SchagerCourant WIERSNGEN. T.B.C.-bestrijding onder het Rundvee. Donderdag 14 November 1929. 72ste Jaargang. No. 8563 Uitgaande van de Hollandsche Maatschappij van Landbouw, afd. Wieringen, werd j.1. Dinsdagavond in Hotel De Haan te Hippolytushoef een voordracht oi bespreking gehouden over T.B.C.-bestrijding onder het rundvee, toegelicht met lichtbeelden, door den Rijksvceteeltconsulent den heer L. de Vries uit Alk maar. De 'heer P. de Haan opende deze bijeenkomst met welkom aan de opgekomenen en in het bijzonder aan den spreker voor dezen avond, namens den voorzitter, die wegens lichte ongesteldheid niet aanwezig kon zijn. De spreker verkrijgt dan al dadelijk het woord en zegt te zullen behandelen de bestrijding van T.B.C. onder het rundvee. Nuttig vindt spreker het toch eerst iets te zeggen over de ziekte zelf, en welke schade er in 'het bedrijf wordt geleden door de T.B.C. De ziekte 'bestaat reeds zoo lang het mensch- dom bestaat. Bij de dieren kwam de ziekte niet voor toen zij nog in het wild leefden. Zoo wordt een voor beeld gegeven, dat b.v. nu nog, bij in het wild leven de dieren geen T.B.C. wordt geconstateerd, doch dat bij hetzelfde soort dier dat b.v. in Artis leeft, T.B.C. voorkomt. Spr. zegt, dat bij het rundvee de weerstand een groote rol speelt. Een koe, welke lichamelijk niet sterk is, zal eerder vatbaar voor T.B.C. zijn dan een sterk beest. Bij een sterk beest zal evengoed de bacil naar binnen komen, maar die wordt opgesloten en onschadelijk gemaakt. Zoo'n beest kan dus evengoed nog goed zijn. Bij een zwak dier zal de strijd in het lichaam door de T.B.C.-bacil worden gewonnen, en zoo'n dier is onherroepelijk verloren. Er zijn ech ter nog vele gevallen tusschen deze twee uitersten. Alle gevallen worden in twee groepen verdeeld en dat zijn gevallen in gesloten en in open vorm. De open vorm is zeer gevaarlijk. De besmetting kan dan op vele manieren geschieden, en wel door de utwerpse- len, de melk, ook door het hoesten enz. Zelfs de adem kan besmetting geven. Van de 100 gevallen open vorm T.B.C. komen voor 50 gevallen long-T.B.C., de overige 50 gevallen zijn lever-, nier-, baarmoeder-, darm-, en uier-T.B.C. Van deze 50 laatste gevallen zul len dan tevens de Jongen zijn aangetast. De 100 ge vallen zijn dus allen long-T.B.C. De ziekte is niet overerfelijk, doch de vatbaar heid voor T.B.C. is wel erfelijk. Het is dus best moge lijk, dat een aan T.B.C. lijdende koe een gezond kalf kan geven, doch wil men het jonge dier gezond hou den, dan zal het oogenblikelijk moeten worden af gezonderd. Zoo'n kalf is echter meer vatbaar voor T.B.C. dan een kalf van een gezond dier. De oorzaak dat de T.B.C. onder het vee meer ter sprake is dan vroeger, ligt hierin, dat, als de ziekte niet wordt bestreden, ze al meer voortwoekert. Thans wordt meer van een bedrijf gevergd dan voorheen en hoe hooger b.v. de melkproductie wordt opgevoerd, zooveel te meer wordt van een dier verlangd en zoo veel meer weerstand moet het dier kunnen bieden. Vooral een slechte stalling is een t.b.c.-kweeker. Goede ventilatie is een eerste vereischte. Spr. zegt verder, dat bij het instellen van het markt wezen de t.b.c.-bestrijding is bemoeilijkt. Hoe gemak kelijk wordt op 'n markt de besmetting niet overge bracht. Zoo is het ook met de aflevering der melk. Vroeger, toen een ieder zijn eigen, melk verwerkte, ging de besmetting niet zoo gemakkelijk over. Nu echter wordt de melk aan de fabriek geleverd en de verschillende hoeveelheden gaan door elkaar De af valproducten gaan ook dooreen en worden ook weer afgeleverd. U ziet, de besmetting kan zoo al heel een voudig en gemakkelijk plaats hebben. Wanneer de ziekte dus niet zou worden bestreden, zal uitbrei ding zeker zijn. Dan staat spr. even stil bij de schade, veroorzaakt door t.b.c. en wat zijn daartegenover de bestrijdings- kosten? De schade is zeker zeel- groot. T-b.c. is een slepende ziekte en heel gemakkelijk kan men schade lijden zonder het eerst op te merken. De schade is in cijfers slecht uit te drukken. Wel is er eens een com missie benoemd, welke getracht heeft, met alle me dewerking der fokvereenigingen, fabrieken, coöpera ties enz., uit te zoeken hoe groot de geldelijke en an dere schade wel zou zijn, welke de veeboeren in Ne derland lijden. Zij heeft toen cijfers genoemd en dat was per jaar over den Nederlandschen veestapel van 1 y* tot 4 millioen gulden. Daarbij komt nog de schade aan den handel in fokvee in binnen- en buitenland. Vooral met het oog op den buitenlandschen afzet is de bestrijding geboden. Daarbij komt de besmetting op de menschen. Niet minder dan 7000 menschen sterven per jaar in Neder land aan T.B.C. Vroeger dacht men, dat de menschen niet besmet konden worden, met runder-t.b.c. Dit is echter wel zoo, er bestaat wel degelijk besmettingsgevaar voor den mensch. Voor vele jaren dacht men een bestrijdingsmiddel tegen T.B.C. te hebben gevonden, en wel de Tuber- culine. Dit is echter gebleken niet zoo te zijn. Wel kan men bij gesloten vorm van T.B.C. een dier inspuiten met verdunde Tuberculine en dan constateeren of het dier besmet is of niet. Of men kan bijv. een koe met on verdunde Tuberculine behandelen door de stof in het oog te druppelen. Als het beest met T.B.C. is besmet zal het reageeren. Is ze vrij van T.B.C. zal men er niets aan ontdekken. In Amerika worden alle besmette dieren afgemaakt. De ziekte komt er weinig voor, daar is dat dus mogelijk. Hier gaat dat echter niet. Spr. zou aanraden al het vee op een bedrijf in te spuiten of te oogdruppelen. Dan weet men ten minste hoe men er bij staat. Dan kan bij het voorkomen van gevallen naar open vorm T.B.C. worden gezocht Dieren met gevallen in gesloten vorm kan men gerust afboeren .maar houdt ze in het oog, en zonder ze zoo veel mogelijk af. De besmettingsmogelijkheid is dan zoo veel kleiner. Bij het koopen van vee zou spr. ook aanraden een gezondheidsverklaring te eischen. Wordt vermeld, dat hier T.B.C.-vrij is, dan zou, indien dit niet zoo is, de koop vernietigd kunnen worden. Dan geeft spr. een overzicht van wel en niet uit te voeren maatregelen ter bestrijding. Zoo geeft hij een voorbeeld van de zuivelfabriek te Stompetoren. Deze heeft iemand aangesteld, die alleen tot taak heeft te constateeren, of de koeien der leden zuivere goede uiers hebben. Zijn er twijfelgevallen, dan wordt de melk van die besten afzonderlijk gehouden en gepasteuriseerd. Het is dan nog niet eens gezegd, dat de melk met T.B.C. besmet is. Het is echter een prachtige maatregel. In een vergadering van den Bond van Zuivelfabrieken, in 1927 gehouden, was men het er algemeen over eens, dat de T.B.C.-bestrijding krachtig ter hand moest worden genomen. En in samenwerking met andere vereenigingen is een vereeniging ontstaan ter bestrijding van de T. B.C. onder het rundvee. Als men nu de bestrijding ter hand neemt, acht spr. organiseeren noodzakelijk, omdat die de goedkoopste manier is en als men op de rijke voorschriften te werk gaat, zal het de veehouders ze ker niet veel kosten. Het Rijk geeft e en subsidie van 50 cent per rund en in geval van open vorm wordt het dier afgemaakt en geeft het Rijk f 25 per rund. De opbrengst van het dier komt ook den eigenaar toe. De provincie N.-H. interes seert zich ook voor de bestrijding en geeft een subsidie van f 1 per rund voor onderzoek, en tevens ook f 25 per rund in een geval van afmaken. Alzoo een totale sub sidie van f 1.50 per rund en f 50 per open vorm geval. Dit wordt ontvangen en uitbetaald aan de Centrale ver eeniging. Het spreekt vanzelf dat de centrale vereeni ging onkosten maakt voor administratie enz. Maar toch is in het afgeloopen jaar voor elk rund f 1.10 vergoed. Met de veeartsen is overeengekomen, dat het inspuiten of druppelen f 1 per rund kost. (Het serum wordt gra tis door het Rijk verstrekt). Men zou dus zeggen, f 1.10 is uitbetaald en het kost f 1,dus er is nog 10 cent over. Dit is echter niet zoo, daar elke vereeniging op zichzelf kosten maakt. De kosten zijn heel laag. ook naar gelang er aangeslotenen zijn, dus door de veehou ders zal zeer weinig moeten worden bijbetaald. Wat de kosten aangaat is de zaak dus best aan te gaan. Daar tegenover staat dan het voordeel, dat een veehouder er van kan hebben door de wetenschap, welke hij opdoet. Nog wordt door Spr. uitgelegd welke verplichtingen men heeft na te komen, bij aansluiting. Dan wordt gevraagd over besmetting in de kaas en boter. In de kaas wordt de T.B.C.-bacil tijdens het rijpings proces absoluut vernietigd. De wet op pasteuriseeren der room waarborgt bacilvrije boter. Deze wet wordt nog niet al te veel nageleeft, maar dat zal zeer zeker an ders worden. Hierna volgt een oogenblik pauze, en daarna worden de lantaarnplaatjes vertoond, welke het reeds gesproke ne, zeer verduidelijken. Spr. hoopt dat de pl.m. 80 aan wezigen hieruit begrijpen, dat bestrijding noodzakelijk is, en brengt naar voren, dat de provincie Noordholland buitengewoon gunstig staat tegenover de bestrijding, daar een hooge tegemoetkoming wordt gegeven. Vorig jaar zijn 16000 stuks vee onderzocht*; De maxi mum uitkeering der Provincie welke eerst op f 10.000 was bepaald is verhoogd tot f 20.000. Verder hoopt spr. dat hier een vereeniging zal worden opgericht, Als 8 veehouders lid worden kan ze worden opgericht. Staande de vergadering geven 10 personen zich als lid op. Een vereeniging hier ter plaatse kan dus opgericht worden en binnen korten tijd zal een vergadering wor den belegd ter behandeling van reglement en statuten. De noodige bescheiden zal de heer De Vries toezenden.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1929 | | pagina 9