SchagerCourant
t
Nederlandsch
fabrikaat.
Hevige storm
boven Engeland.
Vierde Blad.
In den nacht van Woensdag op Donderdag.
De aanvang van het kerkuur.
Gemengd Nieuws.
Tetzner's bekentenis.
Een veel geteisterd dorp.
Zaterdag 7 December 1929
72ste Jaargang. No. 8576
grot
)oi
Ddlg
1 d
d
de
ide
„Ik heb maling aan het
Nederlandsch labikaat"
Dit is volgens een inzender in De Telegraaf, de uit
spraak van vice-admiraal Jhr. G. L. Schorer, chef
van de materiaal-afdeeling der Marine! Bedoelde in
zender zet dan uiteen bij welke gelegenheid die uit
spraak gevallen is en geeft bovendien nog een voor
beeld, waaruit begunstiging van buitenlandsche fa
brikaat moet blijken.
Wij gaan daarop niet in. Wij willen noch kunnen
onderzoeken, of deze chef, volgens wiens adviezen
waarschijnlijk gehandeld wordt bij het besteden van
vele millioenen, inderdaad aansprakelijk is voor die
ietwat zonderlinge uitlating. Vast staat echter, dat
niet weinig Nederlanders het met die uitspraak eens
schijnen te zijn en bij voorkeur uit het buitenland
betrekken, wat ook als binneninndsch product ver
krijgbaar is.
„Alleen wat men ver haalt, is lekker", zegt men
wel.
Omgekeerd zijn er echter ook enthousiastelingen
voor het Nederlandsch fabrikaat, die, althans in woor
den, van niet anders willen weten
Misschien ligt de waarheid in het midden. In elk
geval is de kwestie belangrijk en maakt ze herhaal
delijk een onderwerp van discussie uit. Laten wij er
daarom ook enkele beschouwingen aan wijden en
probeeren de waarheid te benaderen.
De meeste menschen, zoo komt het ons voor, trek
ken zich er weinig van aan, of zij Nederlandsch of
buitenlandsch fabrikaat gebruiken. Voor het geld,
dat zij kunnen besteden, zoeken zij het beste, dat
daarvoor te krijgen is. Allerlei persoonlijke, overwe
gingen geven daarbjj den doorslag: smaak, gewoonte,
familie-relaties, enz. Zoo zijn er menschen, die angst
vallig elke Roomsche zaak trachten te vermijden, ter
wijl andere ze juist opzoeken.
Zulke particuliere overwegingen spelen echter geen
rol in de zaak, die ons nu bezig houdt.
De vraag: Nederlandsch fabrikaat of niet, duikt op,
als de inzet is:
één of meer schepen,
een aantal locomotieven,
scheepsladingen rails of buizen,
machines of inetaalcontructies, welke met tonnen
gouds betaald worden, enz.
Dan wordt de alarmklok geluid en eischen de
voorstanders van het Nederlandsch fabrikaat spe
ciaal als de overheid een bestelling heeft te doen,
begunstiging van de binnenlandsche nijverheid, ook
al zou dit het uit te geven bedrag met 15 of misschien
zelfs meer procenten doen stijgen.
Doet zich zulk een geval voor. dan bestormt de of-
ficieele „Vereeniging Nederlandsch Fabricaat" ons
met deze vragen:
Is het U bekend:
le. Dat jaarlijks zeker honderd millioen
guldens moeten worden besteed aan de leniging van
de geldelijke nadeelen van de werkloosheid en de
armoede?
2e. Dat onze bevolking jaarlijks met meer dan
100.000 zielen toeneemt, en dat thans nog slechts 1/8
gedeelte van wat jaarlijks vóór 1914 emigreerde, in
staat is naar overzeesche gewesten te trekken?
3e. Dat tegenover een uitgave als bedoeld onder
1 staat een opbrengst aan Rijksinkomstenbelasting
van ruim 90 millioen gulden, welke wordt opgebracht
door 1624580 aangeslagenen?
4e. Dat er duizenden artikelen uit den vreemde
worden betrokken (b.v. schoenen, electromotoren,
rijwielen, tapijten, steenen, kachels, klinknagels, aar
dewerk, enz. enz.) welke evengced, zoo niet be
ter, in ons land kunnen worden vervaardigd?
5e. Dat elke gulden onnondig voor een niet-
Nederlandsch artikel besteed, tengevolge heeft toe
nemende werkloosheid en dus toene
mende verarming en toenemende be
lastingdruk?
6e. Dat de Vereeniging „Nederlandsch Fabrikaat"
tot doel heeft: De bevordering van de ontwikkeling
der Nationale Nijverheid en van den verkoop van
Nederlandsche artikelen, als deze gelijkwaardig zijn
met bnitenlandsche?
7e. Dat dit is een algemeen, nationaal landsbe
lang, en ook voor U persoonlijk geldt,
omdat
eene ontwikkelde nationale industrie de nationale
economische onafhankelijkheid bevordert;
ontwikkeling der eigen nijverheid werkgelegenheid
voor onze sterk toenemende bevolking geeft;
millioenen guldens tegenwoordig moeten worden
besteed voor werkloozenzorg en armoedeleniging!"
Boem, boem! zou men geneigd zijn de groote
s, I trom te laten meespreken als een pakkend slot om
i 5 daarna deze ééne nuchtere vraag te stellen:
Is dat alles nu inderdaad zoo ge wie h-
H<tig als het zich voordoet?
Laten we dat eens rustig bekijken.
1. Er is hier in Nederland inderdaad werkloos
rits! beid en de steun aan de slachtoffers kost schatten
nig, geld.
Vergissen we ons niet, dan is er over onzen gren
zen ook werkloosheid en veel erger dan hier. Toch
worden daar het inlandsch fabrikaat en de inheem-
sche producten sterk bevoordeeld door maatregelen
van verschillenden aard.
Niettemin meer werkloosheid dan hier!
2. Ook elders stijgt de bevolking, ofschoon niet
overal en dikwijls niet in even sterke mate.
Aan buitenlanders, die hier willen komen werken
of zaken doen, wordt praktisch bekeken, geen stroo-
|brced in den weg gelegd. Andere landen weren de
landverhuizers en maken het haast eiken vreemde
ling, ook de Nederlanders, onmogelijk om er werk
vinden.
De Vereenigde Staten van Noord-Amerika en onze
Snaaste buren, Engeland en Duitschland, zijn daar
heel sterk in. En toch:
daar, in Engeland en Duitschland zeker, moer
werkloosheid dan hier!
Dat er alles wordt gedaan wat redelijk is, om de
werkgelegenheid binnen onze grenzen te vergrooten,
Verdient natuurlijk ieders steun. Droogleggingen, het
in cultuur brengen van woeste gronden, het ver
overen van buitenlandsche markten, wie zou er te-
r jij gen zijn?
Evenwel als onze nijverheid, onze landbouw of
onze tuinbouw slechts zouden kunnen concurrecren
op kosten van de inlandsche klanten, die men te
hooge prijzen zou laten betalen, dan willen wij wel
eens weten hoeveel millioenen dat zou kosten en of
het redelijk is, dut het Ned. Fabrikaat zou drijven op
gar
ho
re
oor
laai
7eei
de
w
en,
hel
n d
gi
eet
ten
mor
en
alle
r ei
di
en
rits
litsc
11
k II
Bel
snt.
irla
kke
he
duu
en
erpdte
hi
e d
feri
mo
VI
erk
e
trir
ïscb
woekerprijzen, afgeperst van de Nederlandsche be
volking.
3. Wat deze opmerking omtrent de Rijksinkom
stenbelasting moet beduiden, begrijpen wij niet Het
is de best geregelde belasting, die wij hebben, want
zij houdt rekening met onze draagkracht.
Toch ontbreekt er nog al iets aan deze regeling.
Vergissen we ons niet, dan heeft de heer Bekaar,
ontvanger der belastingen uitgerekend, dat er zeker
één milliard aan deze belasting ontsnapt!
Eerlijkheidshalve zou naast de opbrengst van deze
directe heffing ook vermeld moeten worden de op
brengst der indirecte en van de accijnzen. Die hou
den geen rekening met de draagkracht cn treffen
speciaal de groote gezinnen. De meeste dezer belastin
gen zijn reeds een niet onbelangrijke steun voor het
Ned. fabrikaat. Kleeren, schoenen, enz., die aan de
grens met 8 belast worden, komen de gebruikers
zooveel duurder te staan, ook al koopen zij wat hier
wordt gemaakt.
4. Ongetwijfeld worden hier allerlei artikelen ge
maakt, die voor buitenlandsch fabrikaat niet onder
doen. Er is niets tegen en alles voor dat wij ze koo
pen, indien zo niet duurder zijn.
Kunnen zij echter alleen dan concurreeren, wan
neer de invoer belast wordt of als wij onszelf opleg
gen meer te betalen dan noodig is, dan komt men
gauw tot kasplanten-cultuur, welke slechts gedijen
kan in niet-natuurlijke verhoudingen. Het leunen op
zulk soort steun verzwakt den drang om door ver
betering der productie-middelen eenz. te komen tot
goede en goedkoope waar, welke de concurrentie kan
volhouden.
5. Voor wie de wereld niet eindigt bij de grenzen
van zijn eigen land, staat de zaak zoo:
De bestelling van een schip in het buitenland, kan
oorzaak zijn, dat hier werkloosheid ontstaat onder
het personeel van een bepaalde werf.
Werd het hier gebouwd, dan zou er op de buiten
landsche werf minder werk zijn en dus zeer waar
schijnlijk werkloosheid.
Het is een verplaatsing van het kwaad, plaatselijk
van beteekenis, maar voor de heele menschheid van
geen gewicht.
6. Artikel 2 van de Statuten van de Vereeniging
„Nederlandsch Fabrikaat" luidt als volgt:
„De Vereeniging stelt zich ten doel, de bevordering
„der belangstelling in de Nederlandsche Nijverheid
„en van het gebruik en de vervaardiging van Neder
landsche waren.
„Allen, die tot de Vereeniging toetreden, verbinden
„zich om het gebruik van nationale voortbrengselen
„en waren te bevorderen en daaraan de voorkeur te
„geven, wanneer zij in hoedanigheid en prijs met uit
„het buitenland ingevoerde waren kunnen wedijve
ren."
Op het laatste komt het aan: wedijveren in prijs
en hoedanigheid.
In de praktijk komt het echter hierop neer, dat
het Ned. Fabrikaat nog verdedigers vindt, als het 15
en meer percenten duurder is.
Men komt dan tot dezen zonderlingen toestand, dat
eenerzijds critiek wordt geoefend als de overheid
duur werkt of exploiteert, terwijl men haar anderzijds
dwingt om meer uit te geven dan in het belang van
haar bedrijven nuttig en nood is.
Hiermee is deze kwestie niet uitgeput, doch dit ar
tikel is reeds lang genoeg.
EEN REEKS VAN KLEINE ONGELUKKEN.
DE OVERSTROOMINGEN BREIDEN ZICH UIT.
Uit Londen wordt gemeld:
In den nacht van Woensdag op Donderdag
heeft boven Engeland een hevige orkaan ge
woed, waardoor in het heele land een reeks
kleine ongelukken zijn veroorzaakt De over
stroomingen, die in de laatste dagen reeds ern
stige schade aanbrachtten, zijn nog in om
vang toegenomen.
Hevige windstoten met een snelheid van 130
KJVI. per uur.
Op sommige plaatsen bereikten de hevige windstoten
een snelheid van 130 K.M. per uur, en steeg soms zelfs
tot 160 K M.
In het Kanaal en de Noordzee stond een buitengewone
hooge zee en vele schepen moesten in havens een toe
vlucht zoeken.
De treilers kwamen te Huil in gehavenden toestand
aan. De visschers zeiden dat zij zelden in zoo'n hevigen
storm geweest waren.
Tot dusver (dit was Donderdagochtend) zijn geen on
gelukken op zee bekend, maar op land zijn boomen en
muren omgewaaid en bij Bristol was het spoorwegver
keer ontredderd doordat een stalen kraan op de spoor
staven viel.
De storm ging van slagregens vergezeld en het water
ln het overstroomde gebied, met name in het Theems-
dal, is opnieuw gestegen.
De orkaan was een der zwaarste, welke sedert de
laaste jaren zijn waargenomen.
Verkeersstoringen; schepen in gevaar; on
gevallen.
De storm heeft te Londen geen ongelukken veroor
zaakt, maar wel was het geheele verkeer ln de war en
reeds om 12 uur 's middags waren 100 intercommunale
telefoon- en telegraaf-lijnen buiten dienst, welk aantal
ln den loop der dag tot 128 steeg. In het stedelijk net
raakten meer dan duizend verbindingen onklaar, om
dat het grondwater de kabels bereikte.
Op Quecns Spuare (Islington) is de voorgevel van een
huis naar beneden gekomen, waarin zich op dat oogen-
blik tien personen bevonden, die echter allen met den
schrik vrij zijn gekomen. Voor het overige bepaalde de
schade zich tot omgewaaide boomen en schuttingen en
afgewaaide dakpannen.
Tijdens het hoogtepunt van den storm, toen ook de
regen met stralen neerkletterde, was er desondanks geen
parapluien in de hoofdstraten te zien, want het was on
mogelijk er een op te houden; ook regenjassen van min
der kwaliteit woelen aan flarden.
Ongelukken in de provincie.
Een eingenaardig ongeluk trof een motorrijder op
den weg bij Andover in Hampshire. Op 20 meter voor
hem uit, zag hij een boom dwars over den weg vallen,
hij stopte, maar kon niet snel genoeg vaart minderen,
zoodat de boom precies op zijn voorwiel terechtkwam,
dat verbrijzeld werd. De rijder kwam er zonder een
schram af.
Van de beroemde kathedraal ln Lincoln is een der
windramen van 80 M. hoogte naar beneden gekomen en
heeft metselwerk meegetrokken en vrij groote verwoes
ting aan den gevel veroorzaakt.
Van de vllegdiensten uit Engeland heeft alleen het
vliegtuig naar Amsterdam het opnieuw tegen den storm
gebolwerkt, maar van Parijs naar Croydon met wind
mee is een vliegtuig geland in 90 minuten. De maximum
windsnelheid is vastgesteld te Falmouth met 95 mijl per
uur (158 K.M.)
Een meisje, dat zonder zich te kunnen verroeren, een
half uur onder een omgestorten boom had gelegen ,werd
in bewusteloozen toestand aangetroffen; haar toestand
is ernstig.
Ook op zee heeft de storm hevig huisgehou
den. Eén schip letterlijk omgewaaid, zoo
dat 21 menschen den dood in de golven von
den.
Toen de storm op zijn hevigst was, kwamen van ver
schillende schepen op zee draadlooze noodseinen binnen
Het Fransche stoomschip Cambronne en de Engelsche
schepen Valacia en Rowanburn meldden, dat ze hulpe
loos ronddreven tengevolge van schade aan de stuurin
richting.
Het Deensche stoomschip Helen meldde, dat het ern
stige machineschade had.
Het Zweedsche motorschip Balaklava deelde mede, dat
zijn brug beschadigd was en dat de hutten midscheeps
vol water stonden.
De Kanaaldienst NewhavenDieppe werd gestaakt,
maar CalaisDover werd volgehouden. De boot van Bo-
logne naar Folkstone werd naar Dover gedirigeerd. De
lichtboei voor de haven van Poole in Dorsetshlre is ge
doofd en het was onmogelijk haar weer aan te steken.
Draadloos zijn alle schepen gewaarschuwd om die ha
ven niet binnen te gaan cn zich uit de kust te houden.
Het groote stoomschip Frange dat onderweg van Bor
deaux naar New York te Plymouth moet aanleggen,
heeft na drie uur vergeefsche pogingen de reis voort
gezet en den loods uit Plymouth mee naar New York
genomen. Op de Zuid-Welsche kust is een Spaansche
boot in gevaar en assistentie is uit Milford haven ver
trokken.
Het Spaansche schip, waarvan hierboven sprake Is,
wordt door twee sleepbooten naar Cardlff gesleept,
terwijl een reddingsboot in de buurt bleef, omdat het
gevaar voor breken van de trossen accuut bleef.
Een visschersboot, de Treisina, is bij Yarmouth ge
strand; alle tien opvarenden zijn gered, maar de boot
is gezonken.
Drie mannen hebben bij Skerries, ruim 30 K.M. ten
N. van Dublin het leven verloren tijdens den storm
boven de Oostkust van Ierland. Zij waren leden van de
bemanning van een kleine visschersboot, die schipbreuk
leed.
21 menschen verdronken.
Dicht bij Kaap Landsend is het vrachtschip Francis
Duncan (2300 ton), dat met een lading kolen op weg
was van Cardiff naar Roven, letterlijk omgewaaid bij
het draaien naar Zuid-Oost. Van de 26 man der equi
page heeft het vlak in de buurt zijnde stoomschip A11I-
son Mey er vijf uit de golven kunnen oppikken. De
anderen zijn verdronken, zooals de reddingsboot, die nog
drie uur rondgevaren heeft, heeft vastgesteld. De Fran
cis Duncan is binnen anderhalve minuut gezonken,
wat verklaart, dat de bemanning geen wrakstukken
heeft kunnen grijpen om zich aan vast te houden.
Bezorgdheid over de overstroomingen.
De Theems is nog hier en daar buiten haar oevers
getreden, maar bij Teddington zijn slechts één miljoen
gallon (één galon is 4JA liter) meer door de sluizen
geloopen dan in het vorige etmaal.
In het Lagerhuis is uiting gegeven aan de bezorgdheid
ever de overstroomingen aan de beneden-Theems. Green-
wood, de minister van volksgezondheid, antwoordde, dat
de zaak onderzocht wordt, maar het was moeilijk
om maatregelen te beloven, waardoor de overstroomin
gen voorkomen zouden kunnen worden.
Ook Noord-Frankrijk door den storm ge
teisterd.
Uit Parijs wordt gemeld:
Geheel Noord-Frankrijk, en in het bijzonder de kust
streek is Donderdag eveneens door een zwaren storm
geteisterd. Nabij Lorient zijn drie trawlers gezonken
zonder dat menschenlevens te betreuren vielen. In de
provincie heeft de storm groote schade aangericht;
Parijs had weinig te lijden. De Marne is door de
hevige regens van de laatste dagen sterk gezwollen
en kan elk oogenblik buiten haar oevers treden.
Het radiostation te Marseille heeft voorts noodseinen
opgevangen van het Italiaansche stoomschip „Vesuvio",
thuisbehoorend te Genua, 5240 ton, dat in de nabijheid
van de Fransche kust in nood verkeert.
Wanneer dient do godsdienstoefening aan to
vangen? „Een dwaze en onmogelijke taj<i"
Vroegdiensten. De middugdienst en
het etensuur.
In het weekblad „De Gereformeerde Kerk" komt een
bericht voor over een geschil, dat gerezen is tusschen
den kerkeraad van de Ned. Herv. gemeente te Dokkum
en den ring, welke aldaar in de vacature preekt. De ker
keraad heeft de vacature-beurten vastgesteld op 's mor
gens zeven en 's middag twee uur en houdt zelf de ge
wone beurten van tien en zes uur tot zijn beschikking.
De ring heeft met deze regeling geen genoegen geno
men en maakte de zaak aanhangig bij het classicale be
stuur, dat zijn bezwaren rechtvaardigde, waarna de ker
keraad het geval voor het provinciaal kerkbestuur heeft
gebracht, dat op zijn beurt den kerkeraad in het gelijk
stelde. De ring zal zich nu tot de synodale commissie
wenden.
Zonder ons verder In dit geschil te mengen, aldus de
geestelijke medewerker van de N.R.Ct, willen wij de
aandacht vestigen op een uitdrukking van den bericht
gever in het bovengenoemde weekblad, die 's morgens
zeven uur „een dwaze en onmogelijke tijd" voor een
godsdienstoefening noemt Hier roert deze schrijver een
teer punt in de theologica, practica aan. Want omtrent
het tijdstip van de godsdienstoefeningen heerscht
geenszins een gemeenschappelijke overtuiging en het
geen op het ééne oogenblik dwaas en onmogelijk schijnt
is op het andere oogenblik algemeene gewoonte geweest
of geworden.
Het uur van de godsdienstoefening staat niet prin
cipieel vast Hier mankeert iedere schrifuurlijke grond
slag, al zal een spitsvoudig exegeet wel den een of an
deren tekst weten op te diepen, waaruit een voorschrift
overeenkomstig de Oud-Israëlitische tempelwetten of de
synagoge-diensten in den Oud-Chrlstelijken tijd is af te
leiden. Ook de Dordtsche kerkorde laat haar stipte na
volgers op dit punt in den steek. En tenslotte draagt
het vigeerend reglement van de Ned. Herv. Kerk de re
geling van den tijd der openbare godsdienstoefeningen
aan den Kerkeraad op, een in dezen dus louter plaatse
lijk gezaghebbend orgaan.
Het is de praktijk, welke hier uitsluitend de richting
aangeeft. En de praktijk is afhankelijk van allerlei fac
toren. welke goeddeels meer van maatschappel ijken dan
van zuiver-kerkeljjken aard zijn.
Vergelijkt men het aanvangsuur van de godsdienst
oefening in de ver schillende tijdperken, dan doet men
enkele merkwaardige ontdekkingen. Zoo staat vast, dat
over de geheele linie dit aanvangsuur allengs later is
geworden. Een godsdienstoefening des morgens om ze
ven uur moge thans „dwaas en onmogelijk" schijnen, bij
de voorvaderen, die zooveel vroeger bij de pinken wa
ren dan wij, was deze tijd geenszins ongewoon. De school
begon immers in vorige eeuwen ook reeds om zes uur
des morgens.
In de Roomsche „vroegkerlt" heeft zich het ochtend
lijk uur nog gehandhaafd; deze stille mis in den mor
gen vangt om zeven uur en soms wel vroeger aan. Het
is de godsdienstige wijding van den dag en daar ook bij
de Protestanten de Zondagochtenddienst ais inwijding
van den eersten dag in de nieuwe week is bedoeld, is
het liturgische noodzakelijk, met deze godsdienstoefe
ning den dag te beginnen.
Over 't algemeen staan de plattelanders eerder op
dan de stedelingen! Vandaar ook. dat de dorpskerk
eerder pleegt aan te vangen dan de stadskerk. Echter
heeft zich in de laatste decenniën ook ten plattelands
de invloed van de stad op de zeden en gewoonten doen
gelden. Gemeenten, waar een kwart eeuw geleden de
dienst nog om negen uur aanving, hebben later een
concessie aan den tijdgeest gedaan, door den aanvang
met een half uur te verlaten. En op den duur is men.
zelfs op de dorpen van half tien op tien uur gekomen.
Hierby deed zich ook de factor van de onkerkelijk
heid gelden, welke met de algemeene wijziging in da
zeden en gewoonten gepaard ging. De dorpeling was niet
zoo kerksch meer als vroeger en begon den Zondagmor
gen allengs meer naar het voorbeeld der stedelingen
te bestemmen om uit te slapen van de Zaterdagavond
geneugten. Om hem in zijn zwakheid tegemoet te komen
en het motief te ontzenuwen, dat hem van de kerk
gang terughield, hebben de kerkeraden het aanvangs
uur van den dienst van lieverlede verlaat.
Het aanvangsuur van den dienst is dus afhankelijk
van de zeden en gewoonten der kerkgangers. En daar
elke kerk zijn eigen soort publiek heeft, kan men ook
uit het kerkuur den „stand" van de verschillende kerk
genootschappen aflezen. De „democratische" Ned. Herv.
Kerk, de „volkskerk" der kleine burgerij, begint in de
steden het vroegst. Dan volgen de meer „deftige" dis
sentergezindten, waarvan de Remonstranten als het al-
lerdefigst gewoonlijk nog een half uur later beginnen.
Met dit „stands"-motlef gaat het richtingsmotief ge
paard. Hoe vrijzinniger, hoe later. En zoo ziet men in de
groote steden de Remonstranten, de Protestantenbond
en de Vrije Gemeente eerst om half elf kerkwaarts
gaan.
In sommige steden handhaven de Hervormden naast
de eigenlijke morgengodsdienstoefening nog steeds de
.vroegkerk". Vermoedelijk is dit nog een rest van het
Roomsche gebruik, dat aan de hoogmis van 10 uur
ook de stille mis van 7 uur of half ach* doet vooraf
gaan. Die vroegkerk wordt gewoonlijk in een klein bij
kerkje gehouden en maakt voor dengene, die aan deze
instelling niet gewend is, een vrij troosteloozen indruk.
In den killen, grauwen ochtendschemer tracht daar
een nog niet recht uitgeslapen pastoor tevergeefs in be
zieling te raken ten overstaan van het paa rdozijn oude
mannetjes en vrouwtjes, die op de wijze van de huur
lingen in de Joodsche synagoge de traditie bestendigen.
De vroegdienst Is inmiddels een uitkomst voor hen,
die den Zondag gaarne voor ontspanning willen ge
bruiken en toch de kerk niet willen overslaan. Zoo
zij om negen of tien uur hun godsdienstoefening achter
den rug hebben, hebben zij voor een fietstocht of een
familiebezoek nog een heeien dag voor den boeg.
Moeilijker dan bij den ochtenddienst is het uur voor
den middagdienst te bepaien. Twee uur moge „een
dwaze en onmogelijke tijd" lijken, voor menig gezin is
dit uur niet zoo dwaas en onmogelijk als het algemeen
gebruikelijke zes uur. Zes uur is immers voor de
meeste gezinnen, althans in den zoogenaamden be
schaafden stand, juist het etensuur. Wie als logé in een
predikantsgezin de ongenoeglijke storing mee beleeft,
welke dit middagkerkuur teweeg brengt, begrijpt, dat
de gemeenteleden, die niet ambtshalve verplicht zijn
hun maaltijd naar een voor hèn dwaas en onmogelijk
uur te verplaatsen, er wel zeer moeilijk toe komen
dit. offer voor den kerkgang te brengen.
Voor de trouwe gemeenteleden moge het aanvangsuur
van de godsdienstoefeningen reeds een zaak van prak
tisch belang zijn voor de geloofsverbreiding onder
de onkerkelijke schare is het een aangelegenheid van
strategisch beleid.
DE DLTVELSDAAD BIJ REGENSBURG.
Zooals gezegd heeft Tetzner bekend, die er van ver
dacht werd dezer dagen bij Regensburg in Beieren een
duivelachtige daad te hebben gepleegd, die daarin be
stond, dat hij een man in zijn auto had vermoord en
daarna alles in brand had gestoken om te doen voor
komen alsof hijzelf verbrand was en zijn vrouw de
verzekeringssom zou worden uitgekeerd.
V.D. verneemt hierover nog het volgende:
De politie arresteerde, onder verdenking van op de
hoogte te zijn geweest van de zaak. een zekere juffrouw
Katharina Nagel uit Regensburg. Zij was op 18 Novem
ber met Tetzner uit Regensburg meegegaan naar Leip-
zig en woonde sindsdien bij mevr. Tetzner.
De politie onderzoekt thans ,of Tetznre eenige jaren
geleden ook niet zijn schoonmoeder, mevr. Boehm, om
het leven heeft gebracht om in het bezit van de ver
zekeringssom te komen.
Het verminkte en verbrande lijk van den onbekende,
die als Tetzner te Leipzig ter aarde besteld is, zal op
gegraven worden om de identiteit van het slachtoffer
vast te stellen.
Mevr. Tetzner heeft verder bekend, dat haar man al
geruimen tijd met plannen om een groote verzekerings
som ln handen te krijgen, rondliep.
Opnieuw twaalf gebouwen in de asoh ge
legd. Brandstichters aan het werk?
Wolff meldt uit Muhlhausen (Thuringen), d.d. 5
December:
Het dorp Ammern, dat 't vorig jaar herhaaldelijk
door zware branden geteisterd werd, is gisternacht
andermaal door een ernstige brandcatastrofe getrof
fen.
Twaalf gebouwen zijn tot den grond toe afgebrand.
De brand is uitgebroken in een schuur en sloeg
vandaar over op de aangrenzende gebouwen over.
Aangewakkerd door een sterken wind breidde bet
vuur zich in razende vaart uit, zoodat aan blusschen
niet te denken viel en de brandweer zich moest be
perken tot de redding van de woonhuizen.
Behalve de twaalf gebouwen zijn groote voorraden
veevoeder en veel kleinvee verloren gegaan.
Men vermoedt met brandstichting te doen te heb
ben. De politie heeft reeds twee verdachten gear
resteerd.
EEN SCHIETPARTIJ TE WARSCHAU.
Donderdag kwam het in de jodenwijk van War
schau bij een betooging van ongeveer 300 socialis
ten, dio door de straten trokken, om tot nog toe on
bekende redenen tot een schietpartij.
Ken persoon is gedood, twee zijn gewond. De politie
is ar niet in geslaagd, de daders te arresteeren.