Zijn Kerstgeschenk door JESSIE PHILIPS. Janet Weston zat alleen in de kleine, donkere huiskamer. Bui ten viel een druilerige regen; do lamp brandde reeds geruimen tijd, maar r.ij bad nog geen moeite gedaan, de gordijnen te laten zakken om de troostelooze wereld buiten te sluiten. Wat zou haar wanhoop nog grooter kunnen maken, nu zij zich zoo ongelukkig gevoelde? Plotsoliug liet zij zich op de knieën vallen voor de leunstoel aan den anderen kant van den haard en met een woede, die aan waan zin grensde nam zij bet kussen op en schudde het heftig heen en weer, alsof het een levend wezen was. Ik wou, dat ik iemand te pakken kon krijgen! kwam het woest van haar lippen, en hem vermoorden. Haar woeste uitval eindigde in een klagelijken zucht en even plotseling al? zij het gegrepen had, liet zij het kussen weer vallen en steunend verborg ze haar gezicht erin. Het was een hartstoch telijke uitbarsting van machleloozo baat geweest, van een woede en ellende zonder uitkomst. Zij hoorde do deur niet opengaan en merkte niet dut haar man aarzelend op den drempel bleef staan, terwijl hij niet bijziende oogcn de kamer intuurde. Janet, zei hij eindelijk zachtjes, Janet! Zij hief vermoeid het hoofd op en keek naar hein, terwijl hij met de hand cp den deurknop bleef staan, alsof bij bang was om naderbij te komen. Hij was, naar zijn kleeding te oordcclen, pre dikant, een kleine, magere man, wiens gezicht aangeboren verle genheid verried. Zijn zachte, blauwe oogen, slordige grijze baard en dunne borstelige wenkbrauwen, deden zijn gebrek aan per soonlijkheid nog meer uitkomen. Er kwam een harde trek in haar oogen, toon ze hem daar bij de deur zag staan, met een onbenullig groot pak in zijn eeno arm. Hij huiverde even onder haar vijandi ger blik, maar vermande zich, en keek haar recht in do oogen. Het was de Mik van een verlegen man, die vastbesloten is dapper te zijn. In de oogen van zijn gemeenteleden had Silas Weston zich nog eens als een dapper man doen kennen, n.1. toon hij Janet trouwde. Tot na zijn 55ste jaar ongetrouwd te zijn gebleven, bracht hij Janet als echtgenooto in zijn huis. Silas bracht jarenlang zijn vacanlie door in een derde-rangs- pension in een van de goedkoope badplaatsen aan do Oostkust. In dit pension verdienden Janet en haar moeder een schraal stuk brood. Hun gasten bestonden in hoofdzaak uit oude vrijsters en roommoezige gezinnen met veel kinderen. Toen haar moeder stierf bleef Janet alleen achter. Te verlegen om zich aan een directe jweaftring bloot te stellen, had Silas haar schriftelijk gevraagd, zijn vrouw te worden en tot zijn bijna onuitsprekelijke vreugde, had zij toegestemd. Do reden waarom Silas dezen stap gedaan h.-.a. was geen andere dan dat hij werkelijk van haar hield. Voor een buitenstaander was de reden waarom Janet zijn aanzoek liad aangenomen echter niet zoo eenvoudig. Ofschoon niet jong meer, bezat zaj wat hem. ontbrak een sterke persoonlijkheid. Donker van uiterlijk, groot en goedgebouwd scheen haar hcele wezen een beeld van onderdrukte levenskracht. Hoe was het mogelijk dat zoo'n vrouw Silas Weston tot levensgezel kon nemen? Janet alleen kende het antwoord op deze vraag. Zij was met hem getrouwd, omdat het de eenige kans was in haar eentonig, vreugdeloos bestaan, om to voldoen aan haar verlangen naar het moederschap. Toen haar kind geboren moest worden, bracht haar bijna aanbiddende dankbaarheid, die Silas voor liefde aanzag, hem in extase van geluk. En nu was alles voorbij, het kind was gestorven! Zijn korte leven was vol ellende en pijn geweest. Op e.»n Zondagavond was Janet gestruikeld en de val had voor altijd de mogelijkLeid van kinderzegen voor haar buitengesloten en te vens het tecken des doods gedrukt op haar eerstgeborene. En se dert de slag gevallen was, was zij waanzinnig van smart en ver vuld van eindelooze bitterheid tegen God, tegen het leven, tegen haar mail en tegen zichzelf, een bitterheid waarin de woestheid was van het wilde dier dat beroofd is van zijn jong. Aanvankelijk begreep Silas liet niet. Hém was zijn vrouw meer dan het kind. Maar toen al zijn wanhopige pogingen om haar te troosten schip breuk leden, drong eindelijk de waarheid tot hem door: hij betee- konde niets voor haar. Deze pijnlijke gewaarwording kreeg hij nu weer opnieuw, toen hij naderbij kwam, het pak in zijn armen te gen zich aandrukkend alsof hij daaruit moed wilde putten, want moed had hij noodig, zoolang die hoosaardige oogen liem zoo wreed aanstaarden. Janet's schelle stem verbrak het drukkend zwijgen: Doe die deur toch dicht, zei zij, en wat heb je daar? Oh, zeker een korstgesclfcnk. Ik dacht er heelemaal niet aan, dat het kerstavond was. H ij schrok van haar sarcastischen toon, maar ging gretig op in liaar veronderstelling. Ja, hot is een kerstgeschenk, zei hij aarzelend, voor jon. Hij kwam dichterbij en reikte haar het pak toe. Haastig eii bevend van emotie kwatu ze overeind. -Wat, het is een kind! riep ze, en de woestheid, waarmede ze dat zei, trof hem als een zweepslag: maar hij hield zich in. Ja, ik nam liet mee voor jou. Voor mij, wat bedoel je? Zij wendde zich tot hem als een getergd dier Ben je van plan me te hoonen of nog ongelukkiger te maken, of wat heeft dit anders te beleekenen? Breng het weg! Janet, drong hij aan. luister nu eens rustig naar me. Neen, dat wil ik niet, barstte zij uit, breng het weg. Silas haalde diep adem en toen Janet hem aankeek, merkte ze, dot er op dit oogenblik evenveel vastberadenheid in hem was, als in haar zelf. Dit kleine kind, zei hij, is wees en zonder tehuis. Er is maar èèn deur voor hem open op dezen kerstavond, de deur van het armenhuis. Ik heb liet meegenomen voor jou, Janet, als een gave Gods. mplaats van het kind dat van ons weggenomen is. Wat, riep ze dit uit do goot opgeraapte kind aannemen in de plaats \on mijn lieveling? Wil je het in zijn bedje laten slapen en zijn kleertjes laten dragen! Het lijkt wel of je gek hentl Neen, antwoordde hij, jij bent door smart verblind en wendt jo af van God en de menschen. Je vergeet alles, behalve jezelf. Jo vergeet zclts liet kleine kind, dat je zoo lief had. Ik hem vergeten! hoe durf je dat te zeggen! Zij kwam met verwilderde oogcn en opgeheven hand op hem toe, alsof ze hem slaan wilde. Zij liet echter haar arm zakken en bleef stokstijf staan. Ja, ze; hij op beslisten toon, jc vergeet het, anders zou je hart vol medelijden uitgaan naar alle in kommer en ellende ach tergebleven kinderen. Janet, jouw verdriet is niet het eenige op de wereld. Haar man werd een poos geleden dood thuisgebracht, op weg naar zijn werk ovorreden door een a uto. Den. volgenden dag werd dit kind geboren en vier weken lang worstelde de moeder met den dood, terwille van het kind. Janet, zijn stem haperde, ik heb veel menschen in dood strijd gezien, maar nooit zag ik iemand zoo worstelen om te blij- ten leven. Ik wil niet sterven, ik kan niet sterven, riep ze al maar. Hot dtcd me aan jou denken, jij zoudt net zoo gestreden hebben terwille van je kind. Janet huiverde. Zij begreep, wat die vrouw doorgemaakt moest hebben. Zij was doodelijk beangst voor het armenhuis, ging Silas voort, alles liever dan het armenhuis, herhaalde zij telkens kreunend. Toon dacht ik aan jou. Ik beloofde de arme, stervende moeder, dat haar kind niet naar het armenhuis zou gaan, dat ik het zou brengen hij iemand, die het lief zou hebben terwille van haar eigen gestorven kind. En op die belofte sliep zij in, met een glimlach op haar gezicht en in haar slaap stierf zij. Je had geen recht zoo'n belofte te doen, mompelde Janet,' doch haar hoofd was gebogen. Veronderstel eens, antwoordde Silas, dat het jouw kind was geweest, dat alleen achterbleef. Ik hen overtuigd dat jij je met dezelfde kracht vastgeklamd zou hebben aan een helper in den nood. Janet keek hem aan. Zou het toch mogelijk zijn, dat haar man haar beter kende, dan zij vermoedde? En het was evengoed terwille van jezelf, vervolgde Silas. Je bent heelemaal opgegaan in je verdriet, terwijl je hart verlangde naar de liel'de van een kind. En om ons heen zijn honderden kin deren, die omkomen door gebrek aan liefde. Ook ons kind had on- dtr hen kunnen zijn. Zou je mijn kerstgeschenk niet willen aan nemen, Janet, terwille van hem? llij legde het bundeltje op het kussen, dat Janet even tevoren bijna in stukken gescheurd had en begon het onhandig los te ma ken. Kijk, Janet, het is geen uit de goot opgeraapt kind, kijk eens naar dat gezichtje en naar die kleine handjes. Tegen zijn verwachting keek Janet niet naar het kind. De uit drukking op haar gezicht was veranderd, ze keek hem met een vreemden Blink aan, een blik, die zijn hart sneller deed kloppen. Het was, alsof zij voor het eerst een blik in zijn ziel sloeg. Plotseling trachtte het kind zich vrij te maken uit zijn omhul sels; het voelde niet meer de warmte van de beschuttende armen en begon klagelijk te huilen. Janèt vloog er heen. Op het kussen lag een klein, rozig wezentje. Janet keek er naar, terwijl zij pro beerde haar zachtere gevoelens terug te dringen, maar toen de donkere oogen hem zoo bleven aankijken, hield het kind op met huilen en plotseling begon het to glimlachen. Die hulpelocze kinderlach ontwapende Janet heelemaal. Zij vié op haar knieen, nam het kind op en drukte het innig tegen ziel aan, terwijl zij zachtjes begon te schreien. Bilas bleef roerloos naast haar staan. In den langen vreemde blik, waarmee zijn vrouw hem had aangezien, had hij gelezen, d zyr kerstgeschenk hem ook iets gebracht had. Hij was echter duldig en kon wachten op de vervulling van deze belofte. J1 wendde zich niet omfloerste oogen af en stommelde de kamer ui

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1929 | | pagina 34