SchagerCourant RAAD VAN SCHAGEN. Geld Het Winkelwerktijdenbesluit. WIE Vijfde Blad. GRATIS. voor halven prijs. JAC. ZOMERDIJK - Schagen. Zaterdag 21 December 1929. 72stc Jaargang. No. 8584 ZICH MET INGANG VAN 1 JANUARI 1930 OPGEEFT ALS LEZER VAN DE SC^GÊRTourantTB ONTVANGT DE NOG VERSCHIJ NENDE NUMMERS VAN DEC. Vergadering op Vrijdag 20 December 1929, des mor gens 10 uur. Voorzitter de heer J. Cornelisscn, burgemeester, se cretaris de heer A. C. Roggeveen. Afwezig de heer Jb. de Vries wegens ongesteldheid. Na opening der vergadeiing volgt de goedkeuring der notulen, na een kleine opmerking van den heer Overtoom. Van Ged. Staten is bericht ingekomen, ontvangst aanvulling algemeene politieverordening; dito 7 raadsbesluiten verkoop bouwterrein. Rapporten zijn ingekomen van het verificatiebu reau Ned. Gemeenten over eierveiling en lichtbedrij- ven. Alles was in orde bevonden. Eveneens is ingekomen het verslag der Midden standswoningen. Voor kennisgeving aangenomen. Van het R.K schoolbestuur was bericht ingekomen dat er geen bezwaar was dat een tweetal meisjes den R.K. jursu^in handwerkonderwijs volgden Di betreft het handwerkonderwijs voor de rijpere jeugd. Later is van het Hoofd der School bericht in gekomen dat de ouders dit onderwijs aan de R.-K. school voor hun kinderen niet wenschten. Ook de Oudercommissie zeide in een schrijven het te betreu ren en achtte dit onderwijs, dat in katholieken geest was niet gewenscht en niet in overeenstemming met de beginselen van het onderwijs aan de openbare school. B. en W. stellen voor dit alles voor kenisgeving aan te nemen, onder dankbetuiging voor de welwil lendheid van het kath. schoolbestuur. De heer Bakker geeft B. en W. in overweging, als nog te trachten een cursus in 't leven te roepen. Er zal nu wel meer animo zijn. De heer Van Nuland, hoewel respecteerend een ieders meening en alle vrijheid gevend aan allen voor het onderwijs dat men voor zijn kinderen wenscht. vindt hel zeer vreemd, dat nu van Vrijzin nige zijde hetzelfde wordt verlangd, wat men jaren in de katholieken heeft afgekeurd. Voorzitter is dat met den heer Van Nuland eens en het heeft ook hem en de wethouders gefrappeerd. De heer Van Rijswijk, secretaris der Oudercommis sie, zegt, dat men het niet moet opvatten als een verwijt. Het vindt alleen zijn grond in het verschil in het onderwijs. De ouders en ook op de Ouder commissievergadering werd de welwillendheid van het R.K. schoolbestuur geapprecieerd, maar men wenschte niet dit onderwijs, dat zoozeer afwijkt van dat der openbare school. De heer Van Nuland herhaalt, dat hij elkeen de vrijheid van onderwijs geeft, maar toch bevreemdt hem de houding van menschen die hetzelfde steeds in de katholieken hebben afgekeurd. En als het nu nog onderwijs was in geschiedenis en aardrijkskun de, kon spr. het zich nog begrijpen, maar het hand werkonderwijs is toch hetzelfde. Ofschoon spr. zeg gen moet, dat voor en na gebeden wordt. De heer Van Erp geeft in overweging deze zaak te stellen in handen van B. en W. Voorzitter zegt, dat het al reeds te laat is voor een nieuwen cursus. Deze eindigt 1 Maart en de Kerstvacantie komt ook nog. De heer Van Nuland wijst op den cursus van me vrouw Ploeger. De heer Overtoom meent, dat men zich niet op dien weg moet begeven. Men heeft allen tijd gehad om zich aan te geven. Er hleek geen animo. Na nog eenig debat, wordt goedgevonden dat B. en W. de zaak nog eens zullen nagaan. Van Ged. Staten was goedkeuring ontvangen wijzi ging vordeeling gemeente in stemdistricten. De Gezondheidscommissie geeft een gunstig advies wijziging uitbreidingsplan. Voor kennisgeving aangenomen. Het uitbreidingsplan, dat voldoende ter visie heeft gelegen, wordt nu met algemeene stemmen vastge steld. Vacantietoeslag. De opzichter van het Gem. Rietbosch vroeg om een vacantietoeslag. B. en W. adviseeren afwijzend, aan gezien de werkzaamheden van den titularis slechts een deel van zijn tijd in beslag nemen en van vacan tietoeslag als zoodanig geen sprake kan zijn. De heer Van Nuland vraagt naar het advies der Rictboschcommissie. Voorzitter zegt dat dit een abuis van hem is, dat j is vergeten. De heer Van Erp acht het standpunt van B. en W. te eng. Het werk van de Hoop eischt niet zijn heelo 1 persoon, maar dit bewijst reeds zijn loon. Maar ook i zijn er vele losse uren waarvoor de man betaald i wordt. Spr. wijst op den doodgraver, die wel vacan tietoeslag krijgt Spr. meent dat er onrecht tegen- over de Hoop wordt gepleegd. Dé heer Lookman vraagt of de Hoop vacantie heeft? De heer Overtoom zegt, nadat Voorzitter geoor- dceld heeft dat de Rietboschcommissie eerst gehoord moet worden, of daar ook het aantal werkuren wordt nagegaan. Besloten om het naar de Rietboschcommissie om advies te zenden. Het R.K Schoolbestuur vraagt de medewerking van hot Gemeentebestuur voor de beschikbaarstelling van gelden voor do uitbreiding van zijn sschool, bc- groot op f 18.000. R. en W. stellen voor, op dit adres gunstig te beschikken. De heer Kooij zegt, dat ongeveer een 40-tal kinderen i uit andere gemeenten de R.-K. school bezoeken. Kunnen die gemeenten nu niet worden aangesproken j om subsidie. Voorzitter zegt, dat dit gebeurd volgens de Onder- wijswet. Dit kan alleen voor de kosten voor onderwijs, niet voor bouw- of stichtingskosten. Het voorstel van B. en W. wordt met algemeene stemmen aangenomen. Grondruiilng. Door de bouwplannen op het Ileercnbosch en het ontwerpen van de Ilecrenboschstraat heeft de ge meente noodig een groot stuk van den tuin van het perceel bewoond door den heer Berkhouwer. In ruil daarvoor stellen B. en W. voor den heer Berkhou wer te geven de grootste helft van den tuin van het Raadhuis. De heer Van Erp vraagt, nadat Voorzitter met zijn toelichting is begonnen, of het niet beter is eerst in comité te gaan. Vroeger kon spr. op zijn vragen in openbare zitting nooit antwoord krijgen. Maar zoo als het nu is acht spr. hot beter eerst nog hot een en ander in comité te bespreken. De heer Kooij ondersteunt dit denkbeeld. Voorzitter zegt, dat dit de voorbereidende bespre kingen betrof, zoover als de zaak nu is gevorderd, kan het openbaar. Het voorstel-Van Erp om in comité te vergaderen wordt verworpen. Voor de heeren Van Erp, Kooij, Van Nuland en Gorter. Voorzitter zegt, dat het een heele lijdensgeschiede nis is geweest. Eerst eischte de heer Berkhouwer den heelen Raadhuistuin in ruil voor het betrekkelijk kleine stukje grond van hem, waarop nog bouwver- bod lag. Dat wilden B. en W. niet, En na een lange, lange onderhandeling was men het eindelijk eens en zou de heer Berkhouwer de betrekkelijke teekening teekenen. Toen kwam er weer bericht, dat de heer «Serkhouwer niet teekende, totdat tenslotte niet de teekening is geteekend, maar de verklaring inkwam dat de heer Berkhouwer accoord ging met de ruiling zooals op de teekeninig staat aangegeven, aangevuld nog met: enkele bepalingen, betreffende rioleering, afscheiding, overdracht enz., die voor rekening der gemeente zijn. De gemeente neemt 98 M2. en geeft in ruil 165 M2. van den raadhuistuin. De heer Bakker zegt, dat hem deze heele geschie denis onsympathiek is. Nu is er eindelijk iets voor elkaar en nu is de teekening weer niet geteekend, maar is er een verklaring dat Berkhouwer accoord gaat. Spr. vreest daaruit weer andere chicanes. Ach ter het huis van Berkhouwer liggen 5 vaten met bloed en afval, die verhuizen nu zeker aanstonds achter het raadhuis Spr. acht ook de ruiling ver keerd, in het nadeel der gemeente. Berkhouwer toch wil bouwen en dan komt daardoor den heelen raad huistuin in donker. En als er nog eens bouwplannen voor het raadhuis komen, missen wij alle grond. Spr. acht de eenige manier, nu Berkhouwer zich zoo on willig heeft getoond, om te onteigenen. De heer Van Rijswijk is het met den heer Bakker eens, dat wat de gemeente kwijt raakt te erg is. Maar ook de heei Berkhouwer moet veel missen en wil daar natuurlijk schadeloos voor gesteld worden. Spr. wil den weg van onteigening niet, dat is een paardemiddel dat tot het laatst moet worden be waard. Spi geeft echter in overweging een heel klein deel van de Slotgracht af te nemen. De situatie ver anderd er niet veel door en de oplossing is voor alle partijen de beste Voorzitter zegt, dat dit het oorspronkelijke plan van B. en W. was, maar daardoor werd het mooiste plekje in onze gemeente bedorven. Er is een Prov. Ingenieur geweest van de Adviescommissie bij uit breidingsplannen in Noordholland en die deed het middel aan de hand zooals nu wordt voorgesteld. Als de heer Van Rijswijk zijn zin kreeg, moest het uit breidingsplan dat Ged. Staten hebben goedgekeurd, pas, weer opnieuw worden gewijzigd. De heer Van Rijswijk bepleit dat er maar een klein deel van de slotgracht af moet. Voorzitter zou het zeer bejammeren. Spr. meent, wat nu wordt voorgesteld, de eenige oplossinig is. De heer Bakker wijst er op, hoe de heer Berkhou wer sprak tot hem over groote schade, omdat hij in zijn tuin wilde bouwen. En nu hoort spr. dat er bouvvverbod op ligt. Voorzitter zegt, op een klein stukje. De heer Bakker: Dat veranderd, maar spr. meent toch zijn voorstel te moeten handhaven. De heer Gorter zegt, dat deze verklaring van den heer Berkhouwer zeer voldoende is. Daarop heeft men niet af te geven. Het spijt spr. echter dat B. en W. de zaak niet beter hebben aangepakt Waarom het heele perceel Berkhouwer niet gekocht. Dan kan men met den tuin doen wat men wil. En men kan het perceel verhuren totdat de verbouwing van het Raadhuis noodig is De rente wordt dus opgebracht. Daarom heeft de heer Van Erp gesproken over co mité, de raad heeft dat niet gewild. Zooals het nu door B en W. wordt voorgesteld, is het niet te ac cepteeren. De heer Kooij stelt voor enkele meters tuin meer van den heer Berkhouwer te koopon, zóó dat de Raadhuistuin aan den weg komt. De heer Van Erp vraagt nu nogmaals of het niet beter is, de zaak in comité te bespreken. Wij zeggen hier nu wel, dit wil de raad, dat wil de raad, maar aanstonds is de heer Berkhouwer nog zwarter in den mond. 3pr. wil in openbare zitting zijn meening over deze zaak niet zeggen. De heer Leguit zegt dat de heer Berkhouwer vreeselijk met B. on W. heeft geschommeld, deze hou ding is hem onsympathiek. Spr. gaat na wat is ge beurd en zegt dat het advies van B. en W er op ge maakt is in de veronderstelling dat Berkhouwer had geaccepteerd. Later kwam de weigering die Dinsdag door B. en W. is besproken, Woensdag kwam de ver klaring, die Burgemeester heeft voorgelezen. Die ver klaring is door B en W. niet behandeld. En spr. kan op die wijze zijn stem aan zijn eigen voorstel niet ge ven. Spr. zal blanco stemmen Het heeft spr. gespe ten dat Voorzitter geen mededeeling heeft gedaan van het ingekomen schrijven, ons advies had er an ders moeten uitzien. De heei Overtoom meent, dat het niet teekenen van Berkhouwer te veel wordt uitgebuit. Spr. meent, dat dat niet-teekenen allee* in verband staat met een verklaring der heeren Rotgans, wat het recht van koop betreft. De heer Gorter meent, dat dit volgens het contract vast staat. De heer Overtoom wijst op de verklaring van Berk houwer, waarin toch zulk een clausule voorkomt. De Slotgracht gedeeltelijk dempen zou spr. zeer spijten, afgescheiden ervan of dan de richting van de straat, waarnaar reeds gebouwd is, goed zou blijven. Men houdt daardoor niet meer dan een greppel over. Als de tuin van het Raadhuis aan de straat grensde, zou den wij gaarne een deel daarvan opofferen en nu wij' dat van den heer Berkhouwer eischen, moeten wij die daarvoor schadeloos stellen. Wat er van de gemeente wordt teruggeëischt is in aantal meters wel wat veel. Om nu het geheele per ceel te koopen, of nog meer tuin, dat zijn nieuwe voorstellen. Als spr. had kunnen denken dat deze zouden zijn gedaan, had spr. voor comité gestemd. Voorzitter acht aankoopen van het heele perceel te duur. De gemeente staat straks al voor zulke groote uitgaven, dat dit niet kan worden uitgebreid. De heer Gorter wijst er op, dat tegenover deze uit gaaf inkomsten staan. Spr. verbaast zich over de wijze waarop het advies van B. en W. is opgemaakt en vraagt hoe wethouder Schoorl over dit alles denkt. De heer Schoorl geeft ook weer, hoe er maanden en maanden is gepoogd om tot een resultaat te ko men. Tenslotte slaagden B. en W., al was het dan niet voor 100 naar hun zin. Daarna geeft spr. aan hoe door den heer Berkhouder is gehandeld en zegt, dat zooals deze heeft gehandeld, het spr. de keel uit hangt. Spr. was volkomen onbekend met het laatst ingekomen schriftuur, daarvan heeft hij geen kennis kunnen nemen en spr. zal niet tegen zijn eigen voor stel stemmen, dat gaat niet, maar spr. stemt blanco. Voorzitter zegt dat toen de secretaris bij de wet houders kwam, de heer Schoorl afwezig was. De heer Schoorl: Er is eiken dag weer wat anders. De heer Van Nuland zegt dat er nu allerlei moei lijkheden komen en de wethouders niet voor hun eigen voorstel willen stemmen. De Raad heeft dus niet meer een concreet voorstel om te behandelen. Het is nu hopeloos in de war. Zou het niet beter zijn in comité te behandelen wat wij wel willen. De heer Overtoom zegt, dat nu de zaak zóó loopt, spr. niet in staat is te stemmen en hij zich zal ont houden. De heer Van Erp zegt de houding der wethouders niet te begrijpen. Als zij bezwaar hadden tegen hun eigen voorstel, hadden zij dat toch met hun eigen voorzitter kunnen bespreken. Dat had hier kunnen worden meegedeeld en al de besprekingen hier had den achterwege kunnen blijven. Wij hadden dan direct in comité kunnen gaan. Voorzitter zegt, dat na verleden Dinsdag het schriftuur-Berkhouwer is ingekomen en naar de wet houders is gezonden. De heer Schoorl was niet thuis. De heer Leguit is bij mij geweest om te zeggen, dat hij er sterk over dacht om blanco te stemmen. Maar ik moest het hier toch overleggen. De heer Van Nuland kan do heeren ook niet be grijpen, hun advies was toch klaar toen de convo catie is verzonden, dat had toch gewijzigd kunnen worden. De zaak liep in het zand en de eenige oplossing was: comité. Nadat de raad ongeveer drie kwartier in comité- zitting bijeen is geweest, wordt de openbare vergade ring heropend. t>e heer Bakker geeft dan in overweging om, gehoord de besprekingen in comité, aan B. en W. machtiging te verleenen om tot onteigening van bedoeld perceel over te gaan, doch om, alvorens daartoe over te gaan, aan den heer Berkhouwer een termijn van 7 dagen te verleenen, om hem in de gelegenheid te stellen voor de betrokken hoeveelheid grond een prijs aan de gemeente te vragen. Zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming wordt deze machtiging aan B. en W. verleend. Wijziging begrooting 1929 wordt goedgekeurd. verdienen doet U door een Winterjas, Ulster, Jekker of Regenjas te koopen Voor Zondag en Kerstmis nog speciale koopjes. Doe dus Uw voordeel. Overname Stille Laan. Bij de uitvoering van bet Raadsbesluit dd. 5 Juni jl., tot overname van de „Stille Laan", verklaard© de heer C. L. van den Bergh zich niet bereid de al gemeene volmacht voor do overdracht te onderteeke nen; hij zou daarin nl. ten opzichte van zijn perceel eenige bijzondere voorwaarden wenschen te zien op genomen, neergelegd in een afzonderlijke volmacht. In verband hiermede stellen B. en W. den Rand voor, ten aanzien van het perceel genoemd sub 7 in het desbetreffende Raadsbesluit, alsnog bedoelde voorwaarden op te nemen, en het besluit andermaal aan de goedkeuring van Gedeputeerde Staten te on derwerpen. De heer Gorter kan zich met bet voorstel van B. en W. niet vereenlgigen, want de Voorzitter deelde ln zijn toelichting wel mede, dat alle andere belanghebben den de algemeene volmacht hadden geteekend, maar dat is niet waar. Het is hem bekend, dat enkele belang hebbenden nog niet hebben geteekend, al weet spr. niet de reden hiervan. En als deze nu ook bezwaren hadden, zou de raad opnieuw daarover moeten beslissen. Spr. acht het daarom betèr het voorstel tot de volgende vergadering aan te houden. De Voorzitter beaamt dat er enkelen nog niet hebben geteekend, maar spr. heeft niet vernomen, dat er bij- Inwerkingtreding op 1 Januari a.s. Wat belanghebbenden die nen te weten. De verschillende benalingen voor winkels, maga zijnen, enz- Op 1 Januari a.s. treedt het veel-besproken K B. van 13 Juni 1929, „Stbl." 313, het z.g. Werktijdenbesluit voor winkels, ln werking. Onder „winkels" verstaat de Arbeidswet alle open of besloten ruimten, waar voor werpen of stoffen aan het publiek ln het klein plegen verkocht te worden. Ook z.g. „vliegende winkels" zijn aan de bepalingen van het Winkelwerktijdenbesluit on derworpen. voor zoover zij langer dan een week worden gedreven of worden gehouden in een pand. dat reeds vroeger als winkel in gebruik was. Met den winkel werden geacht één geheel uit te maken de in het zelfde gebouw of op het bljbehoorende terrein zich be vindende ruimten, waar voorwerpen of stoffen worden bewaard voor verkoop ln den winkel. De hoofdinhoud der bepalingen, waarmede de winke liers met Ingang van 1 Januari a.s. rekening hebben te houden, Is de volgende: Werktijd per week. De werktijdbepalingen zijn niet yan toepassing op winkels in de eigen woning van het hoofd of den be stuurder der onderneming, die zijn bedrijf uitoefent zonder hulp van anderen dan zijn echtgenoot* en bloed en aanverwanten tot den derden graad inbegrepen, die bij hem inwonen. Hierop bestaat één uitzondering, n.1. dat jeugdige personen in een kapperswinkel ook ln een familiezaak niet tusschen acht uur n.m. en acht uur v.m. mogen werken. De werktijd der wlnkebedlenden, door de wet „arbei ders" geheetcn, mag per week normaal niet langer dan 53 uur bedragen. Alleen bij overwerk of in bijzon dere perioden (zie hieronder onder feestdagen) kan daarvan worden afgeweken. Werktijd per dag. De dagelijksche werktijd is gesteld op hoogstens ne gen en een half uur per dag en moet liggen: voot personen beneden achttien jaar tusschen acht uur v.m. en acht uur n.m.; voor personen van achttien jaar en ouder tusschen v.m. zes en n.m. half elf uur (nachtarbeid is verbo den). Indien echter bij gemeentelijke verordening een be paald sluitingsuur geldt, wordt voor personen van acht tien jaar en ouder het einde van den werktijd gesteld op een half uur na dat sluitingsuur, doch niet later dan elf uur des avonds. Werktfjd op Zaterdag. IV werktijd des Zaierdags mag voor mannelijke kap persbedienden boven achttien Jaar twaalf uur, voor alle andere bedrijven elf uur per bediende (alleen personen boven achttien Jaar) bedragen, met in acht neming van het week-maximum. Uit het vorenstaande vloeit voort, dat 53-urige werk week als volgt kan worden verdeeld: vier dagen negen uur per dag, één dag zea uur; één dag elf uur. Zonda gearbeid. Zondagsarbeld Is verboden voor Jeugdige personen, t.w. winkelbedienden beneden den leeftijd van achttien jaar. Uitzonderingen op dit verbod zijn (behalve voor Israëlieten, Sabbathlsten e.d.) niet toegelaten. Regeling voor algemeene feestdagen. Wanneer ln een winkel op Hemelvaartsdag, op 15 Aug. en 1 Nov. geen arbeid wordt verricht, la toege staan, dat personen van achttien Jaar en ouder op den dag, voorafgaande aan Hemelvaartsdag, 14 Augustus en 31 October gedurende ten hoogste elf uur werken. Voor personen van achttien jaar en ouder mag boven dien de werktijd ln die week 62 uur bedragen. Voor bloemenwinkels, brood-, koek- en banketbakkerijen be slaan eenige afwijkende bepalingen met het oog op St. Nlcolaas en Kerstmis, welke echter nog voor eind 1930 eenigszina zullen worden herzien; o.a. ligt het ook ln het voornemen, voor vlschwinkels op Vrijdag een lange ren werktijd toe te staan, mits het weekmaximum niet wordt overschreden en voor slagerswinkels en winkels van vleeschwaren een elf-urigen werkdag op 31 Decem ber. Rusttijden. Wekelljksche rustdag: Aan alle. ln winkels werkzame arbeiders moet een wekelijksche, onafgebroken rusttijd worden gegeven van ten minste 32 uur. Deze behoeft niet altijd op Zondag to vallen, daar zooals reeds is opgemerkt bij het Winkelwerktijdenbesluit Zondagsarbeid in het algemeen niet ia verboden. Eenmaal per drie weken moet voor de arbeiders van achttien jaar en ouder, die op Zondag werken, de ge noemde rusttijd van 32 uur echter wél een Zondag zijn. Sluit deze rusttijd aan op den vrijen middag per week, die lederen bediende gegeven moet worden (zie hieron der), dan moet de rusttijd tenminste 41 uur per week bedragen. Wekelijksche halve vrije dag: Behalve de zooeven genoemde wekelijksche rusttijd van 32 uur mag een arbeider in een winkel op één dag per week geen arbeid verrichten vóór of na één uur des namiddags. Nachtrust. Tusschen het einde van den arbeid op een dag en den aanvang van den arbeid op den volgenden dag moet voor personen van achttien jaar en ouder«een onafge broken rusttijd liggen van ten minste elf uur. Rustpauzen. Wanneer zes uur of langer daags wordt gewerkt, moet aan lederen bediende na elke vijf en een half uur arbeid een rusttijd van een half uur worden gegeven. Eindigt de arbeid echter na zes uur des avonds, dan moet al thans anderhalf uur rust worden gegeven tusschen half twaalf v.m. en half vier n.m. Een herziening van het besluit ls in voorbereldnig, krachtens welke deze regeling niet zal gelden voor de dagen, waarop in een plaats een jaarmarkt wordt gehou den en bovendien niet op de dagen, dat de winkelbe diende zijn halven vrijen dag krijgt en dien dag zijn ar beid niet vóór twaalf uur des middags aanvangt en te vens niet na zeven uur des namiddags eindigt. In die gevallen kan met den normalen rusttijd van een half uur na elke vijf en een half uur arbeid worden volstaan. Voorts kan het Districtshoofd toekenning van andere of langere rusttijden, dan hierboven genoemd, eischen. Verder worde in acht genomen, dat rusttijden van minder dan een kwartier als werktijd gerekend worden. Kinderarbeid. Een kind beneden veertien Jaar of nog leerplichtig mag in een winkel geen arbeid verrichten. Dit verbod geldt ook voor loopwerk. Schoonmaken van winkels. Personen van achttien jaar en ouder, die ln een on derneming geen anderen arbeid verrichten dan het schoonmaken van lokalen enz., mogen die taak op alle ^erkdagen tot elf uur n.m. in winkels verrichten. Arbeidslijsten. De werk- en rusttijden van winkelpersoneel moeten nauwkeurig zijn aangegeven op een arbeidslijst. Alleen de barbiers- en kappersondernemingen bezitten hier voorwaardelijk wat meer vrijheid. De arbeidslijsten moe ten worden opgehangen in den winkel, terwijl een aan gehecht afschrift moet worden gezonden aan het Dis trictshoofd der Arbeidsinspectie door afgifte tegen ge stempeld ontvangbewijs aan het loket ten postkantore. Indien verschillende werk- en rusttljdregellngen gel den, behoort voor elke regeling een afzonderlijke lijst te worden Ingevuld. De werktijdregeling mag ook vervat worden in een overzichtelijk werkrooster, waarvan het Districtshoofd eventueel den vorm kan vast stellen. De formulieren-arbeidslijst zijn tegen geringe betaling verkrijgbaar aan alle postkantoren. Arbeldsregister. Het hoofd of de bestuurder van een winkel Is verplicht oen arbeldsregister aan te houden, waarin o.m. moeten zijn vermeld de namen van het personeel- en het num mer van het blad der arbeidslijst, waarop hun werk- en rusttijden zijn aangegeven. Deze registers kunnen o.m. worden besteld aan alle postkantoren. Arbeidskaart. Het hoofd of do bestuurder is verplicht, in het bezit te zijn van een arbeidskaart van ln zijn dienst zijnde per sonen van 14 tot en met 17 jaar en van gehuwde vrou wen. Dit geldt ook voor loopjongens en loopmeisjes. De ze kaarten worden kosteloos verstrekt ter gemeentese cretarie van de plaats van Inwoning van de(n) werk- nemer(neemster). Over het Afhelpen van klanten, Overwerk, Filiaalhou ders, Afdeelingschefs, Vervanging bij ziekte. Bewakings diensten enz., zie men verder het betreffende Koninklijk Besluit,

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1929 | | pagina 17