De cacao.
Bij de Eskimo's.
VOOR DEN KANTONRECHTER
TE ALKMAAR.
De jeugdige filmster.
De cacaoboon» voor het eerst in het jaar
1656 aangetroffen. Bijzonderheden over
zijn groei en voortbrengselen.
De cacaboom werd voor het eerst In het jaar 1656
aangetroffen op het eiland Martinlque. Later vond men
hem ook in Spaansch Amerika en op de West-Indische
eilanden. Na de cultuur in Mexico volgde al spoedig
die in Peru, Chili, Guatemala, feitelijk in geheel Zuid-
Amerlka, waar de cacao dan ook een volksdrank werd,
zooals het bier ln Dultschland en de thee ln China. Mar
tinlque bleef echter een van de beste cacaolanden, tot
dat het eiland ln 1727 door een hevige aardbeving werd
getroffen. Spaansch-Amerika bleef echter, en is dit ook
nog altijd, de groot-importeur van cacao. Linnaeus, de
groote plantenkenner, die de beroemde indeeling van
de planten gaf, bracht ook de cacaoboom in zijn sy
steem onder de familie der Buttneriaceeën; de plant
zelf gaf hij den naam Theobroma-Cacao, d.i. spijs der
Goden, om haar voortreffelijke eigenschappen aan te
geven. De cacaoboom, welke veel overeenkomst ver
toont met den kersenboom, kan een maximumhoogte
bereiken van 6 meter. De cacaoboom heeft veel warmte
noodig: in streken waar de gemiddelde temperatuur
lager Is dan 24 graden Celclus, kan de boom wel groeien
1 en bloeien, maar de vruchten rijpen dan niet meer. De
cacaoboom ls een schaduwplant, men treft hem steeds
jaan in de schaduw van den koraalboom of Mangoe;
!de Spanjaarden noemen de koraalboom dan ook wel
Madre del Cacao (Moeder van de cacao). De stam van
den cacaoboom blijft erg dun, ongeveer 25 c.M. Het
'hout van den boom is niet vast, maar zeer voos en licht.
De schors is effen en glad, en heeft wel Iets weg van die
[van den kaneelboom; zij is echter iets donkerder van
kleur. De takken zijn dun en recht en dragen langwer-
'pige bladeren, welke zeer spits toeloopen. Zij vallen
nooit tegelijk af, zoodat de boon mooit bladerloos ls.
De bloemen van den cacoboom lijken veel op kleine
roosjes, zij zijn echter reukeloos en zitten in trossen aan
de steunsels van de oude bladeren. De -cm is klein,
lichtrood met geel vermengd en wr volgd door
een peul, welke zoo lang zij Jong zoet wit
vleesch gevuld, waar tuschen de liggen. De
vrucht ziet er ongeveer uit als een augurk en bevat
vijf rijen zaadkorrels. In een vrucht bevinden zich on
geveer 20 tot 30 boonen. De boom b loeit eerst in zijn
derde jaar. De cacao-oogst geschiedt tweemaal per
jaar, gewoonlijk ln December en Juni.
De bereiding van de cacao-boonen geschiedt als volgt:
Als de peulen rijp zijn worden zij ln een bak gelegd en
met bladeren bedekt om het vocht er uit te laten trek
ken; in deze bak blijven de boonen ongeveer 14 dagen
staan. Daarna worden de boonen 3 tot 4 weken ln de
zon gedroogd, waardoor zij donker rood van kleur wor
den. Als zij droog zijn, worden de pitten in balen ver
pakt en meerendeels naar Europa verzonden, waar zij
tot het maken van chocolade gebruikt worden. Voor de
bereiding van chocolade laat men de cacao licht bran
den. Vervolgens worden de geroosterde pitten door cy-
linders met ijzeren punten gedraald, waardoor zij ge
schild worden. De geschilde pitten worden nu fijn ge
malen en in water gekookt, waardoor de olie boven
komt drijven. Deze olie, de zoogenaamde cacaoboter,
wordt er later afgeschept. Nu wordt er suiker en ka
neel bij het mengsel gedaan, dat dan ln een molen wordt
fijngemalen. Als het mengsel goed fijngewreven ls, doet
men er een weinig suiker en vanille bij. Nu giet men
de chocolade ln een vorm en laat naar afkoelen, waarna
zij voor het gebruik gereed is. De Indianen bereiden uit
do cacao op heel eenvoudige wijze een drank. Zij bran
den hun cacao ln aardon potten, malen haar tusschen
twee steenen fijn en lossen dit poeder in warm water
op. Door bijvoeging van enkele krulden geven zij er
smaak aan. Cacaopitten, welke onrijp geplukt of be
schimmeld zijn, of te lang in pakhuizen zijn opgeslagen,
geven geen goede kwaliteit chocolade, wat men reeds
aanstonds aan den smaak kan bemerken. Bij de be
reiding wordt de chocolade dikwijls met verschillende
stoffen vervalscht, zooals: tarwemeel, stijfsel, amandel
olie, reuzel, geroosterde amandelen, cacaoschillen, gom,
dextrine, enz. Door middel van een microscoop kan men
d9 meeste van deze bedriegerijen ontdekken; zuivere
chocolade bestaat uit niets anders als uit cacaozetmeel,
kleine stukjes celweefsel, en brokjes schil van de pit,
terwijl de zetmeelkorrels niet In het minst gelijken op
de korrels van andere zetmeelsoorten.
De montessorimethode wordt bij de Eski
mo's reeds sedert eeuwen toegepast bij de
opvoeding der kinderen. Bezigheden der
jongens en meisjes.
„Neuzen" in den monenschijn.
Het is geen ramp, een Eskimo-kind te zijn, al moet
men ook zeehondenspek lnplaats van koek en chocolade
eten. De Eskimo's zijn liefdevolle ouders cn opvoeders.
Nergens worden kinderen zoo vriendelijk begroet als in
het witte onvruchtbare Noorden.
Do Eskimo-kinderen worden zonder vroedvrouw of
doktershulp geboren en omdat do Eskimo-vrouw ook
geen zeep en warmwaterinrichting heeft, gebruikt zij
haar tong, om haar kind schoon te likken.
De Eskimomoeder is zelf de onderwijzeres van haar
kinderen. Aaft dc deur van haar zomerverblijf of haar
winterhut gezeten, vertelt zij haar kleinen Augutti
(man) of haar Arnak (vrouw) de sage van haar volk,
van de geesten en dieren.
Geweld past men niet toe ln de Eskimoopvoeding. De
Eskimo's zijn van meening, dat men om vriendelijkheid
ln een kind te ontwikkelen, zelf aardig en vriendelijk
moet zijn; want dc kinderen volgen de ouders heel ge
makkelijk na. Een voornaam punt ln de opvoeding van
de kleine Esklmotjes is dat men ze ln de jeugd spelen
derwijs dingen leert zonder dwang. En dezo methode
die al eeuwen bestaat in de Noordpool, ls dezelfde die
Montessori beroemd maakte. Als jonge knapen krijgen
de toekomstige jagers miniatuur modellen van hun va
ders wapenen in handen. Als de kleine Eskimo ouder
wordt, krijgt hij grootere modellen, waarmee hij speelt
tot zijn 17e jaar. Dan krijgt hij de wapens die zijn va
der gebruikt, waarmoe hij dan al kan omgaan.
Met veel belangstelling volgden de ouderen de oefe
ningen der jongemannen.
Terwijl de jongeman zich oefent met een harpoen, een
hondenzweep, en een Kajak (kano) en hij de groote
haai van uit de kleine kano met de angelhaak tracht te
vangen, leert het Jonge meisje naaien, kunstige hand
werken te maken en een goede hulsvrouw te worden.
Daarnaast verricht zij ook nog zwaarderen arbeid, bijv.
het roeien met een Umiak (grooto kano) Wanneer haar
opvoeding voleindigd is, wacht zij op haar aanstaande,
tot hij als volwassen tot haar komen mag.
Bij sommige stammen bestaat nog een proef om te
zien of de man rijp ls voor het huwelijk. In die ge-
I vallen moet hij een groot dier, zooals een walvlsch of
[ijsbeer neerleggen. Dan mag hij naar zijn bruid, die op
[hem wacht. Want nu heeft hij bewezen, dat hij voor cie
I vrouw en dc verdere familie zorgen kan. Misschien
haalt hij haar af, bij helderen maneschijn..
Veel wordt er samen niet gesproken, maar al gauw
komen zij dichter bij elkaar cn gaan zij „neuzen", wat
wij zoenen zouden noemen.
Zitting van Vrijdag 8 November.
HET LEUGENTJE OM BESTWIL, DOOR DE WAAR
HEID ACHTERHAALD.
De koopman Jan P. uit Amsterdam had de vo-,
rige week als verdacht gecompareerd, zulks ter zake
dat hij in een aan mej. de wed. Vlugt tocbehoorend
en in den polder Noordscharvvoude gelegen viscn-
water had gevischt met een hengel, zonder schrifte
lijke vergunning van de eigenares. Door den heer
Vrieling, keurmeester, tevens onbezoldigd rijksveld
wachter, die op zich heeft genomen op eventueele
overtredingen te letten cn ais compensatie gebruik
mag maken van dit vischwatcr, was het feit gecon
stateerd en, meer ook naar aanleiding van de door
den heer P. aangenomen onwelwillende houding, pro
ces-verbaal opgemaakt. Door verdachte was de vorige
week ter zijner verdediging in het midden gebracht,
dat hij niet vischte, doch een stuk brood en een
appeltje consumeerde, een uitvlucht die heden, na
het hooren van den verbalisant als getuige, door niets
werd bevestigd. Op nadering van Vrieling had ver
dachte zijn hengel opgehaald en naast zich neerge
legd. Voorts had hij pertinent geweigerd zijn naam
op en zijn hengel af te geven. Waar de zaken zoo in
zijn nadeel stonden, gaf de kantonrechter gevolg aan
zijn reeds.de vorige»week geuitte bedreiging en werd
verdachte tot f 15 boete of 15 dagen veroordeeld.
EEN RUMOERIGE KERMISNACHT.
Dc zaak tegen den tuindersknecht Gerrit H. te Lim-
men, betreffende ordeverstoring in staat van dronken
schap, gepleegd in den kermisnacht van 23 Septem
ber in het café van W. Kraakman, werd heden voort
gezet met het hooren van mej. Anna Wester, thans
te Heerhugowaard woonachtig, die destijds dienst als
buffetjuffrouw had gedaan en nu zeer helder en dui
delijk verklaarde, dat verdachte H. was begonnen met
betaling der verteering te weigeren, met bier had ge
goten en met glaasjes naar het buffet had gegooid.
Voorts waren cr gevulde drankglaasjes omgevallen,
en had verdachte het meisje aangegrepen en haar
in een vlaag van niet begeerde hartelijkheid naar
zich toegetrokken. Anna had zich daarop losgerukt
en in veiligheid gesteld.
Brigadier de Koekkoek arriveerde juist op het mo
ment, dat Gerrit H. het café werd uitgewerkt. Hij ge
droeg zich toen tamelijk oproerig en sloeg ook zijn,
zich in z'n gezelschap bevindende vrouw van zich af.
In het café zelf constateerde de brigadier een ware
Augiusstal, als gevolg van gebroken glaswerk en ge
morste drank, ook was er vermoedelijk door H. Zonne
veld een plank van het buffet afgebroken.
Na deze omstandige inlichtingen achtte de kan
tonrechter zich voldoende op de hoogte gesteld van
het optreden van verdachte en werd deze mitsdien
veroordeeld tot f 12 boete of 12 dagen en schadebeta-
ling aan Kraakman van 10 gulden volgens gedane op
gaaf.
EEN GELUKKIGE ZET OP HET JUSTITIEELE
SCHAAKBORD.
De zaak contra den handelaar Cornelis J. te Het
Zand, die zich de vorige week als verdachte moest
presenteoren, omdat hij op 26 October in de Lange-
straat te Alkmaar, toen hij in den winkel van den
heer Adaras fruit kocht, zijn auto met aangeslagen
motor had achtergelaten, zonder toezicht, had heden
voor den verdachte een zeer bevredigend verloop.
Behalve den adj. nlspecteur werd ook nog gehoord
de getuige decharge, Jb. Kooij uit Het Zand, gem.
Zijpe, die medodeelde, dat hij zich in de onmiddel
lijke nabijheid van de auto had bevonden. De heer
Ambtenaar achtte het feit bewezen en vorderde f4
boete of 4 dagen, doch de Kantonrechter ontsloeg in
zijn vonnis den verdachte van alle rechtsvervolging.;
WAT AL TE LANG GETALMD MET SCHADE
VERGOEDING.
Een te Alkmaar woonachtig melkslijter, de heer J.
Jongert, die gebruik maakt van een modern melk-
wagentje, 'n motorlooze driewieler, kwam op 3 Juni
des v.m. 8.20, de Nieuwstraat uitrijden cn daarbij
in allesbehalve zachtzinnige aanraking kwam met
een vierwielig motorrijtuig, waarvan de bestuurder,
de fouragehandelaar J. H. L. van den Voordam, al
daar, verzuimd had signaal te geven, toen hij, het
Verdronkenoord berijdend, waartoe hij speciale ver
gunning heeft, de Nieuwstraat passeerde. De heer
Jongert kwam met den schrik en 'n minder aange
name buiteling vrij, doch zijn driewieler was leelijk
beschadigd, en aangezien trots alle schoonklinkende
beloften, vergoeding der op f 60 begrootte schade uit
bleef, gaf Jongert ten slotte de verdere regeling in
handen der politie. De fouragier, heden terecht staan
de, ontkende het feit niet, doch gaf als reden der
vertraagde vergoeding op, dat hij destijds een huur
wagen der firma Jac. Met chauffeerde en de verze
keringmaatschappij zich toen niet aansprakelijk stel
de, zoodoende was hij gedwongen de schade, door den
benadeelde teruggebracht tot f50, uit eigen beurs te
voldoen. Met een veroordeeling tot f 15 boete of 15
dagen werd deze procedure beëindigd.
8STE OCTOBER-VIER ING MET ZWAAR GESCHUT.
Niet bepaald tot verhooging der feestelijke stemming
van rustige Alkmaarsche burgers en huisvaders, werd
ook dit jaar volgens traditie en volkomen voorbijzienlng
der politieverordening, den tijd voor en op den vierings
dag van Alkmaarsch ontzet, door de jeugd benut door
het afsteken van zevenklappers en bliksembommen. Ook
in den avond van 23 September had zich in het Kenne-
merpark een clubje enthousiaste jongelieden geamuseerd
met het verwekken van zulke geweldige explosies, dat
de kinderen van de op den Nieuwlander Singel wonen
den tandarts Berman in hun slaap der onschuld wreed
werden verstoord. De verontwaardigde vader begaf zien
direct naar buiten, in de hoop de rumoermakers te kun
nen ontdekken en was ook zoo gelukkig, hen aan eenlge
eveneens ter plaatse aangekomen politieagenten te kun
nen aanwijzen.
Dientengevolge stonden heden terecht een vijftal jon
gelieden van 15- tot 18-jarigen leeftijd en wel de loop
jongens J. v. B. en C. K. Voorts F. M., J.' en M. R.,
aan wie was ten laste gelegd het afsteken van vuurwerk
zonder vergunning. De kantonrechter deelde de heeren,
vón wie F. M. en M. R. niet waren verschenen, meae
dat vele klachten worden ingebracht en de overtreders
streng zullen worden gestraft.
Als een staaltje van het roekeloos optreden van deze
cathegorie Ontzet-vierders deelde de agent Wijnberg
mede, dat men, toen hij op den achtsten October-avond
op het Hof een geparkeerden auto wegreed, en buiten
het bereik der hossende menigte bracht, een zware bom
onder dezen auto liet ontploffen.
De kantonrechter gaf verdachten daarop een repri
mande en waarschuwing en veroordeelde drie hunner
elk tot 7 guld. boete subsidiair 7 dagen hechtenis of
tuchtschool, terwijl de minderjarige C. K. en M. R.
zonder straf aan de ouders werden terug geschonken;
In verband met deze vuurwerkzaak zou het ons prac-
tisch voorkomen, indien eenvoudig het verkoopen of ln
voorraad hebben van dergelijke ontploffings-middelen
werd verboden. Afgescheiden nog van het feit, dat vele
rustige ingezetenen worden gehinderd, behoeft men het
programma der feestelijkheden niet uit te breiden met
het opblazen van verkeersagenten.
HET MINST GUNSTIGE OOGENBLIK GEKOZEN.
De vrachtauto-chauffeur J. H. H. uit Castricum, op
29 Aug. met zijn kracht- en vrachtwagen den Kenne-
merstraatweg berijdend, zag zich genoodzaakt, wegens
repcratie van den weg, naar links uit te halen. Hij deed
dit echter op een zoo onbehouwen en onverschillige wij
ze, dal hij op het rijwielpad terecht kwam en twee ver»
keersagenten, Wijnberg en Volbeda, die juist van de an
dere zijde kwamen aanrijden, genoodzaakt waren van
hun fietsen te springen en het veege lijf achter de hoo
rnen te bergen. Deswege geïnterpelleerd, trad de be
stuurder zeer onhebbelijk en onsympathiek op, zoodat
proces-verbaal niet uitbleef en heden verdachte, die
niet was verschenen, doch per brief een mislukte poging
waagde, zijn houding te rechtvaardigen, bij verstek werd
veroordeeld tot f 25 boete of 25 dagen. De ambtenaar
had f 60 boete gevorderd en zelfs nog overwogen in
trekking van het rijbewijs te vorderen, dus mag de heer
H. in 't vervolg wel zeer voorzichtig zijn.
ETEN MEERMALEN VOORKOMEND ZIEKTEGEVAL
De 20-jarige dienstbode mej. Johanna W. uit Egmond
aan Zee was in gebreke gebleven aan den heer W. v. d.
Vall, adj.-commies R. v. A. te Alkmaar, te toonen de
haar opgevraagde rentekaart. De jongedame, deswege
terecht staande, deed een omvangrijk verhaal over
die vermiste rentekaart, waarin verschillende autoritei
ten, ook een zekere mijnheer Dekker, een rol waren toe
bedeeld. De lange rede kurzes zin echter van dit betoog
was, dat bedoelde rentekaart ten huize van Jan Kareis
te Egmond a. d. Hoef, waar Jo destijds diende, was zoek
geraakt Deze wetenschap was dan ook voldoende om
den kantonrechter motief te geven het nalatige meisje
tot f 1.50 boete of 2 dagen te veroordeelen.
EEN BELANGRIJKE PLICHT LICHTVAARDIG
VERZUIMD.
De bandensnijder van de dorschmachine Gerrit M. uit
Zijpersluls. was op Maandag 16 September gedagvaard
op de zitting te verschijnen van den Politierechter, ten
einde gehoord te worden in een mishandelingsstrafzaaK,
waarin een machinist uit N. Niedorp was mishandeld
en bloedend verwond. De bandensnijder had in zijn eigen
wijsheid die oproeping straal genegeerd en plukte heden
de wrange vruchten van zijn nonchalance, daar hij thans
deswege terecht stond en na de noodige terechtwijzl-
gingen van ambtenaar en kantonrechter te hebben ge
slikt, ten slotte nog zeer clement werd veroordeeld tot
f 7 boete of 7 dagen.
EEN LASTIG DILEMMA VOOR VRACHTSCHIP
PERS EN ANDERE EXPEDITEURS.
De 37-jarige jonge flinke en gezondblozende motor
schipper Maarten V. was op 15 September in conflict
gekomen met een der artikelen van de rijkbeladen Alk
maarsche politieverordening, omdat hij drie vaten olie
zonder vergunning van B. en W. op den kostbaren ge
meentegrond had achtergelaten. De schipper heden ter
verantwoording geroepen, erkende wel het feit, doch
niet zijn schuld daaraan. Het was eigenlijk een inter
nationale verwikkeling. De olie was bestemd voor schip
per Butter van Winkel, die beloofd had ze weg te ha
len. Maar deze had zulks weer opgedragen aan schipper
Groet van Kolhorn, die in gebreke bleef, omdat hij
meende dat hij die olie van Winkel moest halen. Zoo
komen de misverstanden en hun onaangename gevolgen
in de wereld. De gedupeerde schipper wees nog op de
moeilijkheden waarin zij kunnen komen door de nala
tigheid van anderen. Stel, zei hij, dat ik 50 zak meel af
laadt, dat door anderen moet worden weggehaald, en
deze persoon geeft daaraan geen gevolg, dan kan ik,
die reeds lang weer ben afgevaren, daarvan de verant
woording toch niet dragen.
De Kantonrechter, hoewel beamende de bezwaren van
den comparant, repliceerde, dat niet hij de wet maakte
maar haar moet toepassen en legde In het onderhavige
geval, waar zoo duidelijk de overmacht bleek, slechts
f 1 boete of 1 dag op.
IEDER BURGER WORDT GEACHT DE WET TE
KENNEN.
Onbekendheid met de wet strekt geer» enkele burger
en zelfs geen burgervader tot verschoonen, dit onder
vond heden ook den Edelachtb. heer Adr. C., burgemees
ter van Spanbroek, toen hij in persoon terecht stond
ter zake het parkeeren van zijn auto op Vrijdag 4 Oc
tober op het kerkplein, waartoe hij geen vergunning
van B. en W. van Alkmaar, alwaar het ontstellende feit
plaats greep, had bekomen. Natuurlijk bleek de burge
meester volkomen onbekend met dit artikel dat in Span
broek zeer zeker niet noodig wordt geacht. Bestond aan
vankelijk nog een misverstand omtrent de plaats der
verboden parkeering, zoodat tot aanhouding werd be
sloten, spoedig bleek, dat de overtreding Inderdaad on
aanvechtbaar was en werd de heer C. veroordeeld tot
de geringe boete van f 1 of 1 dag.
GEVAARLIJK SPEELGOED IN ONBETROUWBA
RE HAND.
De 24-jarige, zich noemend isoleerder der centrale
verwarming, gedomicilieerd te Amsterdam, doch momen
teel ln voorarrest, maakt een eenlgszins zonderlingen in
druk, en stond daartoe afgehaald uit zijn pension door
een rijksveldwachter, terecht wegens overtreding der
wapenwet. Hij was op 9 October te Bergen aangetrof
fen in het bezit van een repeteer pistool, een zeer ge
vaarlijk wapen met groote doordringingsvermogen, waar
op nog 6 scherpe patronen. Verdachte had dit wapen
ontvreemd, alsmede ook eenige rijwielen en was te dier
zake gedetineerd.
De Kantonrechter zei hem dat hij zich heel vreemd
had gedragen. Hij was uit Amsterdam verdwenen en
aan die verdwijning zaten veel duistere zaken vast. De
Kantonrechter hoopte, dat verdachtetot inkeer zou ko
men. De verdachte zeide boe noch ba, en liet de terecht
wijzing uitdrukkingloos voor zich turend, over zich heen
trekken. Hij werd veroordeeld tot f 10 boete of 10 dagen
met verbeurdverklaring van het wapen en daarna op de
gebruikelijke wijze weggeleid.
GEEN SCHULD EN TOCH STRAFBAAR.
De 59-jarige heer Pieter G., caféhouder te Noordschar-
woude, die ontegenzeggelijk den indrukt maakte, 'n net
ten en solleden kastelein te zijn, is dan ook nog nim
mer veroordeeld en stond nu terecht omdat hij in den
avond van 27 October na aangezegd sluitingsuur nog
bezoekers in zijn localiteit aanwezig had.
Verdachte erkende zulks onvoorwaardelijk. Hij had
de bezoekers reeds eenige malen zonder gevolg gewaar
schuwd en moest lijdelijk toezien, dat zij bleven treuze
len.
Zoowel Kantonrechter als ambtenaar bekenden deze
bedrijfsmoeilijkheid, en de waardige kastelein werd dan
ook op voorstel van mr. Buies Tach wel veroordeeld
doch op hem geen straf toegepast
Kort verhaal
Blanche Villeray was een alleraardigst meisje,
een geliefde filmartiste met veel geld. Zoo op het
oog dus een benijdenswaardig schepseltje.
Zij bewoonde één der fraaiste villa's, van de stad
tezamen met haar moeder, die het zalig niets doen
te meer waardeerde, daar zij haar leven lang achter
een laag toonbankje in een bedompt winkeltje van
een armoedig Duitsch dorpje had staan krenten-
en grutten-wegen.
Want de Fransch klinkende naam was slechts een
pseudoniem, een filmnaam, omdat het nu eenmaal
onmogelijk leek, als Liesl Beh populair te worden.
Liesl, of liever Blanche, was een Duitsch volks
kind, opgevoed door een zorgend, veel te vroeg, als
weduwe achteVgebleven moedertje en groot geworden
in kommer en zorg. Niet, dat dit Liesl ooit gehin
derd zou hebben. Integendeel, ze was altijd een rak
ker van een meid geweest, fel op pretjes en grappen,
aanvoerster van den heelen troep ondeugende dorps
jongens en meisjes. Haar bruine oogen en haar ra
venzwarte haren gaven- haar het zigeunertype, waar
dartelheid en overmoed bij schijnen te behooren.
Op een dag kwam een troepje filmarlisten door het
oude, vervallen, maar des te schilderachtiger dorp,
om er opnamen te doen. Liesl was er natuurlijk bij,
mét haar volgelingen en zoo resoluut commandeerde
zij haar troepje, zoo fel blikten haar oogen en zoo
onbewust gracieus waren haar bewegingen, dat de
regisseur, altijd op zoek naar markante typen, haar
voorstelde, mee naar de groote stad te gaan, en daar
een paar opnamen te draaien.
Moeder Beh had er eerst op tegen, Liesl alleen naar
de bron des verderfs, de groote stad, te laten gaan,
maar de regisseur wist haar ervan te overtuigen,
dat voor Liesl ongetwijfeld een groote toekomst weg
gelegd was.
De voorspelling van den regisseur werd bewaar
heid. Liesl, die een groote opmerkingsgave en een nog
grooter aanpassingsvermogen bezat, werd weldra niet
meer uitgelachen om haar dorpsche manieren, maar
viel op door haar onmiskenbaar talent cn haar don
kere schoonheid.
Een contract naar Amerika werd het jonge meisje
aangeboden en moeder Beh kon haar winkeltje slui
ten en aan den anderen kant van den Oceaan een'
nieuw leven beginnen en gaan genieten van een wel
verdiende rust na moeilijke jaren van kommer en
zorg.
Maar voelde moeder Beh. thans met vrouw Vil
leray zich al tevreden, zoo niet gelukkig, Liesl, alias
Blanche, \yas -dat niet. Zooals het gewoonlijk gaat
met aardige en daarbij nog rijke meisjes, had Blanche
een zwerm aanbidders, die allen zonder uitzondering
uit burgerlijke kringen stamden en Blanche, de lie
veling van het publick in het nieuwe vaderland,
meende dat ze te goed was voor een man zonder ti
tel, zelfs al was hij de zoon van een socp-in-blik-
koning. Zelfs de huizen van de soep-, tin- en andere
koningen bleven vooralsnog voor haar gesloten en dat
waren toch de eenige plaatsen, waar zij eventueel
adellijke pretendenten zou kunnen ontmoeten.
Haar agent, die van Blanche s hoogere aspiraties
afwist, organiseerde een geweldige reclame-campagne
en de populariteit van de jeugdige filmster steeg
•met den dag.
Daardoor ontving zij onder meer een uitnoodiging,
om op een liefdadigheidsfeest als verkoopster te fun-
geeren, en daar zij wist dat de handels-aristocratie
van de stad het zich tot een plicht rekende, dezen
bazar te bezoeken, nam zij de invitatie aan.
En zie, het lang verwachte gebeurde eindelijk: een
jonge man met aristocratisch uiterlijk, die langen tijd
aan haar tentje vertoefde cn voor eenige honderden
dollars gekocht had, stelde zich eindelijk schuchter
aan haar voor als Prince Marcello del la Marca en
vroeg verlof haar op haar ontvangdag te mogen be
zoeken.
Blanche, zeer vereerd, liet hiervan wijselijk niets
blijken en gaf schijnbaar achteloos en als met eeni-
gen tegenzin haar toestemming.
Het feest had nu zijn grootste bekoring voor haar
verloren en zij wenschte, dat het reeds Donderdag
mocht zijn.
Zooals alle Donderdagen kwam ook deze lang ver-,
beide en Prince Marcello verscheen met een prachti-j
gen bos van de zeldzaamste orchideeën voor mevrouw]
Villeray en een doos bonbons voor Blanche, waarvan
de doos alleen reeds tien dollar gekost moest heb
ben.
Het meisje had nauwelijks oog voor haar andere
gasten, die zij aan mama overliet, en onderhield zich'
levendig met den Italiaanschen prins, die uitstekendj
Engelsch sprak, beter eigenlijk dan de Duitsche
Blanche.
Het ontvanguur ging veel te gauw voorbij en me
vrouw Villeray, wie de prins ook wel beviel, verzochtl
hem, nog eens een kopje thee te komen drinken, maar'
dan „onder ons', zoodat men wat rustiger zou kunnen
praten.
De jongeman stemde volgaarne toe en reeds den
volgenden dag herhaalde hij zijn bezoek. Hij had, zei
hij, de vrijheid genomen een oud-Venetiaansch spie
geltje mee te brengen, dat. hij toevallig ergens ont
dekt had. De chauffeur zou het dadelijk brengen.
De spiegel kwam en bleek een wonder van an
tieke zilversmeedkunst, waarvoor Blanche in vervoe
ring raakte.
Hij moest oogenblikkelijk worden opgehangen en
reeds stond zij op een stoel, toen de prins een be
denkelijk gezicht trok.
Maar miss Villeray, daar kunt u dien spiegel
onmogelijk hangen. Ziet u niet, dat uw koperen wand
borden en die koperen vazen thuishoorden in de keu
ken van het paleis, waar deze spiegel in een zaal
hing? Dat gaat toch niet!
Blanche bloosde.
Hier dan? vroeg zij weifelend, naar een plaatsje
boven den divan wijzend.
Nog bedenkelijker keek de prins. Hij doorliep de
geheele kamer, monsterde hier wat, zocht en zocht
naar een passend hoekje voor zijn kostbaar geschenk,
maar scheen het niet te vinden.
Enfin, zei hij eindelijk, we zullen hem dan maar
boven den divan moeten hangen, maar veel en veel
beter zou hij uitkomen boven de twee antieke stoel
tjes, die ik bij Birnbaum en Co. zag staan.
Maar dan moet u die voor mij bestellen, viel
Blanche haastig in. Zoo'n geschenk hoort in een pas
sende omlijsting.
Des prinsen gezicht klaarde op.
Juist, dat moesten we doen, zei hij opgewekt.
Zal ik die twee dingetjes dan maar dadelijk gaan
bestellen? En mag ik dan morgen het effect komen,
bewonderen?
Hij zag Blanche daarbij diep en innig in de oogen.
De jeugdige filmster sloeg de oogen neer en bloos
de.
Kom dan liever morgenavond, fluisterde zij, mor
gen ben ik den heelen dag in de studio.
Zal ik je komen afhalen, Blanche?
Blanche zei niet neen.
De stoeltjes, die zij en haar moeder monsters van
leelijkheid vonden, alleen met dit verschil, dat de
laatste het durfde zeggen en de eerste niet, kwamen
tegelijkertijd met de rekening ad negenhonderd dol
lar.
'k Wou, dat-ie met dien spiegel 'k weet niet
waar gezeten had, zei mevrouw Villeray uit den
grond van haar hart. Dat cadeautje kost jou duizend
dollar.
Ja, maar nu komt mijn schoonheid ook in een
passende omlijsting, praatte Blanche den prins na.
En jij hoopt daardoor kans prinses te worden,
dacht mama, maar sprak het niet uit.
De prins haalde Blanche met zijn Rolls Royce af
en offreerde haar een flesch van het duurste parfum.
Daarna reden ze snel naar Blancha's villa. Vol ver
wachting opende het jonge mesije de deur van de
ontvangkamer en keek stralend om naar haar be
geleider, wien de glimlach op de lippen bestierf.
Vindt je het niet keurig zoo?
Met den moed 8er wanhoop tooverde Marcello
een zwak lachje te voorschijn.
Ja hoor, je hebt je best gedaan, maar
Maar?
Ik had het mij toch anders voorgesteld. Het...-,
steekt zoo af bij het overige meubilair.
De tranen sprongen Blanche in de oogen.
'k Had moeten bedenken, dat modern en antiek
niet samengaan, zuchtte hij. De heele kamer zou
veranderd moeten worden.
De kamer werd veranderd. Niet alleen de kamer,
maar het geheele huis. Blanche was niet meer te
houden en of mevrouw Villeray al klaagde, dat Blan
che zich ruineerde, dat er géén enkele prettige of ge
makkelijke stoel meer in huis was, het hielp niet.
(Jok Blanche voelde zich hopeloos misplaatst, in het
museum dat haar huis geworden was, doch het ging
erom den prins te behagen, wiens bezoeken echter
langzaam, maar zeker minder werden, om eindelijk
geheel op te houden.
Alleen ontving zij nog een nummer van de Ame
rican Revue, het meest mondaine weekblad, waarin
drie pagina's met prachtige interieur-foto's, waren
gewijd aan de woninginrichting van de beroemde