WAT HEEFT HET GRONDONDERZOEK ONS DE LAATSTE JAREN GELEERD OMTRENT DE CULTUURWAARDE VAN DE WIERIN- GERMEERGRONDEN? Binnenlandsch Nieuws. Een radicale manier. De October-relletjes te Maastricht. Onhebbelijke kerkeraden. Beide beenen afgereden. dersklasse acte de prèsence en stemmen ze In met wat vroeger „burgerlijke frases" werden genoemd. Hoe dichter de partijen bij elkander komen te ataan, hoe grooter zonder twijfel het succes kan worden verwacht, dat men noodig heeft voor gunstiger tijden. Het was de afgeloopen weelc weer zeer slecht. De roode kool liep nog in prijs achteruit. Voor het aller mooiste kleingoed kon hoogstens f 5.80 worden ge maakt, de groote kool bracht van f 2.50f 3 op aan de Broeker velling. Aan de veiling van den Noordermarkt- bond, waar geen afzonderlijke noteering voor doorschot wordt opgegeven, lagen de prijzen tusschen f 2.10 en f 5.80. Aan de veiling der L.G.C. bracht tweede soort f 1.50—5.10 op. Uitmuntende kwaliteit kool wordt nog weinig aangevoerd. Men hoopt voor deze steeds op betere prijzen. Gevolg hiervan was, dat op het laatst der week niet genoeg eerste kwaliteit kool aan de vei ling kwam, om aan de vraag der exporteurs te voldoen. We vernamen dan ook, dat er nog verschillende par tijen op bonnen zijn verkocht, waardoor de prijs tot f 8 en iets hocger kwam. De aanvoer aan de L.G.C.-veiling beliep 3 spoorwagens, die aan de velling van den Noordermarktbond 74. Voor de houders van gele kool was de gepasseerde week weer ales behalve opwekkend. De prijzen waren enkele weken geleden belangrijk hooger dan nu. Drie weken tevoren werd 7 gulden betaald voor gele kool, die nu nauwelijks f 5 opbrengt. Dit betreft het puike kleingoed. Groote kool is ook wel in prijs achteruit- geloopen, doch niet in dezelfde mate. Groote gele kool bracht aan de Broeker velling van f 2.40f 2.80 op. Aan de veiling van den Noordermarktbond lagen Sn de afgeloopen week de gele-koolprijzen tusschen f 3.30 f 5.60. Aangevoerd werden aan beide veilingen 45 spoor wagens. Eijzonder slecht zijn de prijzen van Deensche witte kool. Maandag bracht ze aan de veiling van de Lan- gendijker Groentencentrale f 1.10f 1.80 op, aan die van den Noordermerktbond f 0.001.80. Deze prijzen bleven met geringe afwijkingen de heele week gelden, zoodat een wagen van 10.000 K.G. Deensche witte kool gemid deld niet meer dan f 140 zal hebben opgebracht. Een leek begrijpt, dat hier verlies op zit. In totaal werden 140 spoorwagens geveild, w&arvan 96 te Noordschar- woude en 44 te Broek. Uien blijken er nog heel wat te zijn. Verschillende bouwers gevoelen niet de minste behoeft om nu, bij deze lage prijzen, aan het uitzoeken van uien te beginnen. D onkosten worden nauwelijks door de opbrengst goed gemaakt. Men riskeert het daarem nog maar een tijdje en laat de uien in hoepen staan. Men bereidt er zich al eenlgszins op vtcr, dat ze straks in de sloot terecht zullen komen of als bemesting over de akker zullen worden gestrooid. Voor gewone uien werden prijzen van f 1.101.80 besteed; drielingen brachten aan de Broelter veiling van f 0.901.20 op, aan de velling van den Noordermarktbond van f 1.802.40; nep f 2.402.50, grove uien f 1.50—2.20. Een 14-tal spoorwagons van 10000 K.G. werd geveild. Voor groote peen werd f 0.90 tot f 2.20 betaald, voor kleine f 0.86—1.20. Bieten brachten van f 1.502.30 op; de aanvoer was gering. Voor sprultkool werd van f 810 betaald. Groene kool werd betaald met f 1.402.60 per 100 st. De laatste cursusvergadering in dezen winter, ge houden voor de Vereeniging van Oudleerlingen der Rijkslandbouwwinterschool tc Schagen, vond Maan dag 3 Februari 1930 plaats in het Noordhollandsch Koffiehuis van Mevrouw Wed. L. Zwaag. Op dezen dag hield de heer Ir. S. Smeding te Scha gen een tweetal voordrachten, des morgens tot onder werp hebbende; „Wat heeft het grondonderzoek ons dc laatste jaren geleerd omtrent de cultuurwaarde van de Wieringermeergronden?" en des middags „De ervaringen in den Andijker proefpolder en de beteo- kenis hiervan voor het in cultuur brengen van de toe komstige Zuiderzeegronden. (Met lichtbeelden.) Dat, nu de werkzaamheden voor de droogmaking meer en meer vorderen, de belangstelling voor de te behandelen onderwerpen steeds meer toeneemt, bleek wel uit de buitengewoon groote belangstelling. De Voorzitter, de heer K. Koster te Midwoud, heet namens het bestuur allen hartelijk welkom en het doet spr. inderdaad groot genoegen deze overgroots belangstelling te mogen constateeren. Spr. heet dan in de eerste plaats in het bijzonder welkom de he'.?r P. Stapel Cz., Hoogkarspel, voorzitter van de Vereeni ging tot Ontwikkeling van den Landbouw in Hol lands Noorderkwartier, de vereeniging waarmee onze vereeniging den laatsten tijd zoo trouw samen werkt. Het doet spr. genoegen dat naast de vele leden van Noorderkwartier, we ook den voorzitter in ons midden hebben. Ook bijzonder welkom heet spr. den heer K. Kuiper, Oostwoud, ondervoorzitter van de Hollandsere Maatschappij van Landbouw. Het is ons aangenaam ook van die zijde belangstelling te mogen waarnemen, het is ons bekend dat ook meerdere hoofdbestuursleden hier aanwezig zijn. Voorts doet het ons genoegen de aanwezigheid te mogen consta teeren van den heer Van Panhuis, directeur van hot rijksbureau voor ontwatering en van den heer Van Reenen, oud-Burgemeester van Bergen. Tenslotte heet spr. dan hartelijk welkom de eere-leden, speciaal dan het eerelid den heer Ir. S. Smeding, die zoo vrien delijk zal zijn ons straks bezig te houden met de onderwerpen die ons aller belangstelling hebben. Het was reeds in Februari 1921 dat de heer Smeding voor onze vereeniging mededeelinge-n heeft gedaan over de droogmaking van de Wieringermeer, wat zich later herhaald heeft in 1925. Kon in 1921 slechts mededee- lingen worden gedaan over de plannen der droogma king, thans is er een snelle afwerking van de plan nen. Spr. heeft straks bij zijn gang hierheen kunnen constateeren, dat het water zakkende is. Spr. twijfelt niet of de heer Smeding, wien de droogmaking van de Wieringermeer zoo na aan het hart ligt, zal deze onderwerpen weer op uitvoerige, leerzame wijze toe lichten. Spr. hoopt dat we met. elkaar weer een aan- genarncn en leerzamen dag zullen hebben, maar ver zoekt, met hot oog op de ongesteldheid van den ge- achten spreker, het rooken na te laten. De heer Ir. Smeding, het woord verkrijgende, be treurt zeer dat den aanwezigen verzocht moest wor den het rooken eenigermate te matigen. Spr. weet ♦bij ondervinding dat dit dikwijls juist het grootste genot van een voordracht is. Maar spr. belooft dat hij zooveel mogelijk voor compensatie zal zorgen. Zou men aan het verzoek niet voldoen, dan weet men wat het gevolg zal kunnen zijn, n.1. dat spr. uitvalt, want het stond er vanmorgen naar dat spr. zijn voordracht niet zou kunnen houden. Zooals door den Voorzitter is medegedeeld, heeft spr. een paar maal eerder de zaak voor deze vereeni ging besproken en heeft hij in 1921 gepoogd een en ander over de droogmaking der Zuidei zeegronden te vertellen. Er was toen echter ong zeer weinig bekend, vooral landbouwkundig, daar men van de zaak a'- leen de technische zijde had bekeken. Nadien is samengesteld geworden het rapport van de commissie-Lovink, aan welk rapport ook spr. mocht meewerken en waarin vele historische gegevens rijn te vinden. Op welke wijze de gronden menschen in cultuur gebracht zouden moeten worden, daaromtrent waren er zooveel open vragen dat het zeer gewenscht was dat een proefpolder zou worden aangelegd. Zeer gelukkig hebben we een proefpolder gekregen, die een prachtig terrein vormde voor samenwerking tus schen praktijk en theorie. Spr. zou het bejammeren als Noordholland niet de primeur kreeg iets over het in cultuurbrengcn van de gronden te hooren zou krij gen en dat is dan ook de reden, dat spr. er gaarne in .heeft toegestemd vandaag zijn voordracht te hou den. Inderdaad is het water reeds zakkend. In den ho;k bij Aartswoud is het water reeds 070 c.M. gezakt; de machines te Medcmblik en Den Oever werken met een enorme capaciteit. Al heeft de uitmaling dan nog niet officieel plaats, doordat de machines nog niet officieel in werking zijn gesteld, er wordt met enorme kracht aan de uitmaling gewerkt, en het water zakt dan ook per dag 2 centimeter. Verleden week Dins dag was de stand 61 c.M. A.P., en nu ongeveer 73 r.M. A.P. En de vraag die dus thans gesteld dient te worden is: „Wat er nu aanstonds boven komt. De zeer interessante mededeelingen van den heer Ir. Smeding hebben we reeds in ons nummer van 7 December 1.1. opgenomen en in hoofdzaak kunnen we dus daarnaar verwijzen. Met mooie lichtbeelden krijgen dc aanwezigen nog een indruk van de vele werkzaamheden, verbonden aan het in cultuur brengen van den Balgzandpold*r cn aan de hand van een mooi uitgevoerde kaart, deeli de heer Smeding nog een en ander mede van de verkaveling van de Wieringermeer. Door den spreker werd o.m. mededeeling gedaan over dé capaciteiten van het electrisch gemaal ie Medemblik, en het Dieselgemaal tc Den Oever, welke beide gemalen voor de uitmaling van de Wierineer- meer zorgen. Het electrisch gemaal te Medembli!:, met 3 pompen, met een capaciteit van 400 M3. per minuut, dus een totaal vermogen van 1200 M3., ver plaatst op het oogenblik, door de weinige opvoer- hoogte, 2100 M3. Hst Dieselgemaal te Den Oever met 2 pompen, heeft een vermogen van 2 X 200 M3., doch zal thans ook nog wel een grootere hoeveelheid verplaatsen. Van de geprojecteerde hoofdwegen zal de wegbaan 30 meter breed worden. -Van de gelegenheid die voor de pauze wordt ge boden om vragen te stellen, wordt gebruik gemaakt door den heer Van Panhuis, die de vraag stelt, waar de baggergrond uit de kanalen in de Wieringermeer is beland. De lieer Ir. Smeding zegt, dat men hierover zijn hart vasthoudt. Het was de bedoeling dat het zand in depots bijeengebracht zou worden, om later voor de wegbaan gebruikt te worden. Een deel is wel op de toekomstige wegbaan gestort, maar men zegt dat aan de voorschriften in dezen verschillende varianten zijn gegeven. Men zal zich dus kunnen indenken, dat later ergens grond wordt aangetroffen, dien men er lie ver niet zou hebben. Spr. hoopt er het beste van, ma;,r zeer gerust is spr. niet. Hierna wordt gepauzeerd. Na de pauze gaat de heer Ir. S. Smeding over tot de bespreking van den Andijker Proefpolder. Ook voor deze mededeelingen mogen we verwijzen naar ons nummer van 7 December 1.1. Wat het t-»r rein van de werkzaamheden van de ingestelde com missie betreft, deelde de heer Ir. Smeding nog he'. volgende mede: In den Augustus 1927 drooggevallen proefpolder vinden onderzoekingen plaats in drieërlei richting; 1. Het c h e m i s c h-p hysisch grondonder zoek heeft ten doel gegevens te verschaffen in zake de ontzilting van den grond, de omzetting van natron- in kalkklei, alsook betreffende de eigenschappen, welke voor de structuur van den grond van beteeke- nis zijn. 2. Door middel van het micro-biologisch onderzoek wordt getracht een inzicht te verkrij gen in de geleidelijke overgang van „zeebodem" tot cultuurgrond, voor zoover lagere organismen hierbij een rol spelen. 3. Uit de in grooten getale aangelegde proef velden worden aanwijzingen verkregen welke de cultuurmogelijkheden zijn in de verschillende stadia van ontwikkeling dezer jonge gronden. De onderzoekingen, genoemd onder 1 en 2 hebben ten doel gegevens te verstrekken voor een oordeel- kundigen opzet van de onder 3 genoemde proefvel den, alsmede voor de verklaring van wat in het al gemeen te velde wordt waargenomen. Ook meteo rologische waarnemingen worden zoo vol ledig mogelijk gedaan, een en ander dus, om te trach ten een overzicht te krijgen van de vele factoren welke in meerdere of mindere mate, direct of indi rect, invloed uitoetener op de ontwikkeling der ge wassen. Dat dit doel zich slechts gedeeltelijk laat benade ren, behoeft geen nade»- betoog. Ook zal het U allen duidelijk zijn, dat de omstandigheden; waaronder te Andijk gewerkt wordt, later in de W'meer in ver schillende opzichten anders zullen zijn. Als al toos in den landbouw, zal ook hier van het toepas sen van recepten geen sprak* kunnen ziyi. Wel zal het vele in den proefpolder verkregen en nog te verzamelen materiaal zoowel van wetenschappelïjken alsook van practlschen aard, het inzicht kunnen ver ruimen en de mogelijkheid scheppen, de toekomstige Zuiderzeegronden op meer rationeele wijze in cul tuur te brengen, dan anders mogelijk zou zijn. Na deze korte inleiding zal ik U een overzicht ge ven van de vragen, welkt, door middel van onze proefvelden nader onder oogen worden gezien. 1. Een van de hoofnvragen, waaromtrent in den proefpolder wordt getracht een beter inzicht te krij gen is wel, of vastgehouden zal moeten worden aan de hinderlijke en veel zorg vragende diepe open grep pels, welke zich in zoovele vroegen polders in de eerste cultuurjaren onmisbaar hebben betoond, of dat met een minder geld- en landroovende ontwate ringsmethode een voldoende nuttig effect kan wor den bereikt. Ten einde hieromtrent nadere aanwij zingen te verkrijgen heeft te Andijk een stelselmatige vergelijking plaats van evengenoemde (60—00 c.M.) diepe open greppels, op afstanden van 9 M„ met de op gelijke afstanden (van 90 c.M. tot 1.10 M. diep aangelegde drainretksen, terwijl tevens de aanleg heeft plaats gehad van ondiepe grep pels (3045 c.M.), op afstanden van 4.5 M. De lengte der genoemde greppels cn drainreeksen, loopende vanuit het hart van de kavel naar en lood recht op de kavelsloot, bedraagt 125 M. Een groot deel van het proefterrein is aldus stelsel matig op verschillende manieren ontwaterd cn deze „ontwateringsvakken" vormen dan ook het funda ment voor de belangrijkste andere proefvelden. Op tal van plaatsen zijn buizen in den groncl geslagen, waarin dagelijks de waterstand wordt opgenomen. 2. Op een deel van het terrein wordt nagegaan welke resultaten worden verkregen met grasland- aanleg, waartoe in verschillende stadia van ont wikkeling van den grond de inzaai van een gras- klavermengsel plaats vindt. Andere gedeelten van het proefterrein zijn direct in akkerbouw genomen, weer andere braak blijven liggen. 3. De belangrijkste winter- en z o m e r g e w a s- s e n zijn op diverse ontwateringsvakken uitgezaaid, alsmede verschillende variëteiten hiervan, om te zien aan welke gewassen, respect variëteiten, in de gegeven omstandigheden de voorkeur zal zijn te geven. I. Door middel van b m e 1 ingsproefvel- den wordt nagegaan, aan welve piantenvoedende stoffen eventueel behoefte bestaat. Tovens is aange vangen met het Neubauer-onderzoek, om vergelijkings-materiaal te verzamelen, waarvan voor de W'meer-gronden later gebruik kan worden ge maakt. 5. Proefvelden met verschillende meststoffen, waarvan structuurverbeterende wer king mag worden verwacht, zijn of worden aange legd. 6. Verschillende klavers zijn uitgezaaid, omdat de ervaring in jonge polders heeft geleerd, dat van dit gewas aanzienlijke grondverbeterende werking kan uitgaan. 7. De voornaamste stikstofhoudende kunstmeststoffen zijn op enkele gewassen aangewend, om te zien of deze op jongen grond ver schil in werking vertoonen. 8. Nagegaan wordt welk resultaat wordt verkre gen mot het onderploegen van stalmest, alsmede van wikken. 9. Bij tarwe en koolzaad heeft zoowel vroeg als ook laat zaaien plaats gehad in verband met de kansen op uitwinteren. 10. In den gepasseerden herfst zijn grondbe werkingsproefvelden aangelegd, voor zo mer- en wintergewassen, omdat de diepte, waarop deze jonge gronden worden bewerkt, van grooten in vloed kan zijn op de latere structuur. II. Aannemende, dat een belangrijk deel van de W'meer-gronden groen gemaakt moet worden, is het van veel belang te weten, aan welke herkomsten van de belangrijkste gras- en klaverzaden op zoute gronden de voorkeur zal zijn te geven. Aange zien de productiviteit der graslanden ook later, dus na de ontzilting, aan zoo hoog mogelijke eischen moet voldoen, heeft de aanleg van deze proefvelden behalve te Andijk (op zwaren en lichten grond) even eens plaats op ouderen cultuurgrond (Groetpolder en Anna Paulowna). 12. Tevens wordt een onderzoek ingesteld naar een zoo doelmatig mogelijk samen te stellen mengsel van gras- en klaverzaden. 13. Onderzocht zal worden welk resultaat wordt verkregen met het scheuren van grasland na 2, i, 6 enz. jaren, omdat het niet onmogelijk is, dat het aanbeveling zal verdienen de W'meer-gronden aanvankelijk groen te maken cn daarna te bebouwen. 14. Verschillende tuinbouwgewassen zijn uitgezaaid, om te zien wdke gewassen (voor eigen consumptie) spoedig voor verbouw in aanmerking komen. Ook aan „beplantingen" (voor luwte) is eenige aandacht geschonken. Na deze opsomming van de voornaamste onderzoe kingen zal het U niet verwonderen te vernemen, dat de proefpolder langzamerhand eigenlijk te klein is geworden. Ontkend kan evenwel niet worden, dat ons „oreratie"-terrein door de drooglegging der W'meer een niet onbeteekenonde uitbreiding zal ondergaan. Aan de hand van een serie lantaarnplaatjes zal U thans een overzicht worden gegeven van wat de moeite loonde op de plaat te worden vastgelegd. Na de bij de lichtbeelden gegeven toelichting zal het U duidelijk zijn, dat het alleszins gewenscht zou zijn nog enkele jaren door te werken, alvorens van de resultaten van het proefpolder-onderzoek het volle profijt te kunnen trekken voor het in cultuur brengen der W'meergronden. Het voorstel van de Commissie- Lovink, een proefpolder te doen maken, uit haar rap port van 1924 blijkt dit duidelijk, was gebaseerd op de toenmalige plannen de W'meer pas droog te ma ken na het gereed komen van den afsluitdijk naar Friesland, waardoor eenige jaren van rustig onder zoek ter beschikking zouden hebben gestaan. Door aanneming van het Wetsontwerp van 1925 kwam evenwel vast te staan dat de drooglegging van de W'meer aan de afsluiting van de Zuiderzee vooraf zou gaan. Hierdoor werd het niet alleen noodig van Medem blik naar Wieringen een kostbaren z e e d ij k te bou wen (inplaats van een meerdijk), doch tevens is hier door een veel korter tijdsbestek beschikbaar geko men voor onderzoek der proefpolder-gronden. De W'meer-gronden volgen nu op die van den proefpol der met een tijdsverloop van ongeveer drie jaar, ter wijl volgens de oorspronkelijke plannen deze periode wel ongeveer 7 jaar zou hebben bedragen. Het spreekt echter wel van zelf dat het te Andijk verkregen en nog te verzamelen materiaal voor de W'meer niettemin van de grootste boteekenis moet worden geacht en de proefpolder, ondanks de even gemaakte opmerking, ais onmisbaar moet worden beschouwd voor het op rationeele wijze in cultuur brengen der W'meer-gronden. Met een hartelijk applaus gaven de aanwezigen hun erkentelijkheid te kennen over de wijze, waarop door middel van de lantaarnplaatjes de heer Sme ding een indruk had weten te gevon van hetgeen in den Proefpolder was verricht Wordt vervolgd. Een protestvergadering in Den Haag weggespoten. Communisten begonnen de vergadering af te breken. De Haagsche corr. van Het Volk schrijft d.d. 31 Jan De Haagsche Werkloozenvereeniging, een vereeni- ging, waarvan wij nog nooit eerder hoorden, zou gis teravond een protestvergadering houden in de feest zaal Pschorr in de Nieuwstraat. Wat het eigenlijke doel van die vergadering was, wist waarschijnlijk niemand. Vermoedelijk lag het in de bedoeling van het meerendeel der bezoekers, om den boel eens fijn op stelten te zetten. Onder de ruim 300 aanwezigen bevond zich een 70-tal Rotterdamsche „communisten" die onder aan voering van den heer Van Burink met vrachtauto s naar het Haagje waren gekomen. Meneer Van Burink wilde aan de vergadering ver tellen, wat en wie officieel C.P.H.-ers waren. Tegelij kertijd krijscliten eenige Haagsche Moskcudames, dat de Rotterdamsche „leijer" niet meer levend uit Den Haag zou komon en verschillende andere bezoekers schreeuwden, dat de recherche uit de zaal moest wor den verwijderd, omdat het anders „verrajerij" zou worden. Om hun geschreeuw met een daad te onder steunen, werd naar stoelen gegrepen. Dit was echter niet naar den zin van den eigenaar der zaal, die on gelukken vreesde. Aan diens verzoek om kalm te blijven, stoorde niemand zich. Integendeel. Men dreig de de zaal „af te breken". Zoo ver is het niet gekomen, want de zaalverhuur der wist op zeer drastische manier zijn wilde kom- munistische gasten te lcozen. Juiet toen het rumoer zijn hoogtepunt scheen te bereiken, gaf hij zijn kellner een wenk en deze kordate witjas greep een brand slang, gaf nog een laatste waai schuwing en toen klonk kort het hevel: „Open de kraan!" Een lekkere dikke straal water kwam met een druk van twee at mosfeer uit de slang op de huiden der oproerige heethoofden. De zaai werd niet ontruimd, doch een voudig leeggespoten. De gewaarschuwde politieman nen behoefden niets anders te doen dan in de Nieuw straat de natte kommunisten en hun evenzeer natte aanhangers tot doorloopen aan te manen. Achter de waterlinie met den spuitenden kellner bleef, hoog en droog op het tooneel, het bestuur van de jonge vereeniging, waarvan de penningmeester de zaalbuur betaalde, waarna ook deze heeren zich bij hun leden konden voegen. Nader vernemen wij. dat de vergadering mede ge organiseerd werd door het landelijk werkloozcn-agi- tatie-komitee en dat de oprichting van de Haagsche Werkloozenvereeniging eer. onderwerp van debat zou hebben uitgemaakt. Mededeeling van minister Donner Het re sultaat van het onderzoek naar het optre den van de politie. De Minister van Justitie heeft aan den Voorzitter der Tweede Kamer een brief gezonden, houdende mededee ling van het resultaat van een Ingesteld onderzoek naar de toedracht der ongeregeldheden te Maastricht in den avond van 16 October 1929 en naar het optreden van de politie bij die gelegenheid, welk onderzoek la Ingesteld ingevolge het door den Minister bij de behandeling van de motie-Vliegen op 25 October 1929 in de Tweede Ka mer door den Minister van Binnenlandache Zaken en Landbouw, kenbaar gemaakt voornemen. Het onderzoek is opgedragen aan den advocaat-gene raal, die een uitgebreid onderzoek ter plaatse hjpeft inge steld. Het resultaat van dat onderzoek wordt als volgt samengevat: In den avond van den 16en October te ongeveer 10 uur, werden werkwilligen onder geleiding van gewone en militaire politie naar huis gebracht Op een bepaald oogenblik werd uit de omstuwende menigte met ateenen en potten geworpen. De begeleidende politie, welke, in verband met de ondervindingen van voorafgaande da gen hierop was voorbereid, en zich een reserve had ver zekerd, heeft door het lossen van twee alarmachoten de ze reserve van negen man te hulp geroepen. Deze Is te voorschijn gekomen en heeft zich onder het lossen van schoten een weg gebaand, naar de begeleidende politie. Daarna is de menigte in twee richtingen gedreven. In de eene richting geschiedde dit door een drietal politieman nen, waarbij schoten ztjn gelost. Daaronder zijn die, wel ke een burger hebben gedood en een agent en een ma- reehnuasee die van de andere zijde ter versterking kwamen opdagen hebben getroffen, waarvan de eer ste later ook is overleden. Dat deze schoten door eM burger zouden zijn gelost, neemt de advocaat-generaal dus niet aan en ook overi gens zijn door hem geen aanwijzingen gevonden, welke steun geven aan het geuite vermoeden, dat dien avond door burgers zou zijn geschoten. Nadat ter plaatse de orde was hersteld, heeft de po litie in het verdere van den avond toen een gebod tot sluiting der café's en een verbod van samenscholen waren uitgevaardigd patrouille geloopen; daarbij heeft zij meermalen schoten en ook overigens niet voldoende maat weten te houden. Terwijl de advocaat-generaal aldus op grond van zijn onderzoek tot het oordeel moet komen dat het optrèden van de politie op dien avond in verschillende opzichten tot crltlek aanleiding geeft, schrijft hij Intuaschen het gebeurde vooral op rekening van den toestand, zooals die zich voor dien tijd had ontwikkeld. De werkwilligen en hunne gezinnen hebben naar zijn bevinding blootgestaan aan ernstige molestaties, waarbij niet enkele der stakers de schuldigen waren doch ook zij, die hen bij hunne actie op straat hebben bijgestaan. Anderzijds is door de politieleiding de ernst van den toe stand niet genoegzaam onderkend en zijn daartegenover onvoldoende maatregelen om met de verelschte kracht op te treden, genomen, terwijl de aanwezige politiemacht die aldus niet tegen den toestand was opgewassen, ook te veel aan zichzelf werd overgelaten. Uit die omstandigheden ontwikkelde zich de situatie, welke tot de betreurenswaardige gebeurtenissen de aan leiding vormde, Daarna is men door een verbod van sa menscholingen en door krachtige versterking van de politie den toestand meester geworden. Wat tenslotte de arrestatie van den heer Pieten be treft, wordt vermeld, dat den betrokken subeituut-offi- cler van justitie door den commissaris van politie in den avond van 16 Oetcber j.I. een ontwerp proces-verbaal werd overgelegd, hetwelk hem recht gaf, aan te nemen, dat bewezen zou kunnen worden, ook ondanks de ont kenning, van den heer Pleters, dat deze zich had schul dig gemaakt aan opruiing, strafbaar gesteld bij art 131 Wetb. van Strafr. in welk geval voorlooplge hechtenis kan worden toegepast, en In de conclusie, dat gezien den toestand te Maastricht, de aanhouding van genoemd per soon, zooals het geval zich toen liet overzien, niet alleen gerechtvaardigd, doch tevens noodzakelijk was. Terwijl de aangelegenheid den minister nog tot na dere correspondentie met den procureur-generaal te 's- Hertogenbosch aanleiding geeft, heeft de minister niet langer willen wachten met overeenkomstig de gedane toezegging aan de Tweede Kamer van het resultaat van het onderzoek te doen blijken. Een verdiende les voor den Ned. Herr. Kerkerend ven Merken. Dom vooroordeel en kleinzielig fanatisme gaan some zóó ver, dat er In de Ned Herv. Hark zelfs nu nog, orthodoxe kerkeraden zijn, die niet na kunnen laten tegen vrijzinnige predikanten, die niet ander» doen dan hun plicht door als vervuiler van ringva- caturebeurten op te treden, onhebbelijk op te treden aldus lezen we in de rubriek Kerknieuws van de N.R.Crt. Dit is ook op Marken gebeurd. De vrijzinnige predikant van Broek in Waterland, ds. G. J. Rcnsink, zou daar in een vacaturebeurt optreden. Dien Zondag ochtend werd echter de klok niet geluid, de koster en de organist waren niet aanwezig en van kerke- raadsleden slechts één diaken, die na het innen van do collecten ostentatief verdween. Toen de predikant van Monnikendam in December vertrok, werd ds. Rensink zoowel van Monnikendam als van Marken consulent. Voor beide heeft hij ech ter grootmoedig bedankt, ten behoeve van rechtzin nige collega's. Gelukkig hebben de rechtzinnige pre- dikanten in den ring, die er de groote meerderheid vormen (alleen Broek en Nieuwendam zijn vrijzinnig) dit weten te waardeeren De kerkeraad op Marken had voor drie maanden een godsdienstonderwijzer aangesteld, voor het huisbezoek on de catechisatiën. Nu de vacature door bedanken voc rtduurt. wilde men de aanstelling van den godsdienstonderwijzer gaarne verlengen. Dit is mogelijk geworden, doordat de ring- predikanten hebben besloten afstand «e doen van een gedeelte der vacaturegelder. Maar zij hebben de voor waarde gesteld, dat door den kerkeraad de waardig heid en de heiligheid van de godsdienstoefening ten opzichte van de prediking van ringpredikanten van iedere richting op dezelfde cn gebruikelijke wijze verzorgd zal worden M. a. w. hebben zij geëischt, dat de kerkeraadsleden zolven aanwezig zullen zijn en dat dezen zullen zor gen, dat klokluider, organist en koster hun taak zul len vervullen. De ringpredikanten van Monnikendam hebben met dit besluit ook de waardigheid van hun eigen stand hooggehouden. Ernstig ongeluk op het station te Helmond. De 20-jarige dochter van F. Mariens te Deurne was op ziekenbezoek geweest in het St. Antoniusgasthuis te Helmond. Toen zij naar huis wilde terugkeeren, werd zij door de tram der Limburgsche Tramweg Maatschappij overreden. Beide beenen werden haar afgereden. Zij werd nu zelf in het SI. Anthoniusgast- huis te Helmond opgenomen. Haar toestand ia le vensgevaarlijk.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Schager Courant | 1930 | | pagina 7