- De Wereldreis van - Dicky en Dirrekie Durf KERSTMIS. een boord cn manchetten aan en een zijden strikdas den heelcn avond opzitten en pootjes geven, mot Juf aan de piano rare Fransche kerstliedjes zingen, ter wijl zijn neef Herreman zou probeeren hem in de war te brengen, door malle gezichten tegen hem te trekken, cn dan moest hij dansen met dat nare kind van Ovcrbeken, dat altijd van die natte handen had en hem stickum togen zijn schcenen schopte. En ver der mocht je je don hcelen avond niet verroeren. Het was gewoonweg vreeselijkl Dagen van te voren was jongeheer Eduard dan ook in een zeer opstandige ge moedsgesteldheid. En toen hij juist vóór Kerstmis een reuze-boek had gelezen over kostschooljongens, die wegliepen en in de bosschen leefden van de jacht, toen besloot jongeheer Eduard. op Kerstavond, na het middagmaal weg te lpopen! In een onbewaakt oogen- blik, toen Juf haar reeds geheel geklecde pupil een oogenblik uit het oog verloor, glipte jongeheer Eduard het huis uit en zwierf, terwijl de sneeuw In vuile natte vlokken in de modderige straten necrdruil- de, door de straten. Hij genoot zichtbaar. In een mi nimum van tijd slaagde hij er in zijn lakschoentjes onherkenbaar te maken, door een aardappel in de goot voort te schoppen. Zijn boord had al gauw den geest gegeven cn verdween in een rioolputje, even als de manchetjes. En door een valpartij in den mod der was het mooie fluweelen broekje totaal bedorven. Maar jongeheer Eduard beleefde den grootsten tijd zijns levens. In een nauw straatje ontdekte hij eens klaps een troep kinderen, die voor een verlicht ge bouw stonden te wachten. Dat was iets voor hem. In minder dan geen tijd had hij zich onder hen gemengd en had een spontane doch niettemin hechte vriend schap gesloten met een zekeren jongeheer Rienkie, een jongmensch met het prachtigste vuurroode haar, dat Eduard altijd zoo graag had willen hebhen. „Mot je ook naar dat feist fèn de bedeeling?", informeerde Rienkie. „Reken maar van ycsl", antwoordde jonge heer Eduard, die met wonderbaarlijke snelheid de taal van zijn nieuwe vrienden overnam. Wat dit feest van de bedeeling was, wist hij niet. Maar hij voelde instinctief, dat een feest, waarheen deze Rienkie ging, een kostelijke plaats moest zijn. En waar hij zeker niet hoefde dansen met dat spook van Ovcrbeken. Rienkie gaf zijn nieuwen kameraad geheime raad gevingen. „Jö, je ken een reuzehoop kraage, as je maor net doet, of je een slemiel bint Je kraagt een aasmuts enne krcntesloffe cn petoffels ensukkelaat. En asse ze je fraage, 'waddof je faoder doet, dan mot je maor scgge, dattie altaad dronke is en je moeder een blauw oog slaat cn dat je zes kleine zussies hep cn dat je moeder naar do gevangenis mot of sooios. Dat vinne ze reuze cn dan kraag je nog veul meer dan een ander. Faan bikkasscment en sukkelaat, net zooveel tot je niet meer ken, en verleje jaar, toe haddik gescid dat me faoder inbreker was en zes jaar naar de gevangenis mos en toe heppik van een \an die saassieslaamers een heitje gehad!" „Wat is een heitje!" vroeg Eduard nieuwsgierig. „Waddecn vraog!", zei Rienkie minachtend, „da's natuurlijk een kwartje! Daor happik too een heile sak vol mit negcrballe faur gekocht en een faan doossie piraatjes! Reuzetof!" Toen gingen de deuren open van het wijklokaal, en de kinderen stroomden naar binnen, een wilde, uit gelaten bende, die even met de oogen knipperde te gen den glinstcrcnden boom met de flakkerende kaar- senlichtjeps. Maar dan een waren aanval deed op de krentensloffen en de kerstkransjes en de pantoffels en ijsmutsen. Eduard had zich een prachtige felgroene wollen ijsmuts uitgezocht cn die diep over zijn ooren getrokken, zoodat ongeveer alleen zijn neus en mono eronder uit kwamen. Aan zijn- voeten had hij een paar kolossale zwarte pantoffels, terwijl hij een dikke grijze wollen das om zijn nek had gewonden. Hij amuseerde zich bovenmate, propte zijn mond vol met krentenslof, dat hem ware koningspijs toeleek en likte met zijn vinger zijn chocolade-kop uit, zooals hij Riemkie zag doen, die goochem naar hem knip oogde. Onder den kerstboom stond het comité en de deftige heer met het aankomende buikje, gaf zijn mcde-comitóleden een knipoogje, toen hij tot een der andere heeren zei: „Kijk, ziet U daar die jongen, met dat boefjesgezicht, daar met die ijsmuts over zijn ooren getrokken en die grijze wollen das om? Nou. roept U die maar eens, en vraag hem maar eens naar zijn ouders. Toen tegen één, dat het uitkomt, zoo als ik U daar straks gelegd heb". Het andere comité-lid riep Eduard bij zich. De Jon gen kwam schoorvoetend, met een stuk krentenslof in zijn hand. En terwijl de andere comité-leden, waar onder ook de deftige heer met het buikje, oogenschijn- lijk ongeinteresseerd met hun mg naar de scène toe stonden, vroeg het lid: „Wel, knaapje, vertel me eens, wat doet je vader?" „Me faoder is een moordenaar, en hij is eiken dag dronken. Gisteren heppie nog een muljoen gejat". Het comité-lid verschoot van kleur. Do jongen over dreef natuurlijk, maar het stond va9t, dat dit werke lijk een misdadigerskind was. „En je moeder?", vroeg hij. „Me moeder is weggeloopen en ik heb zes kleine zussies cn de jongste is drie maande, en krijg ik nou een kwartje van U?" HIJ WAS GEVAT. (Aussie, Sedney.) Zij: ]c was zeker weer al dien tijd op het kantoor! Hijjuist, lieve. Ik ben op het kantoor geweest en heb al dien tijd getracht om je op te bellen en te zeggen, dat lk later thuis kwam. Het comité-lid zag bleekjes. Stotterde een paar on verstaanbare woorden bij het nameloos leed, dat dit misdadigerskind zoo maar even opsomde. De deftige heer met het buikje, wendde zich nu om cn trok on verwachts de ijsmuts van het hoofd van den jongen, om zijn mede-comité-leden het boefjes type duidelijker te tooncn, terwijl hij zei: „Je moet in huis netjes Je pet afzetten, jongen, dat hoort zoo. ventje". Jongeheer Eduard keek schuw op, sloeg de oogen neer, cn zei dan benepen: „Ja, pa". Op dat oogenblik keek de deftige heer het knaapje goed aan En herkende zijn zoon. Meneer van Blaaskaken maakt sedert dien geen lid meer uit van het comité voor het kinderkerstfeest. In donk're dagen, als het leven zwicht. Als grauwe schemer aanrolt langs de landen, Staan in de kamers, vol van gouden licht, De vele kaarsjes feestelijk te branden. Hoog rijst de Kerstboom ln zijn zilverschijn Van slerseltjes en klingelende klokjes, Al tinkelend als zuiver kristallijn Van tusschen 't groen en vele donzen vlokjes. Dan zingt een lieve, teere kinderstem Een liedeke, dat we vergeten waren, Van herderkes ln 't land van Bethlehcm, Van vrede op aarde en wond're eng'lenscharen. We zingen zachtken's d'oude woorden me» Van al die trouwe herderkes by nachte, En door de kamer gaat de stille vree, Het Innigste wezen van de Kerstgedachte! Dit Is de schat, die 't dwalend hart behoeft In 't jachtend leven, vol van eind'loos zoeken Naar 't geen vergaat en o, zoo vluchtig toeft, Dit kindeke in schaam'lo linnen doeken. Dit kindeke, dat ln den hell'gen nacht, Door hooger licht in stralenkrans omgeven, Der wereld eens de biyde boodschap bracht Van 't onvergank'iyk, vreugdevolle leven. Dit ls het, wat Kerstavond, zeeg'nend geeft Aan allen, die herdenkend samenkomen. Een biy geluk, dat vrede in zich heeft, - En stralend ln 't vertrek heeft plaats genomen. Dan bindt een band uit waren llefdezin Degenen, wie dit uur wist saam te voeren, O, moog* deez' stonde in het huisgezin Het wezen v&n de wereld eens ontroeren! Dan zal er vrede door de landen gaan, Een vrede, die uit liefde werd geboren, Niet uit bereek-ning tot het voortbestaan Van naties, die zich hebben uitverkoren! Doordringt de aarde van haar liefdeplicht, Van deze waariyk vrede-rijke uren. En voert, o, Kerstgedachte, tot uw licht De leiders, die der volk'ren lot besturen!! Nadruk verboden. KROES. WAAR DE VROUW BELANG IN STELT. Hoe verdrijft men slapeloosheid. De slaap ls heeriyk en gezond, daar zijn wy het alle maal wel over eens, maar er zal ook wel niemand zyn, die slapeloosheid niet een vreeseiyke crime vindt. Er zyn twee typen van slapen: die van den normalen, ge zonden mensch, die gemakkeiyk Inslaapt, wiens slaap spoedig de grootste diepte bereikt, waarin hy een tot twee uren volhardt, om dan langzaam oppervlakkiger te worden, totdat eindeiyk het ontwaken ln frisschen toestand volgt Dan ls er de slaap van de nerveuse of constitutioneel-psychopatische personen, die moeilijk In slapen, slechts langzaam en laat de maximale slaap- dlepte bereiken, eerst tegen den morgen diep Inslapen en onverkwikt den nieuwen dag Ingaan. De eerste soort voelt zich 's morgens het best en wordt moe tegen den avond; de tweede is 's morgens slecht gebuid en moe en voelt zich eerst 's avonds opgewekt en geschikt tot arbeiden. By dit laatste type wordt vaak de slaap ln vele deelen verdeeld, gescheiden door tyden van wakker liggen. Normale personen, die door zorgen of verdriet aan slapeloosheid lyden worden meestal na een paar uur slapen ontydlg wakker, schrijven dan ln ge dachten brieven, maken antwoorden, gereed enz. Terwyi oude menschen het slecht slapen dikwyis gelaten ver dragen, veroorzaakt het by jongeren onrustigheid, be hoefte om van ligging te veranderen, jeuk en kriebe len, hartkloppingen, gevoel van hitte, angsttoestanden, by zenuwiyders dit alles nog te meer, daar zy over de gevolgen van den slechten nacht gaan liggen tobben en uitrekenen, hoeveel uren slaap hun In het meest gun stige geval nog beschoren zyn. Dr. Hoch, die over dit onderwerp geschreven heeft In het „Deutsche Med. Wochenschrlft" en waaraan wy een en ander ontleenen, zegt, dat daarby nog komt, dat de slapeloosheid sterk voorbeschikt tot droevige, ja soms vertwyfelende be schouwingen, die met het morgenlicht afnemen of ver- dwynen. Geen wonder, dat tegen het ochtendgrauwen de meeste zelfmoorden worden bedreven. Er zyn zoo veel slaapmiddelen, dat het byna gemakkeiyker ls er een te maken dan er een goeden naam voor te beden ken. In dit verband vertelt Hoche een aardige, weinig bekende bijzonderheid omtrent het ontstaan van de benaming Veronal. Von Mering reisde toen hy dit middel had samengesteld, naar Italië en ln den slaap wagen MunchenVerona kwam hy op den Inval, het nog naamlooze praeparaat veronal te noemen. Door dit groote aantal middelen komt de dokter er toe, steeds weer op verzoek van den ïyder, een nieuw voor te schrijven, als deze aan het oude gewend la De ge neesheer. die zyn taak ernstig opvat, moet dieper op den byzonderen aard van elk geval Ingaan. Van groot gewicht ls het verbieden van schade!yke Invloeden, als daar zyn: laat drinken van koffie of thee, laat In gespannen geestelijk arbeiden, veel rooken, veel lezen ln bed; en het moeliykste heeft men het ongetwyfeld by die personen, wien men in dit opzichts niets meer te verbieden heeft Met zuiver suggestieve behandeling krijgt mon mooie resultaten by hen, die tegenover den slaap hun onbevangenheid hebben verloren door de ver wachting, dat zy toch niet zullen slapen. Soms helpt het reeds, als dergeiyke personen op hun nachtkastje een slaaptablet hebben liggen en daarmede d« zeker heid zoo noodig chemisch slaap te kunnen verzeke ren. Dergelijke menschen tyn vaak overgevoelig voor allerlei Invloeden, vooral geluiden. Men moet trachten hun dit af te wennen; overigen» helpt - aak afsluiting der ooren met »en of ander toestelletje. Hat bekende tellen laat dikwijls ln den steek; nog minder ls het aan te bevelen licht op te steken en te gaan lezen. In den zomer kan men door op te staan en een tydlang uit bed te gaan het bed aangenaam maken en het slapen be vorderen. Ook de wijze van toedekking elscht regeling. Warme langdurige voetbaden, een poos voor het naar bed gaan of ln den zomer een koel bad vlak voor het gaan slepen helpen dilrwijls. By menschen met con gesties zijn warme voetbaden vaak nuttig. Koude af- wasschlngen 's avonds werken slechts suggestief. By onrustige hartswerkïngen helpt een „Schapswlckel" om de borst: een In alcohol en water gedrenkt compres, geen gutta-percha, wellen afdekking los bevestigd met een handdoek en een paar veiligheidsspelden. Overigens werkt Alcohol ook Inwendig In geschikte gevallen zeer gunstig. Bq acute slaapstoornis stuurt Hoche den ïyder liever naar den wynkelder dan naar de apotheek. Ge heelonthouders zullen vreezen, dat hy zyn patiënten ook ln figuuriyken tin naar den kelder stuurt Een goed middel tegen slapeloosheid ls valeriaan, en zyn praeparaten en een goede voorbereiding voor een ma tigen nacht geven overdag genomen broomzouten. Greta Garbo's schoonheldsreccpt De filmactrice Greta Garbo Is van meening, dat sport niet bevorderiyk is voor de schoonheid der vrouw. Wan neer men schoon wil biyven, moet men veel rusten, zelfs overdag na het eten. Het ls niet noodzakeiyk, dat men er by slaapt, voldoende is het, wanneer men aan niets denkt want 'n volkomen mat werkt veel beter dan een onrustige slaap. Sport sterkt de spieren, maar een gespierde vrouwenarm ls nooit mooi. Bovendien komt de lichameiyke Inspanning ln het gelaat tot uiting, dat een harde en vermoeide trek gaat vertoonen. Het beste middel tot behoud van vrouweiyke schoonheid ls water zeerwel ln- als uitwendig aangewend, 's Morgens en 's avonds moet men het gezicht met water wasschen. 's Morgens dient men eerst een koude douche te nemen, daarna een lauw bad. Overdag drinkt men twaalf glazen water, waardoor de gelaatskleur van Iedere onreinheid bevryd wordt De huid kan slechts schoon blijven, zegt Greta Garbo, wanneer het lichaam In goede conditie is „Daarom hecht lk zooveel waarde aan rust, veel water, goede voeding, hoofdzakeiyk versche groenten, en vroeg slapen gaan", luidt het advies van deze schoone vrouw. 79. Toen de waard zyn gasten opgesloten had ging hy dadeiyk naar de hulskamer beneden. Daar zat zyn leeiyke oude totebel van een vrouw, een heks met een rwarten kater op haar rechterschouder. Geef me gauw een kop koffie, grynsde de waard, lk heb goed nieuws, ik heb prachtig nieuws, ik heb nieuws om Je te verkneuteren van de lol... Een vette bult? kraste de oude totebel met een stem als een soharnjer dat ln geen Jaren geolied Is. Een auto en een hoop geld, grinnikte de waard. En er is niks geen kwaad by, want bet zijn maar drie kinderen. Morgenochtend jaag lk ze het bosch ln en dan moeten ze maar zien 80. Daar ziet de waard vol verbazing en ergeirnis de auto op den grooten weg. En... wat nog onbegrijpeiyker ls... alle drie de kinderen zitten erin! Dadeiyk stormt hy de auto achterna, terwijl hy luidkeels schreeuwt: Heldaar... stop eens even... als jullie niet by my logeeren wilt moet je toch betalen... Wat zyn dat voor manleren om er stlekum tusschen uit te knijpen...? Gerrit kijkt even om en roept den verbolgen waard vrlendeiyk toe: Laot Ja maor traolies faur J e fln- stertje maoke, ouwe lefgauzer... azzle toffe jonges wil fange ln Je knlpple... Azze we retour-komme semme Ludovlcus Lenlghaad op Je dak sturen, die mot het 81. Een vol ur raast de auto verder over den een zamen, donkeren boschweg. Dan komt er ruimte tus schen de boomen en het maanlicht kleurt alles zilver^ wit. Ver onder hem ziet Gerrit een dal. De avondnevel vult het en er ls dus niet te onderschelden' of er mis schien een dorp ligt. In elk geval zal de weg wel snel gaan dalen en dat wordt gevaariyk rijden. Daarom zegt Gerrit: stoppen. En als de auto stilstaat voegt hy erby: We motte dalze kalr maor es ln het segaore- klzzle maffe... went flrder rajs ls lalfensgcaoriyk. Dlcky sn Dirrekle, gaon jullie op 't schterbankle liggen, dan laot tk me aehtaraufsr kieperen op het Waarom koopen de vrouwen ln Parijs. Parys ls het heiligdom van de mode, waar de speci aliteiten in vrouwenkleeding uit alle deelen der wereld heenkomen, aldus sprak een der leidende persooniyk- heden In den Lakenhandel tc Oxford. En hij sprak recht Waarom het zoo is? Ook hierop gaf hy antwoord. Hoor maar- „Sommige van de Latynsche volken en met nam» do Franschen, zien vrouwen in een heel ander licht dan waarin de Engelschen haar bezien. De Engelschen bo schouwen de vrouwen als de heilige vertegenwoordigers van hot moederschap. Zy plaatsen haar ln een helligen- schryn en kunnen haar daardoor niet ten toon stellen. De Franschen verheerlyken de sekse om haar schoon heid. Daarom leggen zy den nadruk op wat zy verheer lyken. Daarom zal het Latljnsche volk altyd de vrou wen kleeden ter verheeriyklng van haar sekse, en daarom zullen de vrouwen altyd Fransche kleeren dra gen. De Angelsaksers, die de vrouwen als heilige voor werpen vereeren, zullen haar nooit dien dienst kunnen bewijzen." HAAR BEWIJZEN. (Everybody's Weekly> C h e fWelke zijn uw bewijzen van een goed typiste. Sollicitante: Ik tik een lange min nebrief In tien minuten. waar ze terechtkomen... Laat me eerst mijn Kopj® xorrie drinken en dan ga ik eens kyken wat er ln de auto zit. Want daar zullen ze hun geld wel geborgen hebben... Pè, pè..„ klinkt het plotseling bulten op den weg... De waard en zyn vrouw schrikken zich een heel hoeden- magazijn... Wat is dat, roept hy, terwyl hy op springt en naar de deur rent... Zou daar weer een andere auto wezen, of gaan ze er met de m y n e vandoor? Je hebt de kindertjes toch goed opgeslo ten krast de oude heks, maar haar man geeft haar geen antwoord. Hy ls de huiskamer al uit en stormt naar buiten... saokle van jou maor es goed bekake... Dan is de auto al te ver om nog te kunnen verstaan wat Gerrit nog meer voor vriendelyks zegt. Die bennen me te slim af geweest, huilt de waard woedend, en 't is nog gevaariyk ook. Als ze beneden in het dorp de politie waarschuwen loop lk leeiyk tegen de lamp... Dat lk ook niet aan dat dakraampje gedacht heb... ik had er allang tralies voor moeten laten maken... Stamp voetend van kwaadheid keert de waard naar zyn oude heks terug, die erg zuinig kykt als ze hoort, dat de gevangenen met hun auto ontsnapt zyn. floertje. Maar eerst sel lk een stalntje onder 't faur- wiel leggen, want lk geiauf dat ons weggetje een aardig dulkie maokt Zoo gezegd zoo gedaan. Terwyi Gerrit een dikke steen tegen het voorwiel legt, strekken Dloky en Dirrekle zich uit op het achterbankje. Het ls wel geen royaal bed maar Dicky en Dirrekie zyn moe en zullen toch wel slapen. Dan laat Gerrit zich achter over zakken en zegt goed gehumeurd: Siesau, nu maffe we tenminste sonder grendel. Myn jatjes staike wel *n aandje bulten het ledikant, maar dat kan geen kwaod... dan luehten se metain... Ik wensch jullie welterusten...

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1929 | | pagina 22