schuwd en moest lijdelijk toezien, dat zij bleven treuze len. Zoowel Kantonrechter als ambtenaar bekenden deze bedrijfsmoeilijkheid, en de waardige kastelein werd dan ook op voorstel van mr. Buies Tach wel veroordeeld doch op hem geen straf toegepast Kort verhaal Blanche Villeray was een alleraardigst meisje, een geliefde filmartiste met veel geld. Zoo op het oog dus een benijdenswaardig schepseltje. Zij bewoonde één der fraaiste villa's, van de stad tezamen met haar moeder, die het zalig niets doen te meer waardeerde, daar zij haar leven lang achter een laag toonbankje in een bedompt winkeltje van een armoedig Duitsch dorpje had staan krenten- en grutten-wegen. Want de Fransch klinkende naam was slechts een pseudoniem, een filmnaam, omdat het nu eenmaal onmogelijk leek, als Liesl Beh populair te worden. Liesl, of liever Blanche, was een Duitsch volks kind, opgevoed door een zorgend, veel te vroeg, als weduwe achteVgebleven moedertje en groot geworden in kommer en zorg. Niet, dat dit Liesl ooit gehin derd zou hebben. Integendeel, ze was altijd een rak ker van een meid geweest, fel op pretjes en grappen, aanvoerster van den heelen troep ondeugende dorps jongens en meisjes. Haar bruine oogen en haar ra venzwarte haren gaven- haar het zigeunertype, waar dartelheid en overmoed bij schijnen te behooren. Op een dag kwam een troepje filmarlisten door het oude, vervallen, maar des te schilderachtiger dorp, om er opnamen te doen. Liesl was er natuurlijk bij, mét haar volgelingen en zoo resoluut commandeerde zij haar troepje, zoo fel blikten haar oogen en zoo onbewust gracieus waren haar bewegingen, dat de regisseur, altijd op zoek naar markante typen, haar voorstelde, mee naar de groote stad te gaan, en daar een paar opnamen te draaien. Moeder Beh had er eerst op tegen, Liesl alleen naar de bron des verderfs, de groote stad, te laten gaan, maar de regisseur wist haar ervan te overtuigen, dat voor Liesl ongetwijfeld een groote toekomst weg gelegd was. De voorspelling van den regisseur werd bewaar heid. Liesl, die een groote opmerkingsgave en een nog grooter aanpassingsvermogen bezat, werd weldra niet meer uitgelachen om haar dorpsche manieren, maar viel op door haar onmiskenbaar talent cn haar don kere schoonheid. Een contract naar Amerika werd het jonge meisje aangeboden en moeder Beh kon haar winkeltje slui ten en aan den anderen kant van den Oceaan een' nieuw leven beginnen en gaan genieten van een wel verdiende rust na moeilijke jaren van kommer en zorg. Maar voelde moeder Beh. thans met vrouw Vil leray zich al tevreden, zoo niet gelukkig, Liesl, alias Blanche, \yas -dat niet. Zooals het gewoonlijk gaat met aardige en daarbij nog rijke meisjes, had Blanche een zwerm aanbidders, die allen zonder uitzondering uit burgerlijke kringen stamden en Blanche, de lie veling van het publick in het nieuwe vaderland, meende dat ze te goed was voor een man zonder ti tel, zelfs al was hij de zoon van een socp-in-blik- koning. Zelfs de huizen van de soep-, tin- en andere koningen bleven vooralsnog voor haar gesloten en dat waren toch de eenige plaatsen, waar zij eventueel adellijke pretendenten zou kunnen ontmoeten. Haar agent, die van Blanche s hoogere aspiraties afwist, organiseerde een geweldige reclame-campagne en de populariteit van de jeugdige filmster steeg •met den dag. Daardoor ontving zij onder meer een uitnoodiging, om op een liefdadigheidsfeest als verkoopster te fun- geeren, en daar zij wist dat de handels-aristocratie van de stad het zich tot een plicht rekende, dezen bazar te bezoeken, nam zij de invitatie aan. En zie, het lang verwachte gebeurde eindelijk: een jonge man met aristocratisch uiterlijk, die langen tijd aan haar tentje vertoefde cn voor eenige honderden dollars gekocht had, stelde zich eindelijk schuchter aan haar voor als Prince Marcello del la Marca en vroeg verlof haar op haar ontvangdag te mogen be zoeken. Blanche, zeer vereerd, liet hiervan wijselijk niets blijken en gaf schijnbaar achteloos en als met eeni- gen tegenzin haar toestemming. Het feest had nu zijn grootste bekoring voor haar verloren en zij wenschte, dat het reeds Donderdag mocht zijn. Zooals alle Donderdagen kwam ook deze lang ver-, beide en Prince Marcello verscheen met een prachti-j gen bos van de zeldzaamste orchideeën voor mevrouw] Villeray en een doos bonbons voor Blanche, waarvan de doos alleen reeds tien dollar gekost moest heb ben. Het meisje had nauwelijks oog voor haar andere gasten, die zij aan mama overliet, en onderhield zich' levendig met den Italiaanschen prins, die uitstekendj Engelsch sprak, beter eigenlijk dan de Duitsche Blanche. Het ontvanguur ging veel te gauw voorbij en me vrouw Villeray, wie de prins ook wel beviel, verzochtl hem, nog eens een kopje thee te komen drinken, maar' dan „onder ons', zoodat men wat rustiger zou kunnen praten. De jongeman stemde volgaarne toe en reeds den volgenden dag herhaalde hij zijn bezoek. Hij had, zei hij, de vrijheid genomen een oud-Venetiaansch spie geltje mee te brengen, dat. hij toevallig ergens ont dekt had. De chauffeur zou het dadelijk brengen. De spiegel kwam en bleek een wonder van an tieke zilversmeedkunst, waarvoor Blanche in vervoe ring raakte. Hij moest oogenblikkelijk worden opgehangen en reeds stond zij op een stoel, toen de prins een be denkelijk gezicht trok. Maar miss Villeray, daar kunt u dien spiegel onmogelijk hangen. Ziet u niet, dat uw koperen wand borden en die koperen vazen thuishoorden in de keu ken van het paleis, waar deze spiegel in een zaal hing? Dat gaat toch niet! Blanche bloosde. Hier dan? vroeg zij weifelend, naar een plaatsje boven den divan wijzend. Nog bedenkelijker keek de prins. Hij doorliep de geheele kamer, monsterde hier wat, zocht en zocht naar een passend hoekje voor zijn kostbaar geschenk, maar scheen het niet te vinden. Enfin, zei hij eindelijk, we zullen hem dan maar boven den divan moeten hangen, maar veel en veel beter zou hij uitkomen boven de twee antieke stoel tjes, die ik bij Birnbaum en Co. zag staan. Maar dan moet u die voor mij bestellen, viel Blanche haastig in. Zoo'n geschenk hoort in een pas sende omlijsting. Des prinsen gezicht klaarde op. Juist, dat moesten we doen, zei hij opgewekt. Zal ik die twee dingetjes dan maar dadelijk gaan bestellen? En mag ik dan morgen het effect komen, bewonderen? Hij zag Blanche daarbij diep en innig in de oogen. De jeugdige filmster sloeg de oogen neer en bloos de. Kom dan liever morgenavond, fluisterde zij, mor gen ben ik den heelen dag in de studio. Zal ik je komen afhalen, Blanche? Blanche zei niet neen. De stoeltjes, die zij en haar moeder monsters van leelijkheid vonden, alleen met dit verschil, dat de laatste het durfde zeggen en de eerste niet, kwamen tegelijkertijd met de rekening ad negenhonderd dol lar. 'k Wou, dat-ie met dien spiegel 'k weet niet waar gezeten had, zei mevrouw Villeray uit den grond van haar hart. Dat cadeautje kost jou duizend dollar. Ja, maar nu komt mijn schoonheid ook in een passende omlijsting, praatte Blanche den prins na. En jij hoopt daardoor kans prinses te worden, dacht mama, maar sprak het niet uit. De prins haalde Blanche met zijn Rolls Royce af en offreerde haar een flesch van het duurste parfum. Daarna reden ze snel naar Blancha's villa. Vol ver wachting opende het jonge mesije de deur van de ontvangkamer en keek stralend om naar haar be geleider, wien de glimlach op de lippen bestierf. Vindt je het niet keurig zoo? Met den moed 8er wanhoop tooverde Marcello een zwak lachje te voorschijn. Ja hoor, je hebt je best gedaan, maar Maar? Ik had het mij toch anders voorgesteld. Het...-, steekt zoo af bij het overige meubilair. De tranen sprongen Blanche in de oogen. 'k Had moeten bedenken, dat modern en antiek niet samengaan, zuchtte hij. De heele kamer zou veranderd moeten worden. De kamer werd veranderd. Niet alleen de kamer, maar het geheele huis. Blanche was niet meer te houden en of mevrouw Villeray al klaagde, dat Blan che zich ruineerde, dat er géén enkele prettige of ge makkelijke stoel meer in huis was, het hielp niet. (Jok Blanche voelde zich hopeloos misplaatst, in het museum dat haar huis geworden was, doch het ging erom den prins te behagen, wiens bezoeken echter langzaam, maar zeker minder werden, om eindelijk geheel op te houden. Alleen ontving zij nog een nummer van de Ame rican Revue, het meest mondaine weekblad, waarin drie pagina's met prachtige interieur-foto's, waren gewijd aan de woninginrichting van de beroemde

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1929 | | pagina 18