SchagerCourant
RAAD VAN SCHAGEN.
Geld
Het Winkelwerktijdenbesluit.
WIE
Vijfde Blad.
GRATIS.
voor halven prijs.
JAC. ZOMERDIJK - Schagen.
Zaterdag 21 December 1929.
72stc Jaargang. No. 8584
ZICH MET INGANG VAN
1 JANUARI 1930
OPGEEFT ALS LEZER VAN DE
SC^GÊRTourantTB
ONTVANGT DE NOG VERSCHIJ
NENDE NUMMERS VAN DEC.
Vergadering op Vrijdag 20 December 1929, des mor
gens 10 uur.
Voorzitter de heer J. Cornelisscn, burgemeester, se
cretaris de heer A. C. Roggeveen.
Afwezig de heer Jb. de Vries wegens ongesteldheid.
Na opening der vergadeiing volgt de goedkeuring
der notulen, na een kleine opmerking van den heer
Overtoom.
Van Ged. Staten is bericht ingekomen, ontvangst
aanvulling algemeene politieverordening; dito 7
raadsbesluiten verkoop bouwterrein.
Rapporten zijn ingekomen van het verificatiebu
reau Ned. Gemeenten over eierveiling en lichtbedrij-
ven. Alles was in orde bevonden.
Eveneens is ingekomen het verslag der Midden
standswoningen.
Voor kennisgeving aangenomen.
Van het R.K schoolbestuur was bericht ingekomen
dat er geen bezwaar was dat een tweetal meisjes den
R.K. jursu^in handwerkonderwijs volgden
Di betreft het handwerkonderwijs voor de rijpere
jeugd. Later is van het Hoofd der School bericht in
gekomen dat de ouders dit onderwijs aan de R.-K.
school voor hun kinderen niet wenschten. Ook de
Oudercommissie zeide in een schrijven het te betreu
ren en achtte dit onderwijs, dat in katholieken geest
was niet gewenscht en niet in overeenstemming met
de beginselen van het onderwijs aan de openbare
school.
B. en W. stellen voor dit alles voor kenisgeving
aan te nemen, onder dankbetuiging voor de welwil
lendheid van het kath. schoolbestuur.
De heer Bakker geeft B. en W. in overweging, als
nog te trachten een cursus in 't leven te roepen. Er
zal nu wel meer animo zijn.
De heer Van Nuland, hoewel respecteerend een
ieders meening en alle vrijheid gevend aan allen
voor het onderwijs dat men voor zijn kinderen
wenscht. vindt hel zeer vreemd, dat nu van Vrijzin
nige zijde hetzelfde wordt verlangd, wat men jaren
in de katholieken heeft afgekeurd.
Voorzitter is dat met den heer Van Nuland eens en
het heeft ook hem en de wethouders gefrappeerd.
De heer Van Rijswijk, secretaris der Oudercommis
sie, zegt, dat men het niet moet opvatten als een
verwijt. Het vindt alleen zijn grond in het verschil
in het onderwijs. De ouders en ook op de Ouder
commissievergadering werd de welwillendheid van
het R.K. schoolbestuur geapprecieerd, maar men
wenschte niet dit onderwijs, dat zoozeer afwijkt van
dat der openbare school.
De heer Van Nuland herhaalt, dat hij elkeen de
vrijheid van onderwijs geeft, maar toch bevreemdt
hem de houding van menschen die hetzelfde steeds
in de katholieken hebben afgekeurd. En als het nu
nog onderwijs was in geschiedenis en aardrijkskun
de, kon spr. het zich nog begrijpen, maar het hand
werkonderwijs is toch hetzelfde. Ofschoon spr. zeg
gen moet, dat voor en na gebeden wordt.
De heer Van Erp geeft in overweging deze zaak
te stellen in handen van B. en W.
Voorzitter zegt, dat het al reeds te laat is voor
een nieuwen cursus. Deze eindigt 1 Maart en de
Kerstvacantie komt ook nog.
De heer Van Nuland wijst op den cursus van me
vrouw Ploeger.
De heer Overtoom meent, dat men zich niet op
dien weg moet begeven. Men heeft allen tijd gehad
om zich aan te geven. Er hleek geen animo.
Na nog eenig debat, wordt goedgevonden dat B.
en W. de zaak nog eens zullen nagaan.
Van Ged. Staten was goedkeuring ontvangen wijzi
ging vordeeling gemeente in stemdistricten.
De Gezondheidscommissie geeft een gunstig advies
wijziging uitbreidingsplan.
Voor kennisgeving aangenomen.
Het uitbreidingsplan, dat voldoende ter visie heeft
gelegen, wordt nu met algemeene stemmen vastge
steld.
Vacantietoeslag.
De opzichter van het Gem. Rietbosch vroeg om een
vacantietoeslag. B. en W. adviseeren afwijzend, aan
gezien de werkzaamheden van den titularis slechts
een deel van zijn tijd in beslag nemen en van vacan
tietoeslag als zoodanig geen sprake kan zijn.
De heer Van Nuland vraagt naar het advies der
Rictboschcommissie.
Voorzitter zegt dat dit een abuis van hem is, dat
j is vergeten.
De heer Van Erp acht het standpunt van B. en W.
te eng. Het werk van de Hoop eischt niet zijn heelo
1 persoon, maar dit bewijst reeds zijn loon. Maar ook
i zijn er vele losse uren waarvoor de man betaald
i wordt. Spr. wijst op den doodgraver, die wel vacan
tietoeslag krijgt Spr. meent dat er onrecht tegen-
over de Hoop wordt gepleegd.
Dé heer Lookman vraagt of de Hoop vacantie heeft?
De heer Overtoom zegt, nadat Voorzitter geoor-
dceld heeft dat de Rietboschcommissie eerst gehoord
moet worden, of daar ook het aantal werkuren
wordt nagegaan.
Besloten om het naar de Rietboschcommissie om
advies te zenden.
Het R.K Schoolbestuur vraagt de medewerking van
hot Gemeentebestuur voor de beschikbaarstelling
van gelden voor do uitbreiding van zijn sschool, bc-
groot op f 18.000. R. en W. stellen voor, op dit adres
gunstig te beschikken.
De heer Kooij zegt, dat ongeveer een 40-tal kinderen
i uit andere gemeenten de R.-K. school bezoeken.
Kunnen die gemeenten nu niet worden aangesproken
j om subsidie.
Voorzitter zegt, dat dit gebeurd volgens de Onder-
wijswet. Dit kan alleen voor de kosten voor onderwijs,
niet voor bouw- of stichtingskosten.
Het voorstel van B. en W. wordt met algemeene
stemmen aangenomen.
Grondruiilng.
Door de bouwplannen op het Ileercnbosch en het
ontwerpen van de Ilecrenboschstraat heeft de ge
meente noodig een groot stuk van den tuin van het
perceel bewoond door den heer Berkhouwer. In ruil
daarvoor stellen B. en W. voor den heer Berkhou
wer te geven de grootste helft van den tuin van het
Raadhuis.
De heer Van Erp vraagt, nadat Voorzitter met zijn
toelichting is begonnen, of het niet beter is eerst in
comité te gaan. Vroeger kon spr. op zijn vragen in
openbare zitting nooit antwoord krijgen. Maar zoo
als het nu is acht spr. hot beter eerst nog hot een
en ander in comité te bespreken.
De heer Kooij ondersteunt dit denkbeeld.
Voorzitter zegt, dat dit de voorbereidende bespre
kingen betrof, zoover als de zaak nu is gevorderd,
kan het openbaar.
Het voorstel-Van Erp om in comité te vergaderen
wordt verworpen. Voor de heeren Van Erp, Kooij,
Van Nuland en Gorter.
Voorzitter zegt, dat het een heele lijdensgeschiede
nis is geweest. Eerst eischte de heer Berkhouwer den
heelen Raadhuistuin in ruil voor het betrekkelijk
kleine stukje grond van hem, waarop nog bouwver-
bod lag. Dat wilden B. en W. niet, En na een lange,
lange onderhandeling was men het eindelijk eens en
zou de heer Berkhouwer de betrekkelijke teekening
teekenen. Toen kwam er weer bericht, dat de heer
«Serkhouwer niet teekende, totdat tenslotte niet de
teekening is geteekend, maar de verklaring inkwam
dat de heer Berkhouwer accoord ging met de ruiling
zooals op de teekeninig staat aangegeven, aangevuld
nog met: enkele bepalingen, betreffende rioleering,
afscheiding, overdracht enz., die voor rekening der
gemeente zijn.
De gemeente neemt 98 M2. en geeft in ruil 165 M2.
van den raadhuistuin.
De heer Bakker zegt, dat hem deze heele geschie
denis onsympathiek is. Nu is er eindelijk iets voor
elkaar en nu is de teekening weer niet geteekend,
maar is er een verklaring dat Berkhouwer accoord
gaat. Spr. vreest daaruit weer andere chicanes. Ach
ter het huis van Berkhouwer liggen 5 vaten met
bloed en afval, die verhuizen nu zeker aanstonds
achter het raadhuis Spr. acht ook de ruiling ver
keerd, in het nadeel der gemeente. Berkhouwer toch
wil bouwen en dan komt daardoor den heelen raad
huistuin in donker. En als er nog eens bouwplannen
voor het raadhuis komen, missen wij alle grond. Spr.
acht de eenige manier, nu Berkhouwer zich zoo on
willig heeft getoond, om te onteigenen.
De heer Van Rijswijk is het met den heer Bakker
eens, dat wat de gemeente kwijt raakt te erg is.
Maar ook de heei Berkhouwer moet veel missen en
wil daar natuurlijk schadeloos voor gesteld worden.
Spr. wil den weg van onteigening niet, dat is een
paardemiddel dat tot het laatst moet worden be
waard. Spi geeft echter in overweging een heel klein
deel van de Slotgracht af te nemen. De situatie ver
anderd er niet veel door en de oplossing is voor alle
partijen de beste
Voorzitter zegt, dat dit het oorspronkelijke plan
van B. en W. was, maar daardoor werd het mooiste
plekje in onze gemeente bedorven. Er is een Prov.
Ingenieur geweest van de Adviescommissie bij uit
breidingsplannen in Noordholland en die deed het
middel aan de hand zooals nu wordt voorgesteld. Als
de heer Van Rijswijk zijn zin kreeg, moest het uit
breidingsplan dat Ged. Staten hebben goedgekeurd,
pas, weer opnieuw worden gewijzigd.
De heer Van Rijswijk bepleit dat er maar een klein
deel van de slotgracht af moet.
Voorzitter zou het zeer bejammeren. Spr. meent,
wat nu wordt voorgesteld, de eenige oplossinig is.
De heer Bakker wijst er op, hoe de heer Berkhou
wer sprak tot hem over groote schade, omdat hij
in zijn tuin wilde bouwen. En nu hoort spr. dat er
bouvvverbod op ligt.
Voorzitter zegt, op een klein stukje.
De heer Bakker: Dat veranderd, maar spr. meent
toch zijn voorstel te moeten handhaven.
De heer Gorter zegt, dat deze verklaring van den
heer Berkhouwer zeer voldoende is. Daarop heeft men
niet af te geven. Het spijt spr. echter dat B. en W.
de zaak niet beter hebben aangepakt Waarom het
heele perceel Berkhouwer niet gekocht. Dan kan
men met den tuin doen wat men wil. En men kan
het perceel verhuren totdat de verbouwing van het
Raadhuis noodig is De rente wordt dus opgebracht.
Daarom heeft de heer Van Erp gesproken over co
mité, de raad heeft dat niet gewild. Zooals het nu
door B en W. wordt voorgesteld, is het niet te ac
cepteeren.
De heer Kooij stelt voor enkele meters tuin meer
van den heer Berkhouwer te koopon, zóó dat de
Raadhuistuin aan den weg komt.
De heer Van Erp vraagt nu nogmaals of het niet
beter is, de zaak in comité te bespreken. Wij zeggen
hier nu wel, dit wil de raad, dat wil de raad, maar
aanstonds is de heer Berkhouwer nog zwarter in den
mond. 3pr. wil in openbare zitting zijn meening over
deze zaak niet zeggen.
De heer Leguit zegt dat de heer Berkhouwer
vreeselijk met B. on W. heeft geschommeld, deze hou
ding is hem onsympathiek. Spr. gaat na wat is ge
beurd en zegt dat het advies van B. en W er op ge
maakt is in de veronderstelling dat Berkhouwer had
geaccepteerd. Later kwam de weigering die Dinsdag
door B. en W. is besproken, Woensdag kwam de ver
klaring, die Burgemeester heeft voorgelezen. Die ver
klaring is door B en W. niet behandeld. En spr. kan
op die wijze zijn stem aan zijn eigen voorstel niet ge
ven. Spr. zal blanco stemmen Het heeft spr. gespe
ten dat Voorzitter geen mededeeling heeft gedaan
van het ingekomen schrijven, ons advies had er an
ders moeten uitzien.
De heei Overtoom meent, dat het niet teekenen van
Berkhouwer te veel wordt uitgebuit. Spr. meent, dat
dat niet-teekenen allee* in verband staat met een
verklaring der heeren Rotgans, wat het recht van
koop betreft.
De heer Gorter meent, dat dit volgens het contract
vast staat.
De heer Overtoom wijst op de verklaring van Berk
houwer, waarin toch zulk een clausule voorkomt. De
Slotgracht gedeeltelijk dempen zou spr. zeer spijten,
afgescheiden ervan of dan de richting van de straat,
waarnaar reeds gebouwd is, goed zou blijven. Men
houdt daardoor niet meer dan een greppel over. Als
de tuin van het Raadhuis aan de straat grensde, zou
den wij gaarne een deel daarvan opofferen en nu wij'
dat van den heer Berkhouwer eischen, moeten wij
die daarvoor schadeloos stellen.
Wat er van de gemeente wordt teruggeëischt is in
aantal meters wel wat veel. Om nu het geheele per
ceel te koopen, of nog meer tuin, dat zijn nieuwe
voorstellen. Als spr. had kunnen denken dat deze
zouden zijn gedaan, had spr. voor comité gestemd.
Voorzitter acht aankoopen van het heele perceel te
duur. De gemeente staat straks al voor zulke groote
uitgaven, dat dit niet kan worden uitgebreid.
De heer Gorter wijst er op, dat tegenover deze uit
gaaf inkomsten staan. Spr. verbaast zich over de
wijze waarop het advies van B. en W. is opgemaakt
en vraagt hoe wethouder Schoorl over dit alles
denkt.
De heer Schoorl geeft ook weer, hoe er maanden
en maanden is gepoogd om tot een resultaat te ko
men. Tenslotte slaagden B. en W., al was het dan
niet voor 100 naar hun zin. Daarna geeft spr. aan
hoe door den heer Berkhouder is gehandeld en zegt,
dat zooals deze heeft gehandeld, het spr. de keel uit
hangt. Spr. was volkomen onbekend met het laatst
ingekomen schriftuur, daarvan heeft hij geen kennis
kunnen nemen en spr. zal niet tegen zijn eigen voor
stel stemmen, dat gaat niet, maar spr. stemt blanco.
Voorzitter zegt dat toen de secretaris bij de wet
houders kwam, de heer Schoorl afwezig was.
De heer Schoorl: Er is eiken dag weer wat anders.
De heer Van Nuland zegt dat er nu allerlei moei
lijkheden komen en de wethouders niet voor hun
eigen voorstel willen stemmen. De Raad heeft dus
niet meer een concreet voorstel om te behandelen.
Het is nu hopeloos in de war. Zou het niet beter zijn
in comité te behandelen wat wij wel willen.
De heer Overtoom zegt, dat nu de zaak zóó loopt,
spr. niet in staat is te stemmen en hij zich zal ont
houden.
De heer Van Erp zegt de houding der wethouders
niet te begrijpen. Als zij bezwaar hadden tegen hun
eigen voorstel, hadden zij dat toch met hun eigen
voorzitter kunnen bespreken. Dat had hier kunnen
worden meegedeeld en al de besprekingen hier had
den achterwege kunnen blijven. Wij hadden dan
direct in comité kunnen gaan.
Voorzitter zegt, dat na verleden Dinsdag het
schriftuur-Berkhouwer is ingekomen en naar de wet
houders is gezonden. De heer Schoorl was niet thuis.
De heer Leguit is bij mij geweest om te zeggen, dat
hij er sterk over dacht om blanco te stemmen. Maar
ik moest het hier toch overleggen.
De heer Van Nuland kan do heeren ook niet be
grijpen, hun advies was toch klaar toen de convo
catie is verzonden, dat had toch gewijzigd kunnen
worden.
De zaak liep in het zand en de eenige oplossing
was: comité.
Nadat de raad ongeveer drie kwartier in comité-
zitting bijeen is geweest, wordt de openbare vergade
ring heropend.
t>e heer Bakker geeft dan in overweging om, gehoord
de besprekingen in comité, aan B. en W. machtiging
te verleenen om tot onteigening van bedoeld perceel
over te gaan, doch om, alvorens daartoe over te gaan,
aan den heer Berkhouwer een termijn van 7 dagen te
verleenen, om hem in de gelegenheid te stellen voor de
betrokken hoeveelheid grond een prijs aan de gemeente
te vragen.
Zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming
wordt deze machtiging aan B. en W. verleend.
Wijziging begrooting 1929 wordt goedgekeurd.
verdienen doet U door een
Winterjas, Ulster, Jekker
of Regenjas te koopen
Voor Zondag en Kerstmis nog speciale koopjes.
Doe dus Uw voordeel.
Overname Stille Laan.
Bij de uitvoering van bet Raadsbesluit dd. 5 Juni
jl., tot overname van de „Stille Laan", verklaard©
de heer C. L. van den Bergh zich niet bereid de al
gemeene volmacht voor do overdracht te onderteeke
nen; hij zou daarin nl. ten opzichte van zijn perceel
eenige bijzondere voorwaarden wenschen te zien op
genomen, neergelegd in een afzonderlijke volmacht.
In verband hiermede stellen B. en W. den Rand
voor, ten aanzien van het perceel genoemd sub 7 in
het desbetreffende Raadsbesluit, alsnog bedoelde
voorwaarden op te nemen, en het besluit andermaal
aan de goedkeuring van Gedeputeerde Staten te on
derwerpen.
De heer Gorter kan zich met bet voorstel van B. en
W. niet vereenlgigen, want de Voorzitter deelde ln zijn
toelichting wel mede, dat alle andere belanghebben
den de algemeene volmacht hadden geteekend, maar
dat is niet waar. Het is hem bekend, dat enkele belang
hebbenden nog niet hebben geteekend, al weet spr. niet
de reden hiervan. En als deze nu ook bezwaren hadden,
zou de raad opnieuw daarover moeten beslissen. Spr.
acht het daarom betèr het voorstel tot de volgende
vergadering aan te houden.
De Voorzitter beaamt dat er enkelen nog niet hebben
geteekend, maar spr. heeft niet vernomen, dat er bij-
Inwerkingtreding op 1 Januari
a.s. Wat belanghebbenden die
nen te weten. De verschillende
benalingen voor winkels, maga
zijnen, enz-
Op 1 Januari a.s. treedt het veel-besproken K B. van
13 Juni 1929, „Stbl." 313, het z.g. Werktijdenbesluit
voor winkels, ln werking. Onder „winkels" verstaat de
Arbeidswet alle open of besloten ruimten, waar voor
werpen of stoffen aan het publiek ln het klein plegen
verkocht te worden. Ook z.g. „vliegende winkels" zijn
aan de bepalingen van het Winkelwerktijdenbesluit on
derworpen. voor zoover zij langer dan een week worden
gedreven of worden gehouden in een pand. dat reeds
vroeger als winkel in gebruik was. Met den winkel
werden geacht één geheel uit te maken de in het
zelfde gebouw of op het bljbehoorende terrein zich be
vindende ruimten, waar voorwerpen of stoffen worden
bewaard voor verkoop ln den winkel.
De hoofdinhoud der bepalingen, waarmede de winke
liers met Ingang van 1 Januari a.s. rekening hebben
te houden, Is de volgende:
Werktijd per week.
De werktijdbepalingen zijn niet yan toepassing op
winkels in de eigen woning van het hoofd of den be
stuurder der onderneming, die zijn bedrijf uitoefent
zonder hulp van anderen dan zijn echtgenoot* en bloed
en aanverwanten tot den derden graad inbegrepen, die
bij hem inwonen. Hierop bestaat één uitzondering, n.1.
dat jeugdige personen in een kapperswinkel ook ln een
familiezaak niet tusschen acht uur n.m. en acht uur
v.m. mogen werken.
De werktijd der wlnkebedlenden, door de wet „arbei
ders" geheetcn, mag per week normaal niet langer
dan 53 uur bedragen. Alleen bij overwerk of in bijzon
dere perioden (zie hieronder onder feestdagen) kan
daarvan worden afgeweken.
Werktijd per dag.
De dagelijksche werktijd is gesteld op hoogstens ne
gen en een half uur per dag en moet liggen:
voot personen beneden achttien jaar tusschen acht
uur v.m. en acht uur n.m.;
voor personen van achttien jaar en ouder tusschen
v.m. zes en n.m. half elf uur (nachtarbeid is verbo
den).
Indien echter bij gemeentelijke verordening een be
paald sluitingsuur geldt, wordt voor personen van acht
tien jaar en ouder het einde van den werktijd gesteld
op een half uur na dat sluitingsuur, doch niet later
dan elf uur des avonds.
Werktfjd op Zaterdag.
IV werktijd des Zaierdags mag voor mannelijke kap
persbedienden boven achttien Jaar twaalf uur, voor alle
andere bedrijven elf uur per bediende (alleen personen
boven achttien Jaar) bedragen, met in acht neming van
het week-maximum.
Uit het vorenstaande vloeit voort, dat 53-urige werk
week als volgt kan worden verdeeld: vier dagen negen
uur per dag, één dag zea uur; één dag elf uur.
Zonda gearbeid.
Zondagsarbeld Is verboden voor Jeugdige personen,
t.w. winkelbedienden beneden den leeftijd van achttien
jaar. Uitzonderingen op dit verbod zijn (behalve voor
Israëlieten, Sabbathlsten e.d.) niet toegelaten.
Regeling voor algemeene feestdagen.
Wanneer ln een winkel op Hemelvaartsdag, op 15
Aug. en 1 Nov. geen arbeid wordt verricht, la toege
staan, dat personen van achttien Jaar en ouder op den
dag, voorafgaande aan Hemelvaartsdag, 14 Augustus
en 31 October gedurende ten hoogste elf uur werken.
Voor personen van achttien jaar en ouder mag boven
dien de werktijd ln die week 62 uur bedragen. Voor
bloemenwinkels, brood-, koek- en banketbakkerijen be
slaan eenige afwijkende bepalingen met het oog op St.
Nlcolaas en Kerstmis, welke echter nog voor eind 1930
eenigszina zullen worden herzien; o.a. ligt het ook ln het
voornemen, voor vlschwinkels op Vrijdag een lange ren
werktijd toe te staan, mits het weekmaximum niet
wordt overschreden en voor slagerswinkels en winkels
van vleeschwaren een elf-urigen werkdag op 31 Decem
ber.
Rusttijden.
Wekelljksche rustdag:
Aan alle. ln winkels werkzame arbeiders moet een
wekelijksche, onafgebroken rusttijd worden gegeven van
ten minste 32 uur. Deze behoeft niet altijd op Zondag
to vallen, daar zooals reeds is opgemerkt bij het
Winkelwerktijdenbesluit Zondagsarbeid in het algemeen
niet ia verboden.
Eenmaal per drie weken moet voor de arbeiders van
achttien jaar en ouder, die op Zondag werken, de ge
noemde rusttijd van 32 uur echter wél een Zondag zijn.
Sluit deze rusttijd aan op den vrijen middag per week,
die lederen bediende gegeven moet worden (zie hieron
der), dan moet de rusttijd tenminste 41 uur per week
bedragen.
Wekelijksche halve vrije dag:
Behalve de zooeven genoemde wekelijksche rusttijd
van 32 uur mag een arbeider in een winkel op één dag
per week geen arbeid verrichten vóór of na één uur des
namiddags.
Nachtrust.
Tusschen het einde van den arbeid op een dag en
den aanvang van den arbeid op den volgenden dag moet
voor personen van achttien jaar en ouder«een onafge
broken rusttijd liggen van ten minste elf uur.
Rustpauzen.
Wanneer zes uur of langer daags wordt gewerkt, moet
aan lederen bediende na elke vijf en een half uur arbeid
een rusttijd van een half uur worden gegeven. Eindigt
de arbeid echter na zes uur des avonds, dan moet al
thans anderhalf uur rust worden gegeven tusschen half
twaalf v.m. en half vier n.m.
Een herziening van het besluit ls in voorbereldnig,
krachtens welke deze regeling niet zal gelden voor de
dagen, waarop in een plaats een jaarmarkt wordt gehou
den en bovendien niet op de dagen, dat de winkelbe
diende zijn halven vrijen dag krijgt en dien dag zijn ar
beid niet vóór twaalf uur des middags aanvangt en te
vens niet na zeven uur des namiddags eindigt. In die
gevallen kan met den normalen rusttijd van een half
uur na elke vijf en een half uur arbeid worden volstaan.
Voorts kan het Districtshoofd toekenning van andere
of langere rusttijden, dan hierboven genoemd, eischen.
Verder worde in acht genomen, dat rusttijden van
minder dan een kwartier als werktijd gerekend worden.
Kinderarbeid.
Een kind beneden veertien Jaar of nog leerplichtig
mag in een winkel geen arbeid verrichten. Dit verbod
geldt ook voor loopwerk.
Schoonmaken van winkels.
Personen van achttien jaar en ouder, die ln een on
derneming geen anderen arbeid verrichten dan het
schoonmaken van lokalen enz., mogen die taak op alle
^erkdagen tot elf uur n.m. in winkels verrichten.
Arbeidslijsten.
De werk- en rusttijden van winkelpersoneel moeten
nauwkeurig zijn aangegeven op een arbeidslijst. Alleen
de barbiers- en kappersondernemingen bezitten hier
voorwaardelijk wat meer vrijheid. De arbeidslijsten moe
ten worden opgehangen in den winkel, terwijl een aan
gehecht afschrift moet worden gezonden aan het Dis
trictshoofd der Arbeidsinspectie door afgifte tegen ge
stempeld ontvangbewijs aan het loket ten postkantore.
Indien verschillende werk- en rusttljdregellngen gel
den, behoort voor elke regeling een afzonderlijke lijst te
worden Ingevuld.
De werktijdregeling mag ook vervat worden in een
overzichtelijk werkrooster, waarvan het Districtshoofd
eventueel den vorm kan vast stellen.
De formulieren-arbeidslijst zijn tegen geringe betaling
verkrijgbaar aan alle postkantoren.
Arbeldsregister.
Het hoofd of de bestuurder van een winkel Is verplicht
oen arbeldsregister aan te houden, waarin o.m. moeten
zijn vermeld de namen van het personeel- en het num
mer van het blad der arbeidslijst, waarop hun werk- en
rusttijden zijn aangegeven.
Deze registers kunnen o.m. worden besteld aan alle
postkantoren.
Arbeidskaart.
Het hoofd of do bestuurder is verplicht, in het bezit te
zijn van een arbeidskaart van ln zijn dienst zijnde per
sonen van 14 tot en met 17 jaar en van gehuwde vrou
wen. Dit geldt ook voor loopjongens en loopmeisjes. De
ze kaarten worden kosteloos verstrekt ter gemeentese
cretarie van de plaats van Inwoning van de(n) werk-
nemer(neemster).
Over het Afhelpen van klanten, Overwerk, Filiaalhou
ders, Afdeelingschefs, Vervanging bij ziekte. Bewakings
diensten enz., zie men verder het betreffende Koninklijk
Besluit,