Schager Courant HET MYSTERIE VAN MARY. Vijfde Blad. Ingezonden Stukken. Binnenlandsch Nieuws. De moord te Voorburg. Geen samenvoeging van Wijdenes en Venteen? Hcog bezoek aan de A.V.R.0. Geen gemakkelijke taak. Een oplkhiingsgeschiedenis. Gemengd Nieuws. De papegaaienziekte. Werkloozenrelletjes in Duitschland. Zaterdag 18 Januari 1930 73ste Jaargang. No. 8597 Oudkarspel, Januari 1930. Mijnheer de Redacteur, Gaarne zou lk willen, dat U onderstaand even wou plaatsen. Bij voorbaat mijn dank. Het betreft het ingezonden stukje van den heer Koe- lemeij van St. Pancras, Met genoegen heb ik daaruit kennis genomen, dat de schuld niet bij hem lag, daar hij den heer Brussel vroegtijdig kennis ervan had ge geven, dus moet het aan iemand anders liggen. Een feit is het echter, dat het meer dan eens voorkomt, dat een scheidsrechter ontbreekt Als verslaggever zal ik steeds mijn best doen, om dit tegen te gaan, door erop te wijzen, wanneer hier iets dergelijks voorvalt en 11c hoop, dat elke correspondent het met mij zal doen. Wel iswaar is scheidsrechter zijn liefdeswerk, doch men laadt daardoor ook zekere verplichtingen op zich. Wie dan ook schuld heeft, of de voetbalbond of de scheids rechters, zaak is het om het zooveel mogelijk tegen te gaan, dat er een scheidsrechter niet aanwezig is. En wanneer men zooiets gaat bestrijden, dan loopt men de kans, dat een verkeerde er soms de dupe van wordt. De heer Koelemeij vraagt, waarom hem persoonlijk niet geschreven. Hierop wil ik antwoorden, dat ik als correspondent natuurlijk dat niet doe, doch het in mijn verslagen laat uitkomen. Mogelijk denkt de heer Koe lemeij dat het verslag van de v.v. D.T.S. zelf komt, maar dit is echter niet het geval. Inmiddels teelcen ik Hoogachtend, Correspondent Schager Crt. BARSINGERHORN, 17 Januari 1930. Geachte Redactie, In 't verslag van den Raad der gemeente Barsinger- horn, geplaatst in Uw blad van 15-1-30, komen enkele „waardeerende", aan mijn adres gerichte opmerkingen voor, die echter onvolledig zijn en daarom eenige aan vulling noodig hebben. Hiervoor verzoek ik U beleefd eenige ruimte. De heer Smit, als wethouder onzer gemeente, meent In verband met 37 herstelde ruiten, een zekere verdacht making over de leiding aan mijn school te moeten lanceeren. Wanneer U eerst de zaak goed onderzocht had, was er anders gesproken, heer Wethouder. Wanneer toch werden de ruiten vervangen? In Augustus. Wie gaf op dracht daartoe? De opzichter. Overtuigde deze zich van do noodzakelijkheid van da^ herstel? Dat betwijfel ik, want dan zouden er minstens 25 ruiten niet hersteld zijn. Deze toch vertoonden grootere of kleinere barstjes in de hoeken, volgens den schilder veroorzaakt door 't vast geroest zitten in de sponning (krimpen of uitzetten dus onmogelijk). Maar deze ruiten gingen in dien toe stand wie weet hoe lang reeds mee en hadden nog jaren dienst kunnen doen. Van de 37 ruiten waren er (volgens den schilder alweer) 4 of 5 met een grooter of kleiner „knikkergat". Deze zijn er in de vacantie ingekomen, want toen ik 26 Juli '29 op reis ging, was er slechts één ruit kapot. Wie is er verantwoordelijk voor beschadi ging in een vacantie, na de schooltijden, op den Zondag? Wie oefent dan toezicht uit? Na do vacantie braken er enkele ruiten door een on- practischen raamstqk en een klemmend raam. Zoo ziet U, geachte heer Wethouder, van die 37 rui ten (waarvan er 7 ongeveer 1 d.M.2 groot zijn), blijven er pl.m. 7 over, waarvan ik de verantwoordelijkheid van 't breken op mij kan nemen. Over mijn houding, door U brutaal genoemd, wil Ik allen lezers van dit blad vragen: Welke huis-eigenaar zal een verhuurd (en door den huurder bewoond) huis pl.m. een week ter bezichtiging voor alle soorten af- braak-opkoopers openstellen, zonder dat den huurder Iets'gevraagd of medegedeeld, zelfs.de huur niet eens officieel opgezegd is? Nog veel zou er over deze zaak te zeggen zijn, maar M. de R., meer ruimte wil ik van U niet vragen. Ik dank U vriendelijk voor de plaatsing in Uw blad. L. J. v. d. KUIJL, H. d. S., Barsingerhorn. Het signalement van de verdachten sa mengesteld. Het zal niet gemakkelijk vallen, de oplossing van dezen moord te vinden. Met betrekking tot den gepleegden moord op den manufacturier en hulpkoster, Van der Drift, te Voor burg, heeft de burgemeester van Leidschendam dezer dagen een conferentie gehad met de vertegenwoor digers der verschillende bladen. Een feit is, dat men bij dezen moord over zeer weinig positieve gegevens beschikt, terwijl bovendien het slachtoffer gekenschetst wordt als een man, die geen vijanden had. Tot nu toe is het dan ook niet mogelijk geweest, een vast spoor aan te wijzen, en het zal wel blijken niet gemakkelijk te zijn, de oplossing van dezen moord te vinden. Alleen de aanwijzing van den jongeman en diens meisje, die op een afstand den moord hebben zien plegen en daarop twee schimmen hebben zien wegvluchten. Echter zijn door andere personen de vermoedelijke daders gezien, zoo dat men na verzameling der gegevens de signale menten der verdachten heeft kunnen samenstellen. Zooals bekend is, heeft de burgemeester van Leid schendam de Haagsche politie ter hulp geroepen, die hem een inspecteur van de recherche en een recher cheur afstond. De laatstgenoemde heeft nog een on derzoek ingesteld in de naaste omgeving van het slachtoffer. Zijn boeken zijn nagegaan, evenals zijn verhouding tot de klanten. Men hoort niets dan lof van den man en men is er niet in geslaagd, ook maar een gerucht te hooren van een connectie, dio met hem op minder goeden voet zou staan. De vraag doet zich dan ook voor: wat kan de oor zaak zijn geweest van de misdaad? Tot nu toe heeft men er geen antwoord op, dus komt men vanzelf tot de vraag, of berooving in de bedoeling van de daders heeft gelegen. Maar daartegenover staan weer verscheidene omstandigheden. In de eerste plaats was het geen vaste gewoonte van den heer van der Drift om dezen avond naar Leidschendam te gaan. Hij had daar zooals bekend een ouden vriend uit Voorburg bezocht om te vragen of er nog iets te be stellen was. Aanvankelijk had hij het plan gehad *s middags te gaan, maar door drukte in zijn zaak had hii zijn bezoek tot 's avonds uitgesteld. Nu hebben enkele dagen te voren mcnschen, die over den Westvlietweg te Stompwijk zijn gepasseerd, verklaard, dat zij door een man nauwkeurig werden bekeken. Eén moet zelfs het gevoel gehad hebben, dat het een rechercheur van politic was, die hem zoo van top tot teen opnam. Hebben de daders dus op hun slachtoffer gewacht? Of hebben zij gewacht tot zij iemand zagen, wiens kleeding deed vermoeden, dat hij wel geld loij zich zou hebben? Voor moord met roof pleit wel zeer de plaats, waar de aanslag is gepleegd. De drie patroonhulzen zijn namelijk gevonden op den berm van den weg, juist in het midden tusschen twee lantaarns. Deze twee lantaarns staan juist weer in het midden van een vrij groot stuk open weg; daarna begint pas weer de bebouwing. Men mag dus de conclusie trekken, dat de plaats met overleg gekozen is, maar dit geldt weer niet voor den avond, want algemeen moet te Leid schendam en Stompwijk bekend zijn, dat op Vrijdag avond het verkeer langs den weg, vooral van boter boeren, druk is. Wat in deze zaak van het grootste belang is, is de sectie op het lijk en de reconstructie van de richting der schoten. Ook is het van belang of met twee revol vers is gevuurd of uit een. Dit moer voor de even- tueele ten lastelegging dan voor de opsporing van de daders. Burgemeester Keizer had wel officieus over de resultaten van de sectie gehoord, maar nog geen officieel rapport ontvangen. De burgemeester roept met den meesten aandrang alle menschen op, die meenen aanwijzingen te kun nen geven. Het is niet alleen van belang directe aan wijzingen te krijgen; soms kunnen zelfs geruchten van beteekenis zijn. EEN VINGER AFGERUKT Donderdag is iemand te Rotterdam, toen hij van een rijdenden vrachtauto afsprong, met een ring van zijn linkerhand blijven haken in de punt van een aan den auto bevestigde staaf. Het gevolg was dat cle ringvinger geheel werd afgerukt De man is, na voorloopig te zijn verbonden, naar het ziekenhuis aan den Coolsingel gebracht. Onbegrijpelijk, waarom de regeering niet aan de alierwege genite wensch tot sa menvoeging gehoor geeft. Zooals bekend, is reeds jaren aanhangig het vraag stuk van samenvoeging der gemeenten Wijdenes en Venhuizen. De gemeenten zijn in allerlei opzichten op elkander aangewezen, hebben dezelfde belangen van landbouw en veeteelt, tellen samen slechts 3000 zielen en zoowel de gemeenteraden als de commis- siën uit de ingezetenen hebben zich dan ook voor deze samenvoeging uitgesproken. Een voornaam punt was ook dat een ingewikkelde grens tusschen de beide gemeenten allerlei moeilijkheden veroor zaakt. Gedeputeerde Staten van Noord-Holland hebben op dezen grond zelfs de samenvoeging noodzakelijk geacht. De minister van Binnenlandsche Zaken en Land bouw, aldu9 verneemt de „Tel." komt echter nog steeds niet met een wetsontwerp tot samenvoeging, hoezeer bij de behandeling van de staatsbegrooting voor 1930 zonder tegenspraak van andere zijde daar op krachtig is aangedrongen door de heeren Oud, Gerhard en dr. Vos. De minister heeft zich ook toen nog niet beslist uitgesproken. Intusschen veroorza ken de moeilijkheden met de grensregeling en de on zekerheid of tot samenvoeging zal worden overge gaan in beide gemeenten velerlei moeilijkheden. Men vreest dat de samenvoeging van de baan is doch begrijpt niet waarom de regeering niet gevolg geeft aan -den aandrang door alle wettelijke instan ties en in de Tweede Kamer geuit terwijl herhaalde lijk in de laatste jaren zelfs tegen den zin der ge meenten tot samenvoeging is overgegaan. „De Nederlandsche omroep om zijn pro gramma's in Engeland populair". Met den trein van 13 u. 46 is Donderdag te Hilver sum gearriveerd mevr. Ph. Snowden, echtgenoote van den Britschen minister van financiën. Mevrouw Snowden, die vergezeld was van den heer Hudson, lid van het Lagerhuis eu parlementair secretaris van minister Snowden, is aan het station begroet door den heer W. Vogt, waarna het gezelschap terstond naar de A.V.R.0 -studio s is gereden. In de studio's toonde mevr. Snowden, die lid is van den Raad van Beheer van den Engelschen draadloozen omroep, zeer veel belangstelling in de aangelegenheden van den Nederlandschen omroep, dien zij prees om zijn programma s, welke in Engeland populair zijn. Na het bezoek aan de studio's is de Nederlandsche Seintoestellenfabriek bezichtigd, waar de heer Dubois het gezelschap heeft rondgeleid. Voordat de „Benwyvis", het bij Terschel ling gestrande stoomschip, was vlotge- bracht. Het Engelsche stoomschip Benwyvis, dat Woens dagavond is vlot gebracht, zooals wij in ons num mer van Donderdag meldden, en den nacht daarop veilig te Terschelling is binnengebracht, is nog zwaar lek; de bergingspompen moeten nog geregeld in werking blijven. Alvorens het schip naar Am sterdam te sleepen, waar het gedokt zal moeten wor den, zulen nog vele noodreparaties moeten worden uitgevoerd. WAAROM HIT NIET HAD GEHUILD (Hummel). Vader, ik heb niet gehuild bii den tandarts. Braaf. Hier is een kwartje. Deed het veel pijn Neen. de tandarts was niet thuis. In de meest ongunstige omstandigheden is dit kost bare schip van 10.000 ton, dat hoog tegen de duinen .vas geslagen, zwaar lek en met beschadigde ketels en machines, in nog geen vijf weken afgebracht. Tij dens de laatste stormen was de toestand meermalen kritiek De stoompompen moesten steeds op volle kracht draaien, en de ketels,die den stoom le\ er- den, gingen door het zware stooten soms 40 c.M. op en neer. Meermalen vluchtten de manschappen dan ook uil de machinekamer, uit vrees voor het sprin gen van stoompijpen Woensdagmorgen nog, eenige uren voor het afbrengen van het schip, vluchtten verscheidene manschappen van boord, omdat zij dachten, dat het schip zcu zinken, wanneer het vlot kwam. Een ingezetene van Zandvoort weet onder allerlei fantastische voorspiegelingen geld van een winkelier los te krijgen. De lezers zullen zich herinneren, dat onlangs een in gezetene te Zandvoort een winkelier aldaar heeft op gelicht, door dezen allerlei fantastische verhalen voor te spiegelen, waarbij hij o.a. beweerde, dat hij vertegen woordiger van de Roemeensche regeering was geworden en zoodoende een inkomen van f 30.000 per jaar zou hebben. De winkelier bleek wel zeer lichtgeloovig. want hij leende den man geld tot een bedrag van f 4C00. Donderdag nu werd deze zaak voor de rechtbank te Haarlem behandeld. De winkelier, als getuige gehoord, verklaarde, dat verd. hem allerlei papieren had laten zien, waardoor hij geloofde wat hem word verteld. Verd. had ook be weerd, dat hij van de Roemeensche regeering machti ging had gekregen om het „Utrcchtsch Dg.bld." te koo- pen, zcodat hij over veel geld kon beschikken. Omdat getuige zekerheid wilde hebben, weren ze sa men naar Den Haag gegaan en daar was verd. naar het Roemeensche gezantschepsgebouw gegaan en er na een half uur weer uit te voorschijn gekomen met de mededceling, dat alles in orde was. Deze boodschap was voor get. voldoende geweest. De president uitte er zijn verbazing over, dat een koopman zich tevreden stelt met dergelijke bewijzen en allerlei papieren klakkeloos voor waardevolle docum- menten aanziet. Get. antwoordde, dat hij alle vertrouwen in verd. had. Hij leende hem ruim f 4000. Op de opmerking van een der rechters, dat get. toch geen vertrouwen meer kon hebben toen verd. zei, dat hij „panden" als waarborg gaf, terwijl get. toch wist, dat verd. niets bezit, antwoorde get., dat hij zeer ver bouwereerd was Verd., een 62-jarige man, zegt zeer veel aanmerking op de getuige-verklaring te hebben, hij heeft alles bij elkaar niet meer dan f 500 van get. ontvangen. Dat geld heeft hij in het huisgezin gebruikt, omdat het alles ellende was bij hem thuis. Van die. groole bedragen, die genoemd zijn, is niets waar Verd. hangt een beeld op van den treurigen toestand, waarin zijn gezin ver keert Verd. verklaart Journalist te zijn en indertijd voor de Nederl, regeering het verdrag EngelandJapan betrekking hebbende op onze koloniën, te hebben moe ten koopen Verd. geeft toe allerlei dwaasheid aan get. te hebben verteld om maar geld los te krijgen. „Ik beloofde hem wel twee ton en hij geloofde 't. Gekkenwerk natuurlijk." De president: „Maar u maakte hem toch wijs, dat u bij de Roemeensche legatie zou komen." Verd.: „Niets van waar Die man geloofde zooveel, dat ik niet meer weet wat ik hem verteld heb. Ik heb het geld met leugens en bedrog van hem losgekregen." Het O. M. noemde het feit. een schandelijk bedrijf en achtte verdachte een voor de samenleving schadelijk persoon. De eisch luidde twee jaar gevangenisstraf met aftrek der preventieve hechtenis. De verdediger, mr. L. J. van Dam, wees er op. dat get. zooveel geld leende, omdat hij meende, dat er later wat uit te halen zou zijn. Toen hij voor verdachte gewaar schuwd was, had hij gezegd: „neen, dezen keer is het een goed zaakje. Hij leende een kleine som om te kun nen zeggen dat het een groot bedrag was en aldus zijn eigen schuldelschers te kunnen overtuigen. PI. vroeg vrijspraak, het instellen van een psychia trisch onderzoek, subs clementie Uitspraak over 14 dagen. Kort verhaal Vrij bewerkt naar het Engelsch door R. J. SPITZ. (Nadruk verboden). Mary was ons kindermeisje, het zeventiende sinds ons kindje was geboren, nu dertien maanden geleden. Maar nu hadden we een prachtstuk gevonden. Mary was vin dingrijk. Wat zij bedacht om ons kleintje te amuseeren zou zelfs den meest verstokten pessimist doen glim lachen. Van dit vindingrijke exemplaar hadden we ons ver zekerd voor zestien shilling per week. Maar dit bedrag zouden we na een week al met het grootste plezier tot een pond hebben verhoogd, indien ze er om gevraagd had. Mar Mary behoorde blijkbaar niet tot het afpersers- type, Integendeel ze was uiterst royaal en niet alleen voor zich zelf: minstens de helft van haar inkomen besteedde ze voor het genoegen van onze kleine lieve ling. Ze gedroeg zich als een Lady: Een rit per omni bus naar het park, omdat de baby het zoo heerlijk vond, was een van haar speciale buitensporigheden. En ge noemde baby hechtte zich zóó aan haar dat zelfs Mama op den achtergrond raakte. Mary ging veel uit, Ze was minstens de helft van den tijd weg, maar daar ons kleintje altijd vroolijk van de uitgangetjes terugkwam, hadden we vrede met deze eigenaardigheden van Mary, temeer daar het de rust In huis ten goede kwam Een ander ding dat zeer ten gunste van Mary pleitte, was dat ze er altijd zoo keurig uitzag. Het bevreemdde ons eigenlijk wel een beetje dat ze een goede acht shil ling kon besteden voor het genoegen voor onzen schat en toch zoo smaakvol voor den dag kon komen. We waren nog zoo heerlijk naief ln die dagen. Maar ondanks deze naïviteit, begonnen we ten slotte toch te vreezen dat ze schulden maakte of hier of daar geld opnam, zoodat we vonden dat we haar loon maar moesten verhoogen. Op een keer zag Ik Mary uit een bank komen. Ik dacht natuurlijk dat ze geprobeerd had daar geld te lee- nen het was een klein kantoor, en daar lk den eigenaar daarvan wel eens ontmoet had, besloot ik op informatie uit te gaan. Ik vernam echter tot mijn verbazing, dat Mary niet kwam om geld te leenen, maar om geld te brengen. Ze was een vaste klant en bracht wel acht tien pond ln de week. Mijn vrouw en ik praatten lang en breed over het ge val, want het is nu waarlijk een mysterie geworden. Hoe kon Iemand van een loon van zestien shillings per week betrekkelijk buitensporige uitgaven doen en dan nog acht a tien pond per week overhouden? Het was bui tengewoon geheimzinnig! Toch was er geen reden ons prachtstuk van oneerlijkheid te verdenken. Wij ten minste misten tot nu toe niets. We lieten het maar mysterie en eindigden onze be schouwingen met de conclusie, dat Mary om duizend redenen 't schitterendste meisje was, dat we ooit had had gehad of gouden krijgen, zoodat we haar onder geen voorwaarden zouden ontslaan, ja, zelfs als dat noodig was, haar loon tot twee pond in de week zouden ver hoogen... al zouden de andere hoofdstukken van ons budget daardoor wel wat in do verdrukking komen. Maar het was dan ook maar zoo bij wijze van spreken... Dus bleef Mary haar gewone programma volgen. Hoe lang we haar gehouden zouden hebben... want ondanks onze heiligste voornemens, le2er, is ze ten slotte toch vertrokken! Maar hoe dat in zijn werk is gegaan? Dat raadt U in geen honderd jaar! Het toeval speelt een groote rol ln 's menschen leven en dat blinde, onbarmhartige toeval was het dat ons er toe bracht ons pronkjuweel op te offeren. Een zakelijke boodschap voerde mij naar het Oosten van Londen, waar ik zelden pleeg te komen. Ik was vrij vlug klaar en ging ganw weer op weg naar kantoor toen ik mijn vriend Jenkins tegenkwam. Jenkins is een groot liefhebber van alles wat maar iets met circus of dierendressuur heeft uit te staan. Nu zijn er in dezs buurt allerlei attracties van dergelijken aard. „Hallo kerel", riep Jenkins van de andere zijde van cle straat: „wacht eens even!" Ik wachtte en Jenkins kwam op mij toe. „Zeg", begen hij, „ei .is hier in de buurt een van d® beste artisten, die ik ooit gezien heb." „Wat voor soort?", informeerde ik. „Wilde-beesten-temmer. Hij trekt geweldig veel pu bliek. Ga mee, kerel, vooral de middagvoorstellir-g is interessant, dan heeft hij een speciaal nummer". Ik liet me bepraten en wij kwamen bij een groot® tent. In de arena was een groote, met een ijzeren beg afgesloten ruimte. Jenkins had vrij goede plaatsen ge kregen en we hoefden niet lang te wachten. De tem mer verschoen in de groote kooi en de diverse nummers van het programma werden afgewerkt. Tijgers, lui paarden en leeuwen traden achtereenvolgens op en vertoonden hun kunsten en ten slotte kwam een reus achtige leeuw naart zijn meester staan. „Nu krijgen we 'het succesnummer',, fluisterde Jen kins mij in 't oor. De temmer kwam naar voren en opende een ijzeren raampje in de kooi. Hij begon een soort toespraak. „Is er onder de aanwezige dames ook iemand die mij voor een oogenblik haar baby wil afstaan? Dan zal ik u laten zien dat Leo het kindje in zijn muil neemt, zoo teeder en voorzichtig als de moedr zelf het in haar arm doet. Vertrouw mij, moeders, uw lieveling zal geen haar op 't hoofd gekrenkt worden!' „We moeten nog even wachten," zei Jenkins, toen ik aanstalten maakte om voor het begin van deze afgrij'- selijke vertooning heen te gaan cn hij hield mij bij mijn mouw terug. „Er is een jonge vrouw in het publiek, dat hem iederen middag haar baby geeft. En Torelli, de eigenaar, be tsalt haar twee pond voor iedere voorstelling," ging de temmer voort. „Afschuwelijk", riep ik uit En op hetzelfde oogenblik stond een jonge vrouw, die op een van de voorste banken zat, op en ging met het kindje in haar armen op de kool toe. In één ondeelbaar oogenblik drong het met een verstijvenden schrik tot mo door: de vrouw was Mary en het kindje was het onze! Ik had al mijn kracht noodig om de arena te berei ken, maar de man die voor de heele Afrikaansche wil dernis niet bang was, schrok van mijn blik. Maar ik pakte mijn jongen uit de armen van Mary met één haas tigen greep. Het pronkjuweel zocht haar heil in een overhaaste vlucht! Zonder twijfel „werkt" zij thans in een andere stad waar Torelli met zijn tent staat Mijn vrouw is thans haar eigen kindermeisje. Dat is wel zoo veilig voor de levenskansen van onze jongen. We denken er sterk over hem Daniël te noemen. Kenners van de Bijbelsche geschiedenis zullen begrijpen waarom Ook te Dusseldorp. Eenige dagen geleden znij twee bejaarde dames, zusters, in een ziekenhuis te* Dusseldorp opgenomen, daar zij de papegaaienziekte hadden. Thans is één van de zusters overleden. De zieke papegaai was reeds bezweken voordat de zusters in het ziekenhuis waren gebracht. Invoerverbod voor Pruisen. De Pruisische minister van binnenl. zaken heeft den invoer van papegaaien naar Pruisen met in gang van Donderdag jl. tot nader order verboden. Maatregelen tot het tegengaan van het kwaad in de Vereen. Staten. Reuter meldt uit Washington: De bonds-, staats- en gemeentelijke autoriteiten van den gezondheidsdienst treffen gemeenschappe lijk maatregelen tot het beteugelen van de verbrei ding van de papegaaienziekte. Totnogtoe stierven acht personen aan deze ziekte; een vijftigtal zijn ar door aangetast, waarvan twaalf te New York. Te Salzwedel een Joelende menigte ln bot sing met de politie. Te Salzwedel in de Altmark hebben werkloozen Don derdagavond een optocht door de stad gehouden. De de monstranten marcheerden Joelend en met muziek voor op door de stad. Toen de politie de muziekinstrumen ten ln beslag nam, trokken ongeveer 60 mannen naar het politiebureau om de Instrumenten op te elschen. Het kwam tot heftige botsingen, waarbij de politie van den gummlestok gebruik maakte, Eerst na geruimen tijd slaagde zij er in de rust te herstellen. De voornaamst# raddraaier werd met eenige andere belhamels ln hech tenis genomen. In zijn cel sloeg hij alles kort en klein, terwijl hij zich met behulp van zijn kameraden buiten trachtte te bevrijden, wat hem echter niet lukte. Vier dooden. meer dan veertig gewonden. Te Hartmannsdorf ln het district Chemnitz hebben Woensdagavond eveneens ernstige botsingen plaats ge had tusschen betoogende werkloozen en politie. Onge veer 1000 betoogers vielen de dertig agenten aan, die genoodzaakt waren van hun wapens gebruik te maken Vier werkloozen werden gedood, 26 gewond, 15 agenten werden door steenworpen of messteken gekwetst. Meer politie in bet bezette gebied In verband met de werkloozenrelletjes te Worms en de aangekondigde plannen der werkloozen om op het Ingeslagen pad voort te gaan, heeft de D. Volkspartij in den Landdag voorgesteld, met nadruk bij de rijka- regeerlng aan te dringen op versterking van de politie in het bezette gebied. Volgens het Vredesverdrag mogen ln het bezette Hes- slsche gebied na het vertrek der bezetting slechts 700 man politie, alles bij elkaar genomen, worden gehouden. Men meent nu, dat de Jongste voorvallen duidelijk hebben bewezen (er moet in allerijl politie uit Darmstadt naar Worms worden ontboden om de zwakke gemeente politie te versterken), dat het genoemde maximum g«- onvoldoende is.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1930 | | pagina 17