- De Wereldreis van -
Dicky en Dirrekie Durf
AWEL ZULLE!
Grock neemt afscheid van het toonecl.
WARE WOORDEN.
ZIJN LAATSTE VOORSTELLINGEN IN HOLLAND.
De „Koning van den lach'', de groote muzikale clown
Grock, kom, zooals dezer dagen het bericht in de couran
ten luidde, eerstdaags, maar dan voor het laatst, weer
enkele gastvoorstellingen in ons land geven, en zal
alsdan optreden te 's Gravenhage en Rotterdam. Grock,
die eigenlijk Wettach heet, is een Zwitser van geboorte,
Zijn vader was in een klein dorpje horlogemaker, en
behalve horlogemaker was hy ook een uitstekend gym
nast. Het voordragen zat hem ook in het bloed, en reeds
als kind was hij met een Italiaanschen vriend van huis
weggeloopen om in een reizend circus te kunnen op
treden, maar al spoedig werd hij teruggehaald. Ook na
zijn huwelijk trad hij nog een paar maal op. Zijn zoon
Adrien volgde het voetspoor van zijn vader; reeds op
achtjarigen leeftijd trok hij rond met een reizend cir
cus en na enkele maanden was hij een veelbelovend
acrobaat Hij leid
de toen een eigen
aardig, maar wc'
zeer afwisselend
ven. In den zom
reisde hij met ec
circus en 's win
ters moest hij nas;
school; in zijn.
vrijen tijd studeer
de hij dan nieuwe
nummers in. Maar
na zeven jaar
werd het circus
opgeheven en
kwam Adrien Wet
tach weer naar
huis. Hier werd
hij niet al te
vriendelijk ontvan
gen, want het inko
men van zijn ou
ders was niet zoo
groot dat zij hun
zoon ook nog kon
den onderhouden.
Maar Adrien had
in het circus veel
geleerd,. „Dat is
niet erg", zei hij,
„dan word ik pia
nist". En hij speel
de piano, totdat het
hem begon te ver
velen. Hij vond
een nieuwe betrek
king Jlij werd huie
onderwijzer in d
Fransche taal b J
Graaf Bethlen. N
ettelijke dagen rc'.
zen werd hij ar:
een klein static:
netje door een r:
tuig. met vlo
paarden bespan
nen, afgehaald.
Bij het landgoed gekomen, stond de heel familie hem op
tc wachten. Grock was zoo buiten zich zelve van blijd
schap, dat hij met een fraaien salto-mortale uit het
rijtuig sprong en vlak voor zijn leerlingen neerkwam.
Graat Bethlen informeerde ongerust of Grock's herse-
r.en wel normaal functioneerden, maar deze stelde hem
gerust, door te zeggen, dat dit een eigenschap van alle
Zwitsers was en eigenlijk bij de opvoeding behoorde.
Bijna twee jaar lang bleef hij bij de familie Bethlen en
gaf de kinderen Fransche les. Daarna vertrok hij. en
beoefende toen alle mogelijke ambachten om ten slotte
weer clown en circusartist te worden. Hij had n.1. weer
eenige vrienden uit het oude Zwitsersche circus ontmoet
en zich bij hen aangesloten; een programma werd opge
maakt en Grock trad weer als clown op. Sindsdien Is
hij geregeld blijven optreden en overal waar hij komt,
GROCK.
Grock tn een van zijn „piano-nummers".
IV.
Te Pfeiffering was jaarmarkt. Faustus maakte door
zijn tooverkunst een lichtbruin paard, waarmee hy naar
de markt reed juist op het uur dat de handel 't drukst
was. Ieder vond Faustus' paard een prachtig dier, mooi
hoog van gestalte, geestig, goed doorvoed en van zeer
gewilde kleur. De eeno koopman na den anderen bood
geld, altyd hooger. Eindelyk liet de dokter het paard
aan een handelaar, die genoeg bood en direct in klin
kende munt betaalde. De koopman was zeer Ingenomen
niet zyn verworven rossinant Eer hy betaalde zei hem
Faustus dat hij het paard de eerste dagen niet in het
water moest laten. De koopman beloofde dat, zonder
eigenlyk eenige aandacht te schenken aan het vreemde
van de voorwaarde, blij als hy was zulk een prachtig
paard in handen te hebben. Op een flinke winst meende
hy vast te kunnen rekenen. De koopman vertrok met
het dier en moest op zyn weg een beek passeeren. Zou hy
daarvoor de brug gebruiken, die een paar minuten van
den zyweg lag dien hy was afgekomen? Plotseling viel
het hem in .dat de verkooper van het paard had doen
belooven, dat hij de eerste dagen niet met het paard
in het water zou gaan Zyn nieuwsgierigheid naar het
gevolg van een eerder te water gaan met het paard deed
hem besluiten niet naar de brug te rijden, maar de
beek te doorwaden.
Toen hy midden in de beek was, verdween tot zyn
groote ontsteltenis het dier en bleef de koopman als
op een zadel op een slroowisch zitten. Met moeite redde
hy zich het leven.
Spoorslags reed de koopman op een van zyn andere
paarden naar Pfeiffering terug om zoo mogelyk den
verkooper nog te vinden in het marktcafé waar hij hem
verlaten had. Het "geluk diende hem. Faustus lag lang
uit op een bank en scheen te slapen. Woedende ging de
koopman op hem toe om hem zyn geld terug te vragen.
Hy greep den slapende by den voet om hem van de
bank te trekken. Maar Faustus sliep niet. Hij had den
koopman reeds opgemerkt en liet, toen deze hem zoo
ruw aanpakte, zyn voet by den enkel los, zoodat de koop
man met den voet in de hand achterover tuimelde.
Faustus begon geweldig te jammeren en te razen,
waarop de koopman zoo snel als hy kon beenen maakte,
doodsbenauwd als hij was wegens mishandeling vervolgd
neemt hij het publiek stormenderhand voor zich !n. Zijn
verschijning is al ettelijke malen besproken.zyn nummers
zijn overbekend en toch is Grock een stille, byna verlegen
eenvoudige man, van weinig woorden. In de garderobe,
als de clown Grock afgeschmlnkt is, zit er een mensch,
voor de spiegel. Zyn gezicht is goed, zyn oogen zijn goed
hartig, zyn civiel lachje lijkt op 't lachen op het tooneel;
het lachen van een kind, met den melancholleken glim
lach van een grootvader. Meestal echter ziet hy ietwat
treurig voor zich heen, zooals alle clowns In civiel. Grock
Is een geheel aparte verschynlng in de kunstwereld en
zijn kunstprestaties zijn op een lijn te stellen met die van
een Caruso, Schaljapin, Pawlowa of Kreisler, en 't mag
daarom ook niet verwonderen, dat deze muzikale clownt,
die 22 instrumenten bespeelt, professor in de muziel
en doctor honoris causa is, fantastische honoraria ont
vangt, en zijn inkomsten die van Schaljapin, Pawlowa.
Paderewski, naar verhouding nog overtreffen, want
Grock treedt per jaar ongeveer 300 keer op en ontvangt
b.v. in Amerika als nummer in een variété per minuut
circa f 200.Tot in den herfst van 1930 is Grock be
sproken, maar dan gaat hy het tooneel vaarwel zeggen
om rustig te gaan leven op zyn langgoed in Oneglia,
aan de Italiaansche Rivièra.
EEN BRUTALE.
(Everybody's Weekly, Londen.)
(De Vlaamscho kwestie).
De Vlaming beet dus van zich af
Voor eigen taal en zeden.
Op grond van 't vrije volksbestaan,
En 't glorieryk verleden.
Die wou in Gent geen hoogeschool
Met Franskiljonsche bullo',
Maar Vlaamsche vryheid, Vlaamsch gezag,
Awel zulle!
Reeds vaker gromde Vlaand'rens leeuw,
Men wist hem steeds te temmen.
De Walen zetten hem beleefd
In zeer beschaafde klemmen.
Men wist hem met een eenheids-klc 1
Steeds sierlyk te omhulle',
Maar nu is 't uit met dit gesol,
Awel zulle!
In al zyn kracht schudt deze leeuw
Zyn steeds gevlochten manen,
Om zich als 't moet met sterk geweld
Een vrijen weg te banen.
Langs recht en eerlyk zelfrespect,
zyn wenschen te vervullo':
De Vlaming voor het Vlaand'renland.
Awel zulle!
Het rommelt in het Bel^enryk
Al Vele, vele jaren.
Men wist in schijn van overmach'.
De eenheid te bewaren.
De Vlamingen zijn wel In tel,
Maar min of meer als nulle',
Dat moet nu uit zyn en voor goed.
Awel zulle!
Er dreigde een regeeringskrach.
Een splitsing van de rassen,
Een stroom van onbeperkt verzet
Gaat onweerstaanbaar wassen!
Europa hoort de Vlaamsche leeuw
Getergd zyn eischen brulle',
Ontembaar, fier en onvervaard,
Awel zulle!
December 1929. KROE
(Nadruk verboden).
Feestdagen op zichzelf beteekenen kinderiyke ontwik-
kelingstrappen der menschheJd, de kostbare rustplaatsen
van achter ons liggende nieuwe vormen van ontwikke
ling.
o
Door de meeste menschen wordt het verwerken van
kennis en wetenschap helaas als het voornaamste, ja,
zelfs als het eenige doel van de opvoeding beschouwd.
te zullen worden. Faustus raapte zyn voet weer op en
bevestigde hem weer aan zyn been.
In de stad Brunswyk woonde een voornaam adel-
iyk heer, die al sedert langen tijd ziek was en by de
behandeling van de geneesheeren uit da stad geen baat
mocht vinden. Op raad van een vriend liet hij doktor
Faustus by zich ontbieden, die zich toen ter tyd be
vond op een slot in de nabijheid van Brunswyk en zich
tegen een flinke belooning bereid verklaard had den
zieke met zyn kunst te helpen.
Doktor Faustus begaf zich op weg naar de stad. Het
was een warme dag en de dokter werd van het wandelen
moe. Daar kwam hem achter op gereden.een boer met
een leegen wagen, bespannen met een paar beste
paarden. Doktor Faustus vroeg hem mee te mogen
rijden tot de poort van de stad. Hy kon natuurhjk wel
op andere wyze naar de stad komen, maar wilde eens
zien of de boer den menschen ter wille wou zyn. Op er-
gerlyke wijze beantwoordde de boer het beleefd ver
zoek met een weigering. „Wacht, jou botte ezel," dacht
Faustus, ,.dat zal ik je betaald zetten."
Hy sprak een paar tooverwoorden en oogenblikkelijk
vlogen de vier wielen van den wagen het luchtruim in
en vielen de beide paarden als door den bliksem getrof
fen dood voor den wagen neer. Toen de boer dit zag.
schrok hy geweldig, begon jammerend te weenen en
vroeg Faustus met saamgevouwen handen om vergiffe
nis. daarby belovende nooit weer een vreemdeling zoo
onheusch te zullen behandelen als hij den dokter gedaan
had. „Nu" sprak Faustus „voor dezen keer zal
ik je je lompheid vergeven, maar ik waarschuw je nooit
weer zoo onbarmhartig tegen de menschen uit te varen.
Neen een handvol aarde, bestrooi daarmee je paarden
en ze zullen weer levend worden en opstaan. De vier
wielen van je voertuig liggen by de vier poorten van
de stad."
Een hal ven dag had de boer werk om de wielen weer
bijeen te halen en ze aan de assen van den wagen te
schuiven. Faustus was inmiddels op onnaspeurlyke wyze
van den weg verdwenen.
(Wordt vervolgd.)
Werkgever: Kom beste man, u moet
niet rooken onder uw werk.
Stoker: Wie werkt er hier?
Het verleden heeft voor ons geen verdere beteeken is,
Jan dat de klankbodem is waartegen de muziek van
I aet heden resonneert.
o
Die geen rust vindt in zichzelve, zoekt die elders
ergeefs.
o
Niets maakt zoo onnatuurlyk als de zucht om natuur-
xijk te schynen.
o
Geduld is kracht Als 't gaat ontbreken
Ontzinkt ons ook de macht
By 't lyden, werken, leeren spreken,
Geduld is één met kracht
o
Liefde blijft niet besloten in het brein, zy is in alles
met de snelheid der gedachte doordringt zy. iedere le
vensuiting en verleent aan elke kracht een kracht, veel
-;rooter nog dan haar reeds van nature eigen was.
WAAR DE VROUW
BELANG IN STELT.
Schoonheidswenken door
liuth Chatterton.
Zegt mij, hoe U Uw eerste 15 minuten van den dag
doorbrengt en ik zal trachten te voorspellen, in welke
stemming U Uw dag zult eindigen. Onverschillig hoe
druk men het overdag heeft, men heeft toch zeker
vyftlen minuten noodig voor de instandhouding der
schoonheid. Laat de eerste 15 minuten gouden minuten
zyn, waardoor U zich den geheelen dag beter zult ge
voelen. Laat dadelijk na het opstaan koud water over
gezicht en oogen loopen. Drink een glas lauw water en
twee minuten van uw „schoonheidskwartiertje" zyn om.
Ga voor een open venster staan en laat gedurende tien
minuten Uw spieren los maken. De eerste oefening Is
een ademhalingsoefening, vult Uw longen met de
frissche morgenlucht. Haal diep adem, terwijl U Uw
armen tot de schouderhoogte opheft, tel langzaam tot
tien. Laat gedurende het tellen U adem langzaam ont
snappen. Herhaal dit eenige keeren, tel lederen dag
Iets verder. De rest van den tyd wordt besteed met d9
gewone buig- en rekoefenlngen. De laatste drie minuten'
worden onder de douche doorgebracht. Laat de kouds;
stralen over het lichaam stroomen, dat daarna met een
ruwe handdoek afgewreven wordt, totdat de huid gloeit.
Dit alles nam juist 15 minuten in beslag. Probeert het en
ziet, dat U er geen spyt van hebt.
Voor herstellende patiënten.
Zy behooren tot de „Lastige gevallen" voor de huis
vrouw; de herstellende patiënten, die nog niet voldoende1
eetlust hebben en die toch door flink eten juist hun
verloren krachten moeten herwinnen. Het wordt ala
het ware een voelen en tasten naar mogelijkheden, die
en aan de voorschriften van den dokter voldoen en aan;
de wenschen van den patiënt; een zoeken naar scho
teltjes. die met plezier naar binnen gaan en die tegeJ
lykertijd een behoorlijke hoeveelheid voedende be-
standdeelen bevatten; geen „liflafjes" dus, die alleen
den sraaaJc streelen, maar ook vooral geen te zware
gerechten, die kans hebben de spysvertering in de war
te brengen en den eetlust nog meer te doen zakken.
„Opwekkende" middeltjes hebben in deze gevallen een
groote waarde; stoffen, die prikkelend werken op de
spysverteering, omdat zy ten eerste den smaak der
spyzen verbeteren, maar omdat ze ook dikwyls het
geheele zenuwstelsel aanzetten tot een levendiger werk-;
zaamhekl, die dan o.a, ook aan de vertering van hetj
voedsel ten goede komt.
Tien geboden voor de huisvrouw.
In een Vlaamsch blad lezen wij de volgènde „tien
geboden der huismoeders", die ook wel hun nut hebben
voor de Nederlandsche moeders.
Laat in Uw woning, groot of kleen,
Uw kinderen spelend nooit alleen.
Pas op dat lucifertjes nooit
Voor het grijpen liggen rondgestrooid.
Zet om Uw kachel, vuur of haard,
Een hek, dat 't kind voor brand bewaard.
Laat kokend water nergens staan,
Waar by geval het wicht mocht gaan,
Voor ge ze vult, blaas uit Uw lamp;
Aldus voorkomt ge groote ramp.
Hits met petrool het vuur nooit aan.
De vlam mocht in 't gezicht U slaan.
Sluit heengaand steeds Uw put met zorg.
Dit blyft U voor gerustheid borg.
In 't koper worde Uw spys nooit koud,
Wee wie dit niet voor oogen houdt.
Is in Uw spys azyn vervat,
Bewaar ze nooit in zinken vat.
Tot myding van een treurig lot,
Houdt dood end gift steeds achter slot.
DE VLOOIENDOODER.
(Pages Gaies).
Wat voer je toch met je jas uit?
O, ik tracht een vloo te dooden, die zich
daarin bevindt.
77. Op het zolderkamertje kyken Gerrit, Dicky en
Dirrekie met bedenkelijke gezichten om zich heen.
Gossiemossie, moppert Gerrit, is dat hier effe een gri
bus...! Dicky zegt niks, maar hy voelt zich heelemaal
niet op zyn gemak. En Dirrekie zit vreeselyk in de
narigheid, maar ze durft geen kik geven... Daar klinkt
akelig door de stilte het geknars van den zwaren grendel,
die voor de deur geschoven wordt. Gerrit kykt nog
bedenkeiyker en Dicky voelt een koude rilling over
zijn rug gaan. Maar Dirrekie houdt het niet langer uit
Zonder eenige voorbereiding of aankondiging scheurt
zij een mond open, waarin met gemak een Fransch
roggebrood kon worden geschoven en begint om haar
moeder te huilen. Gerrit en Dicky schrikken zich eerst
het apenzuur. Dan schudt Gerrit de schreeuwleelyk
heen en weer en fluistert haar toe: Wil je wel eens
gauw je toet houwen, merakelsche maad... daolyk komt
die ouwe nog naar bauve... Je denkt toch altemet niet
dat je moeder hier benalje op fesite is? Neen, dat
denkt Dirrekie niet en dus doet ze haar mond maar
weer dicht. Maar zoo nu en dan snikt ze nog even,
want ze vertrouwt den waard geen zier. Nu, dat doen
Gerrit en Dicky ook niet.
78. Plotseling krijgt Genit een van zyn goede ideeën,
waar vroeger zyn Moeder zooveel narigheid van had. Hy
doet het dakraampje open, kykt naar beneden en fluis
tert: We kenne d'r best uitspringe... 't is niet haug.
Dan haole we mit een faoretje ons segaorekizzle en
smaire hem zoo gauw we kunnen... Denk erom, flink
springe ...en galn herrie... Dat gatasem benaye mag niks
haure, anders laupe we n o g ln de fuik. Dirrekie buigt
zich uit het raampje, krygt kippevel en zegt dat ze hals,
nek en nieren zal breken, maar Gerrit geeft haar een
zetje en ze komt behouden in een aalbessenboompje
terecht. Dan springt Gerrit en eindelijk bereikt Dicky
c'en beganen grond. Siesau, fluistert Gerrit Nou r
as de gesmairde drommel naar het schuurtje... Faur-P
sichtig waize en achter me blave, want ik sel eerst es F
locke of de ouwe d'r nog niet bai is. Heel zacht sluiptL
het edele drietal naar het schuurtje. De auto is er en
dc zakken van de roovers liggen er nog in. Dadelyk d
sjouwt Gerrit het karretje naar buiten, Dicky en Dir- Si
rrekle stappen in en Gerrit kruipt op den bok. Zachtjes
schuift de auto naar den weg. Daar geeft Dicky vol gas p
en Gerrit juicht: nou ken ie ons nakaken... de ouwe
ai
lorredraJaer... Baldadig grijpt hy de claxon en laat hem i
toeteren: Pè, pè, pè...
an