Zijpe en Hazepolder EEN BOER EN ZIJN ZOON. Stalverbeterings wedstrijden. kleine storingen voor f 1.75 per bovengrondsche en f 1.50 per ondergrondsche aansluiting op het laagspanningsnet A3n de gemeente zal f 900 worden uitgekeerd, ten einde in de gelegenheid te zijn den administrateur schadeloos te stellen. In overleg met belde ambtenaren zullen de werkzaamheden tusschen dezen worden verdeeld. De Voorzitter licht verder toe, dat B. en W. dachten, de f 1430 voorloopig uit de inkomstenbelasting te putten, om bij de totale herziening van het belastingstelsel te overwegen hoe het bedrag verder zal worden verhaald. Wel zou een tekort op de exploitatierekening anders door de lichtgebruikers worden betaald, maar het is moeilijk het bedrag van f 1430 op de aangeslotenen te verhalen, en B. en W. hebben zich dan ook door prac- tlsche overwegegingen laten leiden. Er staat tegenover dat er een aanmerkelijke vermindering van stroomprijs zal komen. De heer van der Plas informeert naar de tarieven van het P.E.N. Spr. is niet aanwezig geweest bij de confe rentie met de directie van het P.E.N. De Voorzitter deelt mede, dat de stroomprijs bedraagt 5 cent per K.W.U. naast een vastrechttarief, dat voor elk perceel afzonderlijk wordt bepaald, en wat afhangt van het 3troomverleden. Maar de stroomprijs wordt nooit meer dan 30 cent per K.W.U. Verwacht wordt, dat het stroomverbruik vermeerderd zal worden. De heer Kruisveld wijst er nog op dat de administra teur heeft uitgerekend, dat als het G.E.B. den stroom prijs straks met 5 cent verminderde, en de te betalen bijdrage wordt er bij berekend, dan de tarieven van het P.E.N. nog een voordeel zouden opleveren van f 2.10 voor het eerste lichtpunt. De heer Veul juicht de oevrdracht toe, maar wijst er op dat straks dan aan de bijdrage zullen hebben mee te betalen, nienschen, die nog niet zijn aangesloten, maar die hun perceelen graag aangesloten zouden zien. De Voorzitter oordeelt dat voor die deelen der gemeen te getracht moet worden bij het P.E.N. om aansluiting te krijgen. Met algemeene stemmen wordt tot overdracht beslo ten en de Voorzitter spreekt den z.i. gegronden wensch uit, dat het een goed besluit zal blijken te zijn geweest. Een lid van het Prov. bestuur vraagt voor zijn bestuur geschenken. Volgt het voorstel van B. en W. tot aanbieding van een geschenk voo rjiet nieuwe provinciehuis tezamen met de gemeenten Schagen en Barsingerhorn. De Voorzitter licht toe, dat het lid van Ged. Staten, de heer Michels, het initiatief heeft genomen om aan verschillende gemeentebesturen geschenken te vragen voor het nieuwe provinciehuis. Die vraag Is ook gericht tot de gemeenten Schagen, Barsingerhorn en Callants- oog, die dan tezamen een klok zouden aanbieden, waarin zullen worden aangebracht de gemeentewapens. De kosten zullen... ten hoogste f 300 bedragen en naar verhouding van het aantal inwoners verdeeld. Onze gemeente zou het maximum f 50 kosten, te putten uit den dienst 1030. De heer Vries herinnert eraan dat een besluit van den raad om een geschenk aan een lid van het raadscollege aan te bieden, indertijd niet door Ged. Staten werd goedgekeurd en spr. vraagt of dan het nu te nemen besluit wèl zal worden goedgekeurd. De Voorzitter zegt dat het toen een persoonlijk ge schenk betrof. Wel vindt spr. het een beetje eigenaardig, dat het college erself om vraagt. Maar het is tenslotte voor de provincie en het maakt dus weinig uit. Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van B. en W. jjesloten. Voor de veiligheid ten platten lande. B. en W. stellen voor het aanbrengen van een tele foontoestel (neventoestel van dat in het raadhuis), ten hulzen van den burgemeester en tot het nemen van een doorverbindingsabonnement in verband met den nacht- veiligheidsdienst ten plattenlande. In comité verstrekt de Voorzitter inlichtingen, en als dan de openbare vergadering wordt heropend, blijkt de raad algemeen instemming met het voorstel te kunnen betuigen. Voor de huishouding der gemeente. B. en W. stellen den raad voor tot het aanvaarden van een schenking groot f 1500, als vrijwillige bijdrage In de kosten van de huishouding der gemeente, van de familie Jhr. van de Poll, en zulks onder dankzegging aan deze familie. Wordt algemeen goedgevonden. Twee waarschuwingsborden. Door B. en W. wordt voorgesteld tot het aanbrengen van twee waarschuwingsborden bij de bocht van den Ooster- en Abbestederweg. De kosten zullen f 30 be dragen en aan het bestuur van den polder Callantsoog zal eerst toestemming tot plaatsing der borden moeten worden gevraagd. De plaatsing zou dan geschieden Januari a.s. en de kosten dus ten laste van den dienst 1930 komen. Waar dit voorstel afwijkt van het advies ten aanzien ^5. van de plaatsing van een brandkraan aan 't Sluisje, teJ merkt de Voorzitter op, dat hij hoopt, dat hieruit wordt en opgemaakt, dat B. en W. er voor zijn, omdat het dicht bij de kom der gemeente is, dat Is niet het geval. Algemeen goedgevonden. Besloten wordt tot hernieuwing van de rekening courant-overeenkomst met de Bank voor Nederland- ache gemeenten en wej onder dezelfde voorwaarden. Goedgevonden wordt uitgeloote schuldbekentenissen lig£ inschrijving N.W.S. voor andere stukken in te ruilen, dat, Een wijziging van de gemeentebegrooting dienst 1929, tot een bedrag van f 207.69 wordt vastgesteld, van welk eeje bedrag f 107.69 uit „onvoorzien" zal worden geput. Aan „onvoorzien" blijft dan nog over f 593.53. ang alen De rondvraag. nin- ge_ De heer Kruit dankt B. en W. dat zij zoo vlug stappen leen hebben gedaan voor de bestrijding van de werkloosheid, asse Spr. vraagt wat voor werk het is. atte- De Voorzitter zegt met den heer Honschoten overleg ten te hebben gepleegd. Er was werk genoeg In het bosch nu «n °P het Zwanenwater, werk dat onder allerlei weers omstandigheden kan worden verricht. Welk werk het reen. is. weet spr. niet. erkt, De heer Kruit vraagt hoe de loonregeling is. eenij De Voorzitter antwoordt, dat hieromtrent nog over leg zal plaats hebben, maar^dat het loon 35 cent per ging uur zal bedragen. Verder zal 40 in de kosten worden het hijgedragen, ook ten aanzien van het plakken voor den t nu Raad van Arbeid. De heer Kruit is door deze mededeelingen tevreden gesteld. aan De heer Kruit merkt voorts op, in tijden de torenklok niet te hebben gehoord. De Voorzitter deelt mede, dat het slagwerk niet is tiandpfgelev-erd geworden, zooals het behoorde en het dan ook tiaar de fabriek is gezonden. Het is garantiewerk. Ook oveifcen wijzerplaat is er afgeraakt, en die bleek van ijzer in d<te zijn inplaats van koper. Ook dat is dus niet in orde. j De heer Kruit informeert nog of spoedig begonnen zaakan worden met het werk van de familie van do Poll. :n \V De Voorzitter zegt. dat zoodra er werkloosheid van iet dfJenige beteekenis is, begonnen kan worden. :t dai ,rach! Zóó niet bedoeld. «».ché De heer Vries verzoekt den Voorzitter er niet te veel ltiek op te willen uitoefenen als spr. wat vraagt voor gedeelte van de gemeente, waar spr. woont. Spr. lndt dat een beetje beleedigend en het komt niet bij ~r. op. en spr. dacht ook niet dat dit aan hem was •espeurd, dat hij het om die reden vroeg. De Voorzitter zegt, dat hij het niet heeft bedoeld als icn verwijt aan het adres van den heer Vries en het 'ijt spr. dat deze het als zoodanig heeft opgevat. Het «s van spr. een opmerking In het algemeen, dat B. en niet minder op hadden met dat gedeelte der ge meente, dan met de overige gedeelten. Spr. hoopt dat de heer Vries met deze verklaring tevreden is gesteld, het zou hem spijten als dat niet het geval was. De heer Kruisveld dankt voor de vriendelijke woorden, zoowel in Groote Keeten als hier gesproken, en is den raadsleden dankbaar voor het prachtige geschenk en aandenken, hem bij zijn 40-jarig huwelijksfeest geworden. De Voorzitter zegt vervolgens, dat dit waarschijnlijk de laatste vergadering in dit jaar zal zijn en spr. wil daarom den leden met hunne gezinnen een prettig uit einde toewenschen. Spr. wil ook niet tot sluiting over gaan, voor en aleer hij tot de leden een woord van dank heeft gericht voor de prettige samenwerking. Nooit wordt een enkele wanklank gehoord en al mag er eens een klein misverstand zijn, zooals straks tusschen den heer Vries en spr., dan is spr. overtuigd, dat dit weer spoedig uit don weg is geruimd. Spr. wijst er op dat de samenwerking hier uitstekend is. in tegenstelling met 15 jaar geleden, tf ?n de raadverslagen dezer gemeente ver in den onitrek berucht waren. De toon die hier heerscht, stemo tot dankbaarheid, er is geen gekibbel over persoooHJr*e dingen, men spreekt niet meer dan noodzakelijk Jo, en spr. dankt dan ook voor die zake lijke bespreking, wat niet anders dan in het belang der gemeente zal zijn. Met de beste wenschen voor de ge meenteraadsleden en gezinnen en pers sluit spr. de ver gadering. BOERDERIJ EN VEEHOUDERIJ. Men schrijft ons: Door de Centrale Pluimveecommissie voor Noord- Holland der HolL Mij. van Landbouw zullen stal- verbeteringswedstrijden worden georganiseerd, waaraan deel kunnen nemen alle leden der H. M. v. L. Het doel van deze wedstrijden is een doelmatige en gezonde huisvesting van het pluimvee te bevor deren. Aan de huisvesting voor hoenders wordt nog te weinig zorg besteed. En zonder goede huisvesting is het rapen van winter-eieren uitgesloten, evenals een goede rentabiliteit der pluimveehouderij. Want, indien de huisvesting niet in orde is, treden zeer ge makkelijk besmettelijke en andere ziekten op, waar door groote sterfte kan optreden en de verliezen zeer aanzienlijk kunnen zijn. Gezwegen nog van het feit, dat de animo voor dit onderdeel van het bedrijf gaandeweg vermindert. Wie met voordeel wil kip pen houden, moet het goed doen. De C.P.C. voor N.H. is van meening. dat het zeker niet noodzakelijk is, dat er dure hokken gebouwd worden. Meermalen komt het voor, dat voor een zelfde geld vrij wat meer bereikt kan worden of dat het goedkooper en toch goed kan. Men meene nu niet, dat het in de bedoeling ligt, dat de beste en mooiste hokken voor een bekroning in aanmerkinig kunnen komen. Waarschijnlijk zul len deze niet eens in aanmerking komen. Dat blijkt uit de opzet,die hierna volgt. De daarvoor te benoemen commissie komt de stallen keuren, zooals ze zijn. Ze geeft punten en bespreekt met de eigenaars de aan te brengen ver beteringen. In den winter is het de beste tijd, om de verbeteringen aan te brengen. In den zomer komt de commissie terug, bekijkt de hokken en geeft weer punten. Hoe meer men verbeterd heeft, hoe grooter het verschil tusschen den eersten en tweeden keer zal wezen. Wie het meeste verbeterd heeft, krijgt den eersten prijs. Een beperking moet er bij gemaakt worden en wel deze, dat kippenhokken, die erg slecht zijn on der geen voorwaarde in aanmerking kunnen ko men. Als toch de verbetering neerkomt op een nieuw hok, dan strijdt zulks met den aard van den wed strijd. De bedoeling is de wedstr'^l te houden in bepaal de kringen. Deze zullen het werkgebied van een of meer pluirtiveecommissies omvatten. Is in een afdee- ling geen pluimveecommissie of een commissie, die niet van zich hooren laat, dan kan men zich vervoe gen bij den Secretaris der afdeeling. De keuringscommissie zal bestaan uit 3 leden, waarvan een lid uit de pluimveecommissie of het afdeelingsbestuur, een uit de centrale commissie en bij voorkeur een pluimveeteeltonderwijzer. Als advi- seerend lid treedt iemand van den voorlichtings dienst op De wedstrijd wordt in 3 groepen verdeeld. A. Kippenhokken ondergebracht in bestaande gebouwen, b.v. bedrijfsgebouwen. B. Kippenhokken voor vrij uitloopende hoenders. C. Kippenhokken voor vastzittende hoenders. Het is voorloopig niet noodzakelijk alle hokken voor keuring aan te geven. Beoordeeld zal worden volgens de onderstaande puntenschaal. Groep A. en B. 1 Zindelijkheid 20 2. Zitstokken 15 3 Ventilatie 10 4. Licht 10 5. Legnesten 10 6. Voeder en drinkinrichting 10 7. Algemeene indruk van de grootte en inrichting van het hok 25 Totaal 100 punten Groep C. t. Algemeene indruk van de grootte en inrichting van het hok 10 2. Nachthok 40, verdeeld in: a. zindelijkheid 10 b. ventilatie en licht 10 c. zitstokken 10 d. grootte 10 3. Ben 30. verdeelden: a. zindelijkheirP 10 b. grootte, bodem en gesteldheid 20 4. Legnesten 10 5. Voeder en drink-inrichting 10 Totaal 100 Uitgeloofd zal worden een bedrag aan geldprijzen. Deze geldprijzen zullen nader worden vastgesteld en hangen al van de deelname. De namen van de prijswinnaars worden bekend gemaakt in het Alge meen Landbouwweekblad en in dit blad. Bovenstaand is te beschouwen als het reglement De S.P.C. voorziet in gevallen, waarin in dit regle ment niet voorzien is. Mocht het wenschelijk zijn wijzigingen aan te brengen, dan zullen deze ter ken nis van de deelnemers worden gebracht. Afdeelingen of leden, die voor dezen wedstrijd in aanmerking willen kernen, wenden zich v6ór 1 Ja nuari tot den Secretaris der C.P.C. voor Noord-Hol land. De Centrale Pluimveecommissie voor Noord-Holland: J. H. VELDERS, Schagen. A. DE HAAN, Beemster. G. GEITENBEEK, Purmercnd, Secretaris. Vrij naar Gellert door M. VISSER. Een goede beste boerenjongen, Dien jonker Frans eens mee uit reizen nam, Kon liegen na zijn reis zoo ongedwongen Of 't waarheid was waar hij ook kwam. Eens ging hy met zijn vader mede Kort na de reis van 't dorp naar stad. Wóar van ook was des vaders rede Frits 't steeds nog grooter opgemerkt had. Een flinke hond liep eensklaps voor hun voeten. „Ja, vader" zei de knaap „U vindt hem kras, Maar ik mocht op mijn reis een hond ontmoeten Die sterker, grooter, breeder, flinker was. 't Was bij Den Haag. We kwamen juist van Leiden, Ik meen ze noemden 't daar dé Leldsche vaart. Toen kwam een hond ik zal niet op gaan snijden Zoo groot wel, vader, als uw grootste paard." „Dat noem ik" zei de vader wel een wonder Maar ja, zoo heeft elk oord wel iets dat trekt. Ik denk geen stad of land of streek is zonder. Zoo heb ik bij de stad ook wat ontdekt Daar is een brug, we moeten straks er over, Waarop een groote steen is neergelegd Waarover iedert valt en 't lijkt getoover Een been breekt die een leugen heeft gezegd. De jongen schrok toen hij dat had vernomen. „Ach," zei hij, „Vader, loop toch niet zoo snel." ..Hoe," zei de boer „om op den hond terug te komen. Hoe groot, zei jij, was toch dat monster wel?" „Niet als uw paard, dat schiet me juist te binnen, De hond was zei de knaap ik word zoo moe Hij was, nu ik me ga bezinnen, Zoo groot wel als uw grootste koe." Ze gingen verder. Fritsje kon wel weenen. Hij werd zoo bang, hij ging het liefst terug. Wie breekt er nu ook graag een van z'n beenen. En In de verte zag hij reeds de brug. „Ja, vader" zei hij weer „dit wou ik u nog zeggen, De vader stapte door en luisterde maar half ..De hond was, weet ik nu bij nader overleggen. Niet grooter, neen, niet gTooter dan een kalf." De brug was in 't gezicht. Hoe zou het Frits vergaan! De vader stapte door nog honderd meter maar. „Ach, vader," - sprak de knaap - „zeg, blijft U even staan, Ik zei het toch niet goed en 'k voel me ook zoo naar, De hond was. vaderlief hoe trilde Fritsjes mond De hond die was zoo groot als een gewone hond. In het hotel „Het Wapen van de Zijpe" vergaderden Zaterdagmiddag 7 December Dijkgraaf. Heemraden en Hoofdingelanden van den Zijpe en Hazepolder. onder voorzitterschap van den heer C. Hooij, dijkgraaf, secre taris is de heer J. J. Bleek. Afwezig blijken te zijn de heeren A. J. Kruijer en K. Francis, heemraden en de heer Brak, hoofdingeland. Een jubileum. De Voorzitter heet de leden welkom en daclt mede, dat deze bijzondere vergadering veroorzaakt wordt door het feit, dat het juist vandaag 25 jaar geleden is, dat de heer G. de Wit werd benoemd tot heemraad van onzen polder. Maar de heer De Wjt is niet alleen 25 jaar heemraad, hij is ook vanaf 18S6 bestuurslid van onzen polder geweest, een feit, waarmee spr. den jubilaris van harte feliciteert een felicitatie die een herhaling is van die van vanmorgen in de vergadering van Dijkgraaf en Heemraden. Spr. herinnert er dan verder aan, dat de heer De Wit in die reeks van Jaren zeer veel voor den polder heeft gedaan, dat de heer De Wit zeer zelden een vergadering miste en hjj veel zaken, die in het belang van den polder waren, heeft helpen opbouwen. Spr. uit den wensch, dat de heer De Wit nog langen tijd ln ons midden moge zijn en hij nog langen tijd het genot als bestuurslid van den polder moge ondervinden. Een hartelijk applaus onderstreepte deze vriendelijke woorden, de jubilaris werd door allen gelukgewenscht waarna de heer De Wit zijn dank betuigde. De notulen werden onveranderd vastgesteld. Mededeelingen. De Voorzitter deelde mede, dat tot zijn spijt de heer Francis afwezig was door ongesteldheid. Het laatste schip grint bleek kleiner te zijn dan ver wacht was en daardoor is de hoeveelheid grint, die meer is ontvangen dan was begroot, teruggebracht, pl.m. 200 M3. tot 84 M3. De vergadering vindt goed dat de levering van grint weer zal plaats vinden als voorheen. De polderlasten zijn zoo goed als geheel binnen, slechts enkele personen vroegen uitstel. Ook het grint, door par ticulieren betrokken, is betaald geworden. Van de ïirma, waar de baggermolen steeds in bewa ring is, kwam bericht in, dat die bewaring daar niet langer kan geschieden en de Voorzitter vraagt daarom of het niet beter is dan den baggermolen maar naar hier te halen en er dan een schuitenhuls voor te laten bouwen. De heer Joh. Bruin vraagt of het bouwen van een schuitenhuis wel noodig is, spr. zou eeret onderzocht willen zien, in welken staat de baggermolen verkeert en of hij het nog waard is in een nieuw te bouwen schui tenhuis te worden ondergebracht. De Voorzitter erkent, dat, zoolang hij dijkgraaf is, de molen nooit is gebruikt en het zal ook hier wel zijn: „rust, roest" De heer Rezelman zegt dat de baggermolen steeds ln de openlucht gelegen heeft en dat is ook geen bezwaar als hij maar goed wordt onderhouden, door af en toe te teren. De Voorzitter wijst er echter op, dat de polder goed voor zijn materiaal dient te zorgen en vraagt aan den opzichter, die ter vergadering is geroepen, of de bagger molen nog waard is in een schuitenhuis opgeborgen te worden. Nadat de opzichter heeft verklaard, dat de molen nog in goeden staat verkeert, wordt tenslotte besloten, hem voorloopig te Oudesluis,onder toezicht van den sluis wachter te stellen. Tot leden der commissie belast met het nazien der rekening over 1929, worden aangewezen de heeren Erike, Rezelman en Rademaker. De Voorzitter deelt nog mede, dat als opzichter is be noemd geworden de heer Kooy te Ede en dat op 6 De cember, de kas van den penningmeester ln orde bleek te zijn. De pensioengrondslag voor den opzichter is vastge steld op f 2Ö50, maar in verband met een hoogere huur waarde van de woning van den opzichter, geeft de pen sioenraad f 2200 aan, met welken grondslag de vergade ring accoord gaat De classificatie der gronden. Door den Voorzitter wordt medegedeeld dat van Ged. Staten een schrijven is ingekomen, over de classificatie van de gronden ln den polder, n.L met de mcdedeellng dat verandering van classificatie niet de goedkeuring van htm college beheeft. Wel wordt gevraagd of aan allo formaliteiten is voldaan. Dijkgraaf en Heemraden stellen nu voor om alle ega- lements en nollenlanden, die ln 3917 als vlakland in den legger zijn opgenomen als engalemontslanden op den legger te plaatsen en hiervan één vijfde der lasten to heffen Inplaats van twee en een half vijfde, En dan art. 10 van het rclement onveranderd te laten. De heer Bruin maakt er bezwaar tegen dat dergelijke belangrijke zaken, hoewel niet op de agenda voorko mende, in bespreking worden gebracht. Spr. acht een grondig onderzoek noodig, voor en aleer een besluit wordt genomen. De Voorzitter zegt, dat het schrijven van Ged. Staten Inkwam, na het verzenden van de agenda. Het gaat er om of de omslag 1/5 of van de lasten zal zijn en of schrapping van art. 11 van het Bijz. reglement zal plaats vinden. De heer Rezelman zou het onredelijk vinden als dit besluit er doorkwam. De Voorzitter wijst er op, dat de besluiten, door de meerderheid van hoofdingelanden genomen, ter visie worden gelegd en daarna bezwaren kunnen worden in gediend. Juist ln 1916 is onredeiijk gehandeld, want toen Is een besluit genomen, waar niemand kennis van droeg. De pers was toen niet aanwezig, terwijl nu de vergade ringen openbaar zijn. Spr. zet nog eens uiteen hoe de toestanden vroeger waren. Dc heer De Boer wijst er op dat waar om de 10 jaar de legger wordt herzien, de regeling van 1916 niet goed bleek to zijn, maar die van 1926 al evenmin. De heer Bruin vraagt of de Voorzitter nu eens duide lijk en langzaam wil voorlezen wat het Dag. Bestuur voorstelt De Voorzitter aan het verzoek des heeren Bruin ge volg gevende, leest het voorstel nog eens voor, en het blijkt dan dat voorgesteld wordt: Artikel 10 van het bijzonder reglement onveranderd te laten, de egalementslanden met 1/5 van het bedrag dat de contribuabele landen in de algemeene lasten bij dragen, te belasten, onveranderd het bepaalde van lid 1 In art. 10 van het bijzonder reglement. Artikel 11 van hot bijzonder reglement dan te schrappen, omdat het Dag. Bestuur meent dat art 57 lid 14 van het algemeen reglement aan hoofdingelanden de bevoegdheid geeft de schuldplichtigheid, zooals deze op den legger is vast gesteld, te veranderen. Het Dag. Bestuur meent, dat het bestaande art 11 van het bijzonder reglement, de be- slissing van de meerderheid van hoofdingelanden kan weerhouden. De heer Rademaker had gehoopt dat de partij der egalementslanden met een wat minnelijker voorstel was gekomen, want dit voorstel is voor de party der contri buabele landen niet te accepteeren. De heer De Boer vindt de handeling ook niet ad-rem. We krygen nu de toestand van vóór 1916 terug en spr. vraagt of dat nu de vooruitgang is. De Voorzitter acht de zaak voldoende besproken en brengt het voorstel van het Dag. Bestuur in stemming. Het wordt aangenomen met 8 tegen 4 stemmen, tegen stemden de heeren Bruin, Rademaker, De Boer en Re zelman. De gewyzigde keur wordt met algemeene stemmen, na voorlezing, goedgekeurd. De vergadering kan zich ook vereenlgep met de voor waarden, vastgesteld voor de vier jaariijksche grasver pachting. De Voorzitter brengt nog in bespreking de voorwaar den, die gelden voor de aanbesteding van het onder houdswerk en wyst dan op het bezwaar dat de bepaling oplevert dat de aannemer 2 borgen moet stellen. De aannemer ondervond dit jaar veel last van die bepaling. Goedgevonden wordt die bepaling te schrappen. De rondvraag leverde niets op, waarna de dü'kgraaf met een woord van dank de vergadering sloot Uit de Filmwereld De opzet van een sprekende film door CECIL B. DE MILLE. De meeste menschen denken, dat een film iets is, dat zoo maar uit de lucht komt vallen. Weinigen be grijpen, tenminste als zij niet achter de schermen gekeken hebben, dat zij geboren wordt na harden ar beid en als een product van veel verstandelijk over leg. Om een vergeiyking te gebruiken, men zou het bouwen van een film kunnen beschouwen als het bouwen van een mensch, gesteld, dat zoo iets mo gelijk ware. Daarvoor zou men de samenstellende deelen van zoo'n mensch met elkaar verbinden, er bloed, vleesch, en zintuigen in aanbrengen, om er ten slotte leven in te blazen. Met een film gaat het egienlijk precies eender. Om te beginnen, als we het scenario grondig bestudeerd hebben, en het verhaal door het geestesoog onzer verbeelding vasten vorm heeft aangenomen, dan gaan we de „ribben" plaatsen. De „Ribben zijn de hoogtepunten der handeling, die tezamen het ge raamte van de film zullen gaan vormen. Natuurlijk zijn deze situaties vn het grootste belang, zij zijn de „clous", die het meest de aandacht van het toe komstig publiek zullen boeien, dus de diverse hoog tepunten van het drama. Maar zij zijn, alléén, niet voldoende om de film te doen slagen. Om ontroerd te worden, eischt een toeschouwer meer dan tra gische momenten. Thans schrijven myn medewerkster, mijn secre taresse Miss Jeanie Mac Pherson en ik. wat wij noe men „Het gele verhaal". Het „gele" verhaal, dat wij dien naam geven, omdat het op gele vellen is ge typt, bevat in zakelijke beschryving de opvolging der handeling, zonder bijzonderheden, een onaan doenlijk, bondig verslag van de actie dus. Is dit „gele" verhaal klaar, dan worden de rollen verdeeld en schrijven wij dus Miss Mac Pherson, die mij reeds bij meer dan dertig films geholpen heeft en ik het „witte" regie-boek. Dit is uiteraard heel iets anders dan het gele, De scènes zijn tot in de kleinste bij zonderheden schrifteiyk uitgewerkt, alles wat ik voor een goede regie te weten heb en mij aan moet schaf fen, staat er in vermeld, van allerlei kleine en groote bijkomstigheden, die ik in den loop van den tijd op- teekende, wordt er in gewaagd; de juiste plekken, waar elk tafereel dient te worden opgenomen, staat er in geboekstaafd. Enfin, het „witte" regieboek vormt het vleesch en bloed van de film. Maar een wezen van been en vleesch en bloed is nog geen mensch en evenmin is mijn film als een film. Zij moet tot leven worden gewekt. En dat leven komt erin, de levensadem wordt erin geblazen, zoo dra we aan het werk zijn, zoodra mijn gedachten verstoffelijkt worden en ik kan voelen wat goed is en wat niet, wat ik zou laten of wat ik veranderen of wijzigen moet. Wil een film bij het publiek succes hebben, dan moet zij ontroeren door levenswaarheid en natuur lijkheid. Deze beide eigenschappen zyn 't hoofdza kelijk, die over het welslagen beslissen en slechts tydens de werkelyke vervaardiging der beelden wordt 't mij duidelijk of aan deze beide voorwaar den is voldaan. Dit verklaart het feit, waarom een film, in haar definitieven vertooningsstaat zooveel korter is dan het aantal meters celluloid, dat er oorspronkelijk voor werd verwerkt. Een goed regis seur is uiterst scherp in de kritiek van zijn eigen arbeid en ontziet zich niet soms tien keer meer weg te smijten dan hij behoudt. Het werkplan van „geel" en „wit", dat ik U zoo even aangeduid heb, geldt voor elke film, zoowel voor een zwijgende als voor een sprekende. Ten op zichte van de witte regiebladen bestaat er echter verschil tusschen een „silent picture" en een „tal- kie". De „witte"' uitgave voor een sprekende film omvat natuuriyk eveneens den volledigen dialoog en dank zij de gesprekken, kunnen sommige deelen der Ir

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1929 | | pagina 7