Schager Courant
HET MYSTERIE VAN
MARY.
Vijfde Blad.
Ingezonden Stukken.
Binnenlandsch Nieuws.
De moord te Voorburg.
Geen samenvoeging van Wijdenes en
Venteen?
Hcog bezoek aan de A.V.R.0.
Geen gemakkelijke taak.
Een oplkhiingsgeschiedenis.
Gemengd Nieuws.
De papegaaienziekte.
Werkloozenrelletjes in Duitschland.
Zaterdag 18 Januari 1930
73ste Jaargang. No. 8597
Oudkarspel, Januari 1930.
Mijnheer de Redacteur,
Gaarne zou lk willen, dat U onderstaand even wou
plaatsen. Bij voorbaat mijn dank.
Het betreft het ingezonden stukje van den heer Koe-
lemeij van St. Pancras, Met genoegen heb ik daaruit
kennis genomen, dat de schuld niet bij hem lag, daar
hij den heer Brussel vroegtijdig kennis ervan had ge
geven, dus moet het aan iemand anders liggen. Een
feit is het echter, dat het meer dan eens voorkomt, dat
een scheidsrechter ontbreekt Als verslaggever zal ik
steeds mijn best doen, om dit tegen te gaan, door erop
te wijzen, wanneer hier iets dergelijks voorvalt en 11c
hoop, dat elke correspondent het met mij zal doen. Wel
iswaar is scheidsrechter zijn liefdeswerk, doch men
laadt daardoor ook zekere verplichtingen op zich. Wie
dan ook schuld heeft, of de voetbalbond of de scheids
rechters, zaak is het om het zooveel mogelijk tegen te
gaan, dat er een scheidsrechter niet aanwezig is. En
wanneer men zooiets gaat bestrijden, dan loopt men de
kans, dat een verkeerde er soms de dupe van wordt.
De heer Koelemeij vraagt, waarom hem persoonlijk
niet geschreven. Hierop wil ik antwoorden, dat ik als
correspondent natuurlijk dat niet doe, doch het in mijn
verslagen laat uitkomen. Mogelijk denkt de heer Koe
lemeij dat het verslag van de v.v. D.T.S. zelf komt, maar
dit is echter niet het geval.
Inmiddels teelcen ik Hoogachtend,
Correspondent Schager Crt.
BARSINGERHORN, 17 Januari 1930.
Geachte Redactie,
In 't verslag van den Raad der gemeente Barsinger-
horn, geplaatst in Uw blad van 15-1-30, komen enkele
„waardeerende", aan mijn adres gerichte opmerkingen
voor, die echter onvolledig zijn en daarom eenige aan
vulling noodig hebben. Hiervoor verzoek ik U beleefd
eenige ruimte.
De heer Smit, als wethouder onzer gemeente, meent
In verband met 37 herstelde ruiten, een zekere verdacht
making over de leiding aan mijn school te moeten
lanceeren.
Wanneer U eerst de zaak goed onderzocht had, was
er anders gesproken, heer Wethouder. Wanneer toch
werden de ruiten vervangen? In Augustus. Wie gaf op
dracht daartoe? De opzichter. Overtuigde deze zich van
do noodzakelijkheid van da^ herstel? Dat betwijfel ik,
want dan zouden er minstens 25 ruiten niet hersteld
zijn. Deze toch vertoonden grootere of kleinere barstjes
in de hoeken, volgens den schilder veroorzaakt door 't
vast geroest zitten in de sponning (krimpen of uitzetten
dus onmogelijk). Maar deze ruiten gingen in dien toe
stand wie weet hoe lang reeds mee en hadden nog jaren
dienst kunnen doen. Van de 37 ruiten waren er (volgens
den schilder alweer) 4 of 5 met een grooter of kleiner
„knikkergat". Deze zijn er in de vacantie ingekomen,
want toen ik 26 Juli '29 op reis ging, was er slechts één
ruit kapot. Wie is er verantwoordelijk voor beschadi
ging in een vacantie, na de schooltijden, op den Zondag?
Wie oefent dan toezicht uit?
Na do vacantie braken er enkele ruiten door een on-
practischen raamstqk en een klemmend raam.
Zoo ziet U, geachte heer Wethouder, van die 37 rui
ten (waarvan er 7 ongeveer 1 d.M.2 groot zijn), blijven
er pl.m. 7 over, waarvan ik de verantwoordelijkheid
van 't breken op mij kan nemen.
Over mijn houding, door U brutaal genoemd, wil Ik
allen lezers van dit blad vragen: Welke huis-eigenaar
zal een verhuurd (en door den huurder bewoond) huis
pl.m. een week ter bezichtiging voor alle soorten af-
braak-opkoopers openstellen, zonder dat den huurder
Iets'gevraagd of medegedeeld, zelfs.de huur niet eens
officieel opgezegd is?
Nog veel zou er over deze zaak te zeggen zijn, maar
M. de R., meer ruimte wil ik van U niet vragen.
Ik dank U vriendelijk voor de plaatsing in Uw blad.
L. J. v. d. KUIJL,
H. d. S., Barsingerhorn.
Het signalement van de verdachten sa
mengesteld. Het zal niet gemakkelijk
vallen, de oplossing van dezen moord te
vinden.
Met betrekking tot den gepleegden moord op den
manufacturier en hulpkoster, Van der Drift, te Voor
burg, heeft de burgemeester van Leidschendam dezer
dagen een conferentie gehad met de vertegenwoor
digers der verschillende bladen.
Een feit is, dat men bij dezen moord over zeer
weinig positieve gegevens beschikt, terwijl bovendien
het slachtoffer gekenschetst wordt als een man, die
geen vijanden had. Tot nu toe is het dan ook niet
mogelijk geweest, een vast spoor aan te wijzen, en het
zal wel blijken niet gemakkelijk te zijn, de oplossing
van dezen moord te vinden. Alleen de aanwijzing van
den jongeman en diens meisje, die op een afstand
den moord hebben zien plegen en daarop twee
schimmen hebben zien wegvluchten. Echter zijn door
andere personen de vermoedelijke daders gezien, zoo
dat men na verzameling der gegevens de signale
menten der verdachten heeft kunnen samenstellen.
Zooals bekend is, heeft de burgemeester van Leid
schendam de Haagsche politie ter hulp geroepen, die
hem een inspecteur van de recherche en een recher
cheur afstond. De laatstgenoemde heeft nog een on
derzoek ingesteld in de naaste omgeving van het
slachtoffer. Zijn boeken zijn nagegaan, evenals zijn
verhouding tot de klanten. Men hoort niets dan lof
van den man en men is er niet in geslaagd, ook
maar een gerucht te hooren van een connectie, dio
met hem op minder goeden voet zou staan.
De vraag doet zich dan ook voor: wat kan de oor
zaak zijn geweest van de misdaad? Tot nu toe heeft
men er geen antwoord op, dus komt men vanzelf
tot de vraag, of berooving in de bedoeling van de
daders heeft gelegen. Maar daartegenover staan weer
verscheidene omstandigheden. In de eerste plaats
was het geen vaste gewoonte van den heer van der
Drift om dezen avond naar Leidschendam te gaan.
Hij had daar zooals bekend een ouden vriend uit
Voorburg bezocht om te vragen of er nog iets te be
stellen was. Aanvankelijk had hij het plan gehad
*s middags te gaan, maar door drukte in zijn zaak
had hii zijn bezoek tot 's avonds uitgesteld.
Nu hebben enkele dagen te voren mcnschen, die
over den Westvlietweg te Stompwijk zijn gepasseerd,
verklaard, dat zij door een man nauwkeurig werden
bekeken. Eén moet zelfs het gevoel gehad hebben,
dat het een rechercheur van politic was, die hem
zoo van top tot teen opnam. Hebben de daders dus
op hun slachtoffer gewacht? Of hebben zij gewacht
tot zij iemand zagen, wiens kleeding deed vermoeden,
dat hij wel geld loij zich zou hebben?
Voor moord met roof pleit wel zeer de plaats, waar
de aanslag is gepleegd. De drie patroonhulzen zijn
namelijk gevonden op den berm van den weg, juist
in het midden tusschen twee lantaarns. Deze twee
lantaarns staan juist weer in het midden van een
vrij groot stuk open weg; daarna begint pas weer de
bebouwing. Men mag dus de conclusie trekken, dat de
plaats met overleg gekozen is, maar dit geldt weer
niet voor den avond, want algemeen moet te Leid
schendam en Stompwijk bekend zijn, dat op Vrijdag
avond het verkeer langs den weg, vooral van boter
boeren, druk is.
Wat in deze zaak van het grootste belang is, is de
sectie op het lijk en de reconstructie van de richting
der schoten. Ook is het van belang of met twee revol
vers is gevuurd of uit een. Dit moer voor de even-
tueele ten lastelegging dan voor de opsporing van
de daders. Burgemeester Keizer had wel officieus over
de resultaten van de sectie gehoord, maar nog geen
officieel rapport ontvangen.
De burgemeester roept met den meesten aandrang
alle menschen op, die meenen aanwijzingen te kun
nen geven. Het is niet alleen van belang directe aan
wijzingen te krijgen; soms kunnen zelfs geruchten
van beteekenis zijn.
EEN VINGER AFGERUKT
Donderdag is iemand te Rotterdam, toen hij van
een rijdenden vrachtauto afsprong, met een ring van
zijn linkerhand blijven haken in de punt van een
aan den auto bevestigde staaf. Het gevolg was dat cle
ringvinger geheel werd afgerukt De man is, na
voorloopig te zijn verbonden, naar het ziekenhuis
aan den Coolsingel gebracht.
Onbegrijpelijk, waarom de regeering niet
aan de alierwege genite wensch tot sa
menvoeging gehoor geeft.
Zooals bekend, is reeds jaren aanhangig het vraag
stuk van samenvoeging der gemeenten Wijdenes en
Venhuizen. De gemeenten zijn in allerlei opzichten
op elkander aangewezen, hebben dezelfde belangen
van landbouw en veeteelt, tellen samen slechts 3000
zielen en zoowel de gemeenteraden als de commis-
siën uit de ingezetenen hebben zich dan ook voor
deze samenvoeging uitgesproken. Een voornaam
punt was ook dat een ingewikkelde grens tusschen
de beide gemeenten allerlei moeilijkheden veroor
zaakt.
Gedeputeerde Staten van Noord-Holland hebben
op dezen grond zelfs de samenvoeging noodzakelijk
geacht.
De minister van Binnenlandsche Zaken en Land
bouw, aldu9 verneemt de „Tel." komt echter nog
steeds niet met een wetsontwerp tot samenvoeging,
hoezeer bij de behandeling van de staatsbegrooting
voor 1930 zonder tegenspraak van andere zijde daar
op krachtig is aangedrongen door de heeren Oud,
Gerhard en dr. Vos. De minister heeft zich ook toen
nog niet beslist uitgesproken. Intusschen veroorza
ken de moeilijkheden met de grensregeling en de on
zekerheid of tot samenvoeging zal worden overge
gaan in beide gemeenten velerlei moeilijkheden.
Men vreest dat de samenvoeging van de baan is
doch begrijpt niet waarom de regeering niet gevolg
geeft aan -den aandrang door alle wettelijke instan
ties en in de Tweede Kamer geuit terwijl herhaalde
lijk in de laatste jaren zelfs tegen den zin der ge
meenten tot samenvoeging is overgegaan.
„De Nederlandsche omroep om zijn pro
gramma's in Engeland populair".
Met den trein van 13 u. 46 is Donderdag te Hilver
sum gearriveerd mevr. Ph. Snowden, echtgenoote
van den Britschen minister van financiën. Mevrouw
Snowden, die vergezeld was van den heer Hudson,
lid van het Lagerhuis eu parlementair secretaris van
minister Snowden, is aan het station begroet door
den heer W. Vogt, waarna het gezelschap terstond
naar de A.V.R.0 -studio s is gereden. In de studio's
toonde mevr. Snowden, die lid is van den Raad van
Beheer van den Engelschen draadloozen omroep,
zeer veel belangstelling in de aangelegenheden van
den Nederlandschen omroep, dien zij prees om zijn
programma s, welke in Engeland populair zijn.
Na het bezoek aan de studio's is de Nederlandsche
Seintoestellenfabriek bezichtigd, waar de heer Dubois
het gezelschap heeft rondgeleid.
Voordat de „Benwyvis", het bij Terschel
ling gestrande stoomschip, was vlotge-
bracht.
Het Engelsche stoomschip Benwyvis, dat Woens
dagavond is vlot gebracht, zooals wij in ons num
mer van Donderdag meldden, en den nacht daarop
veilig te Terschelling is binnengebracht, is nog
zwaar lek; de bergingspompen moeten nog geregeld
in werking blijven. Alvorens het schip naar Am
sterdam te sleepen, waar het gedokt zal moeten wor
den, zulen nog vele noodreparaties moeten worden
uitgevoerd.
WAAROM HIT NIET HAD GEHUILD
(Hummel).
Vader, ik heb niet gehuild bii den
tandarts.
Braaf. Hier is een kwartje. Deed het
veel pijn
Neen. de tandarts was niet thuis.
In de meest ongunstige omstandigheden is dit kost
bare schip van 10.000 ton, dat hoog tegen de duinen
.vas geslagen, zwaar lek en met beschadigde ketels
en machines, in nog geen vijf weken afgebracht. Tij
dens de laatste stormen was de toestand meermalen
kritiek De stoompompen moesten steeds op volle
kracht draaien, en de ketels,die den stoom le\ er-
den, gingen door het zware stooten soms 40 c.M. op
en neer. Meermalen vluchtten de manschappen dan
ook uil de machinekamer, uit vrees voor het sprin
gen van stoompijpen Woensdagmorgen nog, eenige
uren voor het afbrengen van het schip, vluchtten
verscheidene manschappen van boord, omdat zij
dachten, dat het schip zcu zinken, wanneer het vlot
kwam.
Een ingezetene van Zandvoort weet onder
allerlei fantastische voorspiegelingen geld
van een winkelier los te krijgen.
De lezers zullen zich herinneren, dat onlangs een in
gezetene te Zandvoort een winkelier aldaar heeft op
gelicht, door dezen allerlei fantastische verhalen voor
te spiegelen, waarbij hij o.a. beweerde, dat hij vertegen
woordiger van de Roemeensche regeering was geworden
en zoodoende een inkomen van f 30.000 per jaar zou
hebben.
De winkelier bleek wel zeer lichtgeloovig. want hij
leende den man geld tot een bedrag van f 4C00.
Donderdag nu werd deze zaak voor de rechtbank te
Haarlem behandeld.
De winkelier, als getuige gehoord, verklaarde, dat
verd. hem allerlei papieren had laten zien, waardoor
hij geloofde wat hem word verteld. Verd. had ook be
weerd, dat hij van de Roemeensche regeering machti
ging had gekregen om het „Utrcchtsch Dg.bld." te koo-
pen, zcodat hij over veel geld kon beschikken.
Omdat getuige zekerheid wilde hebben, weren ze sa
men naar Den Haag gegaan en daar was verd. naar
het Roemeensche gezantschepsgebouw gegaan en er na
een half uur weer uit te voorschijn gekomen met de
mededceling, dat alles in orde was. Deze boodschap
was voor get. voldoende geweest.
De president uitte er zijn verbazing over, dat een
koopman zich tevreden stelt met dergelijke bewijzen en
allerlei papieren klakkeloos voor waardevolle docum-
menten aanziet.
Get. antwoordde, dat hij alle vertrouwen in verd. had.
Hij leende hem ruim f 4000.
Op de opmerking van een der rechters, dat get. toch
geen vertrouwen meer kon hebben toen verd. zei, dat
hij „panden" als waarborg gaf, terwijl get. toch wist,
dat verd. niets bezit, antwoorde get., dat hij zeer ver
bouwereerd was
Verd., een 62-jarige man, zegt zeer veel aanmerking
op de getuige-verklaring te hebben, hij heeft alles bij
elkaar niet meer dan f 500 van get. ontvangen. Dat
geld heeft hij in het huisgezin gebruikt, omdat het alles
ellende was bij hem thuis. Van die. groole bedragen,
die genoemd zijn, is niets waar Verd. hangt een beeld
op van den treurigen toestand, waarin zijn gezin ver
keert Verd. verklaart Journalist te zijn en indertijd
voor de Nederl, regeering het verdrag EngelandJapan
betrekking hebbende op onze koloniën, te hebben moe
ten koopen
Verd. geeft toe allerlei dwaasheid aan get. te hebben
verteld om maar geld los te krijgen. „Ik beloofde hem
wel twee ton en hij geloofde 't. Gekkenwerk natuurlijk."
De president: „Maar u maakte hem toch wijs, dat u
bij de Roemeensche legatie zou komen."
Verd.: „Niets van waar Die man geloofde zooveel, dat
ik niet meer weet wat ik hem verteld heb. Ik heb het
geld met leugens en bedrog van hem losgekregen."
Het O. M. noemde het feit. een schandelijk bedrijf en
achtte verdachte een voor de samenleving schadelijk
persoon. De eisch luidde twee jaar gevangenisstraf met
aftrek der preventieve hechtenis.
De verdediger, mr. L. J. van Dam, wees er op. dat get.
zooveel geld leende, omdat hij meende, dat er later wat
uit te halen zou zijn. Toen hij voor verdachte gewaar
schuwd was, had hij gezegd: „neen, dezen keer is het
een goed zaakje. Hij leende een kleine som om te kun
nen zeggen dat het een groot bedrag was en aldus zijn
eigen schuldelschers te kunnen overtuigen.
PI. vroeg vrijspraak, het instellen van een psychia
trisch onderzoek, subs clementie
Uitspraak over 14 dagen.
Kort verhaal
Vrij bewerkt naar het Engelsch
door R. J. SPITZ.
(Nadruk verboden).
Mary was ons kindermeisje, het zeventiende sinds ons
kindje was geboren, nu dertien maanden geleden. Maar
nu hadden we een prachtstuk gevonden. Mary was vin
dingrijk. Wat zij bedacht om ons kleintje te amuseeren
zou zelfs den meest verstokten pessimist doen glim
lachen.
Van dit vindingrijke exemplaar hadden we ons ver
zekerd voor zestien shilling per week. Maar dit bedrag
zouden we na een week al met het grootste plezier tot
een pond hebben verhoogd, indien ze er om gevraagd
had. Mar Mary behoorde blijkbaar niet tot het afpersers-
type, Integendeel ze was uiterst royaal en niet alleen
voor zich zelf: minstens de helft van haar inkomen
besteedde ze voor het genoegen van onze kleine lieve
ling. Ze gedroeg zich als een Lady: Een rit per omni
bus naar het park, omdat de baby het zoo heerlijk vond,
was een van haar speciale buitensporigheden. En ge
noemde baby hechtte zich zóó aan haar dat zelfs Mama
op den achtergrond raakte.
Mary ging veel uit, Ze was minstens de helft van
den tijd weg, maar daar ons kleintje altijd vroolijk van
de uitgangetjes terugkwam, hadden we vrede met deze
eigenaardigheden van Mary, temeer daar het de rust In
huis ten goede kwam
Een ander ding dat zeer ten gunste van Mary pleitte,
was dat ze er altijd zoo keurig uitzag. Het bevreemdde
ons eigenlijk wel een beetje dat ze een goede acht shil
ling kon besteden voor het genoegen voor onzen schat
en toch zoo smaakvol voor den dag kon komen. We
waren nog zoo heerlijk naief ln die dagen.
Maar ondanks deze naïviteit, begonnen we ten slotte
toch te vreezen dat ze schulden maakte of hier of daar
geld opnam, zoodat we vonden dat we haar loon maar
moesten verhoogen.
Op een keer zag Ik Mary uit een bank komen. Ik
dacht natuurlijk dat ze geprobeerd had daar geld te lee-
nen het was een klein kantoor, en daar lk den
eigenaar daarvan wel eens ontmoet had, besloot ik op
informatie uit te gaan.
Ik vernam echter tot mijn verbazing, dat Mary niet
kwam om geld te leenen, maar om geld te brengen. Ze
was een vaste klant en bracht wel acht tien pond
ln de week.
Mijn vrouw en ik praatten lang en breed over het ge
val, want het is nu waarlijk een mysterie geworden. Hoe
kon Iemand van een loon van zestien shillings per week
betrekkelijk buitensporige uitgaven doen en dan nog
acht a tien pond per week overhouden? Het was bui
tengewoon geheimzinnig! Toch was er geen reden ons
prachtstuk van oneerlijkheid te verdenken. Wij ten
minste misten tot nu toe niets.
We lieten het maar mysterie en eindigden onze be
schouwingen met de conclusie, dat Mary om duizend
redenen 't schitterendste meisje was, dat we ooit had
had gehad of gouden krijgen, zoodat we haar onder geen
voorwaarden zouden ontslaan, ja, zelfs als dat noodig
was, haar loon tot twee pond in de week zouden ver
hoogen... al zouden de andere hoofdstukken van ons
budget daardoor wel wat in do verdrukking komen.
Maar het was dan ook maar zoo bij wijze van spreken...
Dus bleef Mary haar gewone programma volgen. Hoe
lang we haar gehouden zouden hebben... want ondanks
onze heiligste voornemens, le2er, is ze ten slotte toch
vertrokken!
Maar hoe dat in zijn werk is gegaan? Dat raadt U
in geen honderd jaar!
Het toeval speelt een groote rol ln 's menschen leven
en dat blinde, onbarmhartige toeval was het dat ons
er toe bracht ons pronkjuweel op te offeren.
Een zakelijke boodschap voerde mij naar het Oosten
van Londen, waar ik zelden pleeg te komen. Ik was vrij
vlug klaar en ging ganw weer op weg naar kantoor
toen ik mijn vriend Jenkins tegenkwam. Jenkins is een
groot liefhebber van alles wat maar iets met circus of
dierendressuur heeft uit te staan. Nu zijn er in dezs
buurt allerlei attracties van dergelijken aard.
„Hallo kerel", riep Jenkins van de andere zijde van
cle straat: „wacht eens even!"
Ik wachtte en Jenkins kwam op mij toe.
„Zeg", begen hij, „ei .is hier in de buurt een van d®
beste artisten, die ik ooit gezien heb."
„Wat voor soort?", informeerde ik.
„Wilde-beesten-temmer. Hij trekt geweldig veel pu
bliek. Ga mee, kerel, vooral de middagvoorstellir-g is
interessant, dan heeft hij een speciaal nummer".
Ik liet me bepraten en wij kwamen bij een groot®
tent. In de arena was een groote, met een ijzeren beg
afgesloten ruimte. Jenkins had vrij goede plaatsen ge
kregen en we hoefden niet lang te wachten. De tem
mer verschoen in de groote kooi en de diverse nummers
van het programma werden afgewerkt. Tijgers, lui
paarden en leeuwen traden achtereenvolgens op en
vertoonden hun kunsten en ten slotte kwam een reus
achtige leeuw naart zijn meester staan.
„Nu krijgen we 'het succesnummer',, fluisterde Jen
kins mij in 't oor.
De temmer kwam naar voren en opende een ijzeren
raampje in de kooi.
Hij begon een soort toespraak.
„Is er onder de aanwezige dames ook iemand die mij
voor een oogenblik haar baby wil afstaan? Dan zal ik u
laten zien dat Leo het kindje in zijn muil neemt, zoo
teeder en voorzichtig als de moedr zelf het in haar
arm doet. Vertrouw mij, moeders, uw lieveling zal geen
haar op 't hoofd gekrenkt worden!'
„We moeten nog even wachten," zei Jenkins, toen ik
aanstalten maakte om voor het begin van deze afgrij'-
selijke vertooning heen te gaan cn hij hield mij bij mijn
mouw terug.
„Er is een jonge vrouw in het publiek, dat hem iederen
middag haar baby geeft. En Torelli, de eigenaar, be
tsalt haar twee pond voor iedere voorstelling," ging de
temmer voort.
„Afschuwelijk", riep ik uit
En op hetzelfde oogenblik stond een jonge vrouw, die
op een van de voorste banken zat, op en ging met het
kindje in haar armen op de kool toe. In één ondeelbaar
oogenblik drong het met een verstijvenden schrik tot
mo door: de vrouw was Mary en het kindje was het
onze!
Ik had al mijn kracht noodig om de arena te berei
ken, maar de man die voor de heele Afrikaansche wil
dernis niet bang was, schrok van mijn blik. Maar ik
pakte mijn jongen uit de armen van Mary met één haas
tigen greep. Het pronkjuweel zocht haar heil in een
overhaaste vlucht!
Zonder twijfel „werkt" zij thans in een andere stad
waar Torelli met zijn tent staat Mijn vrouw is thans
haar eigen kindermeisje. Dat is wel zoo veilig voor de
levenskansen van onze jongen. We denken er sterk
over hem Daniël te noemen. Kenners van de Bijbelsche
geschiedenis zullen begrijpen waarom
Ook te Dusseldorp.
Eenige dagen geleden znij twee bejaarde dames,
zusters, in een ziekenhuis te* Dusseldorp opgenomen,
daar zij de papegaaienziekte hadden. Thans is één
van de zusters overleden. De zieke papegaai was
reeds bezweken voordat de zusters in het ziekenhuis
waren gebracht.
Invoerverbod voor Pruisen.
De Pruisische minister van binnenl. zaken heeft
den invoer van papegaaien naar Pruisen met in
gang van Donderdag jl. tot nader order verboden.
Maatregelen tot het tegengaan van het
kwaad in de Vereen. Staten.
Reuter meldt uit Washington:
De bonds-, staats- en gemeentelijke autoriteiten
van den gezondheidsdienst treffen gemeenschappe
lijk maatregelen tot het beteugelen van de verbrei
ding van de papegaaienziekte. Totnogtoe stierven
acht personen aan deze ziekte; een vijftigtal zijn ar
door aangetast, waarvan twaalf te New York.
Te Salzwedel een Joelende menigte ln bot
sing met de politie.
Te Salzwedel in de Altmark hebben werkloozen Don
derdagavond een optocht door de stad gehouden. De de
monstranten marcheerden Joelend en met muziek voor
op door de stad. Toen de politie de muziekinstrumen
ten ln beslag nam, trokken ongeveer 60 mannen naar
het politiebureau om de Instrumenten op te elschen. Het
kwam tot heftige botsingen, waarbij de politie van den
gummlestok gebruik maakte, Eerst na geruimen tijd
slaagde zij er in de rust te herstellen. De voornaamst#
raddraaier werd met eenige andere belhamels ln hech
tenis genomen. In zijn cel sloeg hij alles kort en klein,
terwijl hij zich met behulp van zijn kameraden buiten
trachtte te bevrijden, wat hem echter niet lukte.
Vier dooden. meer dan veertig gewonden.
Te Hartmannsdorf ln het district Chemnitz hebben
Woensdagavond eveneens ernstige botsingen plaats ge
had tusschen betoogende werkloozen en politie. Onge
veer 1000 betoogers vielen de dertig agenten aan, die
genoodzaakt waren van hun wapens gebruik te maken
Vier werkloozen werden gedood, 26 gewond, 15 agenten
werden door steenworpen of messteken gekwetst.
Meer politie in bet bezette gebied
In verband met de werkloozenrelletjes te Worms en
de aangekondigde plannen der werkloozen om op het
Ingeslagen pad voort te gaan, heeft de D. Volkspartij
in den Landdag voorgesteld, met nadruk bij de rijka-
regeerlng aan te dringen op versterking van de politie
in het bezette gebied.
Volgens het Vredesverdrag mogen ln het bezette Hes-
slsche gebied na het vertrek der bezetting slechts 700
man politie, alles bij elkaar genomen, worden gehouden.
Men meent nu, dat de Jongste voorvallen duidelijk
hebben bewezen (er moet in allerijl politie uit Darmstadt
naar Worms worden ontboden om de zwakke gemeente
politie te versterken), dat het genoemde maximum g«-
onvoldoende is.