VOOR DE KLEINE BABY. 1. Pantoffeltjes van mooi wit linnen, gezoomd met een feston. 2. Slabbetje van wit linnen, roze, ge zoomd en geborduurd met kruissteken. 3. Slabbetje van wit linnen, gezoomd en geïncrusteerd met Valencienneskant. 4. Kinderhemdje en luierbroekje van mooi perkaal gegarneerd met een dubbele galon. 5. Kinderhemdje van wit batist gegar neerd machinaal geajoureerd. 6. Klein ensemble. Manteltje, jurkje en hoedje van wit kasha, gegarneerd met k~ jours. 7. Manteltje van roze katoenfluweel, gezoomd met gefronsde linten. 8. Jurkje van wit Nubienne gegarneerd met festons. Vanuit het ingezette schou derstuk valt de jurk in breede fronten naar beneden. Het neergeslagen kraagje is gefronsd. 9. Manteltje en mutsjes van wit gefes tonneerd kashimir, gegarneerd met een flanelsteek. Een wijd manteltje met cape van wit laken, gegarneerd met gestikte banden. Het kleine hoedje is van wit vilt. DECEMBER-STORMEN. Donk're nachten, woeste zeeën, Vlagen, die de golven slaan, Opgevangen noodsignalen, Schepen, die in storm vergaan. Menschen, die in doodsangst worst'len Hopend, tot het laatst moment Dat het wonder nog geschiedde: God misschien nog uitkomst zendt. En wij, in ons veilig kluisje. Lezen 's morgens, bij de thee, In het krantje, van de stakkers. Die verdronken zijn op zee H. H. DE BRUIN—LéON. RECEPTEN. ÜAMBROODJES (van ham-resten). 100 Gr. hamresten, 2 eieren, wat peper en nootmuskaat, 2 d.L. melk, y2 eetlepel gehakte peterselie, 10 Gr. paneermeel (of gestampte beschuit), 6 kleine sneedjes oud brood. Bereiding: Vermeng de fijngehakte ham met één van de rauwe eieren, de peper, de nootmuskaat, de gehakte peterselie en het paneermeel of de gestampte beschuit. Snijd hei brood tot nette gelijke sneedjes, (ver wijder de korst) week het brood een oogen- blik m de melk, die vermengd is met hel nop overgehouden goed geklopte ei Bedek d'' si ukjes brood aan weerszijden met de ham farce, wentel ze rondom in paneermeel en k ze dan in dampend beet frituurvet mr; bruin. Laat ze op grauw papier even juit.ei ken en schik ze dan op een schaaltje, dat met een gevouwen vingerdoekje is bedekt Presenteer de hambroodjes als croquetjes. dus na de soep. of geef ze als warm déjeuner- perecht. KERSTGEDACHTEN. Weer ruischen de zangen Het oude verhaal, Van God's révélatie, In machtig koraal Weer klinken de lied'ren Zoo wonderlijk zacht, Van 't Kind in de kribbe, Van sterren bij nacht Weer trilt In de harten Als kleinood bewaard, De Boodschap van Liefde Van Vrede op aard' Nog strekt in de wereld Bezwangerd met kruit, Een demon: „de Oorlog", Zijn klauw naar ons uis H. H. DE BRUIN—LéON. NAMIDDAGJAPGNNEN. 1. Een Japon van rood en geel tweed met ceintuur van rood leder gegarneerd met gestikte inzetsels. Aan de voorzijde en aan de achterzijde van den rok is deze ver wijd door twee ronde plooien. Benoodigd 3 M. 25 in 1 M. 40 breed. 2. Japon van zwart crêpe satin, in vorm gesneden. Deze Japon is gedrapeerd aan het middel, het bovenlijf hieronder vervolgend in drie diagonaalsgewijze gesneden stuk ken. Een gesp als garneering. Benoodigd 4 M. 25 in 1 M. breed. 3. Japon van bleek groen jersey, in vorm gesneden, van achteren iets langer dan van voren met ingezette stukken, welke gegarneerd zijn met twee rijen stik sels. Het bovenlijf is van voren geknoopt. Benoodigd 3 M. 25 in 1 M. 40 breed. 4. Japon van zwart crêpe de chine met gele moezen bedrukt. Op het bovenlijf en op den rok een inzetsel dat tandvormig uit gesneden is. Aan de eene zijde der in vorm gesneden rok een groep fijne plooitjes. Benoodigd 4 M. 50 in 1 M. breed. JEANNE D'ARC. Kranten-artikelen hebben altijd iets tegen: ze zijn, ze móéten eigenlijk altijd te kort zijn. Wie kan nu eigenlijk in een tweetal artike len iets dat de moeite waard is in het midden brengen over een dergelijke persoonlijkheid en vertellen van haar zeldzaam wonderlijk leven? 't Doel zij dan ook niet hooger gesteld dan dit: óf in beknopte bewoordingen nog eens samenvatten wat we in de schooljaren heb ben geleerd en later hier en daar en overal hebben gelezen met het percentsgewijze enorme kwantum vergeten stof, ach, als ik de helft nog wist van hetgeen ik gelezen had. als ik de helft nog ter beschikking had van hetgeen toch eens mijn geestelijk eigendom is geweest! Waarlijk, aan de organisatie van onze hersenen ontbreekt nog wel een en ander misschien zal „de nieuwe mensch", waar tegenwoordig zoo vaak en zoo plechtig over geredeneerd wordt, in dit opzicht beter zijn geoutilleerd dan wij ouderen. Laten we ons troosten, onze zonen en onze doebteren of de zonen en dochteren van onze zonen en doch- teren en zoo verlengd in infinltum moeten toch de mogelijkheid en de kans hebben om althans in dingen die de moeite waard zijn, boven ons uit te groeien. Maar, mijn hemel, hoe kom ik tot deze uitwijding? Ik was gebleven in het eerste deel van die mooie taalkundige figuur: óf-óf; u weet wel, het Duitsche „entweder-oder". Nu moet Ik dan den ingeslagen weg ver volgen en het tweede „óf" onder handen nemen. Welnu, de andere mogelijkheid waarop zich het doel mag bevinden dat we met onze artikelen najagen is dit: 't zou kunnen dat zoo'n opstel stimuleerend werkte. D.w.z. dat er onder de lezeressen waren, die de kennis making met zulke figuren, die hier af en toe ten tooneele worden gevoerd, dermate de moeite waard gingen achten, dat zij zich zelf wat in die levens gingen verdiepen wat ongetwijfeld voor een krantenschrijver een groot succes zou wezen. Want, kijk, een krant kan veel verprutsen, maar een krant kan toch ook nog wel wat goeds uitrichten. Ik kan me de verzuchting die ik iemand hoorde slaken, indenken: „als eens gedurende een enkele maand over de geheele werld een absoluut krantenverbod werd uitgevaardigd, dan zou daardoor de menschelijke evolutie een enormen voop gang hebben gemaakt in dien tusschentl Maar desondanks zou ik m'n dagblad niet gaarne missen. Ik geloof vast en ze dat althans wij, vrouwen, door die eige kranten een eind in de goede richting geraakt, d.w.z. dat wij hun een belang brok van onze emancipatie te danken heb Wat lazen onze grootmoeders en overgi moeders? fmmers geen letter: Dat was voor vrouwen! Die moesten breien en de schoon houden! Leeren was ook een c tollig en zelfs een te verwerpen luxe degenen die toch maar vrouwen waren en straks toch wel trouwen zouden. Naar n de wereld echter door het dagblad werd overd, kon tusschen het breien en schc houden en het getrouwd-zijn door, af en wel eens een stukje gelezen worden en teg woordig zijn we ten minste bij ons thuis ver dat niet alleen maar vader met de 1 ren zoons na het eten de kranten lezen, d dat ook ik met de andere vrouwelijke elem ten 's avonds den tijd er af neem om bi blijven en me te oriënteeren aangaande gebeurtenissen op dit ondermaansche. En het oog van een nog niet uitgestorven slacht mannen zijn we van kwaad tot ei vervallen: lezen we tegenwoordig niet en velerlei? Ja, dit laatste is eigenlijk niet heelern waar. Ik verbaas me dikwijls en erger eveneens dikwijls, wanneer ik bemerk, en! bemerk dat al weer dikwijls, dat er nog a veel vrouwen zijn die zelden boeken lez dat er ook nog zooveel vrouwen zijn, zelden boeken lezen. Vrouwen die alleen b.v. van de krant eigen oogen aanschouwen de paar schokke gebeurtenissen waar man- of zoonlief n verwijst, plus dan de Vrouwenrubriek, mij betreft, ik weet niet wat ik liever dee< Voor de tweede maal schrik ik op. W ben ik terecht gekomen? Ik zou schrij over Jeanne d'Arc en ben nog niet ver gekomen dan tot haar naam boven c regels. Inmiddels echter zal het wel duide geworden zijn, waarom in de Vrouwenrubi niet alleen meer over hoeden en man wordt beweerd, maar ook voor andere d gen aandacht wordt gevraagd. Wie ze niet lezen wil, even goede vriend nen. En wie ze wel lezen wil, die wete, i de bedoeling er mee heel niet pretentieus louter een klein brokske repetitie en een kl brokske paedagogiek. Volgende week heusch over Jeanne d'A

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1929 | | pagina 24