werktijdenbesluit KRONIEK VERMAKELIJKE Zaterdagmiddag gesloten vanaf 4 uur. TRAPMAN Co. door DIRK DUYVEL Junior. Opper-Kafferstein Binnenlandsch Nieuws. Na een danspartij. Zware sleepreis. Voor de liefhebbers van paardensport. Bloeddorstige honden. Boulogne bedreigd. VAN Groot Gortbuikenburg, Hoofdstad van Met lieven lach reikt 's graven vrouw Den Heer na kort verpoozen In 't zandig krijt den eereprijs: Een schitt'rend gouden roze. Hij dankt met hoffelijk gebaar En 't flitst hem door zijn denken: Zou ik deez' schoone gouden roos, Als wapen Schagcn schenken? 2) Die roos. omcirkeld door het krijt Op bloedig veld geschreven, En als symbool der landsgravin Van leliën omgeven? Als ridder won ik 't wapenschild, Een ridder zal het dragen, Laat 't Magnus zijn, dien 't nakroost noemt Den eersten Heer van Schagen. „Hoe schoon gedacht!" sprak 's graven vrouw. De graaf ging 't. hoog'lijk prijzen, En zoo kreeg Schagen 't prachtig schild, Waarop 't met trots mag wijzen. 1) Willem van Beieren, natuurlijke zoon van graaf Albrecht, van Beieren, was een kleinzoon van keizer Lodewijk van Beieren. 2) Het wapen van Schagcn heeft twee kleuren: goud op rood (een rood veld waarop gouden roos, ring en leliën). RIDENDO DICERE VERUM! Waar gij de rauwe waarheid biedt; Zoo doet het schertzend, Want... dan kwetst ge niet! XIXL Trui gaat op reis. - Een ongevraagd en dus ongewenscht advies. - De vrouw van Ba rendje Donderkop. - De inhoud van Truis spoormandjes. - Het schoone geslacht van Grootgortbuikenburg in 1880 of 1929. - Het oog komt óók wat toe. - Aanwinst voor het ethnoligisch museum. - Op den goeden ou den tijd valt ook nog wel iets af te dingen. - Onze Koningin een tip top landsregeerdster. - Vorstelijke hoven, (zoolang de voorraad strekt) heden en voorheen. - Die alle holz- hacker aus Doorn ach ein famoser Kerel! - Landru de Bolle 'n beestmensch. - Lodewijk XV ook 'n pracht-exemplaar. - Prachtig voorbeeld. - De Koninklijke dames ook alle maal 18 karaats. - In Grootgortbuikenburg van 1880 ook geen zuivere atmospheer. - Het verderfelijke bosch bij feestnachten en de verleidelijke stadsbanken in het najaar. - Voorkomen is beter dan genezen. - 'n Reu ze relletje. - Oorvijgen, vliegende hooge hoe den, veel animo voor het baliklniverschap. - 'n Schandelijke anonieme ABC-rijmelarij. - hi 1573 was het in Grootgortbuikenburg al niet kauscher. - Een lichtzinnige juffrouw van het Ropjeschuil geschaakt. - Opsporing en aanhouding verzocht. - Wat de historie ons leert. - Hartelijke nieuw jaar stvensch en sluiting. - Amen. Teergeliefde medeverachtelingen van de lichtzinnige genoegens dezer diep ver dorven waereld! Moeder Trui had het perse in haar bolle teit gezet, om 'n reis te maken naar Noord-Brabant en 'n visite te brengen aan haar. wat ze nu al noemt, „nicht Truitje,'' de vrouw van den litterairen mestkrabber Toetelevoet Dré, en aan'deze gezegende omstandigheden hebt gij. beminde toehoorderen, het eigenlijk nog te danken, dat gij u uw geliefkoosd Gortbuikenburgertje, deze week niet behoeft te ontzeggen. Maar ik ben, als altijd, zoo eerlijk geweest als 18 karaats döeblée en heb het Trui ernstig afgeraden op de bonne fooi de Brabantsche kempen in te trekken, om dat houtzagende en ronkende mafltistopvulsel van dezen Brabantschen stoepenschae- ter, zooals Merijntje Gijzen ze noemt, zonder behoorlijke richting gevende plattegrond op te schommelen. Ik zei tegen haar, gemoedelijk overredend: Geloof me, beste dief van me nachtrust, je zult 'n reuzestrop halen, want ik, die weet, hoe die krantenbedervers kunnen lie gen, verastereer je dat die beroemde Trui heelemaal niet bestaat en slechts het product is der fantasie van 'n hongerige persmuskiet, die evenals ik om spie ver legen is en met zijn vulpen moet verdienen wat ie met de stekelepikker en de poepegraaf niet klaar zou kun nen spelen. En die nicht Trui, zul je dus evenmin kunnen op schommelen als Mie met de Handjes, de veelbesproken echtgenoote van Barendje Donderkop Maar Trui was van mijn belangeloos en onpartijdig advies om lekker thuis bij de kachel en den kerstboom te blijven, absoluut niet gediend. Mijn gemeene lasteringen tegen den braven Dré, die heel wat netter brieven schreef, dan mijn platte ordi naire en het door en door fatsoenlijke Grootgortbuiken burg beleedlgende kroniek, zouden niet bij machte zijn, haar weloverlegd plannetje op te geven! Bovendien moest ze nicht Trui nog raadplegen over de keus van 'n kapothoedje, de kwaliteit van flanel voor een soliede kou en nog veel meer afsluitende winterpantalon en hoeveel knotten sajet of ze noodig had voor 'n paar dikke wollen Noordpoolkousen, berekend op 18 graden onder nul. Ik kon dus babbelen als wijlen pater Brug man, maar op het gesteld uur sukkelde Trui, gewapend met een spoormandje, waarin haar voorwereldlijke pya- ma, 'n haarkam met 3 tanden en 'n stukje Sunlight-zeep benevens onder haar arm een verre voorlooper van een Tompoesie-spuit, naar den trein, die naar het verre zui den zou voeren. Onder het fluiten van het toepasselijke afscheidslied: „Dat gaat naar den Bosch toe. zoete lieve Gerretje!" deed ik haar hoffelijk uitgeleide, ontving de passende belooning, die ik kieschbeidshalve niet in details wil om schrijven. want u weet: Pichers have ears, niet waar? en kon ik mij dus ongestoord neder zetten aan mijn letterkundigen arbeid tegen een uurloon van 60 cent... En toen ik Trui daar zoo droomerig nastaarde -als Wegens het inwerking treden van het voor winkels, is onze zaak voortaan op BOEKHANDEL=DRUKKERIJ - SCHAGEN. naar 'n spook, en nog 'n leelijk spook, ook uit het ver leden overwoog ik, hoe het schoone geslacht van Groot gortbuikenburg er in mijn jongen tijd toch heel wat minder aantrekkelijk uitzag dan tegenwoordig. Vroeger was 'n hittepetit van 30 jaar al overrijp voor het wilde manshofje en tegenwoordig kun je zonder de halve stad achter je aan te krijgen, de poffertjeskraam bij kunst licht bezoeken, met 'n knotje van dik vijftig, die zoo wijs is geweest met de wijzers van den tijd jolig mee te draaien! Die smakelooze vettige, met dooie menschen en paardehaar opgevulde kapsels, die malle kollewieten van hoeden met pioenrozen en hanestaarten, die idiote pofmouwen, in staal en zijldoek ingepakte middenlijven, wurgboorden als militaire stropdassen, sliertende sleep- rokken, die het mooiste figuurtje het aanzien gaf van 'n verlaten badtent op het stille strand in Nvem- ber! nou, je wist in die dagen niet, waarmee je op stap was, met 'n gecamoufleerde telegraafpaal of een gestof feerde waschkuip! Nee, menschen, jelui mogen nu praten wat je wilt, maar geef mij nu maar miss Holland, model 1929 en dan kunnen jullie die geharnaste merakels uit den goeden zedelijken ouwen tijd cadeau krijgen voor het ethnolo- gisch museum in Artis. En dan wordt er tegenwoordig nog zoo verschrikkelijk druk gewouweld over het steeds toenemend zedenbederf. Zelfs in de Tweede Kamer zitten ze daar den kostelijken nationalen tijd en onze belastingduiten te verwouwelen, om middelen te beramen, dezen walgelijken poel zedelijke verwording te dempen! Maar ik vraag me zelf wel eens af, als ik zoo de toestanden eens toets aan de eeuwenoude historie der wereld, die zich telkens en tel kens herhaalt: Waren onze geachte voorvaderen nu zooveel braver en beter dan wij, dancing, radio, bioscoop, oceaanvlie gerij en snelheids-manjakken? Als we het verleden eens nagaan, dan stuiten we op personen en voorvallen, zoo gemeen, zoo walgelijk, zoo afkeer- en afschuwwekkend, dat we de wereldbevolking van heden waarachtig wel 'n getuigschrift kunnen geven van deugd en ingetogen heid. 't Klinkt paradoxaal, maar het Is werkelijk nog niet zoo stomp opgemerkt, zooals ik u met een enkel woord hoop aan te toonen. Nemen we bijvoorbeeld de vorstenhuizen, die nog niet op de flacon zijn gegaan eens in tegenstelling met de beruchte hoven uit de historie! Ik ben er bijvoorbeeld van overtuigd, dat geen enkele Korteturflander, al is hij ook nog zoo'n revolutionair en tegenstander van een vorstelijke regeering, ja, ik durf zelfs veronderstellen, zelfs Davld Waterglas en Loutje Bulk, zou durven beweren, dat onze koningin, afgeschei den van haar positie, niet is een hoogstaande en res pectabele vrouw, op wier voorbeeldig leven en gedrag niet het minste valt aan te merken! En wat ongunstigs kan er verklaard worden van de Koninklijke hoven van België, Engeland, Italië en Spanje? Voor zoover mij bekend is, zijn alle ingekomen inlichtingen gunstig te noemen, en vermeldt het straf blad van al deze heeren niets dat tot hun nadeel strekt. Ze zouden allemaal nog voor een voorwaardelijke ver oordeeling in aanmerking kunnen komen! Zelfs de ouwe houthakker van Doorn kan zich als particulier persoon op een onberispelijk verleden beroe men. Natuurlijk zoover bekend, ik heb rechercheur de Jong dienaangaande niet aan 't werk gezet! Maar laten we nu eens de hoogwaardigheidsbekleeders uit vroeger tijden de reveu passeeren, dan krijgen we plat uitge drukt, 'n bedroevend en schunnig zoodje! Beginnen we maar eens met meneer Hendrik de Achtste of te wel Landru de Bolle! Kan de geheele his torie ons een afschuwelijker kerel presenteeren? 'n Wal gelijke wellusteling 'n menschonteerende vrouwenbeul en moordenaar, 'n opgezwollen wandelend braakmiddel, dat het slechtste hout voor de kist nog niet eens waard was! Wat zegt u van zoo'n mooi staaltje van moraliteit uit den goeden zedelijken ouden tijd? En dan hebben we nog de Fransche koningen, die voor het meerendeel ook mooie jongens waren! Uit de galerij van beroemde Fransche landsre-geerders zal ik om 't maar zoo kort mogelijk te maken, alleen maar pikken den vlezen Lodewijk de Vijftiende, wiens ge heele regeering was doorpekeld van schaamtelooze lief des-avonturen, die oorzaak waren van zijn gruwelijken dood, terwijl zijn bij zijn leven aangebeden, maar reeds half vergaan lichaam na zijn verschrikkelijk afsterven geschuwd werd als de zoozeer gevreesde Lepra-ziekte! Dat waren de Heeren van adel, rijkdom en ontwikke ling, die aangewezen waren over het volk te heerschen, en die dus feitelijk het voorbeeld hadden moeten geven aan hun onderdanen in alles wat goed en edel was! Enfin, ik zou nog heel wat van dat moois kunnen opdreunen, want ook op de vorstelijke dames uit den cuden tijd viel nogal aardig wat aan te merken, al liepen ze dan ook niet rond met bobby-haar, vleesch- kleurige sjanskousen en hemelsblauwe directoirtjes, maar ik zal het hierbij beleefdheidshalve maar laten. Honneur de dame. niet waar? Alleen wil ik er nog even bijvoegen, dat sommige van deze koninklijke suikerpoppetjes er ook geen biecht- puntje van maakten, om 'n weggeschopte minnaar of 'n eenigszins sterk concurreerende Hofdame door bemid deling van monsieur de Beul met een voortreintje naar de Elyseesche velden te zenden. Maar ik behoef eigenlijk heelmaal zoover niet te ioopen en kan ik mij wel bepalen tot mijn dierbaar Grootgortbuikenburg, dat in dien veelgeprezen ouden tijd evenmin het uitverkoren land was voor de beoefe ning der Heilige deugden. Och, goeie Hemel nee. Het was in vroeger tijd hier ook al „knudde". Als ik het nachtregister van het Heilooër bosch uit dien goeden ouden, onberispelijken tijd ter gelegenheid van Pink steren, Heiloër en Grootgortbuikenburger kermis eens zou willen publiceeren, dan geloof ik dat de beruchte zwarte kat daarbij nog 'n stichtelijk tractaatje ge noemd zou kunnen worden! En de deftige heeren, die ons proletariërs en geef- ons-heden-ons-dagelijksch-brood-burgers ten voorbeeld en ter navolging moesten strekken, nu, 't spijt me, dat ik het zeggen moet, maar die eerbiedwaardige heeren zouden ook allemaal geen geschikte bijdragen leveren voor de galerij van beroemde Heiligen! Zoo herinner ik me nog een edelachtbare Grootgort buikenburger wethouder (nomina sunt odiosa, zegt mijn geleerde melkboer, die ook de glazen lapt in het gym nasium) altijd, als hij me 's morgens geheel belangeloos en gratis bij m'n pintje melk onthaalt op de chronique scandaleuze mijner geliefde vaderstad, welke wet- bewaarder reeds in dien gouden ouden tijd van deugd en eerbaarheid zóó sterk twijfelde aan de betrouwbaar heid van Grootgortbuikenburgsch minnende jeugd, dat hij voorstelde, zoo omtrent half September de stads- zitbanken in Hout en plantsoenen en op de vesten maar binnen te halen, eensdeels tot behoud van de verf, doch voornamelijk omdat die lokkende bankjes bij het kor ten van het heilzame daglicht en het verlengen der vele zonden dekkende duisternis, zooveel gelegenheid boden tot onvoegzame samenkomsten En ieder boog eerbiedig het hoofd voor dit wijze woord uit den mond van den eerbiedwaardigen grijzen schepen dezer stad, getuigende van zijn nauwlettende zorg voor het zedelijk welzijn der onschuldige jeugd bij het meedoogenloos naderen van de gevaarlijke leeftijds-periode, wanneer het zoo krachtig gewenscht en zelfs noodzakelijk is, afgelegen bankjes, duistere hoekjes en verlaten plekjes ontoegan kelijk te maken en werd alzoo het Ingrijpende voorstel spontaan en met algemeene stemmen aangenomen. Maar welk een vreeselijke ontnuchtering werd ons helaas voorbereid! Daar verscheen op een onzaligen dag een jonge dame ten tooneele, die zich verongelijkt achtte door den gloed en ijvervollen zedepreker en hem ten aanschouwe van het profane straatpubliek 'n klets tegen zijn eerbied waardige Aarts- en raadsvaderlijke test toediende, dat zijn fijn opgepolitoerd duivenhok 6 meter ver de goot instoof. Deze sensationeele scene werd gevolgd door een rechtszaak in het bovenzaaltje van het Stadshuis, waar destijds de reohtbanlc zetelde en waarbij mr. Hazepeper, in die dagen 'n reuze-pleiter in strafzaken, ais verdediger optrad en waarin noten werden gekraakt in tegenwoordigheid van de stampvolle tribune, opger propt met door en door brave, in 't geheel niet op „ossenhaas" met pikante saus beluste Grootgortbuiken- burgers, noten, zóó verschrikkelijk hard, dat de lang niet mollige keien van de Langekomkommerstraat er bij vergeleken, zijzachte Kollebijntjes genoemd konden worden. En om het drama nog wat meer bekendheid te geven, wierp een onbekend maar pervers Grootgortbuiken burger ingezetene zich op als gelegenheidsdichter en flanste een spot-alphabet bij mekaar, zoo liederlijk en gemeen, dat als ik het u nog ter lezing zou durven, voorleggen, er bij u voorzeker een gerechte twijfel zou oprijzen, of die brave ouwe tijd van sleeprokken, inge bakerde halzen, zwarte wollen kousen en moltonnen... (nomina sunt odiosa, zegt hier weer waarschuwend mijn geleerde melkprutter) wel zoo gegarandeerd eer-en- deugdzaam was. En meen nu niet, geliefde toehoorderen, dat ik nog niet meer van zulk onoorbaar spul op de toonbank zou kun nen brengen... Dat zou je leelijk tegenvallen, want ik heb, waar het de belangwekkende voorvallen in mijn welbeminden geboortegrond-waar-eens-mijn-wiegje-stond- plekje betreft, een schrik-aanjagend gehéugen en een kop als 'n ijzeren pieperspot, maar ik wil het hierbü laten, omdat ik meen, genoegzaam te hebben aange toond, dat jeugd en zedebederf geen verschijnsel is, dat met een of ander tijdperk samengaat. Doch als laatste klap op de vuurpijl, om te voorkomen, dat re gezegd wordt: Die Dirk meiert maar wat, hij sukkelt zeker wel aan ijlende binnenkoortsen, die zijn toch al niet sterk brein verhitten, wil ik nog even mede- deelen, dat reeds in October van het jaar... 1573, dus ruim 350 jaar geleden, opsporing werd verzocht van een gehuwde vrouw, wonende op het Rapschuil te Grootgortbuikenburg, welke frivole dame er zoo waar met een mottige adorateur vandoor was gegaan. Dit actueele nieuwtje is te vinden in het nummer van dien datum van de Opregte Haarlemsche Courant en dat voorzeker geen reclame kan worden genoemd voor de strenge deugdbegrippen in dien, nu zoo bejubelden en tot voorbeeld gestelden goeden ouden tijd. De historie leert ons dan ook, dat vanaf de vroegste tijden het menschdom in het algemeen niet heeft uit geblonken in fatsoen, om dan 'n krachtiger woord maar met rust te laten... Er wordt altijd gezocht naar 'n oorzaak en het merk waardige is, dat die oorzaak steeds wordt toegeschre ven aan dingen, die bij een deel der bevolking impo pulair zijn. Vroeger, toen er niet veel te beleven was, waren het de slechte boeken en de tooneelvoorstellingen, die als de vuurhaarden van het kwaad werden aange wezen. Later kwamen de detectieve-romannetjes van 1 stui ver het stuk en de saffiaantjes er nog als volksbedervend voedsel bij. Daarop konden de bioscopen en eindelijk de dancings er nog bij worden opgeteld. Maar al die be rekeningen kunen niet wegboenderen het feit, dat in 1886 de beruchte houten bankjes met en zonder leuning van Grootgortbuikenburg alléén reeds het zelfde effect teweeg konden bengen en dus laat ik het met vertrou wen aan u over, lieve Luisterlingen, hier de conclusie te trekken. Alleen mogen wij ons verheugen, dat in dezen tijd van vele gevaren, de drie wethouderen van Grootgortbuiken burg een gewaarborgd solied en huiselijk leven lijden, zich omtrent de hierboven aangeduide gevaarlijke bank jes geen kopzorg behoeven te maken, en hun hooge hoe den absoluut geen gevaar loopen. Waarna mij alleen nog rest, onder dankbetuiging voor de gunst en het ver trouwen, gedurende 1929 in zoo ruime mate genoten, U, mijn met alle voorradige roerselen mijn's harten ten vurigste (volgens de voorzichtige voorschriften van Plato) beminde lezeressen en lezers, allen een aange naam nieuwjaar toe te wenschen. Zoo zij het! Amen. D. D. Jr. 20-jarig meisje bij een auto-ongeval om het leven gekomen. Dinsdagavond laat na een danspartij in een café te Hilversum, ging het 20-jarig meisje C. R. in gezel schap van de gebroeders H. en luitenant der huza ren C. in een auto op weg naar Utrecht. Tusschcn de Hollandsche Rading en Maartensdijk is de auto door tot nu toe onbekende oorzaak tegen een boom gere den. Door den schok is het meisje in aanraking go- komen met een stang van de kap van den auto, waardoor een ernstige schedelbreuk met inwendige verbloeding is ontstaan. Er werd teruggereden naar Hilversum, waar geneeskundige hulp is ingeroepen. Het meisje is niet meer tot bewustzijn gekomen en denzelfden nacht om 1 uur overleden. Nader meldt men nog: De bestuurder van den auto, L. J. v. H., uit Naar- den, was vermoedelijk onder den invloed van alcohol. De personen, met wie het meisje den autorit deed, kenden haar niet eens bij naam, zoodat zij niet wisten naar welk huis te Hilversum zij haar moesten ver voeren. Zij hebben haar toen naar een huis te Hil versum in de Langstraat gebracht, waar zij den gemeentelijken geneeskundigen dienst hebben opge beld. Dr. Dagevos heeft liaar toen herkend. Een zeilschip in de Goli van Biskaije van de sleepboot losgelaten. De Nederlandsche sleepboot Poolzee, met het voor sloop bestemde zeilschip Pomorce op sleeptouw van Saint Nazaire naar Nakskov, heeft in de Golf van Biskaye buitengewoon zwaar weer doorgestaan, Bij een orkaanachtigen storm is het zeilschip Zondag jl. losgeslagen en naar de Fransche kust gedreven. De Poolzee heeft ondanks het slechte weer, verschei dene malen weer verbinding met het schip gehad. Van de Poolzee de brug en het standaardkompas gedeeltelijk wegslagen; het stuurgerei is in het on- gereede geraakt. De Pomorce ligt thans ter hoogte van Penmarc'h llead tusschen de rotsen geankerd De bemanning, bestaande uit negen Nederlandsche zeelieden, is door de reddingiboot van Penmarc'h ge red en aan wal gebracht. Daar* de weersomstandig heden ongunstig zijn kan nog niet beoordeeld worden of de Pomorce alsnog in veiligheid kan worden ge bracht. De sleepboot Witte Zee zou gister ter hoogte van Penmarc'h worden verwacht. Een naar de eischen des tijds ingerichte manege te Heiloo geopend. Aan de Kcnnemerstraatweg tusschen Heiloo en Limmen is, op initiatief van eenige Alkmaarsche hee ren en door spontane financieele medewerking van bewoners van Alkmaar, Ileiloo en d eZaanstreek een groote manege gebouwd, die de N.V. Kennemer Ma nege genaamd is. Alles is in modernen stijl gebouwd en ingericht, en er zijn naast de manege tuigen ka mers, een directeurskamer, verschillende kleedka mers en toiletten gebouwd, alsmede een groote tri bune, vanwaar men de verschillende rijproeven kan bewonderen. Terzijde van de manege is een kleine stal gebouwd, waar men begonnen is met vijf paarden te stallen. Bij de opening waren vele liefhebbers van paardensport en o.a. het college van B. en W. van Heiloo en de secretaris aanwezig. Mr. Kosters uit Alkmaar hield de openingsrede en bracht veel hulde aan den gedelegeerd commissaris ir. Van Deventer uit Alkmaar, wiens bemoeiingen tot dit resultaat hebben geleid. Directeur der manege is do heer Do Jager, oud-wachtmeester der huzaren te Heiloo, die tot dusver reeds paarden aan particulieren verhuur de, rijlessen gaf en instructeur was van de Ileilooër Rijvereeniging. De ze rijverceniging gaf hij do ope ning vele staaltjes van rij-, spring- en dresseerkunst. VAN DEN WAL IN DE SLOOT. Een incasseerder te I-Ioogevecn is Maandagavond met een met fCOO zwaar beladen geldzak aan hot stuur van zijn fiets, de richting kwijt geraakt. Hij kwam aan het slingeren, waardoor de geldzak m t inhoud in de vaart is terecht gekomen. Na lang bag geren is Donderdagmorgen op f30 na het verlorene teruggevonden. Men hoopt deze f30 ook nog te vin den. HET AANTAL MIJNONGEVALLEN IN 1929. In het afgeloopen jaar warm er op de Staatsmij nen acht en op de particuliere mijnon 22 ongevallen met doodelijken afloop. De cijfers zijn gunstig, ver geleken bij het jaar 1928, toen er in totaal 11 doodo- lijkc ongelukken waren, waarvan 35 op de Staatsmijn en 9 op de particuliere mijnen. EEN ARM VERBRIJZELD. In de glasfabriek van de fa. Meursing te Nicuw- Buinen is een ernstig ongeluk gebeurd. De arbeider Duursema kwam onder een zwaar gewicht, waardoor een onderarm met de hand verbrijzeld werd. De patiënt is naar het Academisch ziekenhuis te Groningen vervoerd. DOOR EEN IJZEREN RAAM GETROFFEN. Ernstig fabrieksongeval te Waalwijk. De 19-jarige Stevens, uit Elshout, werkzaam op de drijfriemenfabriek der N.V. Van Doorn de Greeff, to Waalwijk, is Maandagavond door een vallend ijzeren spanraam getroffen en zoo ernstig aan hoofd, borst en beenen gewond, dat hij, na in het Il.K. gasthuis te zijn opgenomen, aan de gevolgen overleden is. SCHIP GEZONKEN. De opvarenden behouden. Het voor de „Union" te Oudepekcla met steenkool geladen schip van den heer W. Knorrc, aldaar, is te Schecmda lek geslagen en gezonken. De opvarenden, man, vrouw cn zeven kinderen konden zich slechts in nachtgewaad redden. Ze werden eerst naar Winscho ten en daarna naar hun woonplaats gebracht. SLACHTING ONDER EEN KUDDE SCHAPEN. In den Inlaagpolder zijn, naar uit Haarlem gemeld wordt, door twee honden 22 schapen doodgebeten en zeven dieren zoodanig gewond, dat deze vermoedelijk ook afgemaakt zullen worden. De gemeentepolitie van Haarlemmerliede en Spaarnwoude stelde een onderzoek in cn mocht er in slagen de twee honden, die vermoedelijk deze slachting hebben aangericht, te ontdekken. Zij bleken toe te behooren aan een be woner van het noodwoningenkamp achter de Har- menjanstraat. Een der honden is reeds doodgescho ten. MOORDAANSLAG IN DANTZIG. Op den Oostenrijkschen vice-consul en diens zuster is een aanslag gepleegd door een chauffeur van laatst genoemde, die twee revolverschoten op hen loste, welke echter misten, waarna hij zich een kogel door liet hoofd joeg. Zwaargewond werd hij naar het zie kenhuis gebracht. Men neemt aan, dat hij in dronken schap heeft gehandeld. VLIEGTUIG NEERGESTORT. De vijf inzittenden gedood. Uit Amarillo (Texas) wordt gemeld, dat een vlieg tuig is verongelukt, dat 'n aantal korte vluchten mot passagiers had uitgevoerd. Het ongeluk geschiedde tijdens de laatste vlucht kort voor de landing. Het vliegtuig stortte van een hoogte van G5 nieter neer. De vijf inzittenden kwamen allen om het leven. De klei van een nabijgelegen berg komt In beweging en bedreigt de stad met onder gang. De Fransche havenstad Boulogne wordt door een ernstige ramp bedreigd. Door de jongste stormen is de klei van den boven de stad gelegen berg in beweging gekomen en de stroom richt zich preceis op het voor naamste hotel van de stad, die met algcheeien ondergang bedreigd wordt. Ingenieurs en honderden arbeiders, waaronder vele vrijwilligers, zijn sinds Maandagmorgen bezig de klei laag door afdamming zoo niet tegen te houden, dan toch een anderen weg te doen nemen, maar het in nog onzeker of dit gelukken zal. Den heelen Oudejaarsnacht zou in elk geval worden doorgewerkt.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1930 | | pagina 7