Alisimi Nitus- Aiiciunic- liiiiiuUil n- STER-TABAK Uitgevers: N.V. v.h. TRAPMAN Co., Schagen. Eerste Blad. Hollandsche Maatschappij van Landbouw Afd. Zijpe en Omstreken. S. KROM !il| Alkmaar. Binnenlandsch Nieuws. De moord te Voorburg. Dinsdag 4 Februari 1930. C A 0 E R 73ste Jaargang No. 8606 Dit blad verschijnt viermaal per week: Dinsdag, Woensdag, Donder dag en Zaterdag. Bij inzending lot 's morgens 8 uur, worden Adver- tentiën nog zooveel mogelijk in hel eerstuitkomend nummer geplaatst. POSTREKENING No. 23330. INT. TELEF. No. 20. Prijs per 3 maanden fl.65. Losse nummers 6 cent ADVERTLN- TIcN van 1 tot 5 regels f 1.10, iedere regel meer 20 cent (hewijsno. inbegrepen), flrnotere letters worden naar plaatsruimte berekend. DIT NTJMMER BESTAAT UIT VIER BLADEN. De algemeene vergadering van dc afdeeling Zijpe en Omstreken van de Hollandsche Maatschappij van Land bouw had Zaterdag 1 Februari 's morgens 10 uur plaat3 in het café van den heer J. Broer te Schagerbrug. Slechts een 12-tal leden was aanwezig. Voorzitter de heer H. Rezelman, secretaris de heer W. Nieman. In zijn openingswoord sprak de Voorzitter zijn teleur stelling uit over de geringe opkomst, mapr hij hoopt dat met het kleine aantal aanwezigen de zaken weer goed zouden worden geregeld. De notulen worden gelezen, die na een enkele, opmer king worden goedgekeurd. Naar aaneliding van de notulen brengt de heer Kant de wenschelijkhcid naar voren dat de daartoe benoemde commissie eens een rapport uitbrengt over de resulta ten die worden vei kregen met het inenten tegen het kalfverwerpen. Ingekomen stukken. De vergadering vindt goed dat het Hoofdbestuur voortaan een algemeen diploma verstrekt voor het met vrucht volgen van de landbouwwintercursussen. Door het hoofdbestuur was een schrijven ingezonden over de klachten die elders rijzen over het laten loopen van kippen op de landerijen. De heer Broer oordeelt dat het grasland niet in aan merking komt voor een bedoeld verbod, maar de heer J. de Moor, meent dat deze quaestie niets nieuws onder de zon vormt, want de politieverordening voorziet er voldoende in. Men behoeft toch niet voor een andermans vee te zorgen. Door het Hoofdbestuur wordt gewezen op de groote voederwaarde van aardappelen voor het vee. I>e heer Van der Sluijs zegt dat de Coop. Malerij hier over reeds bericht heeft ontvangen en gevraagd is of die zich voor de verkrijgbaarstelling beschikbaar wil stellen De Minister van Financiën berichtte dat ten behoeve van den landbouwwintercursus een rijkssubsidie wordt verleend van f 360.80. Van het Hoofdbestuur was ook ingekomen het ver slag van de algemeene vergadering waar het ontwerp^ pachtwet is behandeld. Door 4 personen uit de afdeeling was deze vergadering bezocht en deze personen oordeel den dat het niet gewensebt was dat door een rijkswet de verhuurders te veel aan banden worden gelegd. De heer Van der Sluijs merkt op dat de op die ver gadering naar voren gebrachte meeningen zoo verschil lend waren en voor de regeering zal het moeilijk zijn een concusie te trekken uit de discussien in die vergade ring gevoerd. Spr. stelt zich voor dat het ontwerp-pacht- wet heel weinig veranderd zal worden. De Voorzitter merkt op dat aan de afdeelingen vra genlijsten zullen worden gezonden, en aan de hand van deze ingevulde vragenlijsten zal het hoofdbestuurs zijn advies aan de regeering uitbrengen. De rekening van de tentoonstelling en de ver loting. Door de hoeren Lindenbergh en Kant waren de be scheiden van de tentoonstelling en verloting nagezien. Alles was in orde bevonden en geadviseerd wordt de rekening goed te keuren. De ontvangsten bedroegen f 4926.85, de uitgaven f 4780.17, batig saldo f 146.68. Door den heer Kant wordt nog opgemerkt dat de ten toonstelling een belangrijk verlies oplevert en dat het de vraag zal wezen of de afdeeling het op deze manier kon volhouden. Het verlies bedroeg pl.m. f 600, de ten toonstelling telt vele rubrieken en de afdeeling leef op deze wijze boven haar stand. Vroeger hadden we bijv. van het hoornvee een afdeeling beste melkkoeien en melkvaarzen, maar het aantal afdeelingen is dermate uitgebreid dat we ernstig zullen moeten overwegen of de tentoonstelling niet bescheidener moet worden ingericht. De Voorzitter zegt dat dit ook zijn opinie is. Spr. wil de tentoonstelling graag in eere houden maar wil pro- beeren haar op bescheidener voet te houden. De heer Kant wijst er op dat aan bekroningen is be taald f 745, dat het toch blijft voor de Zijpe, want de aanvoer van buiten, van Wieringerwaard, Schagen, Bar- aingerhorn enz. is zeer gering. De heer Joh. Bruin laat een ander geluid hooren. Spr. wijst op de eischen die de menschen aan een tentoon stelling stellen en wanneer de rekening eenigszins slui tend is te maken, wil spr. het programma niet besnoeien Besnoeiing toch zou minder bezoek aan de tentoon stelling veroorzaken. De Voorzitter erkent dat met het besnoeien voorzich tig te werk moet worden gegaan. Het laatste jaar was het weer bijzonder gunstig, doch dat kan anders wezen en dan zouden we finantieel een strop krijgen. Ook de heer De Graaf oordeelt dat de tentoonstelling niet te benauwd moet worden opgezet, anders wordt ze heelemaal niets. De rekening wordt hierna goedgekeurd en de Voorzit ter brengt den penningmeester dank voor zijn beheer, da commissie voor haar onderzoek. Ook voor dit jaar zal de koninklijke goedkeuring wor den gevraagd op de te houden verloting. Alvorens tot de rondvraag over te gaan merkt de Voorzitter op dat hij vorige maal heeft geadviseerd dat het overblijvende terrein voldoende ruimte bood voor het houden van de tentoonstelling. Inderdaad bleek dat het geval te wezen en de afdeeling zal het dan ook op prijs stellen als de gemeente het land weer voor de tentoonstelling beschikbaar stelt. De twee den kwestie evenwel is, dat het terrein voor het houden van festiviteiten niet in orde is en spr. zou aan de aan wezige leden van het Dag. Bestuur de gemeente de vraag willen stellen of het terrein voor lichamelijke oefeningen beschikbaar kan worden gesteld of het andere terrein. Als het land goed gedraineerd en vlak gemaakt wordt, Is dat zeer goed te gebruiken. De heer J. de Moor zegt dat het terrein voor licha melijke oefeningen vlak gemaakt en gedraineerd is, en dus voor de tentoonstelling in orde is. Ook het land aan den anderen kant zal gedraineerd worden en de gestoken greppels gedicht worden. De heer Kant zegt, dat wellicht de tentoonstelling nu de weg klaar, is, aan den anderen kant gehouden zou kunnen worden en de festiviteiten op het terrein voor lichamelijke oefeningen. De heer De Moor zegt. dat daar over te praten is. De heer J. Broer acht het zeer wenschelijk dat de ledige wagens en auto's van het tentoonstellingsterrein worden verwijderd opdat men een goed overzicht over de tentoonstelling heeft. De Voorzitter stelt zich de vraag of nu de weg naar de school klaar is, wellicht omgereden kan worden. De lieer De Moor zegt dat dit uitgesloten is en merkt voorts op, dat besprekingen over de tentoonstelling in een volgende vergadering aan de orde dienen te komen, want dit punt wordt niet op de agenda vermeld. Ecu heleediging den voorlichtigsdienst aan gedaan. Aan de orde is nu de rondvraag en de heer Rampen bestuurslid, zegt dat hij zelf niet op den deze week ge houden praatavond van de afdeeling is geweest, maar gehoord te hebben dat daar iets is gebeurd. Spr. zou die kwestie weer graag in orde willen hebben. De Voorzitter, die oorspronkelijk eenige toelichting wil de verstreKken. oordeelt het beter deze zaak in comité te bespreken. De heer De Moor vermoedt, te weten, waarover de heer Rampen inlichtingen wil hebben en spr. wil beslist deze zaak in het openbaar behandelen. Het is een zaak van zoo algemeen groot belang, van belang voor den geheelen boerenstand van de gemeente Zijpe, dat spr. het verkeerd zou vinden de kwestie maar in een onder onsje te behandelen. Ook spr. is niet op dien praatavond geweest, maar hem is medegedeeld, dat bij de opening door den Voorzitter, den heer Rezelman, tot mijnheer Velders werd opgemerkt, dat hij over tijd was met dezen praatavond. Dat ging zeer gemoedelijk en goed en er werd verder geen notitie van genomen, vooral daar mijn heer Velders voldoende redenen aangaf, waarom er eeni ge stagnatie was ontstaan in het werk. Maar na afloop van de bespreking bracht het bestuurslid de heer W. Jimmink da kwestie weer ter sprake en hij deed dat op een dusdanige manier, die voor den heer Velders zeer beleedigend was en de heer Velders de vergadering heeft verlaten en niet van plan is meer terug te komen. Spr. stelt nu de vraag wat er is gebeurd, wat de reden is ge weest, dat op een dergelijke manier tegen de heer Vel ders is opgetreden, en wat het bestuur denkt te doen om deze zaak weer in 't reine te brengen. Mogen wij eens een proef- wasch bij U komen halen? U zult beslist tevreden zijn. Want men moet deze 2 feiten van heel groot belang niet vergeten, le dat de heer Velders na een dusdanige beleediging het zaakje neerlegt, en 2e, dat onze land bouwers op zeer ernstige wijze daardoor worden ge dupeerd. Spr. is zelf geen boer meer en woont deze praatavonden niet meer bij, maar wel hoort spr. van vele landbouwers in de Zijpe, dat zij deze avonden op zeer hoogen prijs stellen. En dat blijkt ook wel uit de opkomst. Spr. merkt voorts op dat de heer Velders dat vele werk geheel belangeloos doet, hij verdient er geen cent mee en is niet verplicht het te doen. De heer Vel ders doet het echter uit eigen beweging, hij gevoelt er groote lust toe om op een dusdanige wijze in het belang van de landbouwers werkzaam te zijn. En dat de heer Velders daar veel tijd en moeite aan besteedt, is niet gering te schatten. Zooals spr. hoort zijn deze praat avonden van groot nut en spr. heeft zelfs boeren gespro ken, die zeggen er veel voordeel van te hebben, zij leeren er zeer veel door. Maar dat de heer Velders dan op een dusdanige manier wordt behandeld, is buitengewoon af keurenswaardig. Dat de Voorzitter als zoodanig er op had gewezen, is hem niet kwalijk genomen en de heer Velders heeft toen ook uitleg gegeven, maar de manier waarop de heer Jimmink het deed, was minderwaardig en valt niet goed te praten. Spr. herhaalt geen landbou wer meer te zijn, maar toch veel belang in den landbouw te stellen, meer dan men misschien wel denkt en spr. acht zich verplicht voor de belangen van de landbou wers op te komen. Spr. vraagt daarom wat het bestuur van plan is om deze kwestie in orde te maken. De Voorzitter zegt dat de gedachte, een keer of wat was. om den heer Velders hier weer te krijgen, voor het houden van praatavonden. Dat duurde evenwel wat lang en daar heeft spr. bij de opening op gewezen. Er waren er die over dat te lang wegblijven klaagden, omdat zij den uitslag van de proefvelden wilden weten, om daar naar hun bemesting te regelen. Daarom wees spr. er in zijn openingswoord op, en de heer Velders heeft toen ge wezen op zijn drukke werkzaamheden en op het feit. dat hij niet alleen voor de Zijpe werkzaam was. Spr. heeft zich bij dat antwoord neergelegd en de praatavond was ook nu weer zeer animeerend en de uitslag van de proefvelden zóó, dat een ieder tevreden was. Aan het einde van de bespreking is de heer Jimmink weer be gonnen over het late komen. Sp*. weet niet precies meer wat de heer Jimmink heeft gezegd, en de heer Velders nam dat kwaad op en hoewel spr .23-maal getracht heeft hem terug te krijgen, heeft de heer Velders de vergadering verlaten. Het spijt spreker ontzettend dat het gebeurd is. want onze gemeente had in den heer Velders een goede voorlichter. Spr. weet ook dat het den heer Jimmink spijt en deze de bedoeling niet heeft gehad den heer Velders te beleedigen. Als de heer Jimmink gedacht had den heer Velders met zijn opmerking te zullen tarten zou de heer Jimmink het niet hebben gedaan. Later heeft de heer Jimmink er dan ook zijn spiit over te ken nen gegeven. Ook spr. drukt er z;jn spijt over uit en hoopt dat het weer in het reine is te biengen. Spr. hoopt dat leden en bestuur zullen aanwijzen op welke manier het weer mogelijk zal zijn dat de heer Velders ons op dezelfde wijze weer van voorlichting dient. Spr. wil het hier in het publiek en in het algemeen belang zeggen dat hij het werk van den heer Velders respecteert en hoewel ook geen landbouwer meer zijnde, de vergade ringen met volle ambitie heeft bijgewoond, 't Zijn altijd mooie avonden geweest en het zou spr. spijten als we den heer Velders niet meer konden krijgen. De. heer De Moor keurt nogmaals af dat de heer Jim mink op een dusdanige manier is opgetreden en de heer Jimmink mag nu zeggen dat hij er spijt van heeft, maar hij heeft den heer Velders inmiddels de beleediging aangedaan en hij had dan maar zijn verstand moeten gebruiken. Hoe het met den heer Velders weer in orde te krijgen? Spr. kan wel verklaren dat de heer Velders met de afdeeling niets meer te maken wil hebben of het bestuur moet in een schrijven aan den heer Velders zijn groote spijt over het gebeurde uitdrukken, welk schrij ven dan onderteekend dient te worden door den Voorzit ter. de andere bestuursleden en ook door den heer Jim mink. Anders wil de heer Velders niets met de afdee ling en met het bestuur zoolang de heer Jimmink be stuurslid is, te doen hebben. De heer Kant zegt geen bestuurslid te zijn en ook den praatavond niet bezocht te hebben. Maar ook spr. is Don derdagochtend de scene meegedeeld en toen later de kwestie nog eens met 45 menschen werd besproken heeft ook spr. er zijn afkeuring over uitgesproken en gezegd niet te begrijpen wat den heer Jimmink bezielde. Maar toen spr. dan hoorde dat het was gebeurd met voorkennis van het bestuur, toen, zegt spr., brak mijn klomp. Spr. wijst er op dat we den heer Jimmink vol doende kennen dat als er iets is de heer Jimmink rond uit zegt. en we weten ook alleen, dat hg wel wat al te lang van stof is. De heer Rampen verklaart als bestuurslid niets van het voornemen van den heer Jimmink te hebben afge weten. De heer Nieman, secretaris, zegt 3 maal bij den heer Velders te zijn geweest en daar met den heer Jimmink over te hebben gesproken. Spr. wist dus wel dat er over gesproken zou worden en als men eenmaal met den heer Jimmink begint niet gauw aan een eind te zijn. De heer De Moor zegt dat niet vergeten moet worden dat de heer Velders het werk voor niets doet. lie Voorzitter wijst er op dat de heer Velders er nog op had gewezen dat de weersomstandigheden een rol hadden gespeeld. De heer De Moor zegt dat de heer Velders ontzettend veel werk heeft gehad om de zaak voor elkaar te zet ten, voor de praatavond en als men dan nog op een der gelijke manier wordt beleedigd, kan spr. best begrijpen dat men dan wegloopt De heer Kant betreurt het buitengewoon en de heer De Graaf vindt het vooral voor de landbouwers jammer. De heer Nieman zegt dat het bestuur niets van het voornemen van den heer Jimmink bekend was. De Voorzitter zegt dat het alleen mondeling wel eens is besrroken. De heer Kant zegt dat het goed recht was van den Voorzitter, bij de opening de opmerking te maken, en de heer Velders heeft dat ook niet kwalijk genomen, maar daar had het mee uit moeten wezen. De Voorzitter drukt er nogmaals zijn spijt over uit, dat de heer Jimmink er weer over begon. De heer Jim mink had het over „belofte maakt schuld" en heeft dat 2, 3 maal gezegd. De heer Lindenberg zegt dat de heer Jimmink het niet zoo erg bedoeld mag hebben, het was toch geen goede manier van handelen. Opgemerkt wordt dat de heer Jimmink geen bestuurs lid is. De heer De Moor zegt dat hij dan den weg heeft aan gegeven, om het weer in 't reine te brengen, een brief schrijven dat het bestuur er zijn spijt over uitspreekt en dat schrijven ook door den heer Jimmink te doen onder teekenen. De heer Nieman zegt, dat de heer Jimmink dat vast wel doet. De heer Kant merkt nog op, dat de heer Velders dit over zich heeft, dat hg iemand op weg helpt, maar dat men daarna zichzelf moet redden en den heer Velders moet opzoeken. Maar dat is te begrijpen met het oog op zijn drukke werkzaamheden. De heer G. van der Sluijs oordeelt ook dat het van be lang is voor den boerenstand om het met den heer Vel ders weer in orde te brengen. Spr. wijst op den strijd om het bestaan in het boerenbedrijf en op het feit dat de uitkomsten voor een groot deel afhankelijk zijn van de wetenschappenlijke onderzoekingen. Spr. is dan ook overtuigd van het groote nut van de belangstelling die de heer Velders voor onze ge meente aan den dag legt en geeft in overweging alles te doen om den heer Velders weer tot zich te trekkvn. De Voorzitter zegt dat het Bestuur zal trachten het weer in orde te krijgen. De heer Kant zou graag willen, dat de heer De Moor zich vilde belasten met de redactie van het aan den lieer Velders te richten schrijven. De hcci De Moor meent, dat het Eestuur dien brief wel in elke ar kan zetten. De Voorzitter hoopt het met elkaar te kunnen doen. De hcci De Graaf zegt. dat a'.s de kwestie wordt bij- gelcgJ. het c-n aanwinst zn! zgn voor de Zijpe. Dc h:er Ji.h Bruin merkt cp. dat uit dc woorden van tlra hc?r De Moor v.cl blijkt, dat de heer Velders geen kv/sad met kwaad wil vergelden. Als lid van Je corninvan toezicht op de R.L.W.S. te Schagen. hoc:t ..p:altijd met genoegen de lessen van den heer Velde:., dien spr. als een zeer bekwaam en hoogstaand persoon heeft leeren kennen. En waar de eischen van oen heer Velders niet teveel eischend zijn. zal spr. den heer Velders in onze gemeente graag terugzien. Als bestuurslid v/il spr. daar gaarne aan meewerken. Bg het vervolgen van den rondvraag informeert de heer Bruin dan neg eens naar de resultaten van het inenten tegen het kalfverwerpen. Uit dc mededeelingen blijkt, dat dc commissie van de rijksseruminrichtlng de adressen van veehouders, die kalfverwerpers hadden, heeft opgevraagd en naar net percentage heeft gevraagd, maar daarna niets meer van zich heeft laten hooren. De heer Van der Sluijs merkt op. dat het inenten door de veeartsen gebeurt en die zich dus wel in ver binding zullen stellen met de commissie. Spr. deelt mede, dat de inenting 5 jaar door zijn zoon ln toepas sing wordt gebracht en nadien geen kalfverwerpen plaats vindt. En de veearts noemde dat nu een geval waarop was voort te bouwen en waarover een rapport kon worden uitgebracht. Bij het onderzoek wordt een bepaald systeem gevolgd. Nadat dc hee: -.t nog heeft 'opgemerkt, dat voor het invullen van vragenlijst ter zake de pachtwet, spoedig zal' moetc worden vergaderd, volgt sluiting, waarbij de Voorzitter dank gezegd voor de samenwer king en den wensch had uitgesproken, den voorlich tingsdienst weer op de hand te zullen krijgen. Vele menschen vragen al tijd weer „iets nieuws", om dat het oude geen bevredi ging schenkt Deze rookers denken hier anders over. Zij blijven bij omdat ze er van overtuigd zijn, dat er niets beters bestaat HET ZIEKENHUIS TE ALKMAAR. Raadsbesluit goedgekeurd. Ged. Staten van Xoordholland deelen inede, dat i.tj in het door de reclamanten tegen het raadsbesluit vaa Alkmaar van 5 Scpt. 1929 waarhij werd vastge steld een verordening voor het stadsziekenhuis aan gevoerde geen aanleiding hebben gevonden om aan do bedoelde verordening goedkeuring te onthouden, welke goedkeuring daarom heden wordt verleend. EEN HARDLOOPER. Zaterdagavond is een 23-jarige Duitsche matroos, die bij een vrouw op den Sehiedamschcn dijk te Rot terdam op bezoek was geweest, er vandoor gegaan met een horloge met ketting. Be vrouw zette hem luid schreeuwend na, weldra geassisteerd door een groote menigte. Dc matroos Kon vrij hard loopen en kreeg een groot en voorsprong. Bij het publiek voegde zich evenwel ook een jongeman, die als hardloou. f al aardige successen heeft gehoekt en vooral op de 100 meter en matador is. Deze slaagde erin den vliun- teling te achterhalen. Hij is opgesloten. DE AANRIJDING OP EEN ONBEWAAKTEN OVERWEG TE ASSEN. De grijsaard overleden. Te Assen is Zaterdagavond in het hospitaal over- lenen de 93-jarige J. Ilonning, die Vrijdag op den on- bcwaakten overweg aan de Loonerstraat aldaar door een locaaltrcin uit Rolde werd gegrepen en met ern stige ribben- en urnifractuur moest worden opgeno men. Een der verdachten ter beschikking ge steld. De andere vrijgelaten. Inzake den op den lOden Jannen onder Voorburg gepleegden mooni op den Voo.burgschen manufac- turier v. d. Drift wordt meegedeeld, dat de aangehou den verdachte, de 35-jarige .1 B. ter beschikking der Justitie is gesteld cn in het Muis van Bewaring is ingeloten. Van bevoegde zijdp deelt men mede. dat «le arres tatie van een tweeden persoon, geen direct verband hield met den moord. Deze persoon is dan ook weer op vrije voeten gesteld. Ook van het vinden van een revolver, waaromtrent men berichtte, is te bevoegder plaatse niets bekend.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1930 | | pagina 1