werktijdenbesluit
KRONIEK
VERMAKELIJKE
Zaterdagmiddag
gesloten vanaf 4 uur.
TRAPMAN Co.
door
DIRK
DUYVEL Junior.
Opper-Kafferstein
Binnenlandsch Nieuws.
Na een danspartij.
Zware sleepreis.
Voor de liefhebbers van paardensport.
Bloeddorstige honden.
Boulogne bedreigd.
VAN
Groot Gortbuikenburg,
Hoofdstad van
Met lieven lach reikt 's graven vrouw
Den Heer na kort verpoozen
In 't zandig krijt den eereprijs:
Een schitt'rend gouden roze.
Hij dankt met hoffelijk gebaar
En 't flitst hem door zijn denken:
Zou ik deez' schoone gouden roos,
Als wapen Schagcn schenken?
2) Die roos. omcirkeld door het krijt
Op bloedig veld geschreven,
En als symbool der landsgravin
Van leliën omgeven?
Als ridder won ik 't wapenschild,
Een ridder zal het dragen,
Laat 't Magnus zijn, dien 't nakroost noemt
Den eersten Heer van Schagen.
„Hoe schoon gedacht!" sprak 's graven vrouw.
De graaf ging 't. hoog'lijk prijzen,
En zoo kreeg Schagen 't prachtig schild,
Waarop 't met trots mag wijzen.
1) Willem van Beieren, natuurlijke zoon van graaf
Albrecht, van Beieren, was een kleinzoon van keizer
Lodewijk van Beieren.
2) Het wapen van Schagcn heeft twee kleuren:
goud op rood (een rood veld waarop gouden roos,
ring en leliën).
RIDENDO DICERE VERUM!
Waar gij de rauwe waarheid biedt;
Zoo doet het schertzend,
Want... dan kwetst ge niet!
XIXL
Trui gaat op reis. - Een ongevraagd en dus
ongewenscht advies. - De vrouw van Ba
rendje Donderkop. - De inhoud van Truis
spoormandjes. - Het schoone geslacht van
Grootgortbuikenburg in 1880 of 1929. - Het
oog komt óók wat toe. - Aanwinst voor het
ethnoligisch museum. - Op den goeden ou
den tijd valt ook nog wel iets af te dingen. -
Onze Koningin een tip top landsregeerdster.
- Vorstelijke hoven, (zoolang de voorraad
strekt) heden en voorheen. - Die alle holz-
hacker aus Doorn ach ein famoser Kerel! -
Landru de Bolle 'n beestmensch. - Lodewijk
XV ook 'n pracht-exemplaar. - Prachtig
voorbeeld. - De Koninklijke dames ook alle
maal 18 karaats. - In Grootgortbuikenburg
van 1880 ook geen zuivere atmospheer. -
Het verderfelijke bosch bij feestnachten en
de verleidelijke stadsbanken in het najaar.
- Voorkomen is beter dan genezen. - 'n Reu
ze relletje. - Oorvijgen, vliegende hooge hoe
den, veel animo voor het baliklniverschap.
- 'n Schandelijke anonieme ABC-rijmelarij.
- hi 1573 was het in Grootgortbuikenburg
al niet kauscher. - Een lichtzinnige juffrouw
van het Ropjeschuil geschaakt. - Opsporing
en aanhouding verzocht. - Wat de historie
ons leert. - Hartelijke nieuw jaar stvensch en
sluiting. - Amen.
Teergeliefde medeverachtelingen van de
lichtzinnige genoegens dezer diep ver
dorven waereld!
Moeder Trui had het perse in haar bolle teit gezet, om
'n reis te maken naar Noord-Brabant en 'n visite te
brengen aan haar. wat ze nu al noemt, „nicht Truitje,''
de vrouw van den litterairen mestkrabber Toetelevoet
Dré, en aan'deze gezegende omstandigheden hebt gij.
beminde toehoorderen, het eigenlijk nog te danken, dat
gij u uw geliefkoosd Gortbuikenburgertje, deze week
niet behoeft te ontzeggen. Maar ik ben, als altijd, zoo
eerlijk geweest als 18 karaats döeblée en heb het Trui
ernstig afgeraden op de bonne fooi de Brabantsche
kempen in te trekken, om dat houtzagende en ronkende
mafltistopvulsel van dezen Brabantschen stoepenschae-
ter, zooals Merijntje Gijzen ze noemt, zonder behoorlijke
richting gevende plattegrond op te schommelen.
Ik zei tegen haar, gemoedelijk overredend: Geloof me,
beste dief van me nachtrust, je zult 'n reuzestrop halen,
want ik, die weet, hoe die krantenbedervers kunnen lie
gen, verastereer je dat die beroemde Trui heelemaal
niet bestaat en slechts het product is der fantasie van
'n hongerige persmuskiet, die evenals ik om spie ver
legen is en met zijn vulpen moet verdienen wat ie met
de stekelepikker en de poepegraaf niet klaar zou kun
nen spelen.
En die nicht Trui, zul je dus evenmin kunnen op
schommelen als Mie met de Handjes, de veelbesproken
echtgenoote van Barendje Donderkop
Maar Trui was van mijn belangeloos en onpartijdig
advies om lekker thuis bij de kachel en den kerstboom
te blijven, absoluut niet gediend.
Mijn gemeene lasteringen tegen den braven Dré, die
heel wat netter brieven schreef, dan mijn platte ordi
naire en het door en door fatsoenlijke Grootgortbuiken
burg beleedlgende kroniek, zouden niet bij machte zijn,
haar weloverlegd plannetje op te geven! Bovendien
moest ze nicht Trui nog raadplegen over de keus van
'n kapothoedje, de kwaliteit van flanel voor een soliede
kou en nog veel meer afsluitende winterpantalon en
hoeveel knotten sajet of ze noodig had voor 'n paar
dikke wollen Noordpoolkousen, berekend op 18 graden
onder nul. Ik kon dus babbelen als wijlen pater Brug
man, maar op het gesteld uur sukkelde Trui, gewapend
met een spoormandje, waarin haar voorwereldlijke pya-
ma, 'n haarkam met 3 tanden en 'n stukje Sunlight-zeep
benevens onder haar arm een verre voorlooper van een
Tompoesie-spuit, naar den trein, die naar het verre zui
den zou voeren.
Onder het fluiten van het toepasselijke afscheidslied:
„Dat gaat naar den Bosch toe. zoete lieve Gerretje!"
deed ik haar hoffelijk uitgeleide, ontving de passende
belooning, die ik kieschbeidshalve niet in details wil om
schrijven. want u weet: Pichers have ears, niet waar?
en kon ik mij dus ongestoord neder zetten aan mijn
letterkundigen arbeid tegen een uurloon van 60 cent...
En toen ik Trui daar zoo droomerig nastaarde -als
Wegens het inwerking treden
van het
voor winkels, is onze zaak
voortaan op
BOEKHANDEL=DRUKKERIJ -
SCHAGEN.
naar 'n spook, en nog 'n leelijk spook, ook uit het ver
leden overwoog ik, hoe het schoone geslacht van Groot
gortbuikenburg er in mijn jongen tijd toch heel wat
minder aantrekkelijk uitzag dan tegenwoordig. Vroeger
was 'n hittepetit van 30 jaar al overrijp voor het wilde
manshofje en tegenwoordig kun je zonder de halve stad
achter je aan te krijgen, de poffertjeskraam bij kunst
licht bezoeken, met 'n knotje van dik vijftig, die zoo
wijs is geweest met de wijzers van den tijd jolig mee te
draaien! Die smakelooze vettige, met dooie menschen
en paardehaar opgevulde kapsels, die malle kollewieten
van hoeden met pioenrozen en hanestaarten, die idiote
pofmouwen, in staal en zijldoek ingepakte middenlijven,
wurgboorden als militaire stropdassen, sliertende sleep-
rokken, die het mooiste figuurtje het aanzien gaf
van 'n verlaten badtent op het stille strand in Nvem-
ber! nou, je wist in die dagen niet, waarmee je op stap
was, met 'n gecamoufleerde telegraafpaal of een gestof
feerde waschkuip!
Nee, menschen, jelui mogen nu praten wat je wilt,
maar geef mij nu maar miss Holland, model 1929 en dan
kunnen jullie die geharnaste merakels uit den goeden
zedelijken ouwen tijd cadeau krijgen voor het ethnolo-
gisch museum in Artis.
En dan wordt er tegenwoordig nog zoo verschrikkelijk
druk gewouweld over het steeds toenemend zedenbederf.
Zelfs in de Tweede Kamer zitten ze daar den kostelijken
nationalen tijd en onze belastingduiten te verwouwelen,
om middelen te beramen, dezen walgelijken poel
zedelijke verwording te dempen! Maar ik vraag me zelf
wel eens af, als ik zoo de toestanden eens toets aan de
eeuwenoude historie der wereld, die zich telkens en tel
kens herhaalt:
Waren onze geachte voorvaderen nu zooveel braver
en beter dan wij, dancing, radio, bioscoop, oceaanvlie
gerij en snelheids-manjakken? Als we het verleden eens
nagaan, dan stuiten we op personen en voorvallen, zoo
gemeen, zoo walgelijk, zoo afkeer- en afschuwwekkend,
dat we de wereldbevolking van heden waarachtig wel
'n getuigschrift kunnen geven van deugd en ingetogen
heid.
't Klinkt paradoxaal, maar het Is werkelijk nog
niet zoo stomp opgemerkt, zooals ik u met een enkel
woord hoop aan te toonen.
Nemen we bijvoorbeeld de vorstenhuizen, die nog niet
op de flacon zijn gegaan eens in tegenstelling met de
beruchte hoven uit de historie!
Ik ben er bijvoorbeeld van overtuigd, dat geen enkele
Korteturflander, al is hij ook nog zoo'n revolutionair en
tegenstander van een vorstelijke regeering, ja, ik durf
zelfs veronderstellen, zelfs Davld Waterglas en Loutje
Bulk, zou durven beweren, dat onze koningin, afgeschei
den van haar positie, niet is een hoogstaande en res
pectabele vrouw, op wier voorbeeldig leven en gedrag
niet het minste valt aan te merken!
En wat ongunstigs kan er verklaard worden van de
Koninklijke hoven van België, Engeland, Italië en
Spanje? Voor zoover mij bekend is, zijn alle ingekomen
inlichtingen gunstig te noemen, en vermeldt het straf
blad van al deze heeren niets dat tot hun nadeel strekt.
Ze zouden allemaal nog voor een voorwaardelijke ver
oordeeling in aanmerking kunnen komen!
Zelfs de ouwe houthakker van Doorn kan zich als
particulier persoon op een onberispelijk verleden beroe
men. Natuurlijk zoover bekend, ik heb rechercheur de
Jong dienaangaande niet aan 't werk gezet! Maar laten
we nu eens de hoogwaardigheidsbekleeders uit vroeger
tijden de reveu passeeren, dan krijgen we plat uitge
drukt, 'n bedroevend en schunnig zoodje!
Beginnen we maar eens met meneer Hendrik de
Achtste of te wel Landru de Bolle! Kan de geheele his
torie ons een afschuwelijker kerel presenteeren? 'n Wal
gelijke wellusteling 'n menschonteerende vrouwenbeul en
moordenaar, 'n opgezwollen wandelend braakmiddel, dat
het slechtste hout voor de kist nog niet eens waard
was! Wat zegt u van zoo'n mooi staaltje van moraliteit
uit den goeden zedelijken ouden tijd?
En dan hebben we nog de Fransche koningen, die
voor het meerendeel ook mooie jongens waren! Uit de
galerij van beroemde Fransche landsre-geerders zal ik
om 't maar zoo kort mogelijk te maken, alleen maar
pikken den vlezen Lodewijk de Vijftiende, wiens ge
heele regeering was doorpekeld van schaamtelooze lief
des-avonturen, die oorzaak waren van zijn gruwelijken
dood, terwijl zijn bij zijn leven aangebeden, maar reeds
half vergaan lichaam na zijn verschrikkelijk afsterven
geschuwd werd als de zoozeer gevreesde Lepra-ziekte!
Dat waren de Heeren van adel, rijkdom en ontwikke
ling, die aangewezen waren over het volk te heerschen,
en die dus feitelijk het voorbeeld hadden moeten geven
aan hun onderdanen in alles wat goed en edel was!
Enfin, ik zou nog heel wat van dat moois kunnen
opdreunen, want ook op de vorstelijke dames uit den
cuden tijd viel nogal aardig wat aan te merken, al
liepen ze dan ook niet rond met bobby-haar, vleesch-
kleurige sjanskousen en hemelsblauwe directoirtjes,
maar ik zal het hierbij beleefdheidshalve maar laten.
Honneur de dame. niet waar?
Alleen wil ik er nog even bijvoegen, dat sommige van
deze koninklijke suikerpoppetjes er ook geen biecht-
puntje van maakten, om 'n weggeschopte minnaar of 'n
eenigszins sterk concurreerende Hofdame door bemid
deling van monsieur de Beul met een voortreintje naar
de Elyseesche velden te zenden.
Maar ik behoef eigenlijk heelmaal zoover niet te
ioopen en kan ik mij wel bepalen tot mijn dierbaar
Grootgortbuikenburg, dat in dien veelgeprezen ouden
tijd evenmin het uitverkoren land was voor de beoefe
ning der Heilige deugden. Och, goeie Hemel nee. Het
was in vroeger tijd hier ook al „knudde". Als ik het
nachtregister van het Heilooër bosch uit dien goeden
ouden, onberispelijken tijd ter gelegenheid van Pink
steren, Heiloër en Grootgortbuikenburger kermis eens
zou willen publiceeren, dan geloof ik dat de beruchte
zwarte kat daarbij nog 'n stichtelijk tractaatje ge
noemd zou kunnen worden!
En de deftige heeren, die ons proletariërs en geef-
ons-heden-ons-dagelijksch-brood-burgers ten voorbeeld en
ter navolging moesten strekken, nu, 't spijt me, dat ik
het zeggen moet, maar die eerbiedwaardige heeren
zouden ook allemaal geen geschikte bijdragen leveren
voor de galerij van beroemde Heiligen!
Zoo herinner ik me nog een edelachtbare Grootgort
buikenburger wethouder (nomina sunt odiosa, zegt mijn
geleerde melkboer, die ook de glazen lapt in het gym
nasium) altijd, als hij me 's morgens geheel belangeloos
en gratis bij m'n pintje melk onthaalt op de chronique
scandaleuze mijner geliefde vaderstad, welke wet-
bewaarder reeds in dien gouden ouden tijd van deugd
en eerbaarheid zóó sterk twijfelde aan de betrouwbaar
heid van Grootgortbuikenburgsch minnende jeugd, dat
hij voorstelde, zoo omtrent half September de stads-
zitbanken in Hout en plantsoenen en op de vesten maar
binnen te halen, eensdeels tot behoud van de verf, doch
voornamelijk omdat die lokkende bankjes bij het kor
ten van het heilzame daglicht en het verlengen der vele
zonden dekkende duisternis, zooveel gelegenheid boden
tot onvoegzame samenkomsten En ieder boog eerbiedig
het hoofd voor dit wijze woord uit den mond van den
eerbiedwaardigen grijzen schepen dezer stad, getuigende
van zijn nauwlettende zorg voor het zedelijk welzijn
der onschuldige jeugd bij het meedoogenloos naderen
van de gevaarlijke leeftijds-periode, wanneer het zoo
krachtig gewenscht en zelfs noodzakelijk is, afgelegen
bankjes, duistere hoekjes en verlaten plekjes ontoegan
kelijk te maken en werd alzoo het Ingrijpende voorstel
spontaan en met algemeene stemmen aangenomen.
Maar welk een vreeselijke ontnuchtering werd ons
helaas voorbereid!
Daar verscheen op een onzaligen dag een jonge dame
ten tooneele, die zich verongelijkt achtte door den gloed
en ijvervollen zedepreker en hem ten aanschouwe van
het profane straatpubliek 'n klets tegen zijn eerbied
waardige Aarts- en raadsvaderlijke test toediende, dat
zijn fijn opgepolitoerd duivenhok 6 meter ver de goot
instoof. Deze sensationeele scene werd gevolgd door
een rechtszaak in het bovenzaaltje van het Stadshuis,
waar destijds de reohtbanlc zetelde en waarbij mr.
Hazepeper, in die dagen 'n reuze-pleiter in strafzaken,
ais verdediger optrad en waarin noten werden gekraakt
in tegenwoordigheid van de stampvolle tribune, opger
propt met door en door brave, in 't geheel niet op
„ossenhaas" met pikante saus beluste Grootgortbuiken-
burgers, noten, zóó verschrikkelijk hard, dat de lang
niet mollige keien van de Langekomkommerstraat er
bij vergeleken, zijzachte Kollebijntjes genoemd konden
worden.
En om het drama nog wat meer bekendheid te geven,
wierp een onbekend maar pervers Grootgortbuiken
burger ingezetene zich op als gelegenheidsdichter en
flanste een spot-alphabet bij mekaar, zoo liederlijk en
gemeen, dat als ik het u nog ter lezing zou durven,
voorleggen, er bij u voorzeker een gerechte twijfel zou
oprijzen, of die brave ouwe tijd van sleeprokken, inge
bakerde halzen, zwarte wollen kousen en moltonnen...
(nomina sunt odiosa, zegt hier weer waarschuwend mijn
geleerde melkprutter) wel zoo gegarandeerd eer-en-
deugdzaam was.
En meen nu niet, geliefde toehoorderen, dat ik nog niet
meer van zulk onoorbaar spul op de toonbank zou kun
nen brengen... Dat zou je leelijk tegenvallen, want ik
heb, waar het de belangwekkende voorvallen in mijn
welbeminden geboortegrond-waar-eens-mijn-wiegje-stond-
plekje betreft, een schrik-aanjagend gehéugen en een
kop als 'n ijzeren pieperspot, maar ik wil het hierbü
laten, omdat ik meen, genoegzaam te hebben aange
toond, dat jeugd en zedebederf geen verschijnsel is, dat
met een of ander tijdperk samengaat.
Doch als laatste klap op de vuurpijl, om te voorkomen,
dat re gezegd wordt: Die Dirk meiert maar wat, hij
sukkelt zeker wel aan ijlende binnenkoortsen, die zijn
toch al niet sterk brein verhitten, wil ik nog even mede-
deelen, dat reeds in October van het jaar... 1573, dus
ruim 350 jaar geleden, opsporing werd verzocht van
een gehuwde vrouw, wonende op het Rapschuil te
Grootgortbuikenburg, welke frivole dame er zoo waar
met een mottige adorateur vandoor was gegaan. Dit
actueele nieuwtje is te vinden in het nummer van dien
datum van de Opregte Haarlemsche Courant en dat
voorzeker geen reclame kan worden genoemd voor de
strenge deugdbegrippen in dien, nu zoo bejubelden en
tot voorbeeld gestelden goeden ouden tijd.
De historie leert ons dan ook, dat vanaf de vroegste
tijden het menschdom in het algemeen niet heeft uit
geblonken in fatsoen, om dan 'n krachtiger woord maar
met rust te laten...
Er wordt altijd gezocht naar 'n oorzaak en het merk
waardige is, dat die oorzaak steeds wordt toegeschre
ven aan dingen, die bij een deel der bevolking impo
pulair zijn. Vroeger, toen er niet veel te beleven was,
waren het de slechte boeken en de tooneelvoorstellingen,
die als de vuurhaarden van het kwaad werden aange
wezen.
Later kwamen de detectieve-romannetjes van 1 stui
ver het stuk en de saffiaantjes er nog als volksbedervend
voedsel bij. Daarop konden de bioscopen en eindelijk de
dancings er nog bij worden opgeteld. Maar al die be
rekeningen kunen niet wegboenderen het feit, dat in
1886 de beruchte houten bankjes met en zonder leuning
van Grootgortbuikenburg alléén reeds het zelfde effect
teweeg konden bengen en dus laat ik het met vertrou
wen aan u over, lieve Luisterlingen, hier de conclusie
te trekken.
Alleen mogen wij ons verheugen, dat in dezen tijd van
vele gevaren, de drie wethouderen van Grootgortbuiken
burg een gewaarborgd solied en huiselijk leven lijden,
zich omtrent de hierboven aangeduide gevaarlijke bank
jes geen kopzorg behoeven te maken, en hun hooge hoe
den absoluut geen gevaar loopen. Waarna mij alleen
nog rest, onder dankbetuiging voor de gunst en het ver
trouwen, gedurende 1929 in zoo ruime mate genoten, U,
mijn met alle voorradige roerselen mijn's harten ten
vurigste (volgens de voorzichtige voorschriften van
Plato) beminde lezeressen en lezers, allen een aange
naam nieuwjaar toe te wenschen. Zoo zij het! Amen.
D. D. Jr.
20-jarig meisje bij een auto-ongeval om
het leven gekomen.
Dinsdagavond laat na een danspartij in een café
te Hilversum, ging het 20-jarig meisje C. R. in gezel
schap van de gebroeders H. en luitenant der huza
ren C. in een auto op weg naar Utrecht. Tusschcn de
Hollandsche Rading en Maartensdijk is de auto door
tot nu toe onbekende oorzaak tegen een boom gere
den. Door den schok is het meisje in aanraking go-
komen met een stang van de kap van den auto,
waardoor een ernstige schedelbreuk met inwendige
verbloeding is ontstaan. Er werd teruggereden naar
Hilversum, waar geneeskundige hulp is ingeroepen.
Het meisje is niet meer tot bewustzijn gekomen en
denzelfden nacht om 1 uur overleden.
Nader meldt men nog:
De bestuurder van den auto, L. J. v. H., uit Naar-
den, was vermoedelijk onder den invloed van alcohol.
De personen, met wie het meisje den autorit deed,
kenden haar niet eens bij naam, zoodat zij niet wisten
naar welk huis te Hilversum zij haar moesten ver
voeren. Zij hebben haar toen naar een huis te Hil
versum in de Langstraat gebracht, waar zij den
gemeentelijken geneeskundigen dienst hebben opge
beld. Dr. Dagevos heeft liaar toen herkend.
Een zeilschip in de Goli van Biskaije van
de sleepboot losgelaten.
De Nederlandsche sleepboot Poolzee, met het voor
sloop bestemde zeilschip Pomorce op sleeptouw van
Saint Nazaire naar Nakskov, heeft in de Golf van
Biskaye buitengewoon zwaar weer doorgestaan, Bij
een orkaanachtigen storm is het zeilschip Zondag
jl. losgeslagen en naar de Fransche kust gedreven.
De Poolzee heeft ondanks het slechte weer, verschei
dene malen weer verbinding met het schip gehad.
Van de Poolzee de brug en het standaardkompas
gedeeltelijk wegslagen; het stuurgerei is in het on-
gereede geraakt. De Pomorce ligt thans ter hoogte
van Penmarc'h llead tusschen de rotsen geankerd
De bemanning, bestaande uit negen Nederlandsche
zeelieden, is door de reddingiboot van Penmarc'h ge
red en aan wal gebracht. Daar* de weersomstandig
heden ongunstig zijn kan nog niet beoordeeld worden
of de Pomorce alsnog in veiligheid kan worden ge
bracht. De sleepboot Witte Zee zou gister ter hoogte
van Penmarc'h worden verwacht.
Een naar de eischen des tijds ingerichte
manege te Heiloo geopend.
Aan de Kcnnemerstraatweg tusschen Heiloo en
Limmen is, op initiatief van eenige Alkmaarsche hee
ren en door spontane financieele medewerking van
bewoners van Alkmaar, Ileiloo en d eZaanstreek een
groote manege gebouwd, die de N.V. Kennemer Ma
nege genaamd is. Alles is in modernen stijl gebouwd
en ingericht, en er zijn naast de manege tuigen ka
mers, een directeurskamer, verschillende kleedka
mers en toiletten gebouwd, alsmede een groote tri
bune, vanwaar men de verschillende rijproeven kan
bewonderen. Terzijde van de manege is een kleine
stal gebouwd, waar men begonnen is met vijf paarden
te stallen. Bij de opening waren vele liefhebbers van
paardensport en o.a. het college van B. en W. van
Heiloo en de secretaris aanwezig. Mr. Kosters uit
Alkmaar hield de openingsrede en bracht veel hulde
aan den gedelegeerd commissaris ir. Van Deventer
uit Alkmaar, wiens bemoeiingen tot dit resultaat
hebben geleid. Directeur der manege is do heer Do
Jager, oud-wachtmeester der huzaren te Heiloo, die
tot dusver reeds paarden aan particulieren verhuur
de, rijlessen gaf en instructeur was van de Ileilooër
Rijvereeniging. De ze rijverceniging gaf hij do ope
ning vele staaltjes van rij-, spring- en dresseerkunst.
VAN DEN WAL IN DE SLOOT.
Een incasseerder te I-Ioogevecn is Maandagavond
met een met fCOO zwaar beladen geldzak aan hot
stuur van zijn fiets, de richting kwijt geraakt. Hij
kwam aan het slingeren, waardoor de geldzak m t
inhoud in de vaart is terecht gekomen. Na lang bag
geren is Donderdagmorgen op f30 na het verlorene
teruggevonden. Men hoopt deze f30 ook nog te vin
den.
HET AANTAL MIJNONGEVALLEN IN 1929.
In het afgeloopen jaar warm er op de Staatsmij
nen acht en op de particuliere mijnon 22 ongevallen
met doodelijken afloop. De cijfers zijn gunstig, ver
geleken bij het jaar 1928, toen er in totaal 11 doodo-
lijkc ongelukken waren, waarvan 35 op de Staatsmijn
en 9 op de particuliere mijnen.
EEN ARM VERBRIJZELD.
In de glasfabriek van de fa. Meursing te Nicuw-
Buinen is een ernstig ongeluk gebeurd. De arbeider
Duursema kwam onder een zwaar gewicht, waardoor
een onderarm met de hand verbrijzeld werd.
De patiënt is naar het Academisch ziekenhuis te
Groningen vervoerd.
DOOR EEN IJZEREN RAAM GETROFFEN.
Ernstig fabrieksongeval te Waalwijk.
De 19-jarige Stevens, uit Elshout, werkzaam op de
drijfriemenfabriek der N.V. Van Doorn de Greeff, to
Waalwijk, is Maandagavond door een vallend ijzeren
spanraam getroffen en zoo ernstig aan hoofd, borst
en beenen gewond, dat hij, na in het Il.K. gasthuis
te zijn opgenomen, aan de gevolgen overleden is.
SCHIP GEZONKEN.
De opvarenden behouden.
Het voor de „Union" te Oudepekcla met steenkool
geladen schip van den heer W. Knorrc, aldaar, is te
Schecmda lek geslagen en gezonken. De opvarenden,
man, vrouw cn zeven kinderen konden zich slechts in
nachtgewaad redden. Ze werden eerst naar Winscho
ten en daarna naar hun woonplaats gebracht.
SLACHTING ONDER EEN KUDDE SCHAPEN.
In den Inlaagpolder zijn, naar uit Haarlem gemeld
wordt, door twee honden 22 schapen doodgebeten en
zeven dieren zoodanig gewond, dat deze vermoedelijk
ook afgemaakt zullen worden. De gemeentepolitie
van Haarlemmerliede en Spaarnwoude stelde een
onderzoek in cn mocht er in slagen de twee honden,
die vermoedelijk deze slachting hebben aangericht,
te ontdekken. Zij bleken toe te behooren aan een be
woner van het noodwoningenkamp achter de Har-
menjanstraat. Een der honden is reeds doodgescho
ten.
MOORDAANSLAG IN DANTZIG.
Op den Oostenrijkschen vice-consul en diens zuster
is een aanslag gepleegd door een chauffeur van laatst
genoemde, die twee revolverschoten op hen loste,
welke echter misten, waarna hij zich een kogel door
liet hoofd joeg. Zwaargewond werd hij naar het zie
kenhuis gebracht. Men neemt aan, dat hij in dronken
schap heeft gehandeld.
VLIEGTUIG NEERGESTORT.
De vijf inzittenden gedood.
Uit Amarillo (Texas) wordt gemeld, dat een vlieg
tuig is verongelukt, dat 'n aantal korte vluchten mot
passagiers had uitgevoerd. Het ongeluk geschiedde
tijdens de laatste vlucht kort voor de landing. Het
vliegtuig stortte van een hoogte van G5 nieter neer.
De vijf inzittenden kwamen allen om het leven.
De klei van een nabijgelegen berg komt In
beweging en bedreigt de stad met onder
gang.
De Fransche havenstad Boulogne wordt door een
ernstige ramp bedreigd. Door de jongste stormen is de
klei van den boven de stad gelegen berg in beweging
gekomen en de stroom richt zich preceis op het voor
naamste hotel van de stad, die met algcheeien ondergang
bedreigd wordt.
Ingenieurs en honderden arbeiders, waaronder vele
vrijwilligers, zijn sinds Maandagmorgen bezig de klei
laag door afdamming zoo niet tegen te houden, dan
toch een anderen weg te doen nemen, maar het in nog
onzeker of dit gelukken zal. Den heelen Oudejaarsnacht
zou in elk geval worden doorgewerkt.