VERMAKELIJKE KRONIEK
VAN
Groot Gortbuikenburg,
door
DIRK
DUYVEL Junior.
Hoofdstad van Opper-Kafferstein
Plaatselijk Nieuws.
^U^göot/
ICfrêat
BILLY BOO.
-JA
Sl'^iü i/'-M/'-H/'"'/1?
we een voorraad drogen koemest en lk herinnerde me
plotseling uit mijn jeugd de Indianenverhalen van Gus-
tave Aimard en hoe de helden daarin vaak een vuur
van gedroogden bisonmest stookten. Toen ik dat mijn
makker vertelde, schudde hij ongeloovlg het hoofd, maar
inderdaad, de mest gloeide als turf.
Nauwelijks brandde ons vuurtje en lagen we bij zijn
vagen gloed, of buiten ging over het machtige meer een
wonderlijk ruischen. De regen was in stroomen los
gebroken. Zou onze hut ons droog houden? Dal was de
vraag. En ze hield ons droog. Op een enkele plaats
lekte ze eenigszins, doch waar wij lagen op een met
stroo bedekten bodem, viel geen druppel en ook ons
vuurtje bleef branden. We dankten den hemel voor het
onverwachte en zonderlinge onderdak, dat ons be
schermde tegen den regen, die steeds in hevigheid toe
nam en tenslotte deed denken aan een wolkbreuk.
Maar wij strekten onze voeten naar het vuur en ge
voelden ons veilig en behagelijk.
J. K. BREDERODE.
RIDENDO DICERE VERUM!
Waar gij de rauwe waarheid biedt;
Zoo doe het schertzend,
Want... dan kwetst ge niet!
Rn, rn, raad eens voort, van tvien is dit
scho-schoone dichterwoord? - Dirk is me
sjokke. - Sanl en David verschijnen ten too-
neele. - Een aannemelijke gokpartij waarte
gen tnr. Donner machteloos staat. - De ver
geten kluizenaar op Walden. - Een vraag
in eer en geweten. - Zich valsch schamende
korte turftrappers. - De meest geliefkoosde
letteren mocht ik niet en eten. - Ameda
Poeha, de flonkerende leidsterre aan Groot-
gorlbuifcenburgs' journalistiek firmament. -
Dirk Hut de Profeet - De tijd van den Groot-
gortbuikenburgsche Ramadan (Turksche
Vasten). - Een prulrijmfabrikaat de ezel-
muts opgezet en in een hoek gestationeerd.
- Hein Postzegel zal er niet in. - Hij mag
niet en blijft buiten. - De maffia van Q.G.-
B.B. in beroep bij de Kroon. - Geeft het niet,
dan zulten ze het nog hoogerop zoeken. -
De sluwe aterlingen van Machovelli. - De
laatste en vergeefsclie hoop van een imbe
cielen winkel ploeteraar. - De liooggeplaat-
sten dezer wereld aangetast door een ern
stige gehoor stoornis. - Het worgkoord der
wettelijke belemmeringen om eigen hals ge
draaid. - Hein Postzegel in 't gedrang. -
Maar glorievolle overwinning op zijn bela
gers te verwachten. - Wat Hein deed als
propagandist, voor het constitutioneele vor
stenhuis. - Wel gelijkende koninginnepor-
tretten vanaf 5 cents. - Reuze afname! -
Geen politieke fanêtiQUS die weigert. - Hij
veracht ze niet., maar likt ze zelfs. - Top
punt van zelfverloochening. - Als ambtenaar
bevorderd en naar volle waarde geschat. -
Tienloon Elfrib met 'n zak vol boterletters. -
Feestelijke intocht van freud ïlarry Stamp,
ridder van den arbeid, sans peur et sans re
proche in GrootgortbuikenburgsRaadzaal.
- Plechtig entree de' salon Minervagezang
ingezet door ons dierbaar gemeentehoofd -
Een prachtwagen voor een prachtmensch.
- Voortzetting van het feest in besloten ge
zelschap. Finis.
Toffe jongens van de gestampte Pot, Driewerf Heil!!
Moge ook aan d'ochtendklmme, de goude
zonne rijzen,
Wilt nimmer toch, mijn lieve zon. dien
schoonen dag voor d'avond prijzen...
Hoe dikwerf vangt zij aan, met feestge-
druisch en vreugdedronken...
Doch vóór de avond valt, zijn w'in droef
heid diep ter neer gezonken!
nemen had ze de oogen afgewend en er lag een uitdruk
king van innige smart ln die grijze diepten. Hij wilde
er liefst maar niet meer aan denken.
Hij had er nog heelemaal niet over nagedacht hoe
zijn toekomstige bruid er wel uit zou zien. Hij verfoeide
donkere Jodinnen De gedachte eraan kon hij niet
verdragen. Eindelijk ging hij in een van zijn gemak
kelijke stoelen zitten en lachte, lachte als waanzinnig.
„Het Is de Israëlitische Voorvader Giles die nu in
een re-incarnatie zich op ons komt wreken zei hij
hardop, en toen lachte hij weer op die vreemde,
schrikaanjagende manier.
En op datzelfde uur lag het zwartharige meisje, dat
naar de opera was geweest, ook wakker en noemde
zachtjes voor zich heen zijn naam Want had ze bij
het begin van de derde acte niet twee menschen ach
ter haar samen hooren praten.
„Kijk. Lord St. Austel hoeft de loge van de Duehess
verlaten nu Is Mr. Hambleton er Ik vind hem den
meest aantrekkeljjken man, dien lk ooit gezien heb."
„Wien Mr. Hambleton?"
„Nee Hubort St Austel natuurlijk!"
Hubert! en St Austel en een Engelsch edelman!
Hoo wonderlijk mompelde het meisje in het Fransch,
en toen rustten haar lange wimpers weer op haar blo
zende wangen Slaap en jeugd zijn schoone zaken!
HOOFDSTUK HL
Toen Benjamin Levy de telefonische boodschap van
Hls Lordship, Hubert, Achtste Earl of St Austel, Vis-
count Halton en Baron Du Maine (stichtingsjaar van
de Barony 1280, herinnerde Mr. Levy zich vol trots)
ontving, wreef hij niet alleen zijn wel verzorgde vingers
van zijn linkerhand tegen de palm van de rechter, zoo
als dat zijn gewoonte was, als Iets hem bijzonder veel
genoegen deed. maar hij sprong in vervooring op van
zijn stoel om dadelijk weer to gaan zitten
Dus nu was het een feit geen droom Vanessa
zou Countess worden en de knapste Countess van heel
Engeland, vond hij.
Hubert had tegen elven, vanuit zijn studeerkamer ge
telefoneerd hij had lang geslapen - hij had kortaf
gesproken veel omhaal van woorden diende nergens
top. Als er oen besllssendo stap genomen moest worden,
aarzelde hij nooit lang. En op het einde van het korte
gesprek waren ze overeengekomen, dat hij dienzelfden
avond nog op Hampstead zou komen dineeren, om ken
Weet gij, mijn dierbare naar adem snakkende lezeren
en lezerinnen, wie bovenstaande als een radiogolf den
aether het weeke mensgen-harte doortrillende dicht
regelen, als voortbrengsel van zijn In hooger spheren
zwevende geest ten papiere heeft neergeworpen?
En als ik u dan zeg, dat ik, Dirk Duyvel, zoon van
Asmodé en geaccrediteerd kroniekschrijver van Opper-
kakastein en Grootgortbé-bé-burg, het heb gewaagd de
zen poëtischen bokkesprong te maken, dan zult ge
ongetwijfeld, al naar uwe geslachtelijke gesteldheid, uw
schonkige of mollige schouders ophalen en uw appre
ciatie kenbaar maken met deze kortzinnige, doch kern
achtige woordenkeus: De kerel is finaal getikt!
Maar als ik u vertel, dat ik u hier een fragment ci
teerde uit het beroemde dramatisch zangspel: Saul
en David, van Dokter Frederik van Eden, dan zet ik
Heit groote knoopen, dat is in de Schager volkstaal
f 12.50 tegen kimmel-boet beisie (70 cent) dat ge van
louter verrukking in pastel valt en bewonderend lispelt:
O! ja, die Dokter Frederik van Eeden, een door God
begenadigde kunstenaarsziel, die bij zijn formatie tot
mensch het edelgesteente van het poëtisch talent, als
reispenning door het leven heeft meegekregen!
Trouwens, 'n cadeautje, waarvan de in de volksgunst
verstootene poëet heel weinig profijt heeft weten te
trekken, want hij is helaas arm als een kerkrat en in
afkeer voor de wereld een waarachtig kloosterling ge
lijkwaardig geworden.
En wanneer ik u, geliefden, dan de gewichtige vraag
stel: Kent gij dat schoone dramatische zangspel Saul
en David van dezen zoo diepteleurgestelden kluizenaar
van Walden? Dan antwoordt ge misschien aarzelend,
om uw onkunde te bemantelen, want dat is een ver
vloekte onhebbelijkheid van ons volk, dat als ze niks
weten, ze uit geestelijken Hoogmoed ook niks willen
vragen en dus eeuwig stom blijven, dan zegt ge toch
als ge de waarheid en niets dan de waarheid wilt zeggen:
Nee, Dirk, dat zangspel ken ik niet...
Nu, kinderen, schaam je daarover dan maar niet,
want ik, die mijn lange leven al heel wat kilo's letters
(niet van banket, helaas) geschreven heb, i k ken dit
literaire mirakel ook niet, om de doodeenvoudige reden,
dat mijnheer Dr. Van Eeden nimmer een dergelijk
zangspel geschreven heeft.
Ik heb alleen maar deze kunstig gefabriceerde, zou
mijn vriend Ameda Pacha zeggen, de groote mogol van
de Groot-Gortbuikenburger Cultuurkweeker, voor wie
de GrootG.G.BeBeeërs, als zij den Ramadan vieren, dat
is tegen den tijd dat ze hun aanslag in de rijksinkom
stenbelasting moeten afbetalen, zioh in volmaakte
adoratie nederig nederbuigen en met over hun geglad-
mangelden boezem gekruiste armen uitroepen: Ameda
Pacha ill allah en Dirk Hut is zijn profeet
Na dit kleine intermezzo zal ik... procedamus in Pace...
voortgaan in vrede:
...Kunstig gefabriceerde, laten we het dan maar eens
voor ditmaal noemen, dichtregelen gebruikt om een
aanloopje te maken met betrekking tot het treurige,
mij diep teleurgestelde feit, dat de Hooge vergadering
der gemeentelijke carbonarie, het verbond der Groot-
Gortbuikenburger Maffia heeft besloten van de door de
dikgepimpelde staten van Opperkafferstein bevolen
toelating van mijn amice Hein Postzegel, opnieuw te
protesteeren en in beroep te gaan bij de Kroon! En als
dat niet heeft, dan zullen ze het zeker nog eens bij
onzen lieven Heer probeeren, want vasthoudend zijn ze,
de smakkers! Maar nooit zijn ze beter gedisponeerd, op
dreef zeggen de boeren, als ze mekaar eens 'n loer
kunnen draaien! Dan wordt er 'n activiteit ontwikkeld,
'n politieke sluwheid en 'n wetskennls, waarvan je nooit
achter kom, waar ze 't vandaan gehaald hebben!
Maar als er een of andere goedgeloovlge snijder en
kleermaker in zijn onbenulligheid meent toestemming
te zullen krijgen om zijn winkelpul wat te wijzigen in
het belang van zijn zaak, zijn boterham en de weten
schappelijke en peperduurbetaalde opvoeding van zijn
talrijke bloedjes van kinderen, dan laboreert het heele
hooggeplaatste (boven de Trap van het stadhuis) ge
zelschap collectief aan de bekende gehoorziekte: hard-
stikken O. I. D.; formule volledig te verkrijgen in de
apotheek van mijnheer Wanna. Want dan hebben ze het
nis te maken met zijne verloofde
„Hoe heet ze?" vroeg hij nog toen hij den hoorn al
bijna weer neerlegde. En toen hij hoorde, dat haar naam
„Vanessa" was, glimlachte hij cynisch.
Stel je voor, een 6merig, klein Jodinnetje zoo te noe
men! Vanessa! De ouwe Swift zou zich van ergernis
wel in zijn graf omdraaien!"
Een minuut of tien later ging de deur open en zijn
neef Ralph Dangerfield, kwam op zijn krukken naar
binnen,strompelen en hij hielp hem in een gemakke-
lijken "stoel. Hij hield van Ralph meer dan van iemand
anders in de wereld hij was de eenige zoon van de
zuster zijner moeder en tien jaar ouder dan Hubert zelf.
Colonel Ralph Dangerfield, V.C. en nog heel wat
meer was waard dat men hem liefhad.
„Ik ga trouwen, Ralph."
„Goeie God
Toen vertelde hij hem de waarheid
Ralph was de eenige, die haar ooit van hem te hoo
ren zou krijgen.
„Beste ouwe kerel," was al wat Colonel Dangerfield
zei aan het eind van het verhaal, „beroerd lastig zoo
nou en dan, om een echt gentleman te wezen je moet
er wat voor over hebben En hij keek het venster
uit, om het medelijden dat uit zijn oogen straalde, voor
Hubert te verbergen.
„Heb je haar gezien?"
„Nog niet"
„Wat moet ik je de menschen helpen wijsmaken?"
„Eenvoudig dit dat ik ga trouwen Wat valt er
verder van te zeggen?"
„Maar als ze je dan met de een of andere glimmende
Jodin zien verschijnen, zal niemand gelooven, dat je niet
tot dat huwelijk gedwongen bent."
Even vertrok Hubert zijn gezicht, als in pijn.
„Dat behoeft niemand te denken. Ik zal mijn rol wel
spelen, veronderstel ik en ik zal haar mee naar het
buitenland nemen, tot we met goed fatsoen apart kun
nen gaan wonen of scheiden."
Daarna spraken ze over polo en andere onverschilli
ge zaken, want belden wisten ze van elkander, dat hun
hart vol bitterheid en verdriet was.
Mr. Benjamin Levy ging dien dag thuis lunchen, voor
hem iets heel ongewoons hij zag er zoo stralend ge
lukkig uit, dat zijn dochter Vanessa het waagde, hem
een kus te geven Ze kende hem feitelijk zoo weinig
dien lieven, knappen Papa, die haar telkens, als ze
elkaar zagen, zulke mooie dingen had gegeven en die,
worgkoovd van hun eigen snertwetjes, zoogenaamd ln
het belang van Grootgortbuikenburg's uitbreiding en toe
komst, welke groote woorden moeten dienst doen om de
pietluttige burgerplagerij te vermoffelen, zoo onontwar
baar om hun eigen strot gedraaid, dat zij niet in staat
meer zijn, zioh aan dat garrotteurs-wapen te ontkomen.
Maar met al die grappenmakerij verkeert mijn beste
Hein Postzegel in een martelenden toestand van onze
kerheid en zal hij nog vele dagen de knoopen van zijn
vest moeten tellen en zuchten: Bemint ze mij of be
mint ze me niet!
Maar wees gerust, Henri, onze welbeminde Koningin,
wier aanminnige beeltenis door jou met zooveel noeste
vlijt en voor zulk een nuttig doel, voor den spotprijs
vanaf 5 spie met onverwoestbaar succes wordt verkocht
aan rooie, zwarte, blauwe, geele en vooral groene
afnemers, dag in, dag uit, en die je zelfs aan de grootste
vijanden van staat en vorstenhuis, communisten, anar
chisten, bolsjewieken en witte-boonen-vergulzers met on
verwoestbaar succes hebt aangesmeerd, zal jou vast
niet in den steek laten. Door je bevordering, broer, ten
postkantore, met goedvinding van de hoogste auto
riteiten, vanaf den minister die 't water staat, of
te water staat, en den Directeur-generaal van de P.T.T.
en B.R.O. (bekrompen radio-omroep) tot de juffrouw, die
op 't kantoor om 11 uur de warme leut met 'n Schager
moppie ronddeelt, hebben je verdiensten naar waarde
erkend en de baarlijke duivel zal mij mijn volledig
visitekaartje In boterletters brengen, als Ik binnenkort
niet in mijn kroniek kan melden, je glorieuse entree in
de zaal der Grootgortbuikenburger wijsheid en dat dan
onze, zoowel door -zuigeling als grijsaard welbeminde
burgervader, pas gestapt uit zijn prachtvolle Mercedes
8 P.K. met volledige ventilatie ter wegmaling van kle
verige raadzaalgeurtjes, die Sinterklaas hem dit jaar
mocht rijden, (ik bedoel de Mercedes 8 P.K. en niet de
geurtjes) zijn liefsten lach op zijn regelmatig gevormd
aongelaat zal te voorschijn roepen en met zijn sonoor
Rlchard Tauber-orgaan zal voorzingen:
Vang een luis, vopg een luis-
Van een luis-terijk bestaan,
Op zijn huid-, op zijn huid-,
Op zijn huid'-gen feestdag aan! (Bis).
Wat verder volgt, is voor publiciteit niet geschikt.
D. D. Jr.
THEATER ROYAL.
Deze week geeft het theater Royal de moderne zeden-
film „Opstandige Jeugd", waarin de bekende filmster
Joan Crawford de hoofdrol vervult
Het is een hyper-modern zedenschildering uit het
Amerlkaansche leven, deze film, welke de bekende boe
ken van Rechter Ben Lindsey in de gedachten brengt...
Drie meisjes: Diana Medford, haar vriendin Beatrice
en ten derde: Ann. Alle drie modern, genotzuchtig, vrij
In den omgang met de jonge mannen van hun rijke
omgeving, doch alle drie verschillend opgevoed.
Die opvoeding is van grooten invloed op de ontplooi
ing van haar karakters. De drama's, die zij hebben
door te maken, doen haar stranden of bloeien naarmate
haar opvoeding verkeerd of juist was.
Diana Medford is een kuische, warme Jonge vrouw.
Zij is dol op dansen en plezier maken en zij gaat uiterst
vrij om met de jonge mannen, die haar het hof maken,
doch dien zij geen van allen liefheeft. Ouderwetsche lie
den en ook de nieuwerwetsche, die alleen naar den uiter-
lijken schijn van de handelingen hunner medemenschen
steeds Wybert-tabletten mee
nemen, zoo gauw hebt U kou
gevat, lastig zijn de gevolgen.
Alleen ln origlnecle doozen 45 en 65 ets.
plegen te zien, zouden waarschijnlijk nogal wat aan te
merken hebben op haar te vrijen omgang met mannen,
doch de schrandere beschouwer begrijpt onmiddellijk
hier te doen te hebben met een meisje, dat in haar hart
door en door fatsoenlijk is, ook al heeft zy een groote
behoefte aan vermaak en vroolijkheid. Immers, zij voe
len, dat zij eerlijk is en geen huichelaarster. De ouders
van Diana zijn verstandig, zij leggen haar niet aan ban
den en vertrouwen haar volkomen. Indien de ouders
van Diana's vriendin Beatrice ook zoo verstandig ge
weest waren, indien zij begrepen hadden hoe verkeerd
het van hen was hun dochter en hun zoon Freddie zoo
overdreven te beperken in hun vrijheidsbehoeften, veel
leed ware hun kinderen bespaard. Freddie was waar-
schijnlijk geen losbol geworden en Beatrice zou niet het
genot der liefde hebben gesmaakt (ln het geheim), vóór
de ware liefde in haar leven gekomen was. Als deze
komt, is het weliswaar niet te laat. Want Norman, de
ernstige jongen, dien zij oprecht liefheeft en die haar
gevoel op waardige wijze beantwoordt, vergeeft haar
misstap, nu zij zoo wijs is hem alles voor hun trouwen
op te biechten, doch een vlek op hun geluk blijft haar
zwakheid toch werpen, omdat hij haar steeds zal blij
ven wantrouwen.
Het derde meisje, Ann, door haar wereldsche en egoïs
tische moeder als lokaas voor een rijk huwelijk afge
richt (opgevoed mag men 't niet noemen), huichelt de
gangbare gevoelens van zedelijkheid, die ernstige jonge
mannen zoo gauw voor waarheid verslijten. om zich
achter de schermen schadeloos te stellen voor haar in
getogenheid.
Het drama ontstaat als Diana den jongen millionnair
Ben Blaine liefkrijgt Deze voelt groote genegenheid
voor het meisje, doch huivert terug voor haar schijn
baar te lichtzinnig optreden. Zoo gelukt 't Ann, door
haar moeder aangestookt, den rijken goudvisch in het
huwelijksnet op te scheppen, doch als hij getrouwd is en
de leugenachtigheid van zyn ontrouwe echtgenoote door
ziet, beseft hij te laat, dat Diana de ware vrouw voor
hem geweest zou zijn.
Het toeval wil, dat Ann in een scène van zeldzaam pak-
kenden aard, haar verdorvenheid met haar leven boet,
zoodat na twee jaar wachten Ben en Diana tenslotte
toch nog tot een gelukkig echtpaar vereenlgd kunnen
worden...
INGETROKKEN.
De Directeur van het Post- en Telegraafkantoor te
Schagen brengt ter kennis van belanghebbenden dat
de openstelling van zijn kantoor op Donderdagen van
78 voor telegrammen en celgesprekken wordt inge
trokken.
De openstelling van telefoonabonné's blijft gehand
haafd.
GEGUND.
De bouw van het woonhuis voor don hoer W. Kwel-
dam is gegund aan den heer G. Koning, alhier.
-v//a. ///v. liilp./M
Toen Bil op den grond zat.
Wat deed het hoofd hem pijn!
Riep de dresseur lachend:
„Was dat nu niet erg fijn?
Arme jongen, wees niet bang nu.
Nog maar eens geprobeerd.
Als jij je goed vasthoudt,
Jij je zeker niet bezeerd."
zoo vaak zijn zaken het maar toelieten, haar op was
komen zoeken, op haar kamers in Rome, of in haar huis
te Parijs. Alle jaren van den oorlog waren in Florence
doorgebracht, feitelijk alleen met Madame de Jainon.
Ze kon zich Engeland, waar ze geboren was, en tot
haar vijfde jaar gewoond had. bijna niet meer herinne
ren. Ook herinnerde zij zich haar moeder niet meer
de schoone Italiaansche donna, die van huis was weg-
geloopen, om met Papa te trouwen en wier trotsche fa
milie niets meer van haar had willen weten, tot op den
dag van haar sterven, drie jaar later, Papa was vroeger
erg knap. had Vanessa altijd gehoord, zoo groot en
zoo blond Hij was nog knap en zoo vriendelijk
Maar een zekere trek om zijn mond had haar altijd
gewaarschuwd, niets tegen zijn wil te beginnen. Zich te
verzetten tegen iets, wat je ouders je opleggen t was
werkelijk zelfs nog nooit bij haar opgekomen.
Benjamin Levy werkte altijd al jaren vooruit aan zijn
plannen en daar hij overdacht had, dat onvoorwaarde
lijke gehoorzaamheid van zijn spruit heel nuttig zou we
zen tegen den tijd, dat ze den huwbaren leeftijd bereikt
zou hebben, had hij Madame de Jainon als waakhond
chaperone en schutsengel aangesteld, toen Vanessa's
Engelsche nurse haar op haar vijfde jaar verliet
Zijn orders hadden geluid, dat het meisje alles zou
hebben, wat er maar voor geld te koop was alles
behalve jonge vriendjes en vriendinnetjes, behalve de
kans om ooit iets te hooren, te zien, of te weten van den
modernen geest van insurbordinatie, die de wereld
scheen te regeeren! Vooral de idee dat het kiezen van
een echtgenoot absoluut aan de ouders diende te worden
overgelaten, moest haar grondig worden bijgebracht
Benjamin Levy was goed op de hoogte van de werking
van het onderbewuste, en hij wist ook dat, als deze idee
er maar vroeg genoeg en stevig genoeg bij haar werd
ingehamerd, hij waarschijnlijk op geen moeilijkheden
zou stuiten, als het oogenblik gekomen was om in de
zen zijn gezag te doen gelden. Engeland was een veel
te gevaarlijke plaats voor haar, zoo lang haar geest be
zig was zich te vormen. Er heerschte daar te veel vrij
heid vrijheid en losheid hing er als het ware ln de
lucht
En dus was Vanessa ln het buitenland gebleven en
had daar gestudeerd onder leiding van de beste mees
ters van Italië en Frankrijk, nooit een oogenblik alleen
gelaten door de strenge, maar bekwame chaperone, die
haar vader haar gegeven had.
Het rcsulaat van al deze voorzorg want zelfs de ka-
iè
'i.- iL »u/i~i/'i.,l/i. L
„Doop naar de pomp" riep Billy,
Want hij was nu erg kwaad.
„Weet dat ik mij door een ezel,
Me nooit weer trappen laat"
Doch de jongen zag toen niet,
Dat de ezel bij hem stond,
Het dier trapte weer, Bil vloog
Buiten de tent en viel op den grond.
Zal Billy dat zoo maar toelaten? We zullen zien hoe
hij zich wreekt
mermelsjes kregen onmiddellijk haar ontslag, als Ma
dame de Jainon maar even dacht, dat ze haar pupil
moderne ideeën zouden kunnen bijbrengen was, dat
Vanessa. toen ze negentien jaar was, een bijzonder wel
opgevoed, beschaafd meisje was, maar zoo absoluut on-'
kundig waar het het werkelijke leven en zijn mogelijk
heden betrof, als een ontwikkeld, begaafd iemand maar
zijn kan.
„Je vader zal je ter zijner tijd wel alles van de wereld
laten zien" had Madane de Jainon haar altijd voorge
houden. En alles werd haar werkelijk zoo aangenaam
gemaakt, dat het meisje zelden of nooit in opstand
kwam. Het eenige, waar ze zich wel eens driftig over
maakte, waren haar jurken. Van nature had ze de gave,
zich te kleeden wist ze als bij instinct, wat waarlijk
chic was, en nooit werd haar toegestaan zelf hare
kleeren te kiezen!
Haar vader had er beslist op tegen, dat ze winkelde,
en de meest achtenswaardige, ouderwetsche huizen zon
den hun aftandsche coupeuses om Mademoiselle thuis
te bedienen.
„Als ze trouwt is het nog vroeg genoeg om zich ele
gant te kleeden," peinsde haar vader, terwijl hij een re
kening van Chanel inzag, die Nanette zijn klein
vriendinnetje hem zooeven had gezonden.
Vandaag zag hij er, toen hij zijn huis te Hampstead
binnentrad dat aardige, lieve, oud-Engelsche huia
midden op zijn twee bunder land gelegen en omgeven
door een hoogen, baksteenen muur, gewoon stralend
gelukkig uit. Hij verwachtte absoluut geen tegenwer
king van zijn plannen alles was rozengeur en mane
schijn.
Hy oordeelde het raadzaam Madame de Jainon even
terzijde te nemen en haar deelgenoot te maken van zijn
besluit Ook zij had reikhalzend naar dit oogenblik ulti
gezien want wachtten haar niet een ruim pensioen et
vrijheid, als haar beschermelinge ging trouwen?
Toen ze den naam St Austel hoorde, keek ze ecn»|
klaps op, als schoot haar iets te binnen
„Ja wat Is er?" vroeg Benjamin Levy.
„Ah ik weet het al 't Was gisteravond in di
opera; menschen achter ons noemden dien naam en il
maakte uit hun gesprek op, dat ze een heer uit een val
de loges bedoelden ik kon wel nagaan, wie het wal
Vanessa moet het ook gehoord en hein gezien heb
ben."
Wordt vervolgd.