HEERHUGOWAARD. ANNA PAUL0WNA. WINKEL. WIERÏNGEN. MASCHA. Binnenlandsch Nieuws. De Haagsche Conferentie. De vergiftigingsverschijnselen op de „Zeta". Een benoeming, die veel ontstemming heeft gewekt. Bedrijfsvereeniging „Nationale Boeren Onderlinge". Ernstige aanrijding te Wassenaar. Gemengd Nieuws. Uit den loop der bevolking over 1929 blijkt, dat weer heel wat wisseling plaats heeft gehad. Vestigden zich hier in den loop des jaars 289 personen, niet minder dan 201 vertrokken naar elders. Toch steeg het bevol kingscijfer nog met 70. Ving het jaar 1929 aan met 2432 m. en 2302 vr., totaal dus 4734 inwoners, op het einde waren er 2480 m. en 2324 vr. inwoners, totaal dus 4804. Geboren werden totaal 124 kinderen, 69 van het mannel. en 55 van het vrouwel. geslacht. Overleden zijn in 1929 totaal 42 inwoners, 18 m. en 24 vr. In den loop des jaars werd 6 maal aangifte gedaan van een levenloos gebore ne, terwijl 9 kinderen zijn overleden beneden den leeftijd van één jaar. Op de 1000 inwoners ruim 26 geboorten en •bijna 9 sterfgevallen. De heer D. Keppel is door onderhandschen verkoop eigenaar geworden van het huis van den heer C. de Vries Molenvaart, alhier. De rentenierwoning van den heer P. Pluister aan de Strook is bij onderhandschen verkoop overgegaan op den heer Kooijman, schilder te Kolhorn. In de laatste weken .heeft bij den sluisbouw te Den Oever het betonstorten niet plaats gehad. Gisteren is men met die werkzaamheden weer begonnen. De arbei ders voor dit werk zijn nagenoeg allen weer van hun Kerstverlof teruggekeerd. Ook is een begin gemaakt met het monteeren ter plaatse van de 12 meter breede ijzeren schuiven voor de uitwateringssluizen. Het zachte winterweer bracht hier in verschillende tuintjes de Primula-Verus in bloei. Hier worden ze ge woonlijk Paaschbloempjes genoemd. De zangvereeniging van de afd. „Toonkunst" te Ooster- land, wordt wegens gebrek aan belangstelling ontbonden De conferentie gaat kalm haar gang, ook al munten de beraadslagingen zelf niet altijd uit door kalmte. Rustig zijn vandaag de onderhandelingen geweest tusschen Bulgaren en goallieerden. Met loven en bie den, is men elkaar reeds dicht genaderd, maar nog heeft men geen overeenstemming bereikt. Dit echter is volstrekt niet verontrustend. Men weet reeds heel goed hoe men het eens zal worden, maar de Bulga ren kunnen zich niet zonder strijd gewonnen geven. Die strijd echter heeft eenïgermate het karakter ge kregen van een spiegelgevecht. Tusschen de Duitschcrs en de andere „uitnoodigen- de" mogendheden is een heftige discussie gevoerd. De Duitschers beschuldigen hun tegenstanders, dat wat zij nu nog eischen niets met geest noch met let ter van het plan-Young uitstaande heeft. Als men de discussies over het plan-Young zelf weer wil her openen, zoo zeggen zij verder, hebben ook zij nog een verlanglijstje. Heel woedend zijn zij geworden, toen de anderen spraken over de offers, die zij op de eer ste Haagsche conferentie hebben gebracht. De Duit schers hebben geantwoord: Wie heeft dan alles be taald? Zij betoogen, dat alles wat in het midden ge laten was bij de opstelling van het plan-Young, ge heel in hun nadeel is beslist. Dat is zoo de algemeene strekking der discussies, die niet verzacht wordt door het feit, dat men het over allerlei ondergeschikte punten al eens is geworden en dat de Engelsche te rugtochtgevechten leveren ten opzichte van de kwes tie van het genatieve pandrecht, dat zij productief willen maken. Intusschen heeft men gister dc heele stof behandeld en ofschoon men het woord crisis mijdt, spreekt men toch met voorliefde van een moeilijken toestand. Niettemin wordt aangenomen, dat gister aan de eer ste lezing een einde gekomen is. De bewaking op het Haagsche Binnenhof. Veel besproken wordt de sterke mobilisatie der po litie op en rondom het Binnenhof, in de hotels waar de delegaties verblijf houden en overal waar een buitenlander van gewicht te beschermen valt. De waakzaamheid der politic is veel strenger dan tijdens de eerste conferentie, waarschijnlijk is het gebeurde te Brussel niet, zonder invloed. Zulke dingen blijken soms besmettelijk en in ieder geval wil men verras singen voorkomen. De dreigbrieven waaraan oen der gelijke conferentie tegenwoordig nooit ontkomt, schij nen iets talrijker te zijn geweest dan gewoonlijk. Ma kers van ongepaste grappen, zullen daar stellig niet vreemd aan zijn, maar voorzichtigheid in deze is toch het veiligst. DE STOOMTRAM ALKMAAR—BERGEN. Geen electriiicatie. Reeds langen tijd is aangedrongen op een vluggere verbinding Alkmaar—Bergen aan Zee dan de nu be staande per stoomtram. Icings dien weg immers wor den de reizigers pas via Koedijk vervoerd, waardoor een tochtje AlkmaarBergen aan Zee (pl.m. 10 K.M. langs den gewonen weg) bijna even lang duurt als een reis AlkmaarAmsterdam. De Nederlandsche spoorwegen hebben dezer dagen proeven genomen met het laten rijden van motor- treinen op dit baanvak, zooals die ook loopen van Alkmaar naar Hoorn cn naar Schagen. Tot een be slissing is men nog niet gekomen, maar men is wel van plan om uiterlijk in 1931 een kortere verbinding tusschen Alkmaar en Bergen aan Zee gereed te heb ben. Het onderzoek naar de oorzaak nog in vol len gang. Van vergiftiging door alcohol geen sprake. Gevaarlijke gassen, die do lading ontwikkelde. Hot onderzoek naar de oorzaak van de vergiftigings verschijnselen. welke zich aan boord van het Noorsche s.s. „Zeta" bij studenten hebben voorgedaan en tenge volge waarvan drie patiënten zijn overleden, is nog In vollen gang. De sectie welke met toestemming van de Noorsche regeering op één van de lijken wordt verricht, zal voor het grootste gedeelte bestaan uit scheikundige analyses, zoodat er gerulmé tijd mee zal heen gaan, voor Iets van het resultaat bekend is. Zoodra het schip met de patiënten hier aankwam en toen bleek dat van zeeziekte zooals de kapitein aan vankelijk dacht geen sprake was, meende men met vergiftiging ten gevolge van het gebruik van methyl-al- cohol te doen te hebben. Het onderzoek wees toen uit, dat dc studenten zich voor of kort na het inschepen niet aan gevaarlijke dranken te buiten waren gegaan of zelfs ook geen kleine hoeveel heid hadden gebruikt. Toen werd aan worstvergiftiging gedacht, omdat de jongelui een keer brood met worst hadden gegeten. Ook deze veronderstelling moest van de hand worden gewe zen, want van dezelfde worst en hetzelfde brood hadden ook de leden van de bemanning gegeten, zonder dat een hunner hierdoor ziek was geworden. Pas toen een politie-inspecteur nauwkeurig naging, welke de lading was geweest, bevond hjj dat de Zeta ferro-siliclum in had gehad en dat deze stof opgeslagen was geweest in een ruim, grenzend aan de 3e klasse af- deeling, waarin de studenten verblijf hielden. Het schot dat dit ruim van de verblijven scheidde, had kieren, zoodat dé gevaarlijke gassen, welke deze stof kan ont- wikelen, gemakkelijk in de afdeeling hadden kunnen doordringen. De quarantaine-arts Dr. Hoese, was, toen hij de mede- deeling kreeg, dat het schip ferro silicium had ver voerd, zeer verbaasd, daar hij niet beter wist of allo schepen die onze haven aandoen ferro-siliclum reeds jaren lang vervoerd hebben, zonder dat de quarantaine dienst hiervan iets afwist. Dr. Hoese en Dr. Jansen, directeur van den keurings dienst voor waren, hebben een onderzoek aan boord van het schip ingesteld en bevonden, dat de Zeta op deze reis naar Rotterdam inderdaad ferro-siliclum heeft vervoerd. Mutaties bij de Arbeidsinspectie tengevolge van den voorkeur van den heer Fruytier voor Den Haag. De voorgeschiedenis. In een kort bericht is reeds melding gemaakt, van de ontstemming die bij een groot deel van het pu bliek gewekt is, door de benoeming van ir. L. A. Fruytier tot hoofdinspecteur van den arbeid in Den Haag, waardoor andere verdienstelijke ambtenaren het veld moesten ruimen. Het Vaderland meldt naar aanleiding van het be richt, dat de oud-gouverneur van Curagao, ir. L. A. Fruytier, benoemd zal worden tot hoofdinspetceur van den arbeid in Den Iiaag: De aanstaande benoeming van ir. Fruytier, een be noeming, welke eenige overplaatsingen noodzakelijk maakte, heeft een lange voorgeschiedenis. Toen de heer Fruytier niet herkozen werd als lid der Tweede Kamer in 1925, heeft hij reeds alle moge lijke moeite gedaan om een standplaats bij de ar beidsinspectie in den Haag te krijgen. De heer Kooien was toen minister cn onderzocht het verzoek, dat af gewezen werd. Hij meende, dat er geen reden was om den heer Huygens van hier over te plaatsen. De heer Fruytier zou dan ook te Groningen geplaatst worden. Deze plaatsing was echter nog niet officieel afgekon digd, al was er toe besloten, toen het kabinet aftrad. Van deze gelegenheid maakte de heer Fruytier ge- briuk om nog een kans te wagen bij minister Slote- maker de Bruine. Maar deze bewindsman kon zich volkomen verecnigcn met het besluit van zijn voor ganger Kooien, zoodat de heer Fruytier den heer Huy gens toen niet heeft kunnen wippen en naar Gronin gen moest. Na zijn roemrijken terugkeer uit Curagao, toen hij drie weken in het land was, heeft hij een bezoek ge bracht aan den directeur-generaal van den arbeid, den heer Zaalberg, en verzocht om bij den dienst te mogen terugkomen. Do heer Zaalberg stelde welwillend voor om den heer Fruytier in Dordrecht te plaatsen en dus den functiona ris van Dordrecht over te plaatsen naar den centralen dienst De heer Fruytier, daarmee blijkbaar niet tevreden, heeft, naar wü vernemen, buiten den directeur-generaal om verder gewerkt en toen de Tweede Kamer een sup- pletolren post van f 8000, buiten de formatie om, op de arbeidsbegrooting bad aangenomen, kon de heer Fruy tier, met minister Verschuur verder werken aan de ver wezenlijking van zijn plan: plaatsing in den Haag. Dat een zeer verdienstelijk en algemeen geacht ambte naar als ir. Huygens daarvoor tegen zijn zin naar Maastricht moet worden overgeplaatst, heeft veel ont stemming gewekt. De Vereeniging van hooger technisch personeel bij de arbeidinspectie heeft dan ook, zoodra zij van de voor genomen overplaatsingen kennis kreeg, d.d. 30 December een adres aan minister Verschuur gezonden, waarin er op gewezen wordt, dat de overplaatsing van den heer Huygens zeer tegen den zin van dien hoofdinspecteur is. Bovendien bestaan er geen redenen voor; noch in het vervullen van zijn taak ls hij tekort geschoten, noch eischte het dienstverband die overplaatsing. Er moeten dus andere redenen gegolden hebben. Aan den heer Fruytier, die uit eigen belang tijdelijk de arbeidsinspec tie had verlaten, had een standplaats moeten worden aangewezen na overleg met zijn ambtgenooten. De overplaatsing van thans is voor de eene partij als een hatelijke verdringing te beschouwen en bovendien niet in het belang van den dienst De zekerheid omtrent het behoud van de standplaats is voor de inspecteurs geheel ...verloren. Het adres besluit met het dringend verzoek om ir. Huygens niet tegen zijn zin en anders dan in het belang van den dienst uit Den Haag over te plaatsen. Welke overplaatsing intusschen geschied is. (Uitvoering Land- en Tuinbouwongevallenwet 1922.) Utrecht. 7 Januari 1930. Heden werd alhier in Hotel ,.1'Europe" de Algemeene Vergadering gehouden van de Bedrijfsvereeniging „Nationale Boeren Onderlinge". Voorzitter de heer T. van Delden te Terwolde; Direc teur de heer H. Zeeman te Alkmaar. Het Jaarverslag gaf aan, dat gedurende het boekjaar 1 Mei 192830 April 1929 bij de leden 1515 gevallen waren voorgekomen, welke als ongeval of bedrijfsziekte werden aangegeven, waarvan 1496 als zoodanig werden erkend, ZIJN MISDAAD. (Lastige Kölner Zeltung.) li stal een pak van uw vriend? Bekend U. at u mis-deed? Ja, want dc jas is te wijd en de broek is te kort. terwijl 19 gevallen werden afgewezen. Van de getroffenen waren 1389 binnen een tijdvak van zes weken hersteld. Onder de overigen kwamen 4 gevallen voor met doode- lijken afloop. De 105 getroffenen, welke met zes weken niet her steld waren, werden in het genot gesteld van een voor- loopige of blijvende rente, al naar den aard van het door hen bekomen letsel. In het aantal leden, 7029., en totaal verzekerd loon bedrag f 13.756.794.25, kwam gedurende de laatste jaren weinig verandering. De Balans sluit in activa en passiva met een bedrag van t 425.275.82. Het hierin opgenomen effectenbezit is inmiddels gestegen tot f 303.255.60, terwijl het bedrag der bijzondere, onverplichte reserves steeg tot f 95.864.60. De door de leden ten behoeve der Hoofdvereeniglng op te brengen premie, behoefde, niettegenstaande het geleidelijk zwaarder worden der opgelegde lasten, niet verhoogd te worden. De kosten der Afdeelingen vertoon den over het algemeen een geringe stijging, welke moet worden toegeschreven aan de meer algemeene aangifte van geringe letsels. De Algemeene Vergadering, welke was bezocht door afgevaardigden uit alle deelen van het land, besloot tot goedkeuring der overgelegde rekening en dechar geerde Bestuur en Directie voor het door hen gevoerde beheer. Van de punten welke verder behandeld werden, waren de belangrijkste: Uitbreiding van het Bestuur met twee leden, waar voor van werkgeverszijde werd aangewezen de heer C. Knigge te Wilnis. Herziening gevaren-cijfer Zuivelfabrieken. Verhooging der maximum uitkeering in zake verze kering Wettelijke Aansprakelijkheid der leden tot f 50.000. Besluit tot aangaan eener overeenkomst met de Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Ge neeskunst. Verder verleende de Algemeene Vergadering opdracht aan het Bestuur, bij invoering der Ziektewet, de admini stratie ten behoeve der bij de N.B.O. aangesloten leden, op haar kantoor te doen uitvoeren. Auto door een anderen wagen in de flank aangereden. De eerste een wiel afgerukt, de tweede tegen een boom ge vlogen en totaal vernield. Gisterenmiddag had op den Rijksweg te Wassenaar een ernstige botsing plaats tusschen twee uit de rich ting Den Haag komende auto's. Het voorste voertuig, welks bestuurder te kennen gaf naar links te willen wijken, werd in dc flank aangereden door een groo- ten luxe-wagen. Daarin waren gezeten de heer F. uit Amsterdam en zijn chauffeur. Een hevige botsing volgde, met het gevolg, dat van den aangereden auto een wiel werd afgerukt en dc luxe-wagen tegen een boom opbotste, waardoor hij nagenoeg geheel werd vernield. De heer F. werd uit dén auto geslingerdl en met zware verwondingen opgenomen. Per politic- brancard werd hij naar het academisch ziekenhuis te Leiden vervoerd. De chauffeur bekwam lichte ver wondingen. HIJ WIST HET NOG NIET. (En Rollg Half Timma) Dat is een aardige jas. Wat kost die Weet ik niet, ze hebben me nog niet gemaand. SCHIPBREUK VAN EEN ENGELSCH SCHIP. Het kleine Engelsche stoomschip Limpopo met 14 man aan boord heeft op 90 mijl ten Noorden van de baai van Luderitz schipbreuk geleden. Drie schipbreukelingen zijn uitgeput te Luderitz aangekomen, de anderen be vinden zich aan het strand bij het schip zonder drink water in groote moeilijkheden. Er is hulp heen gezonden De Limpopo was op weg van Schotland naar de Dela- goa-baai. Twee leden van de bemanningen zwommen, toen het schip op de rotsen zat, naar land en brachten met behulp van raketten een reddingsl(jn naar het wrak, waarmede alle opvarenden met uitzondering van den gezagvoerder, die weigerde het schip te verlaten, gered konden worden. Drie leden van de bemanning boden aan de woestijn tot aan de bocht van Luderitz door te marcheeren. Na een marsch van 5 dagen zonder eten of drinken arriveerden zij daar in volkomen uitgeputten toestand. Naar gemeld wordt, was het de eerste reis van de Limpopo. AUTOBUS IN EEN RIVIER GESTORT. In de buurt van Lerma op den straatweg van San tander naar Madrid is een autobus van een brug ge reden cn in de rivier terecht gekomen Ze3 personen werden bij dit ongeluk gedood en zes ernstig gewond. In de autobus zaten sportliefhebbers, die een voet balwedstrijd te Madrid wilden gaan bijwonen. EEN VREEMDE REIZIGER GEPAKT. Men meldt uit Berlijn aan de N.R.Ct.: Op het station Friedrichsstrasso te Berlijn werd Dins dagochtend een man gepakt, die tusschen de wielen van een boemeltrein de reis van Keulen naar de hoofdstad had gemaakt en 19 uur lang ln een weinig benijdenswaar dige positio had gezeten. De man. die zwart als een neger was, poogde ongemerkt het station te verlaten, wat hem echter niet lukte. Het bleek, dat hij eenigen tijd geleden de reis van Warschau naar Parijs op dezelfde wijze had gemaakt. BRAND IN EEN PETROLEUMRAFFINADERIJ. In de ruwe-olie-afdeeling van een petroleum-rafflna- derij te Oderfurt is een brand uitgebroken, waardoor 5 gebouwen in de asch werden gelegd. De brand is om 8 uur begonnen cn duurde om 11 nog onverminderd voort De ruwe olie in de ondergrondscho reservoirs be gon te branden en verwekte een geweldige vlammenzee Er kwamen verscheidene ontploffingen voor. Twee arbeiders zijn ernstig gewond uit de gebouwen gehaald. Naar verluidt wordt één arbeider vermist. Al het brandweermateriaal uit den omtrek ls aanwezig. DE ZEEBEVINGEN BIJ NEWFOUNDLAND. Het schip, dat de onlangs bij een zeebeving vernielde intercontinentale telegraafkabels heeft hersteld, is te ruggekeerd en heeft gerapporteerd, dat het op den bo dem van den oceaan sporen van vulcanische Üat tingen heeft vastgesteld. PAARDENVLEESCH TE MOSKOU. Voor de eerste maal sinds het bestaan van de Sowjet-Unic is te Moskou op oen der pleinen een staatswinkel voor paardenvleesch geopend. Het vleesch is zonder levensmiddelenkaart verkrijgbaar. (Uit het Russisch.) Het schip had vijf zeeën doorkruist en kwam naar Batum om naphta te laden. Twee dagen, nadat Odcs- sn gepasseerd was. voer men langs de kust cn van de boot zag men in de verte de blanke hotels, villa's cn strandpnleizen opdoemen in een weelde van palmen. Het schip heette „Cosla". Het was een Gricksche boot en gepacht door een Franschc maatschappij. De bemanning bestond uit Grieken, twee Turken, tweo Roemenen en één Rus: de matroos Strachow, die vijftien jaar geleden van een oorlogsschip in Algiers was gedeserteerd. Het schip wierp tegen den avond zijn anker uit, bij Batum toen reeds de lichten geheimzinnig opflik kerden. De matrozen schoren zich met groote haast, verkleedden zich snel cn haasten zich aan land. Langs het strand zeulden drommen menschen door 't zand, in cafés rinkelden de domino-stecnen. Vrou wen cirkelden rond. De matrozen met slappe hoedjes op, drongen zich in de menigte: vrouwen-oogen glansden ingehouden, maar veeïbeteokenend, zooals altijd in havensteden; het was de drukke fleurigheid na de zee, den arbeid, de ongedeelde eenzaamheid. Strachow had ook spoedig een meisje aan den haak geslagen. Het was een mager eenvoudig kind, niet opgemaakt cn nog heel jong. Een zijden shawltje droeg ze om de schouders, zij loesschte «enigszins, wat haar juist eenige attractie gaf. Het meisje ging met hem mee door de straten van Bntum, zij toonde hem de eigenaardige, donkere stegen, vóór hem uit gaande, terwijl hij volgde in zijn Europeesche kleeren met den vilten hoed. dien hij scheef droeg, bijna als een matrozenmuts. Eindelijk, van het drentelen en slenteren moe, zetten zij zich op een bank neer. liet meisje nam haar begeleider van terzijde op. Hij was niet jong meer. witte haren schemerden door zijn snor: een gemilimeterde schedel toonde een somber voorhoofd; in zijn ooren droeg hij zilveren ringetjes. Hij had haar vader kunnen zijn. „Iloe warm is het nog", zei ze cn knoopte haar blouse wat losser. „Vindt je?" vroeg hij. terwijl hij aan zijn snor pluk te. „Hoe heet je eigenlijk?" „Mery". Strachow zweeg een oogenblik, had het druk met zijn knevel cn zei toen: „Zie je. Maschazoo gaat 't nuik was sedert vijftien jaren niet in Rusland. Nu ben ik eindelijk te rug. Jij was toen nauwelijks acht jaar oud. niet veel meer. Hoe oud ben je?" „Twintig jaar", zei ze. „Nu, zie je wel? Vijf jaar, niet ouder was je toen en misschien heb je wel met mijn dochtertje ge speeld. Ik had een dochter in Rusland, in de stad Oraniënbooni. Kcn'jc die? En nu ben ik weer in Rus landhet is wonderlijk." Strachow schoof wat dichter naar haar toe en streelde den zoom van haar zijden hoofddoek. Toen ze liefjes wilde antwoorden, zei hij: „Laat maardaarvoor ben ik niet hier gekomen. Vijftien jaar was ik op zee, op alle oceanen; ik ben nu voro 't eerst terug in Rusland. Mascha. In Ame rika ben ik geweest, in Australië, op het eiland Cuba en in Rusland was ik in geen vijftien jaren. En toen we naar Rusland koers zetten, heb ik mezelf gedacht: hoe oud is nu wel mijn dochter en waar is zij. mijn dochter? Ik rekende uit en het kwam uit, dat zij twin tig moest zijn. En toen dacht ik: „Zou je nu zonder cadeautje hij je dochter kunnen aankomen; parfum zal ze hebben cn ook een zijden doek, dien ik in Marseillc kocht." Hij haalde uit zijn zak een flcschje en een groen zijden doekje. Het meisje loerde van terzijde naar de beide dingen, haar handen bleven onbewegelijk op ie knieënn. Strachow streelde haar over het haar met zijn mas sieve hand. „Neem jij die cadeautjes maar", zei hij, „misschien heb jij mot mijn dochter wel gespeeld..." Maar het meisje zat aldoor maar onbewegelijk en Strachow lei dc geschenken neer in haar schoot. „Maclia", zei hij, ,één ding moet je mij beloven.... ons schip vaart na drie dagen weg. Laat je niet in met andoren deze drie dagen.... wees mijn dochtertje. Het meisje zat z.wijgcnd naast hem en hield in haar hand.... een flcschje parfum en een zijden doek. Toen stapten ze op en liepen opnieuw wat door de don kere straten van Batum. Over de zee flikkerde het licht der vuurtorens. Die hitte lag broeiend, neerdruk kend over dc stad. De mpnsrhenmenigtc in do straat golfde steeds nog voort. Op den hoek van een straat bleven ze staan. „Mascha. dit moet je mij beloven", zei Strachow. Hij keek haar diep in de glanzende oogen en liet kwam hem voor, alsof hij in de oogen zijner dochter had gekeken. Een minuut later was zij in de men- schenmassa verdwenen. Den volgenden morgen waren de matrozen in hun vuile kleeren aan den arbeid. Zij pompten naptha in het schip, waarvan dc waterlinie steeds hooger steeg. Den derden avond was het schip geloden en voer heen naar Constanza, Konstantinopel. Brindisi en Marseille. Niemand ging met Strachow mee. Een vrouwsper soon stond aan de kade en wuifde met den doek en Strachow keek meermalen op van het werk en wenk te terug naar.... het meisje, dat hij als een dochtertje had aehtegelatcn. GEEN VERMOGEN DES ONDERSCHEIDS, (Passing Show.) Mija man is zeer trotsch op Jeze tinnen kan. Werkvrouw: Mijn man houdt er ook van hij haalt ze steeds bij 't dozijn in het waren huis.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1930 | | pagina 7