DE R00DE -
VINGERAFDRUK.
Uitgevers: N.V. v.h. TRAPMAN Co., Schagen.
Eerste Blad.
DE NIEUWE BESMETTELIJKE
ZIEKTEWET.
BERTELSJUNSTKORREL"
Gemengd Nieuws.
Juweelendicfstal te Berlijn.
STER-TABAK
Do keizorschopon in hst Nomi-meer.
Het lijk in den koffer.
Dinsdag 12 November 1929.
SCHAG
Altuiti Nitus-
72ste Jaargang No. 8561
COURANT.
lit- l
Dit blad verschijnt viermaal per weelc: Dinsdag, Woensdag, Donder
dag en Zaterdag. Bij inzending tot 's morgens 8 uur, worden Advor-
tentiën nog zooveel mogelijk in het eerstuitkomend nummer geplaatst
POSTREKENING No. 23330. INT. TELEF. No. 20.
Prijs per 3 maanden f 1.65. Losse nummers G cont. ADVERTEN-
TIöN van 1 tot 5 regels f 1.10, iedere regel meer 20 cent (bewijsno.
inbegrepen). Grootere lettors worden naar plaatsruimte berekend.
DIT NUMMER BESTAAT UIT VIER BLADEN.
Do nieuwe wet op de besmettelijke
ziekten voerziet in een behoefte,
waarvoor wij den wetgever dank
baar bchooren te zijn.
In October 1.1. is in werking getreden de nieuwe wet
houdende voorzieningen tegen besmettelijke ziekten.
Ofschoon deze wet op 20 Augustus 1928 reeds in het
Staatsblad verscheen, was hare inwerkingtreding nog
steeds uitgesteld. Het scheen echter, dat de Regeering
den laasten tijd haast maakte met de invoering der nieu
we wet; het voorkomen van de vele alastrim-gevallen
maakte dit ook wel wenschelijk.
Het spreekt vanzelf, dat vrijwel iedereen bij het voor
komen van besmettelijke ziekten, belang heeft bij de
totstandkoming dezer nieuwe wet op de besmettelijke
ziekten. De oude wet van 1872 (schepping van Thor-
becke) noemde 7 ziekten als besmettelijk, t.w.: cholera,
typhus, pokken, roodvonk, diphterie, dyzenterie en pest,
terwijl telkens voor een jaar bij Kon. Besluit bepalingen
van de wet ook op andere ziekten van toepassing kon
den worden verklaard. Dit heeft o.a. plaats gehad met
de alastrim. De nieuwe wet noemt niet de ziekten, waar
op ze van toepassing is, maar laat dit over aan een alge-
meenen maatregel van bestuur. Ze onderscheidt alleen
twee groepen van ziekten, A. en B.
De A-ziekten zijn de gevaarlijkste, de z.g. exotische
ziekten als cholera, pest, vlektyphus, pokken e.d.
De B-ziekten zijn de z.g. endemische ziekten, die niet
zoo gevaarlijk zijn als de a-ziekten n.1. roodvonk, ty
phus, paratyphus, diphterie. Ook de alastrim valt onder
groep B.
Hieruit blijkt dat de alastrim door den wetgever niet
als pokken wordt beschouwd.
De uitvoering der wet is voor een groot deel gelegd
op de schouders van den burgemeester en de gemeente
besturen.
De Burgemeasters zullen voor een geheel verschillen
de taak komen te staan, naarmate een ziekte onder
groep A of groep B is gebracht.
Een geneeskundige die een geval van ziekte van groep
A vermoedt of vaststelt moet onverwijld, in ieder geval
binnen 24 uren, daarvan kennis geven aan den burge
meester, der gemeente, binnen welke do vermoedelijke
lijder of de lijder zich bevindt en aan den inspecteur.
Hij moet maatregelen nemen, waardoor de uitbreiding
der ziekte kan worden voorkomen.
Een geneeskundige, die een geval van groep B heeft
vastgesteld, b.v. alastrim, geeft daarvan binnen 24 uren
kennis aan den burgemeester en inspecteur en neemt
maatregelen om uitbreiding te voorkomen. Wanneer een
geneesheer een geval vran groep B. vermoedt, moet hij
die maatregelen ook nemen, maar hij behoeft dan nog
geen kennis te geven.
Een lijder aan een ziekte-A moet worden afgezonderd
en verpleegd in een openbare of andere inrichting, be
stemd voor verpleging van lijders aan besmettelijke
dekten.
Als de behandelde geneeskundige verklaart, dat een
FEUILLETON
Uit het Vuitsch van
M ATT Hl AS BLANK.
HOOFDSTUK XI.
Bent u de portier?
Ja!
Herkent u de doode?
Ik zou zeggen, het is de Consul-Generaal.
Waaraan herkent u hem?
De portier stak zijn spits, mager hoofd naar voren
en keek met zijn uitdrukkingslooze oogen naar den
doode.
Hij heeft dc grijze huisjas van meneer aan en
het is zijn gladgeschoeren gezicht. Hij ziet cr alleen
een beetje raar uit.
Dat komt door de starre gelaatsuitdrukking.
Ja, ja, dat weet ik wel, mijn vader zag er ook
zoo vreemd uit toon hij dood was. Als ik zelf niet bij
hot sterven was geweest, zou ik gezegd hebben dat
hij het niet was.
Wanneer hebt U het huis verlaten?
Tegen tvvèe uur. Meneer heeft mij vanuit zijn ka
mer getelefoneerd en mij naar Hinzdórf gestuurd.
Bij deze mededeeling keek Komsbach den officier
van justitie aan als om zijn aandacht op dc laatste
mededeeling te vestigen. Doctor Friesen begreep wat
hij bedoelde. Dus de vermoorde had zoowel den secre
taris als den portier weggestuurd om niet gestoord te
Worden, dat. stond vast.
Weet U ook of meneer Langenbach bezoek ver
wachtte?
Ja, dat heeft hij mij gezegd.
Wat zei hij dan?
Als cr iemand voor meneer kwam, moest ik
hem naar de werkkamer brengen: de bezoeker mocht
direct van de gang binnenkomen.
Hoe laat was dat?
Ongeveer kwart voor twee.
Hebt U den bezoeker ook gezien?
.T~ Natuurlijk,' ik heb hem zelf binnengelaten en
meneer gebracht.
lijder niet vervoerbaar is, dan worden ten aanzien van
den lijder en zijn verblijf maatregelen van afzondering
toegepast.
De wet regelt verder, wat er moet gebeuren voor af
zondering van de bewoners en de woning, waar de lij
der beeft verbleven. De Burgemeester moet zorg dragen
voor de naleving. Daartoe moet hü, totdat de genees-
heeren of inspecteur heeft verklaard, dat het gevaar
voor besmetting is geweken, hetzij één of meer bewo
ners naar een andere verblijfplaats overbrengen, hetzij
de woning sluiten of onder bewaring stellen of een ken
merk aanbrengen.
Een lijder aan een ziekte van groep B. (alastrim b.v.)
kan in zijn woning verpleegd worden. Alleen wanneer de
geneskundige of inspecteur aan den Burgemeester be
richt, dat de noodig^ maatregelen om uitbreiding van de
ziekte te weren, niet voldoende worden of kunnen wor
den toegepast, kan de Burgemeester op geneeskundig
advies den lijder doen overbrengen naar een openbare of
andere inrichting, bestemd voor verpleging van lijders
aan besmettelijke ziekten.
De lijder kan tegen een last tot overbrenging bezwaar
bij den burgemeester inbrengen. De burgemeester stelt
den minister onverwijld met het bezwaar in kennis.
De overbrenging wordt opgeschort, totdat de minister
heeft beslist.
De burgemeester kan ook verbieden, dat een persoon,
die blijkt gevaar op te leveren voor verspreiding van een
bij algem. maatr. v. bestuur genoemde ziekte, werkzaam
is of blijft in een beroep of bedrijf, dat bevorderlijk is
aan de verspreiding van die ziekte. (Bacillendrager).
Dit is wel een van de moeilijkste beslissingen, waartoe
de Burgemeester kan worden geroepen. Men gaat er
maar niet zoo spoedig toe over iemand uit een bestaan
te stooten.
De wetgever heeft dit ook wel gevoeld. Daarom is ge
tracht eenigszins aan de bezwaren tegemoet te komen,
door te bepalen, dat bij toepassing van dezen maatregel,
bij Kon. Besluit op rükskosten aan den betrokken per
soon een tegemoetkoming kan worden toegekend, indien
hij door den maatregel inkomsten derft, die voor zijn
levensonderhoud noodzakelijk zijn.
De hierbedoelde maatregel zal toepassing kunnen vin-
KWALITEIT HOILANO/CM El BOVENAAN DOOR
(Volledig Pluimveevoeder')
daar deze uit ideale grondstoffen is vervaardigd
en géén vischmeel bevat
Alles vereend in één korrel.niets byvoeren
Sedert 1925 is de pluimveeteelt
verrijkt mef Bertels'.Kunstkorrel'her weienschap
peligk ideale, voordeeliger en volledige voeder
voor kuikens, kippen.eenden enz \v33rin
de qranen.vleeschmeel. vilaminen.voed.nqszouten
enz in één korrel zijn vereeniqd en waarmede ver
kregen wordt-arbeidsbesparing, laqere productie
kosten en betere bevruchting v.h.ei.grooteren smake
iijker eieren .sterker en mooier dieren en 30% méér
eieren dan metdeomslachtiqe dubbel voederinq
met Ochtendvoeder en qemenqd qraan. Alle foutief
voederen.waardoor noq millioenen verspild wor
den, wordt door de. Kunstkorrel"in eens opgehe
ven. In Nederland voert men reeds Z millicen
kippen en eenden met Sie/dels JéuAtsihoVml"
Qp<4 50 kil° O.50 P°shw Vpaaq^ brochure
Ai op ons foodje. wacht Uvom Tw/maahsah
ÏBERTElSmsrS AMSTERDAM
Odrooi reeds verkreqen in Belqiè.Canada.Engeland,
Frankrijk.ltalië.HongarQe. Polen,Spanje.Zuid-Afri ka
Doctor Friesen had tijdens dit verhoor onafgebro
ken mevrouw Langenbach, die nog steeds den tuin
inkeek, gadegeslagen; toen de portier van het ver
wachte bezoek vertelde, keerde ze zich opvallend-
plotseling om. In haar oogen was een uitdrukking
van spanning en ze kneep haar smalle lippen stevig
op elkaar.
Wie was het? vroeg de commissaris verder.
Dat weet ik niet, hij noemde zijn naam niet, zei
de portier.
Vergiste de officier van justitie zich? Het leek hem
of zij rustiger werd, alsof er zelfs een lachje om haar
mond speelde.
Hoe laat is deze bezoeker gekomen?
Tegen twee uur, want direct na zijn. komst heeft
meneer mij weggestuurd.
Dus u hebt den bezoeker niet zien weggaan?
Neen!
Hoe zag hij er uit?
Weer was er die gespannen uitdrukking in het
gezicht van mevrouw Langenbach; het scheen alsof
zij het antwoord van de lippen van den portier wilde
lezen.
Deze laatste dacht na; hij trok zijn schouders op.
Ik heb er niet zoo op gelet.
Maar iets moet u zich toch nog herinneren?
Ja, hij had een lichten jas aan, die hij open
droeg, een lichte voorjaarsjas.
Was hij groot, klein, jong, oud? drong de com
missaris ongeduldig aan, pogend het geheugen van
den man wat op te frisschen.
Groot en slank was hij, en hij had een bruin,
door de zon verbrand gezicht, als een Italiaan, zou
ik zoo zeggen en heel licht blauwe oogen. Ja, dat her
inner ik mij nog, want die vielen zoo op in zijn don
ker gezicht.
Een haard?
Neen, het is mogelijk dat hij een kleine snor had,
maar ik heb meer op het donkere gezicht en de
blauwe oogen gelet.
De handen van mevrouw Langenbach waren in el
kaar geklemd. Doctor Friesen was door deze beschrij
ving zoo geschrokken dat hij den getuige strak aan
keek en de blonde vrouw heelemaal vergat. De be
schrijving paste volkomen op Bobbie von Matrci en
nu herinnerde hij zich in wat voor eigenaardige
stemming zijn aanstaande zwager was thuisgekomen
en hoe hij zich opgesloten had in zijn kamer. Hij zag
in zijn verbeelding weer de lichte jas, die in den
wind achter hem fladderde.
Maar mevrouw Langenbach moest hem ook in deze
beschrijving herkend hebben, dat zag hij duidelijk
toen hij weer naar haar keek.
den, indien b.v. iemand die in een melkbedrijf werkzaam
is, typhus-bacillen draagt. De mogelijkheid is hier im
mers niet uitgesloten, dat de bacillendrager de melk met
bacillen besmet.
Voorts kan de burgemeester het houden van kermis
sen, markten en openbare vergaderingen of vermakelijk
heden in de gemeente verbieden op grond van den om
vang, dien de uitbreiding van een besmettelijke ziekte
heeft verkregen of dreigt te verkrijgen. Ook de minister
kan dit doen voor een of meer gemeenten.
De wet bevat ook bepalingen over schoolbezoek en
sluiting van een school. De burgemeester kan opdracht
geven te onderzoeken of personeel van een kinderbe
waarplaats of school of minderjarigen die haar bezoe
ken, lijden aan of gevaar opleveren voor overbrenging
van een ziekte A of een ziekte B, en dat wel, indien re
delijk vermoeden bestaat, dat bet bezoeken van zulk een
inrichting oorzaak is geweest van de verspreiding van
een besmettelijke ziekte.
Ten slotte bepaalt de wet, dat de gemeente of de ge
meenten, die door de Kroon daarvoor worden aange
wezen ten genoegen van den minister de beschikking
moeten hebben over een of meer gelegenheden voor ver
voer, afzondering, waarneming, reiniging, ontsmetting
en verpleging van personen en voor vervoer, reiniging
en ontsmetting van goederen.
Het zal raadzaam zijn, dat de gemeenten met bekwa-
men^poed aan deze bepaling aandacht schenken, willen
zij niet de kans loopen, daartoe gedwongen te worden.
Elk oogenblik kan zich immers een geval van besmet
telijke ziekte in een gemeente voordoen.
De nieuwe wet op de besmettelijke ziekte voorziet in
derdaad in een behoefte, waarvoor wij den wetgever
dankbaar behooren te zgn.
Amersfoort.
A. OVER.
EEN GERAFFINEERDE BOEF AAN HET WERK.
Een geslepen oplichter is er in geslaagd een juweelen
handelaar uit Frankfort a. d. M. op te lichten voor een
waarde van 200.000 mark aan juweelen. De juwelier, die
in de stad in een hotel logeerde werd kort na zijn aan
komst opgebeld door een zekeren, hem onbekenden
Perlewitz, die hem mededeelde, dat hij opdracht had ge
kregen om juweelen te koopen voor een bekende. Hij
had een grooten briljant noodig en wenschte de trans
actie onmiddellijk af te sluiten. Daar de handelaar een
zoo kostbaar stuk niet in zijn collectie had gaf Perle
witz hem opdracht het bij zijn collega's te zoeken,.
Het gelukte den handelaar inderdaad een briljant van
de gewenschte grootte te vinden. Perlewitz ontbood den
juwelier nu naar een pension, waar de dame in kwestie
woonde. In de ontvangkamer van het pension spreidde
de juwelier zijn collectie ten toon. Perlewitz verzocht
hem eenige oogenblikken in een zijkamer te willen wach
ten, tot de dame, een tooneelspeelster thuis zou komen.
Inderdaad verscheen na geruimen tijd de tooneelspeel
ster. Zij wist echter niets van een door haar bestelden
briljant en kende niemand, die Perlewitz heette.
De juwelier stormde naar de ontvangkamer, doch na
tuurlijk was Perlewitz en met hem de monstercollectie
verdwenen.
De politie, die terstond gewaarschuwd was, kon voor-
loopig alleen vaststellen, dat de juwelier in de handen
van een geraffineerden boef was gevallen, die van de
Kombasch keerde zich naar de vi*ouw des huizes.
U hebt het antwoord van den getuige gehoord.
Is er in de kennissenkring van uw echtgenoot ook ie
mand op wien de beschrijving past.
Allen keken ze haar aan. Wat zou ze antwoorden?
Ze moest het weten evenals hij zelf het wist, dacht
dr. Friesen.
Neen, ik zou niet weten wie!
Zegt die beschrijving U niets?
Haar stem klonk kalm en zeker, herinnerde zij het
zich werkelijk niet of bezat zij zoon grootc wils
kracht dat ze zoo zelfverzekerd onwaarheid kon ver
klaren? Zou ze heelemaal niet aan Bobbic denken?
Maar eischte zijn plicht niet dat hijzelf den naam
noemde: Bobbie von Mntrei. Dat was dc broer van
zijn meisje. Moest hij de verdenking op hem laten
vallen?
Doctor Friesen was zich bewust van zijn verwarring
en onzekerheid. Maar hij zweeg.
Toen vroeg mevrouw Langenbach:
Is mijn aanwezigheid nog verder noodig?
Neen mevrouw, u kunt nu wel gaan!
Mevrouw Langenbach knikte koud en ging weg: ook
de portier mocht weggaan.
Nu wendde de inspecteur zich weer tot den officier
van justitie.
Had er nog iets gevraagd moeten worden, meneer
de officier?
Neen!
U hebt zelf gehoord dat de vermoorde zijn moor
denaar verwacht heeft.
Ja, ja.
Ja, ja.
Maar deze instemming klonk een weinig ver
strooid.
De beschrijving die de portier Davidet gegeven had.
geeft wel enkele aanknoopingspunten, ging de com
missaris voort.
De gedachten van dr. Friesen waren nog steeds bij
Bobbie von Matrei; hij bad een door de zon verbrand
gezicht en helderblauwe oogen en de officier van
justitie bedacht hoe de vermoorde hem indertijd zijn
verloofde, van wie hij nog steeds hield, afhandig had
gemaakt. Waar was Bobbie dien middag zoo opge
wonden vandaan gekomen? Dr. Friesen herinnerde
zich precies hoe laat hot was: het was iets over half
vier geweest. En nu antwoordde hij op de laatste
opmerking van den commissaris:
Ja zeker! Maar toch is het mogelijk dat de
Consul-Generaal een bezoek heeft gehad die weer is
weggegaan en dus de moordenaar niet hoeft te zijn.
Deze kan daarna gekomen zijn.
Kombasch knikte. - - -
L-icht ei» «jie u wiy
gewoonten van den juwelier blijkbaar goed op de hoogte
was. Hij heeft hem met opzet uit zijn hotel naar het
pension gelokt om beter zijn slag te kunnen slaan, daar
het pension twee uitgangen had. Het signalement van
Perlewitz, die ongeveer 36 jaar oud moet zijn, werd ter
stond overal verspreid.
WELLKOM, VREEMDELINGEN.
Het Duitsche stoomschip Hoechst, dat onlangs in den
Indischen Oceaan ls» gestrand, is op Zonderlinge wijze
van zijn lading ontlast. De lading bestond uit tin ter
waarde van ongeveer 5 miljoen mark. De bemanning
van de Hoechst had het gestrande schip verlaten, na
dat er brand op was uitgebroken. De bewoners van een
eiland in de nabijheid hebben daarna ongemerkt de la
ding aan land gebracht en verstopt. Toen verscheideno
sleepbooten bij de Hoechst kwamen vonden zij het schip
leeg. Alle onderhandelingen met de bewoners van het
eiland om de lading terug t^ krijgen zijn tot nu toe
vruchteloos gebleven.
Modderverschuivingen.
Uit Rome wordt gemeld: Het lichten van de Romel-
sche keizersschepen in het Nemimeer ondervindt groote
moeilijkheden door de aanhoudende regens van den laat-
sten tijd. Het gevolg hiervan is, dat de modder, waarop
de schepen rusten, in beweging is geraakt, zoodat het
naar het land berichte gedeelte de laatste dagen twaalf
en het andere gedeelte ongeveer vier meter verschoven
is.
Ten einde verdere gevaren te vermijden worden de
bij de drooglegging gevonden voorwerpen thans voorloo-
pig naar het museum aan den oever van het meer ver-
gebracht
DE MOORDENAAR GEPAKT.
Het was nog steeds niet gelukt den man te vinden, die
den Parijschen banklooper Rlgaudin, wiens lyk in het
station Rijsel in een koffer werd ontdekt, heeft ver
moord, Wel bevindt zich sinds eenigen tijd te Parijs een
man in hechtenis, de kleermaker Almazof, tegen wien
ernstige verdenking bestaat en nu is sinds Zaterdag
deze verdenking nog toegenomen omdat een taxi-chauf
feur by de politie is komen verstellen, dat hij in de por
tretten, die de bladen van den verdachte Almazof pu-
bliceeren, pertinent den man herkent, voor wien hy den
9den October in de St. Gillestraat een koffer op zijn
taxi had geladen.
Dat is zeker mogelijk, maar we hebben nog dien
duimafdruk op de schrijftafel; als die overeenkomt
met den duim van den bezoeker, dan zijn we er toch
zeker van, zou ik zeggen!
Danwel!
Dr. Friesen had geen rust meer, wat hij hier ge
hoord en gezien had, was zoo pijnlijk, dat hij alleen
wilde zijn cn hij vroeg Kombasch:
Hebt u nog iets bijzonders?
Neen! Voorloopig kunnen wc niets meer doen.
De officier van justitie liet de ambtenaar dien hij
had meegebracht en dien hij in de gang had laten
wachten, naar het Paleis van Justitie teruggaan, zon
der hem eenige mededccling te doen. Hij voelde zich
niet in staat direct naar zijn bureau te gaan, hij
slenterde door de straten zonder een bepaald doel.
Wat moest hij doen.
Deze vraag drong zich steeds dringender aan hem
op; de zaak Langenbach was bij hem aangebracht, hij
moest de vervolging instellen. Maar hij wist dat do
beschrijving van den portier het signalement van
Bobbie von Matrei was; hij wist dat deze juist om
en bij dien noodlottigen tijd geheel van streek was
thuisgekomen en zich zoo vreemd gedragen had. Ook
wist hij dat Bobbie von Matrei reden had om tegen
over den vermoorde vijandige gevoelens te koesteren.
Had hij als ambtenaar van het Openbaar Ministc-
die niet alles wat hij wist aan den opsporingsamb
tenaar moeten meedeelen? Maar. stelde hij zich ge
rust, de mogelijkheid van een latere bezoeker die
den moord gepleegd had, bestond nog. Neen, Bobbie
von Matrei hoefde nog geen moordenaar te zijn!
Maar de duimafdruk? Deze zou toch wel in elk ge
val van den moordenaar afkomstig zijn en als deze
nu ook van Bobbie von Matrci bleek? Wat moest
hij doen? De verlovingskaarten had bij nog in den
zak en Maandag zouden ze weggezonden worden
wat zou er in dien tusschcntijd gebeuren?
Moest li ij Else niet waarschuwen?
Maar hij mocht er niet eons met haar over spre
ken. Zijn ambtsgeheim veroordeelde hem tot zwij
gen. Mocht hij de zuster van een verdachte waar
schuwen? Als hij bij haar zou zijn zou zij over alles
en nog wat babbelen en hijhij zou aan nieis
anders kunnen denken.
Wat moest hij doen?
Hij moest zwijgen!
Wordt vervolgd.