llitiitti Niins-
Aiierteitit- L
Raad
Barsingerhorn.
de geheeie wereld
UitgeversN.V. v.h. TRAPMAN Co., Schagen.
Eerste Blad.
Nederlandschs Middenstandsspaarbank
Woensdag 15 Januari 1930.
73ste Jaargang No. 8595
Dit blad verschijnt viermaal per week: Dinsdag, Woensdag, Donder
dag en Zaterdag. Bij inzending tot 's morgens 8 uur, worden Adver-
tentiën nog zooveel mogelijk in het eerstuitkomend nummer geplaatst.
POSTREKENING No. 23330. INT. TELEF. No. 20.
Prijs per 3 maanden fl.65. Losse nummers G cent. ADVERTEN.
TIcN van. 1 tot 5 regels f 1.10, iedere regel meer 20 cent (bewijsno,
inbegrepen). Grootere letters worden naar plaatsruimte berekend.
DIT NUMMElt BESTAAT UIT TWEE BLADEN.
Vergadering van den Raad op Dinsdag IA Januari
1930, des middags 2 uur.
Voorzitter de heer K. Breebaart Dz., burgemeester,
secretaris de heer Loggers.
Alle leden zijn aanwezig.
De Voorzitter opent deze eerste vergadering in 1930
met een woord van welkom en spreekt den wensch
uit dat dit jaar voor de gemeente en voor de raads
leden en liunne gezinnen een goed jaar moge zijn en
dat weer een prettige samenwerking zal bestaan.
.Wanneer bij de discussiën soms verschil van mecning
mocht bestaan, dan hoopt spr. dat toch eikaars mee
ning zal worden gerespecteerd.
Bij de vaststelling der notulen zegt de heer Engel,
niet begrepen, te hebben dat al eenigszins was vast
gesteld dat als de polder daartoe genegen was, de ba-
ven voor gezamenlijke rekening zou worden uitge
diept.
De Voorzitter zegt dat op dit verzoek van het pol
derbestuur bericht is ontvangen, dat niet aan een
wensch tot uitdiepen van de liaven zal worden vol
daan. Het zou, naar spr.'s meening ook nog de vraag
zijn of het Hoogheemraadschap zijn goedkeuring zou
geven aan uitdiepen, want het zal de losplaats wei
nig meer gebruiken.
De heer Burger schildert nog eens den moeilijken
toestand voor Kaper om voor zijn pakhuis te lossen.
De heer Kistcmaker wil zijn voorstellen in dezen
eerst nog eens in comité, na de openbare vergadering
bespreken. Goedgevonden.
De notulen worden vervolgens onder dankzegging
aan den secretaris goedgekeurd.
Ingekomen stukken.
a. Besluit van Gcd. Staten van Noordholland van
30 Dcc. 1929, No. 101, houdende verdaging der beslis
sing ten aanzien clcr gemeentebegrooting 1930 en het
verleenen van de in het 2e lid van art. 211 der Ge
meentewet bedoelde machtiging.
b. Schrijven van B. en W. van Alkmaar van 6 Dec.
1929, 2c Afd., No. 352,11 K, houdende toezending van
de begrooting van den keuringsdienst voor waren,
dienst, 1930.
c. Proces-verhaal van opneming van boeken en
kas van den gemeente-ontvanger op 18 December
1929.
In kas was en moest zijn f831.4SV£0
d. Provinciaal Blad No. 118 van 1929, houdende
herziening van de regeling der jaarwedden van Bur
gemeesters, Secretarissen en Ontvangers der gemeen
ten in Noordholland.
e. Besluit van Ged. Staten van Noordholland van
30 Dec. 1929, No. 164, houdende vaststelling van de
gemeenterekening 1927. B. en W stellen voor de
onder a tot én met e genoemde stukken voor ken
nisgeving aan te nemen.
Aldus wordt besloten, evenals het bericht van
goedkeuring door Ged. Staten van de wijziging in
een geldleeningsbesluit.
Geen toeslag op de werkloozenuitkeerin-
gen. Een politiek debat.
f. Schrijven van de Afd. Kolhorn van den Cen-
tralen Bond van Transportarbeiders d.d. 10 Dec. 1929,
houdende verzoek, op de werkloozenuitkeeringen
van den Bond een toeslag te willen verleenen uit de
gemeentekas.
B. en W. konden niet tot overeenstemming komen.
De Voorzitter is tegenstander van het verleenen van
toeslag. Indien de steun te laag is wegens ontoerei
kendheid der kassen, dan dient het Rijk bij te sprin
gen en de kosten gedeeltelijk Ie verhalen op de ge
meenten, door de gemeentesubsidie in de werkloozen-
kassen te verhoogen.
De heer Smit wensebt wel toeslag te verleenen,
doch bij liet bepalen van het bedrag rekening te hou
den met de inkomsten der betrokkenen in 1929.
De navolgende regeling wordt door den heer Smit
voorgesteld:
1. Bij een inkomen in 1929 van meer dan f 1100
geen toeslag;
2. Bij een inkomen in 1929 van fSOl t.m. f 1100:
gehilwden cn ongehuwde kostwinners f 0.40 per dag
uitkeering.
3. Bij een inkomen van f800 of minder: a. gehuw
den en ongehuwde kostwinners f0.50 per dag uit
keering; b. ongehuwden f0.35 per dag uitkeering.
4. Geen toeslag aan ongehuwden.
De heer Engel wenscht toeslag als een maatschap
pelijk recht te zien beschouwd. De gemeente moet
bijspringen omdat het instituut der werkloosheids
verzekering nog niet krachtig genoeg ontwikkeld is,
om dien steun te verleenen, waarop de arbeiders
aanspraak kunnen maken.
Z.i. moet de navolgende regeling worden getroffen:
Ieder werkloos arbeider f 0.60 per dag uitkeering
plus f 0.25 kindertoeslag per dag cn per kind bene
den 16 jaren.
De heer Engel zegt, dat zijn standpunt van alge-
nieene bekendheid is, en in verband met eerder ge
nomen besluiten, had spr. niet gedacht als eenling
zijn voorstel te moeten verdedigen. Spr.'s standpunt
is dat zijn voorstel èn voor de arbeiders èn voor de
gemeenschap aanbeveling verdient. Spr. is voorstan
der van verzekering en waar de uitkeeringen voor
landarbeiders f8 40 per week, voor transportarbei
ders f 10.50 per week, onvoldoende zijn, dient de ge
meenschap, in dit geval de gemeente, te helpen. Ook
de ambtenaren worden niet door de gemeente op
straat gezet, maar wordt een wachtgeldregeling enz.
getroffen. Wel zal het voorstel van spr. aan de ge
meente oen finantieel offer vragen, maar dat is voor
spr. geen bezwaar. Door den heer Smit werd wel
geoordeeld, dat door het geven van den toeslag de
eene groep bevoordeeld werd boven een andere,
maar dut is met alles zoo, dat is ook zoo als het sa
laris van een ambtenaar wordt verhoogd. Spr. is
voor het geven van een kindertoeslag, omdat de kin
deraftrek bij de gemeentelijke inkomstenbelasting
te laag is, nl. f25.
De heer Smit, heeft niet. het voorstel van den Voor
zitter willen steunen, om geen toeslag te geven, maar
lettende op de extra verdiensten bij de Zuiderzee
werken, en op den slechten toestand van den boeren
stand en dus op het feit, dat menschen die in een
slechtere conditie verkeerden, mee moeten betalen
aan den gevraagden toeslag, is spr. met de hierboven
genoemde regeling gekomen. Spr. rescpecteert dat de
menschen zich verzekeren tegen werkloosheid, maar
er is nog een manier om zich tegen werkloosheid te
verzekeren, nl. door vast werk te zoeken. De vaste
arbeiders toch verzekeren zich door meer en langer
te werken tegen werkloosheid En spr. zal, hoewel
hij het dit jaar zal nalaten, met schromen, om als
doorgegaan wordt met het geven van toeslag op uit
keeringen uit de werkloozenkas, voor te stellen een
vaste toeslag te geven aan vaste arbeiders.
De Voorzitter zegt, dat de praktijk hem tot zijn
voorstel heeft gebracht. Ook spr. stelt het op prijs,
dat de menschen zich verzekeren, maar als de uit
keering onvoldoende is, dient de contributie te wor
den verhoogd en het rijk de uitkeering te verhoogen,
waarna de gemeente ook een hoogere bijdrage in die
uitkeering kan betalen. Spr. acht het geen regeling
dat de eene gemeente zus doet, de andere gemeente
zóó, het is een rijkszaak.
De heer Kistemaker zegt, dat hij een paar jaar ge
leden reeds hetzelfde heeft voorgesteld als de Voor
zitter nu doet, maai toen alleen is blijven staan. Spr.
beschouwt de werkloosheidsverzekering en de steun
door de gemeente als tweedeelig. Als de verzekering
sen van de gemeente in een hoogere klasse bepleit.
Wel zijn dit 2 afzonderlijke dingen, maar tenslotte
raken ze beiden de gemeentefin ancien. Maar spr. wil,
als iets noodig is, het finantieel bezwaar ook niet la
ten gelden.
De Voorzitter ziet in het geven van toeslag ook
bedeeling en het doet licm genoegen dat de heer En
gel het met hem eens is dat de toestand moet wor
den zooals spr. die wenscht.
De heer Blaauboer zegt er nog altijd trots op te
zijn lid van den Vrijheidsbond te zijn en zoolang
zijn kop op zijn romp blijft, zal hij dat ook wel blij
ven. Spr. wijst op de Landbouwonderlinge, een vrije
verzekering cn het gros der kopstukken van die in
stelling behooren tot den Vrijheidsbond. Spr. zou het
treurig vinden, als riienschen die hulp behoeven, aan
hun lot werden overgelaten, maar de heer Engel ziet
in zijn propaganda over het hoofd dat er zijn die
in den loop van het jaar heel wat hebben verdiend.
En dat die menschen dan nog een toeslag in den win
ter ontvangen, dat grieft den menschen.
De heer Kistemaker wijst er op dat de dwang van
een heel anderen kant komt. De wijze van verzekering
heeft spr.'s sympathie niet en ook niet van veel
anderen en daarom moet de gemeente voorzichtig
wezen met steun te geven. Spr. denkt zich een ver
zekering, waarhij de premie door arbeider, rijk, ge
meente en werkgever wordt opgebracht en welke
premie blijft staan voor den betrokken arbeider, in
dien rij een jaar niet zonder werk is. Die premie
zou dan volgend jaar verdubbeld zijn. De menschen
willen juist het geld dat ze geven, behouden, en
niet dat het voor andere dingen wordt gebruikt.
De heer Smit zegt de menschen niet te willen dwin-
moest wel ten deel vallen aan een product
als ASPIRIN, i
ten, rheumatiek,
als ASPIRIN, dat bij alle verkoudheidsziek-
noofa- en kiespijn, griep,
zenuwpijn enz, een zoo zekeren en genees-
krachtigen invloed uitoefent, zonder schadelijke
bijwerking.
Het is daarom geen wonder, dat thans de
roem van Aspirin tot in de meest afgelegen
landen is doorgedrongen.
niet voldoende is om den verzekerden 'n voldoende
uitkeering te waarborgen, dient die verzekering ver
anderd te worden cn kan de gemeente daarbij meer
steun verleenen. Maar om toeslag te geven, in den
vorm van bedeeling, daar is spr. tegen. Spr. vindt
verzekering goed, maar vindt het niet goed dat de
propaganda er achter zit, we leven in een vrij land.
We hebben goede arbeiders, die niet verzekerd zijn
en die bij bet geven van den gevraagden toeslag,
achtergesteld worden bij verzekerden. Spr. vindt een
toeslag vernederend, het verpest de heele wereld.
De heer Burger had gedacht dat het verleenen van
toeslag stilzwijgend zoj worden voortgezet en dat de
Voorzitter dat al meer had voorgegeven. Wat het
door den heer Smit gesprokene betreft, de menschen
bij de Zuiderzeewerken zijn van Kerstmis tot April
buiten werk gesteld, de transportarbeiders zijn be
gin November uit den dienst ontslagen. Ook de vaste
arbeiders, die tot de organisatie zijn toegetreden,
hebben door die organisatie lotsverbetering gekre
gen.
De heer Smit zegt, niet precies te weten welke loo-
nen in het baggerbedrijf zijn gemaakt, wel dat er een
goed jaar is gemaakt. Blijven de inkomsten echter
beneden f 1100, welnu, dan wil spr. helpen. Het zal
een enkele vaste arbeider zijn, die zich bij de orga
nisatie zal hebben aangesloten.
De heer Enge! heeft zich verwonderd over het feit,
dat de heer Smit de menschen aanmaant vast werk
te zoeken. Als het werkloosheidsvraagstuk zoo ge
makkelijk was op te lossen, is het jammer dat de
heer Smit wethouder van Barsingerhorn is, dan
moest hij Minister van Arbeid wozon.
De heer Smit: Het was te wcnschen.
De heer Engel vervolgt, dat de werkloosheid het
gevolg is van de maatschappelijke verhouding en
spr. begrijpt niet dat de heer Smit, die in den land
bouw is groot gebracht, niet weet dat juist de land
bouw een bedrijf is waar men 's zomers werkvolk
noodig heeft en des winters kan missen.
Het is een gemeentebelang dat de stabiliteit dier
menschen zoo hoog mogelijk wordt opgedreven.
Wat de stelling van den Voorzitter betreft, spr.
hoopt, dat in de toekomst dat standpunt zal worden
ingenomen, maar zoover zijn we nog niet.
Dat de heer Kistemaker niet wil weten van dwang
tot verzekering, spr. meent dat er dan geen ziekte
verzekering, geen waterleiding, enz. zou wezen. Als
wij iets als een algemeen belang achten, clan dienen
de menschen daartoe wel gedwongen te worden. Spr.
weet wel dat dit geen standpunt is dat door den
Vrijheidsbond wordt ingenomen, maar aanstonds
komt een ander adres aan de orde en dan zal men wel
dwang bepleiten. In het onderhavige geval is het bo
vendien geen wettelijke dwang, maar moreele dwang.
In zijn verder betoog merkt spr. op, dat als ieder
een zoo zuinig zou leven, de maatschappij er wel
licht cf)k niet mee gediend was, er zijn bedrijven die
op de volkswelvaart zijn gebaseerd. Spr. wil, zonder
onderscheid van personen, meer een systeem steunen.
Dat nu gewezen wordt op den slechten toestand van
den boerenstand, enkele weken terug werd het plaat
gen vast werk te zoeken, maar spr. heeft gezegd dat
als het zoo doorgaat, dat dan ook de vaste arbeiders
toeslag dienen te hebben. Spr. wijst op het gebrek
aan vaste arbeiders, hoe in een week 70 a S0 adver
tonties om .werkvolk in de Schager Courant stonden.
Spr. respecteert dat men zich verzekert, maar dan
moet men consequent zijn, cn ook de vaste arbeiders
toeslag toekennen.
De heer Engel erkent het goede werk door de op
richting van de Landbouwondcrlinggc, maar wijst er
op dat het aantal dat geholpen werd miniem was. Dat
verbeterde pas toen de dwang van den Staat kwam,
ook hier dus de door den heer Blaauboer gesmade
maar door ons noodzakelijk geoordeelde dwang. Wat
door den heer Kistemaker als bezwaar is genoemd,
komt bij iedere verzekering voor. Een regeling als
deze wil zou een soort spaarkas wezen cn de premie
zou veel te hoog worden.
Ten slotte wordt tot stemming overgegaan, het
voorstel-Engel wordt verworpen, voor de hoeren Bur
ger cn Engel, het voorstel-Smit wordt met 4 tegen 3
stemmen verworpen, tegen de hoeren Kater, Blaau
boer, Kistemaker en Kooijman.
Het voorstel van den Voorzitter om aan de regee
ring mede te doelen dat de uitkeering verhoogd dient
te worden, in welk geval de gemeente meer wil bij
dragen, wordt met ajgemeene stemmen aangenomen.
De bravo-aardappelen dienen te verdwijnen.
Bevelanders worden beschikbaar gesteld.
g. Schrijven van de Zaaizaadtelersvereeniging „Waard
en Groet' te Kolhorn d.d. 6 Januari 1930, houdende ver
zoek een verbod te willen uitvaardigen tot het ver
bouwen van de voor wratziekte vatbare „Bravo"-aard-
appelen.
De Voorzitter wijst op het besluit van den raad v.«n
Winkel om een dusdanig verbod uit te vaardigen en
op het feit dat ingezetenen onzer gemeente wel tuintjes
in de gemeente Winkel hebben.
De heer Kistemaker licht nader het gevaar toe van de
maatregelen die door verschillende landen worden ge
troffen als er wratziekte in een bepaalde streek voor
komt.
Adressante zal dit voorjaar een proefveld aanleggen
met nieuwe onvatbare aardappelsoorten en intusschcn
zou de Bevelander aardappel in de plaats van de Bravo
dienen te worden verbouwd.
De Voorzitter is daar voor cn wil de Bevelanders
door de gemeente beschikbaar gesteld zien, tegen een
billijken prijs, tegen inruiling van Bravo-aardappelen.
De heer Kooijman vraagt of die Bravo's juist ingele
verd moeten worden, kunnen de menschen ze niet als
veevoeder verkoopen?
De heer Blaauboer acht inleveren gewenscht om meer
zekerheid te hebben. Spr. wijst op de keur die zal plaats
hebben en op beboeting.
De heer Engel is voor het voorstel, maar wil er toch
op wijzen, dat de heeren die straks tegen dwang en
het geven van toeslag waren, beiden nu propagceren,
want de voorgestelde regeling zal de gemeente geld
kosten. Spr. herinnert aan het spreekwoord, al is de
„Nu begonnen Dra gewonnen"
Stort hetgeen ge uit Uw inkomen over
kunt leggen op een boekje van de
Kantoor: SCHAGEN, AAarkt 88.
Directeur: Mr. J. A. E. BUISKOOL,
Agent te Anna Paulowna J. STINS, tel. No. 2,
Breezand.
leugen nog zoo snel, de waarheid achterhaalt haar wel,
en noemt het van de heeren een onwaarachtige bestrij
ding, want het gaat er maar om. welke zaak het betreft.
De heer Blaauboer wijst op de ramp voor de arbei
ders als de wratziekte mocht optreden en op het feit, dat
de heer Engel geen antwoord heeft gegeven op spr.'s
opmerking over de verdiensten van sommige verzeker
den.
De Voorzitter sluit evenwel de discussiën. Algemeen
wordt goedgevonden, een verbod tot verbouw van
Bravo-aardappelen uit te vaardigen, Bevelanders in de
plaats beschikbaar te stellen, de regeling door de Zaai-
zaadvereeniging te doen uitvoeren en de kosten voor
rekening der gemeente te nemen.
Het hoofd der school en zyn a.s. nieuwe
woning.
Door het Hoofd der school te Barsingerhorn was aan
B. en W. verzocht nog enkele wijzigingen te brengen in
het bestek van de nieuw te bouwen woning. B. cn W.
hadden daarop afwijzend beschikt, omdat de aanbe
steding reeds had plaats gehad en het hoofd der school
wendde zich nu per adres tot den raad om verschillen
de aan te brengen veranderingen te bepleiten. O.a. het
maken van een keldertje, een tochtdeur, het maken
van een tweede stookgelegenheid en een licht
punt in de W.C. In het schrijven werd ook vermeld, dat
hij zich niet met de eerste teekening had kunnen ver
eenigen cn de opzichter toen ccn houding had aange
nomen die niet nader zou worden gekwalificeerd. In de
vergadering van B. en W. had hij gevraagd om 'n tee
kening thuis te mogen ontvangen of een blauwdruk,
maar aan dat verzoek was geen gevolg gegeven. Ook
was door den burgemeester toezegging gedaan, dat een
tweede schoorsteen zou worden gemaakt.
Dit laatste wordt door den Voorzitter ontkend, een
schoorsteen vindt spr. voldoende, temeer daar het plan
bestaat centrale verwarming aan te leggen.
De heer Kooijman vindt het. beter deze kwestie in
comité te bespreken, maar de heer Smit oordeelt, dat
de heer Van der Kuijl zelf op openbare behandeling ge
steld schijnt te zijn. En aan de hand van de teekening
gaat spr. dan uitvoerig na, hoe volgens het eerste plan
de bouw zou worden, hoe op verzoek van het hoofd
der school het plan werd gewijzigd, en het gebouw door
aanbouw van keuken en bijkeuken nu leelijk zal worden,
hoe er een lange gang van 2 meter breedte door het
geheel huis zal komen, en wat spr. vergelijkt met een
gang bij een koeboer Wat de tweede stookgelegenheid
betreft, thans geeft de heer Van der Kuijl le3 in de
school en hoewel spr. daar geen bezwaar tegen heeft,
stuit het hem tegen de borst, dat dit gebeurt zonder er
B. en W. in te kennen. Het bezwaar van de lange gang,
ziet de heer Van der Kuijl nu zeker zelf in, vandaar
dat er nu een tochtdeur gemaakt dient te worden. Mede
werking wordt in het geheel niet verleend en spr. deelt
mede, dat toen met het oog op den verkoop van het te
sloopen huis, gegadigden het huis wilden zien, die
menschen niet werden toegelaten. De burgemeester vond
dat niet leuk, maar spr. meent, dat het een brutaliteit
was. Spr. zegt tenslotte dat de bouw van gemeentewege
dient te geschieden, volgens bestek en teekening, dat
het hoofd der school no. 1 zal wezen om het te betrek
ken, maar dat dit geen „moet" is; is de woning niet
naar zijn zin, dan gaat hij er maar niet in.
De heer Engel zegt dat hij reeds eerder er op heeft
gewezen, dat het huis niet aan alle eischen voldoet, geen
studeervertrek, een huis door 2 gezinnen bewoond. Spr.
wist toen al dat die beide gezinnen elkaar niet goed
verstonden en dat schijnt eer toe- dan afgenomen te zijn.
Dat er een lange gang komt, is de schuld van het hoofd
der schoof zelf en hij wil er nu een schutje inzetten.
Maar waar de samenwerking dus niet zeer groot is, wa
ren B. en W. niet genegen om op de- wenschen in te
gaan. Wat de bezichtiging van het huls betreft. B. en
W. hebben een fout gemaakt, door niet een bepaalden
dag voor de bezichtiging te bestemmen. Spr. had trou
wens het geval dat de heer Van der Kuijl de bezichti
ging wel wilde toestaan, maar spr. denkt dat deze alleen
geen baas is.
De heer Kistemaker geeft nog in overweging het aan
brengen van de gcwenschte veranderingen toe te staan
mits de heer Van der Kuijl deze kosten zelf betaalt,
maar de heer Engel acht dat niet de manier. Als do
gemeente de veranderingen goedkeurt, moet de gemeen
te het ook betalen.
Het schrijven van den heer Van der Kuijl wordt met
algemeene stemmen voor kennisgeving aangenomen
Benoemingen.
Als lid van het Algemeen Burgerlijk Armbestuur wordt
herbenoemd Mevr. G. GeertsemaDijkhuis, als lid van
het V/eezen-Armbcstuur Mevr. G. Vis—Jimmink; als lid
van de Commissie van Toezicht op het Lager Onderwijs
Mevr. J. Schenk—Sleutel.
Pensioensgrondslagen wordt nader vastgelegd: van P.
de Boer op f 2500.van D. Rempt op f 750; van Joh.
de Veer op f 1000; van Lingeman op f 1500; van J. Quax
te Zijdewind, die benoemd wordt tot slager aan de Ver
werkingsinrichting op f 1500.
Bertocmlng van onderwijzer.
Tot onderwijzer aan de O L. school te Kolhorn wordt
met 5 stemmen benoemd 'de heer C. J. Nonnekcs te
Schagen.