Voor «lek
wat wils.
HET ZOUT.
Vervlogen roem.
WaterzucLt'ge Zwellingen.
fPheumatiek***~~\
Kloosterbalsem
Waar eens Napoleon zuchtte.
dord door de brandende zonnehitte. Eenige gomboo-
men geven in de verte aan deze hoogvlakte een la
chend uitzicht. Maar de gomboom is een nietige
struik en geheel schaduwloos. Een ondankbare en
woeste natuur, kale rotsen, eenige algronden, een
magere plantengroei, ziedaar St Helena!
Nog steeds is het eilandje niet meer dan een
klein nietig kabelstationnetje. De totale blanke be
volking is nog geen honderd in getal. De bewoners
ervan is een kleurlingen ras, het zijn zeer gewillige
werkers, evenwel moot hun nog veel geleerd wor
den. Het ecnigste uitvoer-product is vlas. De vlas-
kweekerij is er dan ook de voornaamste industrie.
Wat de nijverheid betreft staat het kantklossen op
een hoog peil. De uitvoerrechten ervan zijn evenwel
zeer hoog. Niettegenstaande er op St. Helena een dor
klimaat heerscht, zal liet eiland toch langzamerhand
een vroolijker aanzien krijgen. De Britsche Regeering
heeft nl. den heer Bruins Lich opgedragen, om zich
twee jaar op St. Helena te vestigen en zich aldaar
in zijn functie van Hoofd-Tuinbouwkundige met den
aanleg van tuinen en plantsoenen te belasten. De
heer Bruins Lich, die thans in Zuid-Afrika vertoeft,
zal van zijn verblijf aldaar gebruik maken, om be-
palade soorten vogels, die hij in St Helena wil aan-
teelcn, in handen te krijgen; o.a uilen, tortelduiven,
patrijzen, tarantalen, zangvogels cn vleermuizen. De
directeur van den Pretoria dierentuin zal hem hier
bij behulpzaam zijn. Toen de heer Bruins Lich te
St. Helena aankwam, bemerkte hij, dat er aldaar
hoegenaamd niets gedaan was om den plantengroei
to bevorderen. Hij moest een totaai verwaarloosd
park geheel opnieuw aanleggen. Hij mocht evenwel
met zijn werk een bijzonder groot succes oogsten. Al
heel spoedig na zijn aankomst getuigde de plaatse
lijke pers, dat hij te St. llelena een oase in een
woestijn geschapen had
Overblijfselen uit het roemrucht verleden
der Donau-monarcliic. Een bezcek aan
het lustslot te Schönbrunn. De gouden
koets van Karei VL
Iets terzijde van den fascineerenden pracht van het
lustslot te Schönbrunn, verborgen in een weinig be
zochten zijlaan, staat de bergplaats der oude hofrijtuigen,
een eigenaardige en bekoorlijke verzameling van uit-
Hebt gij blazen onder de ocgen,
zwellingen rond de enkels, bij de
polsen, op de handen, en last van
rugpijn, een duizelig, afgemat gevoel,
of urinestocrniscen V Dan bestaat er
reden om aan nierzwakte te denken.
Verwaarloos geen kostbaren tijd!
Begin onmiddellijk met het gebruik
van Foster's Rugpijn k ieren Pillen.
Zij kunnen trage nieren opwekken
en versterken. En doordat gezonde
nieren het bloed volkomen zuiveren
van de erin voorkomende vergiften
a's urinezuur en urea, ondervindt uw
gel.eele gestel er den weldadigen
invloed van.
Verkrijgbaar bij alle drogisten enz.
in glazen verpakking d f 1.75 p. flacon.
De ware oorzaak van die ellendige pijnen,
die ongeschikt maken voor eiken arbeid,
ls nog weinig bekend. Maar de ervaring
heeft geleerd, dat massecren met Akker s
Kloosterbalsem in staat is. de pijn aanmer
kelijk te verzachten. Gij behoeft niet
oud te worden, voordat ge oud zijtl
„Geen goud
zoo goed"
gediende karossen, met haar ouden, door tijdgeest en
techniek echter reeds lang voorbijgestreefden glans.
Weggerukt uit het rijkbewogen leven en de verblindende
pracht van het keizerlijk hof der Habsöurgers, zijn de
voormalige hof- en staatsrijtulgen, ondanks hun over
daad aan goud aan wagen en raderen, niet meer dan
museumstukken, en voor het oog van den modernen tijdl
echt primitieve voertuigen. Wat den bezoeker van deze
verzameling wel het meeste boeit, is dc geschiedenis,
welke uit deze oude staatskarossen spreekt. Want lede.
re wagen, elk stuk paardentuig, elk zadelkleed en iedere
zweep weet van oude gebeurtenissen ta vertellen. Rond
om den gouden koets van Karei VI. den vader van de
Itokoke-keizerin Maria Theresia, groepeeren zich de vel9
andere voertuigen, welke eens geroepen waren, om de
pracht van het hofleven aan den Hofburg of het slot
to Schönbrunn naar buiten uit te dragen. Bovengenoem
de gouden koets moest plotseling gemaakt worden voor
de buitensporig weelderige kroningsfeesten in Madrid
in het jaar 1710. De koets zelf en het onderstel ver
schillen reusachtig veel In uitvoering. Terwijl de eerste
een bewonderenswaardig pronkstuk is, is het onderstel
ruw wagenmakerswerk, zooals men ook bij de zware
boerenkarren ziet. Om dit onderstel eenigszins bij den
koets aan te passen, werd het eenvoudig met een goud
lak bestreken. Aldus hangt nu in dit ruwe werk op
leeren riemen de koets, met fluweel bekleed met goud-
stikwerk en kostbare schilderstukken uit de schooi van
Rubens en bracht voor meer dan twee eeuwen een
machtig heerscher naar de kroningskerk. Naast deze
kroningswagen staat een 100 jaar jongere broer, welke
dienst deed bij de kroning van Keizer Napoleon tot ko
ning van Lombardije, in het jaar 1810. Bij den val van
Napoleon stond deze wagen te Milaan, en werd toen van
daar met zes paarden in veertien dagen naar Weenen
vervoerd. Zeer opvallend is de kroningswagen van de
vierde gemalin van Keizer Frans, een met zwaar flu
weel bekleed en met rijk goudstikwerk versierd voer
tuig. weliswaar massief in vorm, maar van binnon een
schitterend boudoir voor een schoone vorstin. De Kei
zerin moest vier met fluweel bekleede treden bestijgen,
om In den koets te komen, en zag dan over de hoofden
van de toeschouwers heen. Op vier lichte riemen zweef
de dit met goud omzoomd glazen huisje. De mode, om
zich in draagstoelen te laten vervoeren, was toen nog
niet voorbij. Frans I liet zelfs op zijn reizen altijd 'n door
vier muilezels gedragen draagstoel meegaan. Ook dit
eenvoudige, komisch aandoend voertuig, dat de keizer
voornamelijk in bergachtige streken gebruikte, ls in do
verzameling opgenomen. Een op het eerste gezicht op-
begrijpelijk voertuig in de zoogenaamde,,Jagdwurat" van
den hertog van Salerno. Hierop was namelijk een draai
bare kruk aangebracht, waarop de hertog zat, en het
wild trachtte te verschalken, terwijl lager naast hem de
buksenspanner zat, om den hoogen lager de geladen
buksen te overhandigen. Op den achtergrond zien wij de
Habsburgsche doodenwagens, die treurige rouwkoetsen,
welke in hun glazen kasten stukken wereldgeschiedenis
naar de grafkelders van de Capucijners vervoerden. Hier
staat ook de reusachtige fourgon voor gekroonde
leden van de keizerlijke familie bestemd. Zijn laatste
tocht gold In den wereldoorlog keizer Frans Jozef. Ver
spreid tusschen de reusachtige wagens staan de kleine
wagens voor de kinderen der vorsten, o.a. de kleine
hal es van Fransch Jozef, naar het model van een Duit-
sche Phatton uit het Jaar 1838, welke werd voortgetrok
ken door twee bokken, en de „Vlsavis" van kroonprins
Rudolf, welke deze van zijn ouders ten geschenke had
gekregen. Een reusachtig schilderij aan den wand stelt
een karousselfeest op sleden in rlen Hofbrug voor, uit
den winter van het jaar 1766. In het midden staat in
diepen rouw Maria Theresia, die een half jaar tevoren
haar gemaal, Frans van Lotharingen had verloren. Eeni
ge exemplaren van de toen gebruikte barok-pronksle-
den zijn nog aanwezig, evenals kostbare gouden zadel-
kleeden en het glinsterende tuig der paarden. Deze zijn
vaak met edelsteenen bezet. Een pracht exemplaar zien
wij hier van veldmaarschalk Radetsky. geheel van pen-
neschachten gemaakt. Wanneer men al deze dingen uit
een roemzucht verleden kaal en ontdaan van hun vroe
gere glorie als museumstukken aanschouwt, dan denkt
men onwillekeurig. Sio transit
ziging in voor hen voordeelige toestanden.
Een voorbeeld leveren o.a. die ijveraars voor de
instandhouding van het militairisme, die aan dit mi
litairisme hun geld verdienen. Wat zich nu pas in
Amerika heeft afgespeeld, toont ons wel héél duide
lijk hoe van belanghebbende zijde het streven
naar vermindering van bewapening wordt tegenge
werkt.
De stoffelijke belangen 9pelen zulk een groote rol
in het leven! Daardoor komt het dat er een alge-
in e e n e neiging valt waar te nemen om onrecht,
verkeerde toestanden te handhaven cn goed te pra
ter», zoodra men daarvan profiteert! Maar vloeit
daaruit niet voort dat altijd weer opnieuw de strij
ders voor nieuw leven kunnen rekenen op arg
waan, op miskenning, op vervolging, op negeering
van die velen die geneigd zijn alle verandering te
vreezen omdat zij bij de bestaande toestanden hel
goed liebbcn?
Wel mogen wij dus spreken van een harde waar
heid. Maar loochenen kunnen wij haar niet.
Maar nooit mag deze waarheid ons er toe brengen
om af te zien van het pogen onzerzijds om mede te
arbeiden aan den werkelijken vooruitgang der
Onmisbaar in de menschelijke samen
leving en een der belangrijkste schatten
van den aardbodem.
Het zout heeft wegens zijn onmisbaarheid steeds
een belangrijke plaats in do menschelijke samenle
ving ingenomen. Reeds in de vroegste tijden was deze
stof bekend en heel wat oorlogen zijn er om dit ar
tikel gevoerd. Vriendschap kocht men met zout en bij
sommige natuurvolken heeft liet zout ook thans nog
de beteekenis en de waarde van geld. Het gewone
zout in het dagelijksche leven keukenzout geheetcn,
i- van de bolanrijkste schatten van den aardbodem.
Waar vindt men zout? In het zeewater, in het water
van meren en rivieren, en in de lagen van den aard
bodem. Het zeswater bevat echter een zeer geringe
hoeveelheid keukenzout. Het water van alle rivieren
bevat eenige sporen van keukenzout. Planten en die
ren nemen zout in zich op cn ontleden die stof groo-
lendecls gedurende hun leven en groeien. In afgeslo
ten zeeboezems, zonder een voldoende verbinding
met de volle zee en met zwakke aanvoeren van het
land, verzamelt zich het zout, door de sterke verdam
ping van het water in zulk een hoeveelheid, dat het
weldra het leven van dieren cn het gedijen van plan
ten verhindert. Er stroomt zoutwater in zulke boe
zems en zoogenaamde strandraeren, en voert daar
nieuwe zoutmassa's in, zoodat het water eindelijk
een verzadigde zoutoplossing wordt, en het zout zich
begint af te scheien. Alle meren, welke geen afvoer
bezitten, veranderen mettertijd in zoutmeren. Plant
en dierlevcn is er niet genoeg in aanwezig om het
zout in voldoende hoeveelheid te kunnen verwijde
ren. Het'zout-overschot wordt van jaar lot jaar groo-
ter en in den loop der tijden verandert het zoet wa
ter in pekel. Vooral de hoogvlakten in Mongolië cn
Tartarije en de Siberische vlakte zijn rijk aan zout
meren, waarvan enkele zelfs verzadigde zoutoplos
singen zijn. Velen dier zoutmeren zijn onuitputte
lijke voorraadschuren van keukenzout. Een voorbeeld
hiervan is het Russische meer Elton, hetwelk ten
Westen van de Wolga ligt. Het meer Elton Jigt in
oen vlakte cn heeft een omtrek van ongeveer 7 K.M.
het is zeer ondiep, en kan in' zijn geheele breedte
doorwaad worden. Slechts in de wintermaanden
stijgt het water iets door het smelten van de sneeuw.
Het water van dit meer is niet helder, maar geelach
tig cn troebel, cn bevat behalve keukenzout, nog vele
andere zouten. In den zomer, als de verdamping het
sterkst is, vormt er zich een dun zoutvliesje op de
oppervlakte van het water, wat uit kleine drijvende
zoutkristallen bestaat, welke naar beneden zinken
en voor nieuwe kristallen plaats maken. Op deze
wijze vormt zich in den loop van den zomer een
losse zoutlaag op den bodem van het meer, welke
men „nieuw zout" noemt Dit wordt echter niet di
rect verzameld, omdat het door bittere en licht ver
vloeiende zouten verontreinigd is. Gedurende den
winter zet zich door het sneeuwwater een dunne
zwartachtige leemlaag over de laatste laag nieuw
zout af, waardoor de bodem van het meer uit tal-
Zijn gevoel van plicht en zijn medelijden streden met
elkaar. HU mocht Bobbie niet waarschuwen, dat stond
vast
Denkt u dat verdachte vluchten zal, als wij hem
op vrije voelen laten en hij weet dat hij verdacht wordt?
vroeg hij.
Die kans loopen we zeker. We zijn niet verantwoord
als u hem niet laat arresteeren.
De commissaris kende de wet en de officier van
justitie zag ook geen anderen weg. Moest hij het zijn
die dat deed? Maar hij had niet meer de macht om het
onvermijdelijke uit te stellen en als Bobbie verdacht
van moord gevangen genomen was, wat moest er dan
van hun liefde worden?
Die kaarten daar zouden niet gestuurd worden. Dr.
Friesen streek zich met de hand over het voorhoofd
dat nat was van 'zweetdruppels.
Eindelijk had hij zijn besluit genomen; hij voelde dat
zijn knieën knikten. Toen zei hij tegen den commissaris:
Wacht u even, ik moet met mijn collega hiernaast
overleggen.
Uitstekend, meneer de officier.
Langzaam ging Dr. Friesen naar de kamer naast de
zijne, een korte, dikke gestalte stond van achter het
bureau op.
Zoo collega, wat ziet u eruit; het lijkt waarachtig
wel of u aan den boemel bent geweest, hebt u een lange
zitting gehad?
Neen, neen. maar ik heb een verzoek aan u.
De officier van justitie, Dr. Perscheid wees naar een
stoel:
Gaat u zitten, waarmee kan ik u van dienst zijn?
Ik heb de zaak Langenbach.
Ja, dat weet ik; de moord in de Grosse Garten
Strassc.
Ja, nu heeft commissaris Kombasch me al het ma
teriaal gebracht en het is zoover dat er een bevel tot
Inhechtenisneming uitgegeven moet worden.
Des te beter! Dat heeft hij hem vlug geleverd.
Doctor Friesen streek weer de zweetdruppels van zijn
voorhoofd.
Ik zou nu graag willen dat u die zaak verder in
handen nam.
Maar waarom? Het is toch prachtig voor u dat u
die zaak zoo gauw voor elkaar hebt?
Ik kan er toch niet mee doorgaan, ik voel me er
niet toe gerechtigd...
Maar waarom in vredesnaam?
De man die gearresteerd moet worden is de broer
van mijn aanstaande vrouw.
De broer van uw aanstaande vrouw! Dat ls wel
heel kras.
Maar collega, is het absoluut noodzakelijk dat er
tot arrestatie wordt overgegaan?
rnenschheid, welke steeds afhankelijk is van gees
telijken groei van hen, onder cn met wie wij le
ven. Wij moeten „eigen waarde stellen boven we-
reldschijn."
Och dit zal ons zoo héél zwaar niet vallen mis
schien doet het ons wat sympathie van sommigen
verspelen of veroorzaakt het ons eenige geldelijke
schade of brengt het ons in conflict met het gezag
(zooals b.v. de dienstweigeraars), maar dat is dan
ook alles. Het meest te lijden hebben de groote baan
brekers, de pionieren. Tegen hen treedt op wat dom
is en bekrompen, wat den Mammon dient met ver
stand, met hart en met ziel!
En hoe pijnlijk het moge zijn dit te moeten con-
slateeren het i s zoo.
En het eenige wat wij daartegen vermogen te doen is:
werken aan de verruiming van den geest der men-
schen, prediking van de groote gedachte dat al
doodt men de dragers van groote cn goede ideeën,
deze ideeën toch eenmaal triumfeeren. Menschen
kan men vervolgen, straffen, dooden. Een goede idee,
opkomend in het hart der rnenschheid, is onsterfe
lijk, breekt zich baan door alle tegenwerking heen.
ASTOR.
rijke lagen zout en leem bestaat. Uit het Eltonmeer
worden jaarlijks groote massa's keukenzout gehaald.
De zoutschotsen worden met een soort van schop los
rfe-stooten, in zuiver water afgespoeld en in schuren
ie drogen gelegd.
Drogen dergelijke zoutmeren door een of andere
oorzaak uit, dan blijven er zoutvlakten, zoutsteppen
over. De grens tusschen Europa en Azië wordt ge
vormd door uitgestrekte zoutwoestijncn, waarvan de
oodem geheel inet zout is doordrongen. Door deze
zoutsteppen zijn de stecnzoullageii in de aarde ont
staan, welke op vele plaatsen worden aangetroffen.
Aan de beide zijden der uarpathen is het staenzout
zeer algemeen verspreid. Hier treft men dan ook
veie zoutmijnen aan, waar het zout in brokken uit
den aardhouein wordt gehaald. Oostenrijk, Engeland,
Erankrijk en ook Spanje leveren zout in Cordona
vindt men een open zoutgroeve, liet zout, dat hieruit
gugravcn wordt, is zeer zuiver. Het Engelsche zout is
slechts op sommige plaatsen gekristalliseerd en wit,
gewoonlijk is het echter vast en roodachtig en niet
alles is bruikbaar. Ook in ons land treft men in
Overijsel eenige vast zoutlagen aan. Deze lagen be
vinden zich op een diepte van ongeveer 300 tot 400
meter, liet zout wordt iiicr door een ondergrondsche
oplossing in den -vorm van pekel naar de oppervlakte
gebracht. Hiertoe heeft men verschillende boorgaten
aangelegd. In elk boorgat bevinden zich twee bui
zen, door de ecne buis, welke tot aan den bovenkant
van de zoutlagen reikt wordt bet water ingeperst
door de andere buis, welke tot aan den voet van de
zoutlagen is aangebracht, wordt de verzadigde pekel
opgepompt en naar een zicderij gevoerd, waar het van
alle bijzouten wordt gezuiverd De gezuiverde pekel
wordt dan naar de zoutpannen vervoerd, waar het
indampingsproces plaats heeft De pekel wordt hier
in tot koken gel. acht, waardoor het water ver
dampt en het zout in kristallen overblijft. Het zout
speelt een belangrijke rol bij den opbouw en de da
gelijksche vernieuwing van ons lichaam en is voor
liet menschelijk lichaam een voedsel in den waren
zin van het woord, dat men zich zonder nadeel voor
gezondheid en leven niet onthouden mag.
Plannen om het eiland St. Helena, dat
eens de gedwongen verblijfplaats van Na
poleon was, te verfraaien.
St. Helena gelegen op het Zuidelijk halfrond, hal
verwege tusschen Amerika en Afrika, en vooral be
kend door het gedwongen verblijf van Napoleon, js
niet gemakkelijk te bereiken. Gevormd door een vul
kanische uitbarsting, vertoont liet eiland aan de
oostelijke zijde een hoog plateau, nu eens overdekt
met wolken, welke zich opstapelen rondom de na
burige bergspitsen, dan weer schoon geveegd door
den scherpen drogen wind der Kaap. Plotselinge en
overvloedige regens storen er de regelmatigheid van
het klimaat. Ondanks de vochtige warmte wordt er
het gras weggevreten door den schralen wind of ver
De stem van den officier van justitie klonk toonloos:
Ja, het bewijsmateriaal ls helaas te overtuigend.
Ik kan me voorstellen dat het u aangrijpt, u moet na
tuurlijk nu uw verloving verbreken want als officier van
justitie kan toch moeilijk verloofd zijn met het meisje
wier broer een... een... enfin u begrijpt me wel.
Ja, ik begrijp het volkomen; ik zal mijn ontslag
nemen.
Wat? Dat meent u toch niet? Terwijl u op de no
minatie staat om bevorderd te worden. Er wacht u een
schitterende carrière en ledereen zal de reden kunnen
begrijpen, als u uw verloving verbreekt.
Ik dank u voor uw raad; u meent het goed met me.
Ik zal direct de commissaris met zijn materiaal bij u
sturen.
Toen keerde Doctor Friesen naar zijn eigen kamer
terug; waar Kombasch ongeduldig op hem wachtte.
Daar haalde hij uit een metalen kast het dossier van
de zaak Langenbach en gaf het aan den commissaris.
Hier, wilt u dit aan Dr. Perscheid geven? Neemt
u de foto's ook mee. Dr. Perscheid heeft de zaak Lan
genbach van mij overgenomen.
Kombasch wierp een verbaasden blik op Friesen en
verliet de kamer.
De officier van justitie zette zich weer aan zijn schrijf
tafel. Daar lagen de kaarten: Else von Matrei Doc
tor Ernst Friesen." Hun geluk... Morgen was het Zon
dag en dan kwam de Maandag...
Wat had collega Perscheid ook weer gezegd? Als
officier van justitie kun je toch niet verloofd zijn met
een meisje wier broer...
En Friesen voltooide den zin: een moordenaar is!
Toen bedekte hij zijn gezicht met do handen.
HOOFDSTUK XVI.
Ik kan de tafel toch zeker ook voor Jou dekken?
Ja!
Ga je morgen ook met ons mee wandelen?
Ja zeker!
Dat zal een heerlijke dag zijn!
Het is te hopen. Er komen heerlijke dagen.
Ik hoop, dat die ook voor jou zullen komen, Bobbie.
Ik ben zoo ongerust over Je geweest.
Dat is niet meer noodig; of heb je nog argwaan
tegen mij?
Absoluut niet! Ik geloof je onvoorwaardelijk.
En toen Else met haar glasheldere stem dit antwoord
gegeven had, ging hij naar haar toe, legde zijn beide
handen op haar schouders en zei ontroerd:
Dat wist ik toch wel! Het is goed hoor! En morgen
gaan we een heerlijke wandeling maken en Maandag
drinken we Champagne, want die dag moet gevierd
worden, dat ben je toch zeker wel met me eens?
Ja! Maar je moet me een ding beloven.
En dat ls?
Dat je ons voorbeeld zoo gauw mogelijk volgt.
Nu, wie weet.
Toen ging hij snel de kamer uit om verdere vragen te
ontgaan en hij zocht zijn eigen kamer op.
Else had hem iets nageroepen, maar hij had niet meer
gehoord. Zij bleef staan en knikte. Nu was ze weer
tevreden; hij had opgewekt met haar gepraat en de
rimpels die zij op zijn voorhoofd gezien had, waren weg.
Maar Ernst! Wat zou die hebben, dat hij zoo afge
trokken was geweest?
Ze dacht geen oogenblik aan de mogelijkheid dat zijn
gedruktheid in verband kon staan met den moord op
Langenbacht, zij was heelemaal vergeten dat zij zelf ge
twijfeld had toen zij het bericht in de krant gelezen
had, maar Else geloofde haar broer zoo onvoorwaarde
lijk, dat zij alle gedachten die hem met den moord in
verband brachten uit haar hoofd had gezet.
Bobbie was nu toch rustiger geworden. Hij had zijn
studie weer opgenomen; hij had zooveel materiaal van
zijn Zuid-Amerlkaanschen ontdekkingsreis meegebracht,
dat het voldoende was voor een paar omvangrijke
boekdeelén.
Hij wachte op een antwoord van Kltty! Hij wilde
niet naar haar toegaan om niet de aandacht op zich
te vestigen. Maar de weg naar haar hart was weer vrij!
Al was het ook een moord die dien weg vrij had ge
maakt, zij moesten zich daarvoor niet laten afschrik
ken, hij zelf was de laatste paar dagen rotsvast over
tuigd, dat zijn liefde sterk genoeg was om dit te ver
geten. De hindernis die eens zoo dreigend tusschen hen
gestaan had, was er niet meer en zekei zou Kitty, als
de eerste dagen van innerlijken strijd en loutering voor
bij waren, tot dezelfde conclusie komen als hij en vol
vertrouwen wachte hij op haar bericht
Het schemerde al en in de hoeken van zijn werkkamer
was het al donker toen het meisje hem een brief bracht.
Hij liep naar het venster om beter te kunnen zien.
Van haar!
HU scheurde de enveloppe open, ontvouwde den brief
en begon te lezen. Maar tenvUl er eerst een oplichten
in zUn oogen was, een blik van blijdschap, veranderde
de uitdrukking van zijn gezicht langzaam. De wenk
brauwen werden hoog opgetrokken, hU beet zich op de
onderlip en de handen die den brief vasthielden begon
nen te trillen.
Dat kan... dat kan niet zoo zijn! mompelde hU. En
toch... Voetstappen deden hem opschrikken en toen hU
terzUde keek. zag hU op den drempel de gestalte van
een grooten forschen man, dien hij niet kende en een
tweede figuur daarachter. Ze waren binnengekomen
zonder dat hij het gehoord had, terwUl hU verdiept was
geweest In den brief.
Bobbie Het den arm met den brief zinken; zijn wenk
brauwen trokken zich samen.
Wat wenscht U? Wie heeft u binnengelaten?
Ik had het recht om hier binnen te komen, meneer
von Matrei.
Het recht? Wat beteekent dat?
Mijn naam is Kombasch, commissaris van politie.
U schijnt mij te kennen, tenminste U noemde mijn
naam. Maar waaraan heb ik het genoegen te danken?
Ik heb opdracht gekregen om U In hechtenis te
nemen en ik verzoek U kalm mee te gaan.
In hechtenis nemen? Bobbie von Matrei richtte
zich hoog op, het scheen alsof zijn energie zich spande.
Mag ik misschien nadere bijzonderheden weten voor ik
op een dergelijk verzoek inga?
Hier is mUn legitimatie.
Philipp Kombasch liet den binnenkant van zijn jas zien;
Goed! En wat wordt mij ten laste gelegd? Ik neem
voorlocpig aan dat wat u daarnet zei, op een vergissing
berust
Maar hoe kalm en beheerscht Bobbie von Matrei ook
was, de commissaris liet zich niet van zijn stuk bren
gen. Hij had zelf het onderzoek geleid en was volkomen
zeker van zijn taak.
Het betreft den moord op Consul-Generaal Langen
bach.
De grijsbruine oogen bleven op Bobbie gevestigd; deze
schrok onwillekeurig toen hU den naam noemde, maar
hU vroeg scherp:
Wat heb ik daarmee te maken?
U wordt ervan verdacht dien moord gepleegd te
hebben.
Ik? Maar dan moet ik een dergclyke verdenking
met alle kracht afwijzen.
Bobbie's stem had een metaal-harden klank, maar
een vluchtige blik uit zijn helderblauwe oogen bleef op
zUn hand rusten die nog steeds de pas-ontvangen brief
vasthield. Met een zenuwachtige beweging frommelde
die hand den brief in elkaar totdat deze als een prop
verkreukeld was.
U zult u voor den officier van justitie en den rech
ter van Instructie kunnen verantwoorden. Ik verlang
alleen dat U mg volgt en ik hoef u zeker niet te zeggen
dat iedere tegenstand nutteloos is.
En wat voor bewijzen hebt U? Ik heb toch het
recht daarnaar te vragen?
Ik hoef U die niet mee te deelen, ik kan volstaan
met U naar den rechter van instructie te verwijzen,
maar ik wil U wel vertellen, dat wij weten, dat U dien
middag bU den consul-generaal bent geweest.
Wordt vervolgd.