WAT HEEFT HET GRONDONDERZOEK ONS DE
LAATSTE JAREN GELEERD OMTRENT DE
CULTUURWAARDE VAN DE WIERIN-
GERMEERGRONDEN?
Binnenlandsch Nieuws.
Een radicale manier.
De October-relletjes te Maastricht.
Onhebbelijke kerkeraden.
Beide beenen afgereden.
dersklasse acte de prèsence en stemmen ze In met wat
vroeger „burgerlijke frases" werden genoemd. Hoe
dichter de partijen bij elkander komen te ataan, hoe
grooter zonder twijfel het succes kan worden verwacht,
dat men noodig heeft voor gunstiger tijden.
Het was de afgeloopen weelc weer zeer slecht. De
roode kool liep nog in prijs achteruit. Voor het aller
mooiste kleingoed kon hoogstens f 5.80 worden ge
maakt, de groote kool bracht van f 2.50f 3 op aan de
Broeker velling. Aan de veiling van den Noordermarkt-
bond, waar geen afzonderlijke noteering voor doorschot
wordt opgegeven, lagen de prijzen tusschen f 2.10 en
f 5.80. Aan de veiling der L.G.C. bracht tweede soort
f 1.50—5.10 op. Uitmuntende kwaliteit kool wordt nog
weinig aangevoerd. Men hoopt voor deze steeds op
betere prijzen. Gevolg hiervan was, dat op het laatst
der week niet genoeg eerste kwaliteit kool aan de vei
ling kwam, om aan de vraag der exporteurs te voldoen.
We vernamen dan ook, dat er nog verschillende par
tijen op bonnen zijn verkocht, waardoor de prijs tot f 8
en iets hocger kwam. De aanvoer aan de L.G.C.-veiling
beliep 3 spoorwagens, die aan de velling van den
Noordermarktbond 74.
Voor de houders van gele kool was de gepasseerde
week weer ales behalve opwekkend. De prijzen waren
enkele weken geleden belangrijk hooger dan nu. Drie
weken tevoren werd 7 gulden betaald voor gele kool,
die nu nauwelijks f 5 opbrengt. Dit betreft het puike
kleingoed. Groote kool is ook wel in prijs achteruit-
geloopen, doch niet in dezelfde mate. Groote gele kool
bracht aan de Broeker velling van f 2.40f 2.80 op.
Aan de veiling van den Noordermarktbond lagen Sn
de afgeloopen week de gele-koolprijzen tusschen f 3.30
f 5.60. Aangevoerd werden aan beide veilingen 45 spoor
wagens.
Eijzonder slecht zijn de prijzen van Deensche witte
kool. Maandag bracht ze aan de veiling van de Lan-
gendijker Groentencentrale f 1.10f 1.80 op, aan die van
den Noordermerktbond f 0.001.80. Deze prijzen bleven
met geringe afwijkingen de heele week gelden, zoodat
een wagen van 10.000 K.G. Deensche witte kool gemid
deld niet meer dan f 140 zal hebben opgebracht. Een
leek begrijpt, dat hier verlies op zit. In totaal werden
140 spoorwagens geveild, w&arvan 96 te Noordschar-
woude en 44 te Broek.
Uien blijken er nog heel wat te zijn. Verschillende
bouwers gevoelen niet de minste behoeft om nu, bij deze
lage prijzen, aan het uitzoeken van uien te beginnen.
D onkosten worden nauwelijks door de opbrengst goed
gemaakt. Men riskeert het daarem nog maar een tijdje
en laat de uien in hoepen staan. Men bereidt er zich
al eenlgszins op vtcr, dat ze straks in de sloot terecht
zullen komen of als bemesting over de akker zullen
worden gestrooid. Voor gewone uien werden prijzen
van f 1.101.80 besteed; drielingen brachten aan de
Broelter veiling van f 0.901.20 op, aan de velling van
den Noordermarktbond van f 1.802.40; nep f 2.402.50,
grove uien f 1.50—2.20. Een 14-tal spoorwagons van
10000 K.G. werd geveild. Voor groote peen werd f 0.90
tot f 2.20 betaald, voor kleine f 0.86—1.20.
Bieten brachten van f 1.502.30 op; de aanvoer was
gering.
Voor sprultkool werd van f 810 betaald.
Groene kool werd betaald met f 1.402.60 per 100 st.
De laatste cursusvergadering in dezen winter, ge
houden voor de Vereeniging van Oudleerlingen der
Rijkslandbouwwinterschool tc Schagen, vond Maan
dag 3 Februari 1930 plaats in het Noordhollandsch
Koffiehuis van Mevrouw Wed. L. Zwaag.
Op dezen dag hield de heer Ir. S. Smeding te Scha
gen een tweetal voordrachten, des morgens tot onder
werp hebbende; „Wat heeft het grondonderzoek ons
dc laatste jaren geleerd omtrent de cultuurwaarde
van de Wieringermeergronden?" en des middags „De
ervaringen in den Andijker proefpolder en de beteo-
kenis hiervan voor het in cultuur brengen van de toe
komstige Zuiderzeegronden. (Met lichtbeelden.)
Dat, nu de werkzaamheden voor de droogmaking
meer en meer vorderen, de belangstelling voor de te
behandelen onderwerpen steeds meer toeneemt, bleek
wel uit de buitengewoon groote belangstelling.
De Voorzitter, de heer K. Koster te Midwoud, heet
namens het bestuur allen hartelijk welkom en het
doet spr. inderdaad groot genoegen deze overgroots
belangstelling te mogen constateeren. Spr. heet dan
in de eerste plaats in het bijzonder welkom de he'.?r
P. Stapel Cz., Hoogkarspel, voorzitter van de Vereeni
ging tot Ontwikkeling van den Landbouw in Hol
lands Noorderkwartier, de vereeniging waarmee
onze vereeniging den laatsten tijd zoo trouw samen
werkt. Het doet spr. genoegen dat naast de vele leden
van Noorderkwartier, we ook den voorzitter in ons
midden hebben. Ook bijzonder welkom heet spr. den
heer K. Kuiper, Oostwoud, ondervoorzitter van de
Hollandsere Maatschappij van Landbouw. Het is ons
aangenaam ook van die zijde belangstelling te mogen
waarnemen, het is ons bekend dat ook meerdere
hoofdbestuursleden hier aanwezig zijn. Voorts doet
het ons genoegen de aanwezigheid te mogen consta
teeren van den heer Van Panhuis, directeur van hot
rijksbureau voor ontwatering en van den heer Van
Reenen, oud-Burgemeester van Bergen. Tenslotte heet
spr. dan hartelijk welkom de eere-leden, speciaal dan
het eerelid den heer Ir. S. Smeding, die zoo vrien
delijk zal zijn ons straks bezig te houden met de
onderwerpen die ons aller belangstelling hebben. Het
was reeds in Februari 1921 dat de heer Smeding voor
onze vereeniging mededeelinge-n heeft gedaan over de
droogmaking van de Wieringermeer, wat zich later
herhaald heeft in 1925. Kon in 1921 slechts mededee-
lingen worden gedaan over de plannen der droogma
king, thans is er een snelle afwerking van de plan
nen. Spr. heeft straks bij zijn gang hierheen kunnen
constateeren, dat het water zakkende is. Spr. twijfelt
niet of de heer Smeding, wien de droogmaking van
de Wieringermeer zoo na aan het hart ligt, zal deze
onderwerpen weer op uitvoerige, leerzame wijze toe
lichten. Spr. hoopt dat we met. elkaar weer een aan-
genarncn en leerzamen dag zullen hebben, maar ver
zoekt, met hot oog op de ongesteldheid van den ge-
achten spreker, het rooken na te laten.
De heer Ir. Smeding, het woord verkrijgende, be
treurt zeer dat den aanwezigen verzocht moest wor
den het rooken eenigermate te matigen. Spr. weet
♦bij ondervinding dat dit dikwijls juist het grootste
genot van een voordracht is. Maar spr. belooft dat hij
zooveel mogelijk voor compensatie zal zorgen. Zou
men aan het verzoek niet voldoen, dan weet men wat
het gevolg zal kunnen zijn, n.1. dat spr. uitvalt, want
het stond er vanmorgen naar dat spr. zijn voordracht
niet zou kunnen houden.
Zooals door den Voorzitter is medegedeeld, heeft
spr. een paar maal eerder de zaak voor deze vereeni
ging besproken en heeft hij in 1921 gepoogd een en
ander over de droogmaking der Zuidei zeegronden te
vertellen. Er was toen echter ong zeer weinig bekend,
vooral landbouwkundig, daar men van de zaak a'-
leen de technische zijde had bekeken.
Nadien is samengesteld geworden het rapport van
de commissie-Lovink, aan welk rapport ook spr. mocht
meewerken en waarin vele historische gegevens rijn
te vinden. Op welke wijze de gronden menschen in
cultuur gebracht zouden moeten worden, daaromtrent
waren er zooveel open vragen dat het zeer gewenscht
was dat een proefpolder zou worden aangelegd. Zeer
gelukkig hebben we een proefpolder gekregen, die
een prachtig terrein vormde voor samenwerking tus
schen praktijk en theorie. Spr. zou het bejammeren
als Noordholland niet de primeur kreeg iets over het
in cultuurbrengcn van de gronden te hooren zou krij
gen en dat is dan ook de reden, dat spr. er gaarne
in .heeft toegestemd vandaag zijn voordracht te hou
den.
Inderdaad is het water reeds zakkend. In den ho;k
bij Aartswoud is het water reeds 070 c.M. gezakt;
de machines te Medcmblik en Den Oever werken met
een enorme capaciteit. Al heeft de uitmaling dan nog
niet officieel plaats, doordat de machines nog niet
officieel in werking zijn gesteld, er wordt met enorme
kracht aan de uitmaling gewerkt, en het water zakt
dan ook per dag 2 centimeter. Verleden week Dins
dag was de stand 61 c.M. A.P., en nu ongeveer 73
r.M. A.P. En de vraag die dus thans gesteld dient
te worden is: „Wat er nu aanstonds boven komt.
De zeer interessante mededeelingen van den heer
Ir. Smeding hebben we reeds in ons nummer van
7 December 1.1. opgenomen en in hoofdzaak kunnen
we dus daarnaar verwijzen.
Met mooie lichtbeelden krijgen dc aanwezigen nog
een indruk van de vele werkzaamheden, verbonden
aan het in cultuur brengen van den Balgzandpold*r
cn aan de hand van een mooi uitgevoerde kaart, deeli
de heer Smeding nog een en ander mede van de
verkaveling van de Wieringermeer.
Door den spreker werd o.m. mededeeling gedaan
over dé capaciteiten van het electrisch gemaal ie
Medemblik, en het Dieselgemaal tc Den Oever, welke
beide gemalen voor de uitmaling van de Wierineer-
meer zorgen. Het electrisch gemaal te Medembli!:,
met 3 pompen, met een capaciteit van 400 M3. per
minuut, dus een totaal vermogen van 1200 M3., ver
plaatst op het oogenblik, door de weinige opvoer-
hoogte, 2100 M3.
Hst Dieselgemaal te Den Oever met 2 pompen,
heeft een vermogen van 2 X 200 M3., doch zal thans
ook nog wel een grootere hoeveelheid verplaatsen.
Van de geprojecteerde hoofdwegen zal de wegbaan
30 meter breed worden.
-Van de gelegenheid die voor de pauze wordt ge
boden om vragen te stellen, wordt gebruik gemaakt
door den heer Van Panhuis, die de vraag stelt, waar
de baggergrond uit de kanalen in de Wieringermeer
is beland.
De lieer Ir. Smeding zegt, dat men hierover zijn
hart vasthoudt. Het was de bedoeling dat het zand
in depots bijeengebracht zou worden, om later voor
de wegbaan gebruikt te worden. Een deel is wel op de
toekomstige wegbaan gestort, maar men zegt dat aan
de voorschriften in dezen verschillende varianten zijn
gegeven. Men zal zich dus kunnen indenken, dat later
ergens grond wordt aangetroffen, dien men er lie
ver niet zou hebben. Spr. hoopt er het beste van, ma;,r
zeer gerust is spr. niet.
Hierna wordt gepauzeerd.
Na de pauze gaat de heer Ir. S. Smeding over tot
de bespreking van den Andijker Proefpolder.
Ook voor deze mededeelingen mogen we verwijzen
naar ons nummer van 7 December 1.1. Wat het t-»r
rein van de werkzaamheden van de ingestelde com
missie betreft, deelde de heer Ir. Smeding nog he'.
volgende mede:
In den Augustus 1927 drooggevallen proefpolder
vinden onderzoekingen plaats in drieërlei richting;
1. Het c h e m i s c h-p hysisch grondonder
zoek heeft ten doel gegevens te verschaffen in zake
de ontzilting van den grond, de omzetting van natron-
in kalkklei, alsook betreffende de eigenschappen,
welke voor de structuur van den grond van beteeke-
nis zijn.
2. Door middel van het micro-biologisch
onderzoek wordt getracht een inzicht te verkrij
gen in de geleidelijke overgang van „zeebodem" tot
cultuurgrond, voor zoover lagere organismen hierbij
een rol spelen.
3. Uit de in grooten getale aangelegde proef
velden worden aanwijzingen verkregen welke de
cultuurmogelijkheden zijn in de verschillende stadia
van ontwikkeling dezer jonge gronden.
De onderzoekingen, genoemd onder 1 en 2 hebben
ten doel gegevens te verstrekken voor een oordeel-
kundigen opzet van de onder 3 genoemde proefvel
den, alsmede voor de verklaring van wat in het al
gemeen te velde wordt waargenomen. Ook meteo
rologische waarnemingen worden zoo vol
ledig mogelijk gedaan, een en ander dus, om te trach
ten een overzicht te krijgen van de vele factoren
welke in meerdere of mindere mate, direct of indi
rect, invloed uitoetener op de ontwikkeling der ge
wassen.
Dat dit doel zich slechts gedeeltelijk laat benade
ren, behoeft geen nade»- betoog. Ook zal het U allen
duidelijk zijn, dat de omstandigheden; waaronder
te Andijk gewerkt wordt, later in de W'meer in ver
schillende opzichten anders zullen zijn. Als al
toos in den landbouw, zal ook hier van het toepas
sen van recepten geen sprak* kunnen ziyi. Wel
zal het vele in den proefpolder verkregen en nog te
verzamelen materiaal zoowel van wetenschappelïjken
alsook van practlschen aard, het inzicht kunnen ver
ruimen en de mogelijkheid scheppen, de toekomstige
Zuiderzeegronden op meer rationeele wijze in cul
tuur te brengen, dan anders mogelijk zou zijn.
Na deze korte inleiding zal ik U een overzicht ge
ven van de vragen, welkt, door middel van onze
proefvelden nader onder oogen worden gezien.
1. Een van de hoofnvragen, waaromtrent in den
proefpolder wordt getracht een beter inzicht te krij
gen is wel, of vastgehouden zal moeten worden aan
de hinderlijke en veel zorg vragende diepe open grep
pels, welke zich in zoovele vroegen polders in de
eerste cultuurjaren onmisbaar hebben betoond, of
dat met een minder geld- en landroovende ontwate
ringsmethode een voldoende nuttig effect kan wor
den bereikt. Ten einde hieromtrent nadere aanwij
zingen te verkrijgen heeft te Andijk een stelselmatige
vergelijking plaats van evengenoemde (60—00 c.M.)
diepe open greppels, op afstanden van 9 M„
met de op gelijke afstanden (van 90 c.M. tot 1.10 M.
diep aangelegde drainretksen, terwijl tevens de
aanleg heeft plaats gehad van ondiepe grep
pels (3045 c.M.), op afstanden van 4.5 M.
De lengte der genoemde greppels cn drainreeksen,
loopende vanuit het hart van de kavel naar en lood
recht op de kavelsloot, bedraagt 125 M.
Een groot deel van het proefterrein is aldus stelsel
matig op verschillende manieren ontwaterd cn deze
„ontwateringsvakken" vormen dan ook het funda
ment voor de belangrijkste andere proefvelden. Op tal
van plaatsen zijn buizen in den groncl geslagen,
waarin dagelijks de waterstand wordt opgenomen.
2. Op een deel van het terrein wordt nagegaan
welke resultaten worden verkregen met grasland-
aanleg, waartoe in verschillende stadia van ont
wikkeling van den grond de inzaai van een gras-
klavermengsel plaats vindt. Andere gedeelten van het
proefterrein zijn direct in akkerbouw genomen,
weer andere braak blijven liggen.
3. De belangrijkste winter- en z o m e r g e w a s-
s e n zijn op diverse ontwateringsvakken uitgezaaid,
alsmede verschillende variëteiten hiervan, om te
zien aan welke gewassen, respect variëteiten, in de
gegeven omstandigheden de voorkeur zal zijn te
geven.
I. Door middel van b m e 1 ingsproefvel-
den wordt nagegaan, aan welve piantenvoedende
stoffen eventueel behoefte bestaat. Tovens is aange
vangen met het Neubauer-onderzoek, om
vergelijkings-materiaal te verzamelen, waarvan voor
de W'meer-gronden later gebruik kan worden ge
maakt.
5. Proefvelden met verschillende meststoffen,
waarvan structuurverbeterende wer
king mag worden verwacht, zijn of worden aange
legd.
6. Verschillende klavers zijn uitgezaaid, omdat
de ervaring in jonge polders heeft geleerd, dat van
dit gewas aanzienlijke grondverbeterende werking
kan uitgaan.
7. De voornaamste stikstofhoudende
kunstmeststoffen zijn op enkele gewassen
aangewend, om te zien of deze op jongen grond ver
schil in werking vertoonen.
8. Nagegaan wordt welk resultaat wordt verkre
gen mot het onderploegen van stalmest, alsmede
van wikken.
9. Bij tarwe en koolzaad heeft zoowel vroeg als
ook laat zaaien plaats gehad in verband met de
kansen op uitwinteren.
10. In den gepasseerden herfst zijn grondbe
werkingsproefvelden aangelegd, voor zo
mer- en wintergewassen, omdat de diepte, waarop
deze jonge gronden worden bewerkt, van grooten in
vloed kan zijn op de latere structuur.
II. Aannemende, dat een belangrijk deel van de
W'meer-gronden groen gemaakt moet worden, is het
van veel belang te weten, aan welke herkomsten
van de belangrijkste gras- en klaverzaden op
zoute gronden de voorkeur zal zijn te geven. Aange
zien de productiviteit der graslanden ook later, dus
na de ontzilting, aan zoo hoog mogelijke eischen
moet voldoen, heeft de aanleg van deze proefvelden
behalve te Andijk (op zwaren en lichten grond) even
eens plaats op ouderen cultuurgrond (Groetpolder en
Anna Paulowna).
12. Tevens wordt een onderzoek ingesteld naar een
zoo doelmatig mogelijk samen te stellen mengsel
van gras- en klaverzaden.
13. Onderzocht zal worden welk resultaat wordt
verkregen met het scheuren van grasland
na 2, i, 6 enz. jaren, omdat het niet onmogelijk is, dat
het aanbeveling zal verdienen de W'meer-gronden
aanvankelijk groen te maken cn daarna te bebouwen.
14. Verschillende tuinbouwgewassen zijn
uitgezaaid, om te zien wdke gewassen (voor eigen
consumptie) spoedig voor verbouw in aanmerking
komen. Ook aan „beplantingen" (voor luwte)
is eenige aandacht geschonken.
Na deze opsomming van de voornaamste onderzoe
kingen zal het U niet verwonderen te vernemen, dat
de proefpolder langzamerhand eigenlijk te klein is
geworden. Ontkend kan evenwel niet worden, dat ons
„oreratie"-terrein door de drooglegging der W'meer
een niet onbeteekenonde uitbreiding zal ondergaan.
Aan de hand van een serie lantaarnplaatjes zal U
thans een overzicht worden gegeven van wat de
moeite loonde op de plaat te worden vastgelegd.
Na de bij de lichtbeelden gegeven toelichting zal
het U duidelijk zijn, dat het alleszins gewenscht zou
zijn nog enkele jaren door te werken, alvorens van
de resultaten van het proefpolder-onderzoek het volle
profijt te kunnen trekken voor het in cultuur brengen
der W'meergronden. Het voorstel van de Commissie-
Lovink, een proefpolder te doen maken, uit haar rap
port van 1924 blijkt dit duidelijk, was gebaseerd op
de toenmalige plannen de W'meer pas droog te ma
ken na het gereed komen van den afsluitdijk naar
Friesland, waardoor eenige jaren van rustig onder
zoek ter beschikking zouden hebben gestaan. Door
aanneming van het Wetsontwerp van 1925 kwam
evenwel vast te staan dat de drooglegging van de
W'meer aan de afsluiting van de Zuiderzee vooraf
zou gaan.
Hierdoor werd het niet alleen noodig van Medem
blik naar Wieringen een kostbaren z e e d ij k te bou
wen (inplaats van een meerdijk), doch tevens is hier
door een veel korter tijdsbestek beschikbaar geko
men voor onderzoek der proefpolder-gronden. De
W'meer-gronden volgen nu op die van den proefpol
der met een tijdsverloop van ongeveer drie jaar, ter
wijl volgens de oorspronkelijke plannen deze periode
wel ongeveer 7 jaar zou hebben bedragen.
Het spreekt echter wel van zelf dat het te Andijk
verkregen en nog te verzamelen materiaal voor de
W'meer niettemin van de grootste boteekenis moet
worden geacht en de proefpolder, ondanks de even
gemaakte opmerking, ais onmisbaar moet worden
beschouwd voor het op rationeele wijze in cultuur
brengen der W'meer-gronden.
Met een hartelijk applaus gaven de aanwezigen
hun erkentelijkheid te kennen over de wijze, waarop
door middel van de lantaarnplaatjes de heer Sme
ding een indruk had weten te gevon van hetgeen in
den Proefpolder was verricht
Wordt vervolgd.
Een protestvergadering in Den Haag
weggespoten. Communisten begonnen
de vergadering af te breken.
De Haagsche corr. van Het Volk schrijft d.d. 31 Jan
De Haagsche Werkloozenvereeniging, een vereeni-
ging, waarvan wij nog nooit eerder hoorden, zou gis
teravond een protestvergadering houden in de feest
zaal Pschorr in de Nieuwstraat. Wat het eigenlijke
doel van die vergadering was, wist waarschijnlijk
niemand. Vermoedelijk lag het in de bedoeling van
het meerendeel der bezoekers, om den boel eens fijn
op stelten te zetten.
Onder de ruim 300 aanwezigen bevond zich een
70-tal Rotterdamsche „communisten" die onder aan
voering van den heer Van Burink met vrachtauto s
naar het Haagje waren gekomen.
Meneer Van Burink wilde aan de vergadering ver
tellen, wat en wie officieel C.P.H.-ers waren. Tegelij
kertijd krijscliten eenige Haagsche Moskcudames, dat
de Rotterdamsche „leijer" niet meer levend uit Den
Haag zou komon en verschillende andere bezoekers
schreeuwden, dat de recherche uit de zaal moest wor
den verwijderd, omdat het anders „verrajerij" zou
worden. Om hun geschreeuw met een daad te onder
steunen, werd naar stoelen gegrepen. Dit was echter
niet naar den zin van den eigenaar der zaal, die on
gelukken vreesde. Aan diens verzoek om kalm te
blijven, stoorde niemand zich. Integendeel. Men dreig
de de zaal „af te breken".
Zoo ver is het niet gekomen, want de zaalverhuur
der wist op zeer drastische manier zijn wilde kom-
munistische gasten te lcozen. Juiet toen het rumoer
zijn hoogtepunt scheen te bereiken, gaf hij zijn kellner
een wenk en deze kordate witjas greep een brand
slang, gaf nog een laatste waai schuwing en toen
klonk kort het hevel: „Open de kraan!" Een lekkere
dikke straal water kwam met een druk van twee at
mosfeer uit de slang op de huiden der oproerige
heethoofden. De zaai werd niet ontruimd, doch een
voudig leeggespoten. De gewaarschuwde politieman
nen behoefden niets anders te doen dan in de Nieuw
straat de natte kommunisten en hun evenzeer natte
aanhangers tot doorloopen aan te manen. Achter de
waterlinie met den spuitenden kellner bleef, hoog
en droog op het tooneel, het bestuur van de jonge
vereeniging, waarvan de penningmeester de zaalbuur
betaalde, waarna ook deze heeren zich bij hun leden
konden voegen.
Nader vernemen wij. dat de vergadering mede ge
organiseerd werd door het landelijk werkloozcn-agi-
tatie-komitee en dat de oprichting van de Haagsche
Werkloozenvereeniging eer. onderwerp van debat
zou hebben uitgemaakt.
Mededeeling van minister Donner Het re
sultaat van het onderzoek naar het optre
den van de politie.
De Minister van Justitie heeft aan den Voorzitter der
Tweede Kamer een brief gezonden, houdende mededee
ling van het resultaat van een Ingesteld onderzoek naar
de toedracht der ongeregeldheden te Maastricht in den
avond van 16 October 1929 en naar het optreden van de
politie bij die gelegenheid, welk onderzoek la Ingesteld
ingevolge het door den Minister bij de behandeling van
de motie-Vliegen op 25 October 1929 in de Tweede Ka
mer door den Minister van Binnenlandache Zaken en
Landbouw, kenbaar gemaakt voornemen.
Het onderzoek is opgedragen aan den advocaat-gene
raal, die een uitgebreid onderzoek ter plaatse hjpeft inge
steld. Het resultaat van dat onderzoek wordt als volgt
samengevat:
In den avond van den 16en October te ongeveer 10
uur, werden werkwilligen onder geleiding van gewone
en militaire politie naar huis gebracht Op een bepaald
oogenblik werd uit de omstuwende menigte met ateenen
en potten geworpen. De begeleidende politie, welke, in
verband met de ondervindingen van voorafgaande da
gen hierop was voorbereid, en zich een reserve had ver
zekerd, heeft door het lossen van twee alarmachoten de
ze reserve van negen man te hulp geroepen. Deze Is te
voorschijn gekomen en heeft zich onder het lossen van
schoten een weg gebaand, naar de begeleidende politie.
Daarna is de menigte in twee richtingen gedreven. In de
eene richting geschiedde dit door een drietal politieman
nen, waarbij schoten ztjn gelost. Daaronder zijn die, wel
ke een burger hebben gedood en een agent en een ma-
reehnuasee die van de andere zijde ter versterking
kwamen opdagen hebben getroffen, waarvan de eer
ste later ook is overleden.
Dat deze schoten door eM burger zouden zijn gelost,
neemt de advocaat-generaal dus niet aan en ook overi
gens zijn door hem geen aanwijzingen gevonden, welke
steun geven aan het geuite vermoeden, dat dien avond
door burgers zou zijn geschoten.
Nadat ter plaatse de orde was hersteld, heeft de po
litie in het verdere van den avond toen een gebod
tot sluiting der café's en een verbod van samenscholen
waren uitgevaardigd patrouille geloopen; daarbij heeft
zij meermalen schoten en ook overigens niet voldoende
maat weten te houden.
Terwijl de advocaat-generaal aldus op grond van zijn
onderzoek tot het oordeel moet komen dat het optrèden
van de politie op dien avond in verschillende opzichten
tot crltlek aanleiding geeft, schrijft hij Intuaschen het
gebeurde vooral op rekening van den toestand, zooals die
zich voor dien tijd had ontwikkeld.
De werkwilligen en hunne gezinnen hebben naar zijn
bevinding blootgestaan aan ernstige molestaties, waarbij
niet enkele der stakers de schuldigen waren doch ook
zij, die hen bij hunne actie op straat hebben bijgestaan.
Anderzijds is door de politieleiding de ernst van den toe
stand niet genoegzaam onderkend en zijn daartegenover
onvoldoende maatregelen om met de verelschte kracht
op te treden, genomen, terwijl de aanwezige politiemacht
die aldus niet tegen den toestand was opgewassen, ook
te veel aan zichzelf werd overgelaten.
Uit die omstandigheden ontwikkelde zich de situatie,
welke tot de betreurenswaardige gebeurtenissen de aan
leiding vormde, Daarna is men door een verbod van sa
menscholingen en door krachtige versterking van de
politie den toestand meester geworden.
Wat tenslotte de arrestatie van den heer Pieten be
treft, wordt vermeld, dat den betrokken subeituut-offi-
cler van justitie door den commissaris van politie in den
avond van 16 Oetcber j.I. een ontwerp proces-verbaal
werd overgelegd, hetwelk hem recht gaf, aan te nemen,
dat bewezen zou kunnen worden, ook ondanks de ont
kenning, van den heer Pleters, dat deze zich had schul
dig gemaakt aan opruiing, strafbaar gesteld bij art 131
Wetb. van Strafr. in welk geval voorlooplge hechtenis
kan worden toegepast, en In de conclusie, dat gezien den
toestand te Maastricht, de aanhouding van genoemd per
soon, zooals het geval zich toen liet overzien, niet alleen
gerechtvaardigd, doch tevens noodzakelijk was.
Terwijl de aangelegenheid den minister nog tot na
dere correspondentie met den procureur-generaal te 's-
Hertogenbosch aanleiding geeft, heeft de minister niet
langer willen wachten met overeenkomstig de gedane
toezegging aan de Tweede Kamer van het resultaat van
het onderzoek te doen blijken.
Een verdiende les voor den Ned. Herr.
Kerkerend ven Merken.
Dom vooroordeel en kleinzielig fanatisme gaan
some zóó ver, dat er In de Ned Herv. Hark zelfs nu
nog, orthodoxe kerkeraden zijn, die niet na kunnen
laten tegen vrijzinnige predikanten, die niet ander»
doen dan hun plicht door als vervuiler van ringva-
caturebeurten op te treden, onhebbelijk op te treden
aldus lezen we in de rubriek Kerknieuws van de
N.R.Crt. Dit is ook op Marken gebeurd. De vrijzinnige
predikant van Broek in Waterland, ds. G. J. Rcnsink,
zou daar in een vacaturebeurt optreden. Dien Zondag
ochtend werd echter de klok niet geluid, de koster
en de organist waren niet aanwezig en van kerke-
raadsleden slechts één diaken, die na het innen van
do collecten ostentatief verdween.
Toen de predikant van Monnikendam in December
vertrok, werd ds. Rensink zoowel van Monnikendam
als van Marken consulent. Voor beide heeft hij ech
ter grootmoedig bedankt, ten behoeve van rechtzin
nige collega's. Gelukkig hebben de rechtzinnige pre-
dikanten in den ring, die er de groote meerderheid
vormen (alleen Broek en Nieuwendam zijn vrijzinnig)
dit weten te waardeeren De kerkeraad op Marken
had voor drie maanden een godsdienstonderwijzer
aangesteld, voor het huisbezoek on de catechisatiën.
Nu de vacature door bedanken voc rtduurt. wilde men
de aanstelling van den godsdienstonderwijzer gaarne
verlengen. Dit is mogelijk geworden, doordat de ring-
predikanten hebben besloten afstand «e doen van een
gedeelte der vacaturegelder. Maar zij hebben de voor
waarde gesteld, dat door den kerkeraad de waardig
heid en de heiligheid van de godsdienstoefening ten
opzichte van de prediking van ringpredikanten van
iedere richting op dezelfde cn gebruikelijke wijze
verzorgd zal worden
M. a. w. hebben zij geëischt, dat de kerkeraadsleden
zolven aanwezig zullen zijn en dat dezen zullen zor
gen, dat klokluider, organist en koster hun taak zul
len vervullen. De ringpredikanten van Monnikendam
hebben met dit besluit ook de waardigheid van hun
eigen stand hooggehouden.
Ernstig ongeluk op het station te Helmond.
De 20-jarige dochter van F. Mariens te Deurne was
op ziekenbezoek geweest in het St. Antoniusgasthuis
te Helmond. Toen zij naar huis wilde terugkeeren,
werd zij door de tram der Limburgsche Tramweg
Maatschappij overreden. Beide beenen werden haar
afgereden. Zij werd nu zelf in het SI. Anthoniusgast-
huis te Helmond opgenomen. Haar toestand ia le
vensgevaarlijk.