Liefde is blind
Staatsloterij.
Tweede Blad.
DE LEIDSCHE HOUT.
Donderdag 9 Januari 1930.
73ste Jaargang. No. 8592
Bezoek van de raadsleden aan de L. H.
Hel plan om aan de uitbreidende
stad Leiden haar oude bekoorlijk
heden terug te geven.
Vat de Alkmaarsche Hout is voor Alkmaar, dat
zal oens de Lcidsche Hout zijn voor Leiden. In het
oog van ons, Noordelingen en bewoners van het platte
en vlakke land een benijdenswaardig bezit voor een
plaats, ook al zal nooit ontkend kunnen worden dat
een tocht door het lage polderland z'n grootc beko
ring even goed heeft.
Leiden dan krijgt een Hout! Een ieder, die Leidpn
kent, weet dat deze historische stad een opvallend
eigen cachet draagt. Van die echte middeleeuwsche
stadsgezichten, die nog heden ten dage bewaard zijn
gebleven en als burgemeester Van der Wcrff, bekend
uit het beleg van Leiden, nog eens zijn oude veste
zou kunnen komen bezoeken, zou hij zich misschien
niet eens vreemdeling voelen, zoo weinig is het ken
merkende van de stad in den loop der eeuwen aan
getast.
Het is te hopen, dat de toekomstige stadsbestuur
ders zullen begrijpen, dat dit karaktervaste, dit bij
zondere van Leiden groote waarde heeft en dat steeds
bij alle maatregelen, welke voor de stadsuitbreiding
moeten worden genomen, voorkomen dient te wor
den, dat dit karakter verloren zou gaan. Want zou
men het sterk aantasten, bijv. door demping van
grachten, door ingrijpende doorbraken in de oude
stadskern, dan vernielt men het grondplan van deze
oude vesting, een plan, dat nog voor het tegenwoor
dige geslacht kan dienen als een prachtig voorbeeld
van stedebouw in zeer moeilijk* terrein; een plan
waarbij op geniale wijze gebruik is gemaakt van ons
lage polderland, met de zich daarin bevindende wa
terwegen.
Helaas hebben latere geslachten de prachtig door
dachte waterwegen in Leiden niet altijd begrepen;
hebben zij veranderingen aangebracht, welke tot ge
volg hebben, dat op vele plaatsen de doorstrooming
en waterverversching niet meer behoorlijk function-
neert Dat is erg jammer, want nu maakt de stad hier
en daar wel eens den indruk van onreinheid. Vermoe
delijk zou burgemeester van der Werff zich bij zijn
verondersteld bezoek aan dezen indruk ten aanzien
van de grachten niet kunnen onttrekken, al zou hij
waarschijnlijk over het onderhoud van straten groo
te verbetering bij zijn tijd moeten erkennen. Wat
hem echter wel het allermeest zou treffen, is het
enonme verkeer van tegenwoordig. In dit opzicht moet
FEUILLETON
door EL1NOR GLYN.
18.
Zouden de bedienden er erg in hebben gehad, dat er
heelemaal niet uit Londen opgebeld was over haar va
der? Zouden ze dat tegen de politie zeggen? Hij had
verkeerd gedaan, haar te raden weg te gaan. Ze had
moeten blijven, om haar rol ten einde toe te spelen.
Maar niemand zou haar kunnen verdenken. Hij had
het pistool opgeraakt, een nieuwe, automatische Colt,
en het ver de struiken in geslingerd. Als het gevonden
werd. moesten ze maar uitzoeken, aan wie het toebe
hoorde, en wie wist nu, dat Vanessa er een had?
En alles was gebeurd uit liefde voor hem! Ze had hem
lief. Door al zijn ellende heen was deze gedachte hem
toch een zalige opwinding.
Toen de dokters te kennen hadden gegeven, dat de
wond niet doodelijk was, kwam Hubert Ralph Dan-
gerfield tegen, die hem naar een sofa in de verlaten sa
lon meetroonde.
„Hubert, waar la Vanessa? Het is zoo vreemd, dat ze
hier niet is?"
Nog nooit van hun leven hadden ze elkaar iets voor
gelogen en nu kon Hubert Ralph niet in de oogen
zien hij wendde zijn ontsteld gelaat af.
,.'t Is allemaal mijn schuld. Ralph. ik ben voor dit alles
te laken je moet ons helpen in dezen vreeselijken tijd,
Vanessa is naar Londen naar haar vader."
„M'n God. Hubert wil je me wijsmaken, dat je ge
looft. dat Vanessa dat schot loste?" Ralph stond verstijfd
van schrik. „Dat ls onmogelijk je kent haar niet, Hu
bert. Ze is het edelste schepseltje, dat je maar beden
ken kunt, en tot zooiets niet in staat niets ter wereld
zal me dat ooit kunnen doen gelooven."
Hubert wrong zijn handen, geheel gebroken.
„Ralph, ik zeg het je nog eens 't is mijn schuld.
Ik maakte haar wanhopig jaloersch."
„Alles goed en wel maar hoe kom Je er toe, haar
te verdenken welke reden heb je daarvoor?"
Een oogenblik zat Ralph als verslagen, maar eensklaps
herleefde, diep binnen in hem, ondanks alle bewijzen
tegen haar, zijn geloof in Vanessa.
het verschil met vier eeuwen geleden ondenkbaar
groot zijn.
Wat moet het in de 16e eeuw in deze stad heerlijk
rustig geweest zijn langs de mooie grachten, langs de
tingwallen, en hoe goed kunnen wij ons nu voor-
ilen. dat de bewoner van toen de Breestraat inder-
ad als een breede straat hebben gevoeld. En nu!
Hot verkeer in Leiden, door Leiden en van en naar
Leiden is ontstellend. De oude stille grachten en sin
gels zijn autowegen, de landelijke wegen naar bui
ten snel verkeerswegen. De rustige wandelwegen van
vroeger zijn er niet meer. Overal bedreigen U de mod-
derspattende en stofopwerpende vehikels.
De oude Leidenaar, die zijn stad liefheeft, en haar
dus niet wenscht te verlaten, trekt naar den buiten
kant, waar die bezwaren minder gelden en waar hij
voor het gemis van singels en begroeide grachten
vergoeding vindt door ruim uitzicht en het genot van
een tuin. Anderen verlaten de stad en gaan zich ves
tigen in hooger gelegen gemeenten. Wat zeer jam
mer is, omdat zij daardoor niets bijdragen tot de op
lossing van het vraagstuk. Te meer geldt dit voor hen,
die. in Leiden hun geld verdienen en van wie dus re
delijkerwijs zou mogen worden verwacht, dat zij in de
eerste plaats zouden meewerken om de stad vooruit
te brengen.
Weggaan is zeker een gemakkelijke wijze om het
voor zich zelf beter te zoeken. In de stad blijven en
aan verbetering meewerken zal veelal grootere be
vrediging schenken en staat zeker op hooger plan.
In dit licht bekijke men het iniatief van ecnige goe
de Leidenaars om Den Leidschen Hout te stichten.
Hier gaat het niet alleen om een wandelbosch. Wij
moeten deze prachtige daad beschouwen als een eer
ste poging om aan de burgerij weer rustige wandel-
gelegenheid terug te geven, te zorgen, dat aan de
uitbreidende stad haar oude bekoorlijkheid worde
teruggeven, zoodat de Leidenaar van straks nergens
liever zal wonen dan in zijn eigen stad. In deze ge
dachte ligt eien groot algemeen belang opgesloten, een
stadsbelang, dat ook door het stadsbestuur als zoo
danig wordt gevoeld. De gemeenteraad heeft dit ge
toond, door aan het Fonds voor aanleg en onderhoud
van Wandelparken, de benoodigde gronden af te
staan en door mede te werken aan de vaststelling der
„Ze moet Je niet hebben begrepen, Hubert niets zal
me ooit doen gelooven, dat zij het deed."
„En of ze het deed of niet," Hubert's stem klonk
hartstochtelijk, „ik heb haar lief, ik aanbid haar
en ik wil m'n heele leven er aan wijden, haar te doen
vergeten en vergeven, te maken, dat ze me weer lief
krijgt"
Juist op dat oogenblik kwam de statige Podder ver
tellen, dat de boschwachter den moordenaar had gevon
den, een krankzinnige, die van plan was geweest, niet de
Duchess, maar de Countess zelf te dooden!
Mr. Podder vond, dat het heelemaal niet te pas kwam
om al was je dan een ordinaire moordenaar, een schoo-
ne, jonge Countess, neer te schieten op den avond van
haar eigen bal.
Maar voor die twee mannen, voor wie die eene vrouw
meer beteekende dan aard en hemel samen, bevatte zijne
mededeeling enkel reden tot verheuging.
En toen Hubert zich herinnerde, hoe hij tot Vanessa
had gesproken, voelde hij zich diep vernederd en be
schaamd.
HOOFDSTUK XIX.
Ongeveer twee uur 's morgens bereikte Vanessa haar
huis in Hampstead. Haar vader was vast in slaap, even
als de bedienden, en het duurde wel een minuut of tien,
voor de chauffeur gehoor kreeg.
Eindelijk kwam Mr. Levy gehuld in een zwaar zijden
kamerjapon vlug de trap af. Hij was erg ongerust en
toen hij het gelaat van zijn dochter zag, werd het zijne
aschgrauw. Maar ook nu weer won zijne voorzichtigheid
het van zijn angst Hij trok haar de zitkamer rechts van
de hall binnen en deed de deur goed dicht eer hij tot
haar sprak.
„Om Gods wil, kind, wat is er gebeurd?"
Vanessa was op een stoel neergevallen en staarde met
haar melancholieke oogen. waar alle leven uit gewe
ken scheen, recht voor zich uit Haar gelaat was lijk
bleek, haar houding intens lusteloos, een oneindig tra
gisch Iets scheen haar als het ware te omhullen.
Er kwam geen uitdrukking in haar oogen en haar
stem was absoluut toonloos, toen ze antwoordde.
„Lord Austel heeft me zijn huis uitgejaagd; hij zegt,
dat ik zijn naam en zijn huis onteerd heb."
Mr. Levy viel naast haar op een stoel neer.
„Vertel me oogenblikkelijk wat de oorzaak van dit
alles is. Wat heb je gedaan?"
Ze scheen de vraag niet te begrijpen ze sprak met
statuten, vvacrbij bepaald is, dat er een innig verband
zal best n tusschen dit particulieren fonds en de
gemeente. Verondersteld mag dus worden, dat het in
de bedoeling ligt, geleidelijk naar uitbreiding van
rustige wandelterreinen en wandelsingels te streven.
Met dit doel voor oogen, streve men naar een door
gaande rustige boschstrook, welke Leiden met War
mond verbindt, zoodat op den duur een Leidsche
Hout de verbinding vormt tusschen de sterk bebouw
de stadskern en het landelijke natuurschoon, een ver
binding tevens van Leiden met zijn beroemde water
sportgebieden; de Meren.
De eerste boom geplant door Mr. A. v. d. Sande—
Bakhuysen, Burgemeester van Leiden.
Den 22sten November jl. heeft burgemeester van de
Sande Bakhuizen van Leiden, den eersten boom ge
plant, bij welke plechtigheid met dankbaarheid ge
memoreerd werd den steun, welke vele Leidenaars
reeds hadden verleend en waarbij de hoop werd uit
gesproken, dat nog velen zich zouden gevoelen ver
dere medewerking te verleenen.
Sinds werden er op de gedeelten, die plantklaar
waren, reeds vele jonge boomen en heesters geplant.
Zoo'n jonge aanplanting lijkt dadelijk nog weinig op
een „Hout". Daarvoor is tijd noodig en groeikracht.
Beide zijn echter in voorraad. De grondsoort is goed
en de oude stad Leiden is nog jong en levenslustig.
Zij zit wel voor vele moeilijkheden, maar niemand
zal ontkennen, dat deze niet flink onder oogen wor
den gezien.
dezelfde stem zonder uitdrukking herhaalde dezelfde
woorden
„Lord Austel heeft me de deur uitgejaagd Papa
dus ben ik naar u toe gekomen
„Maar Vanessa m'n lieve meisje zeg dan toch
eens wat leg me dan toch eens uit
Kalm stond ze op
„Ik ben moe; ik ga maar naar mijn oude kamer."
Haar stem klonk zoo vreemd het was als sprak een
doode. Benjamin Levy werd er angstig van.
„Je moet wachten, tot die voor je klaar gemaakt ls,
m'n beste kind. Blijf even hier."
Mr. Levy wekte vlug de bedienden en gaf zijne bevelen;
toen kwam hij zelf met een glas champagne aandragen
en probeerde Vanessa dit te doen drinken, maar zij
weigerde.
„Ik heb geen dorst, Papa."
Wat hij ook zei. ze wilde het niet doen. Telkens, als
hij haar over wilde halen, antwoordde ze eenvoudig, aio
een klein kind, aldoor dezelfde woorden: „Ik heb geen
dorst, Papa."
Tfften kwam het meisje zeggen, dat de kamer klaar was
en Vanessa stond op. Haar vader, hevig ontsteld, onder
steunde haar bij het opgaan van de trap bracht haar
naar haar oude. roze kamer en toen ze zich voor de
deur omwendde en hem aankeek, moest hij de oogen
neerslaan voor den smeekenden wanhoop in haar blik.
.Papa, u hebt het misschien goed bedoeld mij met
Hubert te laten trouwen maar u hebt met twee zie
len gespeeld."
Ze stond daar In haar zilver-kanten Japon, de paarlen
in haar haar, haar mantel van saoelbont afzakkend van
haar schouders, en bq al hare ellende trof het haar va
der toch nog. hoe schoon ze was. als eene Koningin.
„O, m'n kind, m'n kind." Zijn stem trilde van aandoe
ning. „Vanessa, wat is er toch gebeurd? Wat kan ik
doen?"
„Laat me maar slapen Papa. Ik ben zoo moe alles
is nu toch te laat."
Hij trachtte er op aan te dringen, dat een van de
meiden haar helpen zou bij het ontkleeden, maar ook
dat weigerde ze met diezelfde ijzige kalmte en ten slotte
moest hq haar wel alleen laten. Toen hij de deur achter
zich dicht deed, hoorde hij haar den sleutel in het slot
omdraaien en in zijn angst riep hij nog eens weer:
„O. m'n kind dan toch!"
„Ik voel me heel goed. Papa laat me alleen maar
slapen." kwam haar onnatuurlijk effen stem weer.
Dus was er verder niets te doen, dan den ochtend a*
Treliklng van Dinsdag 7 Januari.
4e Klasse 2e Lijst.
No. 14125 t 1500.
Nos. 4121 en 14300 elk f 1000.
Nos. 11854 12053 15172 cn 16075 elk t 490.
Nos. 3019 6395 en 15269 elk f 200.
Nos. 8157 en 10867 elk f 100.
Prijzen van f 65.
62
93
99
135
152
191
221
231
266
267
356
353
384
403
435
482
490
529
583
606
628
636
675
CC6
700
726
784
965
988
1021
1060
10G6
1147
1164
1175
1180
1293
1314
1341
1343
1430
1452
1460
1516
1563
1724
1728
1753
1768
1842
1857
1888
1889
1954
1966
2006
2043
2127
2155
2165
2177
2131
2182
2187
2302
2346
2360
2424
2457
2461
2483
2518
2555
2580
2615
2667
2723
2767
2830
2933
2959
3002
3034
3106
3155
3175
3187
3219
3232
3262
3291
3315
3325
3429
3483
2628
3649
3684
3815
3865
3916
3969
3970
3985
4007
4065
4071
4160
4236
4365
4402
4403
4472
4583
4630
4635
4749
4813
4822
4847
4921
4989
5104
5113
5118
5189
5258
4308
5343
5355
5414
5432
5472
5627
5749
5758
5819
5821
5834
5843
5940
5955
5972
6008
6057
6066
6075
6079
6106
6192
6221
6246
6270
6337
6365
6373
6521
6542
6597
66S9
6709
6750
6777
6905
6962
6988
7034
7037
7057
7078
7094
7107
7124
7126
7185
7193
7262
7293
7319
7325
7391
7428
7434
7522
7529
7541
7551
7589
7618
7640
7657
7733
7739
7808
7816
7832
7869
7886
7928
7944
8015
8016
8048
8114
8119
8146
8171
8206
8261
8348
8418
8441
8478
8501
8529
8539
8549
8603
8632
8715
8717
8847
8876
8878
8911
8932
8950
8955
8969
9011
9123
9189
9300
9318
9415
9417
9434
9450
9500
9505
9523
9526
9579
9G37
9698
9730
9792
9809
9859
9871
9890
9908
9933
9945
10025 10093 10191
10278 10292 10394 10414 10436 10539 10578 10670
10760 10769 10774 10905 10969 30987 11168 11179
11386 11415 11439 11496 11508 11511 11548 11663
11710 11892 11932 11966 12046 12125 12178 12337
12340 12367 12379 12392 12415 12440 12451 12456
12474 12475 12497 12580 12689 12720 12768 12842
33019 13061 13113 13161 13193 13274 13293 13341
13399 13433 13616 13619 13627 13656 13737 13768
13953 13973 13978 14015 14024 14040 14060 14071
14092 14100 14156 IV' 74192 14196 14263 14287
14302 14502 14552 14' '605 14652 14716 14783
14838 14839 14S73 145 '4884 14889 14957 15001
15103 15126 15195 1525 15265 15536 15580 15627
15708 15804 15891 15901 15911 15952 16066 16131
16137 16138 16153 16157 16235 16355 16390 16413
16482 16494 16515 16631 16702 16855 16891 16924
17132 17143 17148 17173 17174 17205 17228 17231
17291 17299 1T301 17332 17346 17413 17417 17435
17457 17533 17555 17580 17720 17762 17811 17835
17914 17915 17950 18000 18015 18101 18209 18213
18236 18253 18265 18298 18370 18389 18508 18552
18679 18695 18701 18728 17756 18805 18S30 1SS33
18929 18987 19010 19016 19069 19119 19194 19216
19231 19397 19466 19468 19480 19555 19561 19573
19614 19617 19627 19657 19750 19764 19769 19794
19805 19815 19836 19894 19942 19972 20037 20046
20058 20060 20119 20142 20154 20184 20238 20246
20368 20391 20400 20465 20470 20476 20508 20534
20585 20619 20625 20642 20768 20820 20912
ONDER SCHOTTEN.
{Bulletin).
L
yfStK -^L'
Eerste SchotKun je me ook een rijks
daalder leenen
Tweede Schot: Leenen niet. Ik wil je hem
wel geven, als ik hem dan maar terug krijg.
te wachten, en Benjamin Levy trok zich in zijn eigen
kamer terug, om na te denken. Het werd al bijna dag
zou hij naar St. Austel telefoneeren?
Terwijl hij hier nog over zat te piekeren, onrustig en
opgewonden, werd hij intercommunaal opgebeld.
Hubert's stem, heesch van emotie klonk hem door de
telefoon tegen. „Was Vanessa daar?" Ja hij kwam
dadelijk.
Mr. Levy kreeg geen tijd, verder nog iets te antwoor
den de verbinding was al weer verbroken. Het eenige,
wat hem nu te doen stond, was afwachten wat er ge
beuren ging.
'Dus kleedde de bezorgde vader zich aan en toen tegen
vijven Hubert's auto in suizelende vaart voor kwam
rijden, wachtte hij hem al op in de huiskamer. Hubert
hielp zijn neef Ralph uit den wagen en ze belden aan.
Toen het kamermeisje hen met veel plichtplegingen
in de kamer had gelaten, begroette Benjamin Levy de
belde mannen koeltjes hij beschikte thans over al dc
kalme waardigheid, die zijne cliënten zoo goed van hem
kennen.
„Ik wil mijn vrouw spreken," zei Hubert. „Mr. Levy, er
heeft een vreeselijk misverstand plaats gehad."
„Lady St. Austel wil niet voor den ochtend worden
gestoord. Mij Lord zcudt u zoo goed willen wezen,
mij te zeggen, waar de moeilijkheid schuilt?"
Ralph Dar.gcfield sprak
„Het was alles een ontzettend, en afschuwelijk mis
verstand."
Vanessa's vader viel hem scherp ln de rede.
„Een misverstand, dat volledig zal dienen te worden
opgehelderd. Uit wat mijn dochter zeide, heb ik begrepen,
dat haar echtgenoot haar de deur gewezen heeft."
Hubert kwam nu tusschenbeide hij vertelde, dat hij
zijn vrouw ten onrechte had verdacht, daar toevallig du
bewijzen zoo sterk tegen haar spraken. Hij trachtte zich
zelf niet te verdedigen hooghartig stond hij daar,
vertelde zoo kort mogelijk de gehcele waarheid.
Toen hij uitgepraat was, stond Benjamin Levy op en
antwoordde met woede en minachting in zijn stem
„U verdacht mijne dochter dus van moord met voor
bedachte rade, My Lord, en wees haar de deur! Ik wei
ger u een onderhoud met haar dat is een beetje le
ver gegaan
„Ik wil haar spreken u hebt ons tot dit huwelijk
gedwongen maar ik heb haar lief en ze is mijne
vrouw."
Slot volgt